Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Openbaring van Johannes

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Openbaring van Johannes (vaak kortweg Openbaring genoemd) is het laatste boek van het Nieuwe Testament en daarmee eveneens van de gehele Bijbel. Traditioneel wordt aangenomen dat het de Apostel Johannes is die te kennen geeft dit boek op Patmos te hebben geschreven. De auteur wordt in het algemeen om verwarring te voorkomen aangeduid als Johannes van Patmos. (Openbaring 1:9) Het werd geschreven in het Koinè-Grieks, en volgens de aanhef gaat het om een openbaring van Jezus aan Johannes.

De naam ’Openbaring’ is een vertaling van de Griekse titel Ἀποκάλυψις (Apokalypsis) (’openbaring, onthulling’). Ook in het Nederlands woord het boek soms de Apocalyps genoemd. Het boek telt 22 hoofdstukken. Het is het enige profetische boek in het Nieuwe Testament. Vanwege de vele toespelingen op het Oude Testament en op toestanden uit de tijd van de schrijver is de Openbaring van Johannes voor velen het moeilijkst te begrijpen boek van het Nieuwe Testament.

Auteur

Over de identiteit van de schrijver Johannes is verschil van opvatting.

Canoniciteit

De vraag naar het auteurschap en naar de canoniciteit zijn nauw verbonden.

Melitto van Sardes schreef het toe aan Johannes, en stelde een commentaar op de Openbaring samen.[1]

Irenaeus (circa 180 n.Chr.) verklaarde herhaaldelijk en resoluut dat de Openbaring geschreven werd door Johannes, een discipel van de Heer.[2] en schreef commentaar over het getal 666. Het is in zijn geval duidelijk dat hij de apostel Johannes bedoelde.

Tertullianus citeerde de Openbaring regelmatig.[3]

Justinus Martyr (circa 140 n.Chr.) verwees expliciet naar het boek en noemde het het werk van „een zekere man, genaamd Johannes, één van de apostelen van Christus”.[4]

Eusebius (ca. 260–voor 341 n.Chr.) vermeldde dat de meningen in zijn tijd verdeeld waren. Hij lijkt wat te aarzelen of hij het boek tussen de betwiste of de erkende (homologoumena) geschriften moest sorteren, maar besloot dan toch: „onder deze, indien zo’n opvatting juist lijkt, moeten we de Openbaring van Johannes plaatsen.”[5]

Dionysius van Alexandria (circa 250 n.Chr.) vond, om tekstuele redenen, dat de Openbaring niet geschreven werd door dezelfde schrijver als het vierde evangelie.[6] Hij vond wel dat het het werk was van een heilig en geïnspireerd man: een andere Johannes dan de evangelieschrijver.

In de 4e eeuw betwijfelden Johannes Chrysostomos en andere bisschoppen of dit boek in het Nieuwe Testament thuis hoorde, voornamelijk door de moeilijkheid van de interpretatie ervan en het gevaar van misbruik. De kerkvader Origenes ging hen voor, hij beschouwde de Openbaring als een verzameling van wilde dromerijen, waaruit niemand wijs kan worden. Christenen in Syrië verwierpen het ook omdat het montanisme zich op dit boek baseerde. Het werd uiteindelijk wel in de nieuwtestamentische canon opgenomen. De Oosters-Orthodoxe Kerk gebruikt het boek niet in de liturgie.

Datering

De traditie dateert het boek in 96 tijdens de regering van keizer Domitianus. Sommigen argumenteren voor een vroegere datum, meestal 68 of 69, tijdens de regering van Nero. Voor de latere datering pleit het getuigenis van de kerkvader Irenaeus, die informatie ontving van hen die Johannes persoonlijk gekend hadden, zoals Polycarpus. Hij schrijft dat de openbaring „niet vreselijk lang geleden gezien” was. Ander bewijs voor de latere datum is van interne aard: het boek lijkt te zinspelen op uitgebreide vervolging, die de christenen in Klein-Azië treft. Dat past beter bij de regering van Domitianus dan bij de regering van Nero. Nero's vervolging was geconcentreerd in het gebied rond Rome, hoewel ook Paulus in Klein-Azië problemen ondervond.

Belangrijke stromingen inzake de interpretatie

In verband met de interpretatie van de symboliek, de beelden en de inhoud van het boek zijn er een aantal belangrijke denkrichtingen.

  • De Bijbelse profetie gedachtenschool ziet de inhoud van het boek, zeker in samenhang met de boeken Daniël, Ezechiël en andere eschatologische delen van de bijbel als een profetie van de eindtijd. Deze school kan verder worden onderverdeeld in:
    • een futuristische of eschatologische visie waarin het boek betrekking heeft op toekomstige gebeurtenissen in de eindtijd;
    • een preteristische uitleg waarin het boek betrekking heeft op de gebeurtenissen in de eerste eeuw;
    • een historische visie waarin het boek de periode van de eerste eeuw tot de wederkomst omvat;
    • een idealistische of symbolische visie waarin de Openbaring niet verwijst naar gebeurtenissen in het verleden of in de toekomst, maar een allegorie is voor de geestelijke weg en de strijd tussen goed en kwaad.
  • De historisch-kritische benadering, die dominant werd onder kritische theologen tegen het eind van de 19e eeuw, probeert het boek te begrijpen in het kader van de apocalyptische literatuur. Deze volgde het patroon van het boek Daniël en werd populair binnen de christelijke als joodse traditie sinds de Babylonische diaspora.
  • De esthetische en literaire benadering analyseert het boek Openbaring als een literair kunstwerk.

Sommige manieren van interpretatie uit de verschillende systemen zijn met elkaar combineerbaar.

Symboliek tegen Rome

Zekere analytische interpretaties hebben geleid tot de aanname dat Openbaring niet over een christelijke visie op goed tegen kwaad spreekt, maar over de destijds als joodse sekte aangemerkte christendom tegenover het Romeinse Rijk. Volgens dergelijke interpretaties zijn er verschillende verwijzingen naar Rome opgenomen, waaronder:

  • Het Getal van het Beest, 666, dat volgens bepaalde berekeningen gebaseerd op het Hebreeuws te herleiden is naar de toenmalige Keizer Nero. Er zijn echter nog veel meer interpretaties van dit getal.
  • De hoer van Babylon gezeten op het beest met de zeven koppen, dat symbool zou staan voor Rome, de hoofdstad van het naar de joodse sekte toe vijandige Romeinse Rijk, die gebouwd is op zeven heuvels.

Indeling van het boek

  1. Aan de zeven gemeenten (Openbaring 1:4-3:22)
  2. Aanbidding van God en van het Lam (Openbaring 4:1-5:14)
  3. De eerste zes zegels (Openbaring 6:1-17) (met de de vier ruiters van de Apocalyps als eerste vier zegels). De vijfde zegel betrof de zielen onder het altaar van de gelovige christenen die zijn gestorven als martelaren tijdens de Grote Verdrukking. En de zesde zegel betrof een zware aardbeving, het zwart (donker) worden van de zon en het bloedrood worden van de maan. (Zie ook Mattheüs 24:29)
  4. De honderdvierenveertigduizend voor de troon (Openbaring 7:1-17)
  5. Het zevende zegel (Openbaring 8:1-5): een stiltemoment van een half uur en daarna de zeven engelen met de zeven bazuinen.
  6. De eerste zes bazuinen (Openbaring 8:6-9:21)
  7. De geopende boekrol (Openbaring 10:1-11)
  8. De twee getuigen (Openbaring 11:1-14)
  9. De zevende bazuin (Openbaring 11:15-19)
  10. De vrouw, de draak en de twee beesten (Openbaring 12:1-13:18)
  11. Het Lam en de zijnen; het oordeel (Openbaring 14:1-20)
  12. De zeven offerschalen (Openbaring 15:1-16:21)
  13. Het oordeel over Babylon (Openbaring 17:1-19:10)
  14. Het beest en zijn profeet verslagen (Openbaring 19:11-21)
  15. De eerste opstanding en de tweede dood (Openbaring 20:1-15)
  16. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openbaring 21:1-22:5)
  17. Slot (Openbaring 22:6-21)

Online lezen

Literatuur

Vanuit verschillende christelijke opvattingen zijn boeken geschreven over de Openbaring van Johannes. Hieronder volgt een lijst met boekentitels:

Bronnen, noten en/of referenties

Weblinks

Verwijzingen

  1. º Eusebius, Historia Ecclesiastica, IV. 26)
  2. º Irenaeus, Adv. Haer., IV.20, 11; 30, 4; V.26, 1; 35, 2, enz.
  3. º Tertullianus, Tegen Marcion, III.
  4. º Justinus Martyr, Dialoog met Trypho, 81.
  5. º Eusebius, Historia Ecclesiastica, III, 25.
  6. º Eusebius, Historia Ecclesiastica, VII, 25.
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Openbaring van Johannes op Wikimedia Commons.

rel=nofollow