Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Egyptische kalender

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 6 jan 2014 om 20:50 (→‎Drie seizoenen: kolombreedtes)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Astronomische kalender op het plafond van graftombe van de beroemde architect Senenmut.

De Egyptische kalender die in het Oude Egypte in gebruik was, telde twaalf maanden van elk dertig dagen. Deze waren ingedeeld in drie seizoenen van vier maanden. Aan deze 360 dagen werden nog vijf dagen toegevoegd, zodat het kalenderjaar in totaal 365 dagen telde. Aangezien geen schrikkeldag werd toegevoegd, behield het jaar een constante lengte van 365 dagen, maar verschoof het door zonnejaar.

Geschiedenis

Toen deze kalender in gebruik werd genomen, correspondeerde de eerste dag van het seizoen Akhet met het begin van de jaarlijkse overstromingen. Voor de Egyptenaren was het stijgende water in velerlei opzichten een belangrijke gebeurtenis: de kwaliteit van de landbouwgewassen was ervan afhankelijk. Te weinig overstroming zou tot hongersnood kunnen leiden; een te hoge overstroming is verwoestend. Het water begon te stijgen korte tijd na de heliakische opgang van de ster Sothis (Sirius) aan de Egyptische hemel. Het verschijnen van deze ster was een belangrijk evenement voor de Egyptische boeren, die niet konden voortgaan op de datum van hun burgerlijke kalender, aangezien die steeds verder verschoof ten opzichte van het zonnejaar. De burgerlijke kalender telde 365 dagen en het zonnejaar ongeveer 365 dagen en 6 uur, wat neerkomt op ongeveer een dag per vier jaar.

De Egyptenaren wisten reeds eeuwen dat de kalender verschoof ten opzichte van de seizoenen, want ze gebruikten daarnaast nog een andere kalender, die gebaseerd was op de jaarlijkse overstroming van de Nijl, en de daarmee samenvallende opgang van de ster Sirius. Deze ster heette Sopdet, wat volgens Plutarchus zwangere vrouw betekent. De naam werd later in het Grieks overgenomen als Sothis.

Na een periode van 1460 jaar vielen de burgerlijke kalender weer op dezelfde dagen van het zonnejaar als voordien. De heliakische opgang van Sothis, die als het Sothisfeest gevierd werd, viel opnieuw op de eerste dag van het seizoen Akhet. Deze periode van 1460 jaar wordt een Sothisperiode genoemd. In de Egyptische geschiedenis wordt een aantal keer de burgerlijke datum vermeld waarop het Sothisfeest toen viel. Dit helpt de chronologen om ijkpunten of absolute data vast te stellen voor de chronologie van het Oude Egypte.

Nog voor Champollion de hiërogliefen ontcijferde, waren historici op de hoogte van het bestaan ​​van deze periode van 1460 jaar. Censorinus schreef dat in het jaar 139 n.Chr., de datum van de opkomst van Sirius op de „eerste Thoth” viel en dat toen de periode begon die hij het „Grote Jaar” noemde. Daarvan kan men afleiden wanneer deze data de vorige keren overeenkwamen: 139, -1.321 (d.w.z. 1320 v.Chr.), -2.781, -4.241, enz. De astronoom Theon van Smyrna schreef dat er 1605 jaren waren vanaf farao Menophres tot het begin van Diocletianus’ regering (284). Door 1605 terug te tellen vanaf 284, komt men in -1.321, wat Theon aangeeft als het begin een Sothische periode.

Vervolgens werd deze periode op andere documenten opgemerkt:

  • het decreet van Canopus, ontdekt in 1865 door Lepsius en bestudeerd door Parker, stelt dat in het jaar 9 van Ptolemaeus III Euergetes, dus -238, de opgang van Sothis op de eerste dag van de tweede maand van de maand šmw (Shemu) viel.
  • Op de achterkant van de geneeskundige papyrus Ebers staat een kalender met de Sothisdatum en een lijst van feesten.

Pas onder de regering van Ptolemaios III werd er in het jaar 237 v.Chr. een schrikkeldag als zesde Heriu-renpet-dag aan de officiële administratieve kalender toegevoegd. Beide kalenders bleven naast elkaar in gebruik. Na de dood van Ptolemaios III werd het gebruik van de schrikkeljaren in de officiële kalender Egyptische administratie stopgezet.

Pas keizer Augustus zou in het jaar 26 v.Chr. de kalenderhervorming van Ptolemaios III weer invoeren, om zo de (aangepaste) Egyptische en de Juliaanse kalender kalender in gelijke tred te laten lopen.[N 1]

Deze aangepaste kalenderversie met schrikkeljaren kwam bekend te staan als de Koptische kalender.

Hoewel de Egyptenaren vrij vroeg de astronomische kalender verlieten voor een burgerlijke kalender, hadden zij wel degelijk belangstelling voor de astronomie. De oudst bekende hemelkaarten zijn Egyptisch. ZIj hadden een grondige kennis van astronomische verschijnselen, gebaseerd op de dagelijkse en methodische observatie van de sterren.

Griekse astronomen ontleenden hun burgerlijke kalender van de Egyptenaren en gebruikten deze tot in de late Middeleeuwen.

Drie seizoenen

Egyptische kalender, gebaseerd op overstromingen van de Nijl
Akhet

(overstroming)

Peret

(zaaitijd)

Shemu

(oogsttijd)

maand 1 Thoth Tybi Pachon
maand 2 Paophi Mechir Payni
maand 3 Hathyr Phamenoth Epiphi
maand 4 Choiakh Pharmuti Mesori

Toegevoegde dagen

De vijf ’toegevoegde’ dagen, Heriu-renpet of epagomenae, kwamen aan het einde van het kalenderjaar tussen de laatste dag van het seizoen Shemu en de eerste dag van het seizoen Akhet. De epagomenae werden beschouwd als de geboortedagen van de grote Egyptische goden. Een mythe vertelde dat deze dagen speciaal aan het jaar werden toegevoegd om deze geboortes mogelijk te maken. Ze werden echter als ongeluksdagen beschouwd. Vooral op de geboortedag van Seth kon men maar beter niets ondernemen. De geboortedagen van de goden waren:

  • dag 1
Osiris
  • dag 2
Horus de Oudere
  • dag 3
Seth
  • dag 4
Isis
  • dag 5
Nephthys

Deze vijf dagen samen vormden een korte dertiende maand. Het was een ongelukkige periode, omdat het Nijlwater op zijn allerlaagste peil stond, wat insectenplagen meebracht die zich samen met de koude noordenwind verplaatsten. Bovendien verkeerde iedere weldenkende Egyptenaar in bange afwachting of de ster Sopdet wel terug zou verschijnen en aldus de komst van de nieuwe vruchtbare Nijlvloed aankondigen. Het bijgeloof rond het ongeluksgetal 13 zou volgens sommigen hiervan afkomstig zijn.

Noten

  1. º Het exacte jaar van de kalenderomstelling is niet bewaard in een bron uit die tijd. Daarom werden de jaren 30 v.Chr. en 26 v.Chr. gezien als de jaren waarin deze werd ingevoerd. Enkel het jaar 26 v.Chr. schijnt overeen te komen met de astronomische berekening van de heliakische opgang van Sirius. Vgl. Jürgen Malitz: Die Kalenderreform Caesars. Ein Beitrag zur Geschichte seiner Spätzeit; in: Ancient Society 18 (1987), p. 103-131
rel=nofollow