Hoofd

WikiWoordenboek

Doorverwijzing Hoofd kan verwijzen naar:

• Hoofd (anatomie) (bij dieren ook kop), het bovenste deel van het lichaam.

• Verstand
• Inzicht

• Het hoogste, bovenste of voorste deel van iets (bijvoorbeeld : aan het hoofd staan.).
• Manager of leidinggevende.

• Ook : staatshoofd, subhoofd, opperhoofd, onderhoofd, clusterhoofd, schoolhoofd, afdelinghoofd, groepshoofd, klassehoofd, sectorhoofd.

• Hoofdje, een bloeiwijze.
• (Per) hoofd van de bevolking, zie : per capita (ook : hoofdelijk).
• De steiger, aanleg- en losplaats in een haven.

Uitdrukkingen :

• "Het hoofd schudden" : Bezorgdheid uiten.
• "Het hoofd bieden" : Zich verzetten tegen, weerstand bieden.
• "Het hoofd hoog dragen" : Trots zijn.
• "Iemands hoofd eisen" : Zijn aftreden, uittreden, val eisen.
• "Het hoofd laten hangen" : Moedeloos, neerslachtig zijn.
• "Het hoofd opbeuren" : Moed vatten.
• "Het hoofd opsteken" : (Weer) in verzet komen van een onderdrukte partij. / Beginnen voor te komen, beginnen zich te openbaren.
• "Het hoofd stoten" : Niet slagen in een pogen.
• "Het hoofd / het hoofdje tonen" : Koppig zijn.
• "Het hoofd verliezen" : Radeloos worden.
• "De hoofden bij elkaar steken" : Samen beraadslagen.
• "Het hoofd niet bij het werk hebben" : Bij het werken aan andere dingen denken, onattent zijn.
• "Het hoofd boven water houden" : Zich weten te handhaven (bijvoorbeeld als zakenman).
• "Het hoofd in de wolken" : Het blind zijn voor de (bittere, harde) werkelijkheid.
• "Een hard / zwaar hoofd in iets hebben" : Een zaak donker inzien.
• "Het hoofd in de schoot leggen" : In iets berusten, zich overgeven.
• "Zijn hoofd op het blok leggen" : Een groot risico nemen, wedden.
• "Zijn hoofd over / met iets breken" : Zich afmatten, ernstig peinzen, piekeren om de oplossing van iets te vinden.
• "Aan het hoofd staan" : De leiding hebben.
• "Heel wat aan het hoofd hebben" : Veel beslommeringen hebben, de zorg voor veel zaken hebben.
• "Niet goed bij het hoofd" : Heel dwaas, min-of-meer krankzinnig.
• "Iemand boven het hoofd groeien" : Langer worden dan iemand. / De baas, de meerdere worden van iemand. / Iemand te machtig worden.
• "Er hangt ons iets boven het hoofd" : Er staat ons iets te wachten, er dreigt gevaar.
• "Dat is mij door het hoofd gegaan" : Dat heb ik verzuimd te doen, dat ben ik vergeten.
• "Door het hoofd schieten" : Verzuimen te doen. / Plotseling in gedachten opkomen.
• "Iets in het hoofd halen" : Iets in het hoofd halen, tot iets komen.
• "Met het hoofd in de nek" : Aanmatigend trots.
• "Met opgeheven hoofd" : Fier.
• "Naar het hoofd gooien" : (Bitter) verwijten.
• "Naar het hoofd stijgen" : Een ongunstige invloed uitoefenen (van drank gezegd). / Verwaand maken.
• "Vurige kolen op iemands hoofd stapelen" : Iemand met liefde behandelen.
• "Over de hoofden heen praten" : Onbegrijpelijk, te moeilijk voor de luisteraars.
• "Over iemands hoofd heen (ook) afwezigen toespreken" : Niet zozeer de toegesprokene als wel de afwezigen toespreken.
• "Iemand / iets over het hoofd zien" : Op iemand of iets geen acht slaan.
• "Uit het hoofd kennen, leren, opzeggen, spelen" : Van buiten.
• "Iemand iets uit het hoofd praten" : Een gedachte, een plan doen opgeven.
• "Iemand voor het hoofd stoten" : Kwetsend behandelen.
• "Hij heeft een goed / helder hoofd" : Verstandig.
• "Zijn eigen hoofd volgen" : Inzicht.
• "Zoveel hoofden, zoveel zinnen" : Zoveel mensen, zoveel zienswijzen.
• "Hoofdaanlegger" : De belangrijkste berader van het/een kwaad.
• "Hoofdeind(e)" : Deel van het bed waar het hoofd ligt.
• "Hoofdgedachte" : Leidende gedachte.
• "Hoofdmoot" : Belangrijkste deel.
• "Hoofddoel" : Het voornaamste doelwit.
• "Hoofdzaak" : Het belangrijkste, gewichtigste (ook : hoofdzakelijk : vooral).
• "Hoofdarbeider" : Iemand die met het hoofd werkt (denkwerk), niet van handenarbeid leeft.
• "Hoofdbreken" : Het ingespannen nadenken.
• "Hoofdlijnen, hoofdtrekken" : Voornaamste trekken.

Zie ook

• Personen / beroepen :

• Hoofdagent, een rang tussen die van agent en brigadier (ook : hoofdagentschap, ook : hoofdvertegenwoordiger : voornaamste vertegenwoordiger van een bedrijf).
• Hoofdambtenaar (verouderd, referendaris), de ambtenaar die aan het hoofd van een afdeling staat, inzake ministeries (ook : (hoofd)commissaris van politie).

• Hoofdcommies (verouderd), ambtenaar, in rang onder de referendaris.

• Hoofddocent, (hoofdleraar, hoofdonderwijzer), rang / benaming voor een docent die aan het hoofd staat (ook : hoofdenkamer).
• Hoofdfiguur (hoofdpersoon), de voornaamste personage in een roman of op een schilderij (ook : hoofdrol).
• Hoofdingeland, door de ingelanden gekozen bestuurslid van een waterschap.
• Hoofdingenieur, eerste ingenieur, boven andere ingenieurs staand.
• Hoofdman, aanvoerder (ook historisch : deken van een gilde / hopman / centurio).
• Hoofdvrouw, de echtgenote met de hoofdpositie in de Chinese maatschappij (ook : bijvrouw, concubine, hoofdleidster).
• Hoofdofficier (doorverwijzing).
• Hoofdredacteur, de voornaamste van de redacteuren (ook : hoofdredactie).
• Hoofdschuldenaar, de voornaamste schuldenaar (juridisch).
• Hoofdverpleegkundige, hoofdverpleger, -verpleegster, -zuster.

• Bedrijven / instellingen :

• Hoofdbedrijfschap, een orgaan van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (samenvatting van een groep bedrijfschappen, ook : hoofdgroep).
• Hoofdbestuur, het centrale bestuur van een bond.
• Hoofdkerk, de benaming voor een kathedraal (in het algemeen ook : de voornaamste kerk van de plaats / van een streek).
• Hoofdkwartier, inzake oorlog of manoeuvres, het kwartier of verblijf van de legeraanvoerder en staf.

• Hoofdwacht, de voornaamste militaire wacht in een stadskwartier of van het garnizoen.

• Hoofdstembureau, het stembureau dat de uitkomsten van alle stemdistricten van een kieskring berekent en bekend maakt.
• Hoofdkantoor (hoofdzetel), eerste of voornaamste kantoor.

• Zaken / objecten / begrippen :

• Hoofdaccent, de belangrijkste nadruk.
• Hoofdakte, het diploma dat bevoegdheid geeft aan het hoofd van een lagere school te staan.
• Hoofdaltaar, het voornaamste altaar in een r.k. kerk.
• Hoofdartikel (doorverwijzing).
• Hoofdbewerking (rekenen) : optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
• Hoofdrekenen, het rekenen uit het hoofd.
• Hoofddeksel, een hoed, pet enz.
• Hoofddeugd, inzake het geloven : de voornaamste deugd.

• Ook : hoofdzonde, zware zonde, de oorzaak van vele andere zonden.

• Hoofddoek, om het hoofd geslagen doek.
• Hoofdelijkheid (juridisch), solidariteit.
• Hoofdig(heid), eigenzinnig, stijfhoofdig, koppig(heid).
• Hoofdfilm, de voornaamste film van het programma (ook : voorfilm).
• Hoofdhaar, het haar op het hoofd.

• Hoofdluis (Pediculus humanus capitis), een luis in het hoofdhaar van mensen.
• Hoofdzeer (Tinea capitis), een schimmelziekte op het behaarde hoofd.

• Hoofdkaas, geperst fijngehakt vlees (van de kop van een varken).
• Hoofdkleur, ieder van de zeven kleuren van de regenboog (ook : een overheersende kleur).
• Hoofdkraan, de grote kraan die de hoofdleiding afsluit bij gas- en waterleiding (ook : hoofdleiding).
• Hoofdkussen, een kussen waarop het hoofd rust.
• Hoofdkwaal : het grootste tekort of ernstigste ziekte.
• Hoofdpijn, pijn in het hoofd.
• Hoofdletter, een kapitale beginletter.
• Hoofdplaats, hoofdstad, voornaamste plaats, plaats waar regering zetelt (ook : hoofdstedelijk).
• Hoofdplaneet, een planeet die zich onmiddelijk om de zon begeeft (ook : bijplaneet).
• Hoofdregel, het voornaamste voorschrift.
• Hoofdrivier, de belangrijkste rivier van een land of rivierenstelsel.
• Hoofdschakelaar, een schakelaar voor een heel elektrisch net.
• Hoofdschedelplaats (Hoofdscheelplaats, Golgotha, Calvarieberg), waar Jezus gekruisigd werd.
• Hoofdschotel, het voornaamste van een gerecht (ook : het voornaamste van een voorstelling, voordracht enz.).
• Hoofdsom (doorverwijzing).
• Hoofdsteun, een (al-of-niet) verstelbaar kussen of stut voor het hoofd in een trein of auto.
• Hoofdstuk, een afdeling in een geschrift, in een boek (ook : episode).
• Hoofdtelefoon (koptelefoon), een éénpersoons luisterapparaat voor het luisteren naar radio enz.
• Hoofdtijdvak, een belangrijke periode.
• Hoofdtoon (doorverwijzing).
• Hoofdvak, het voornaamste vak van studie of examen.
• Hoofdverkeersweg, hoofdweg, voorrangsweg.
• Hoofdwapen, het voornaamste onderdeel van het leger.
• Hoofdwerk (doorverwijzing).

Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Hoofd. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Hoofd en verwijzingen naar de betreffende artikelen. Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Hoofd, waarvan de titel Hoofd bevat of waarvan de titel of inhoud de term Hoofd bevat.