Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hoofd

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
WikiWoordenboek
WikiWoordenboek
Zoek hoofd
Doorverwijzing
Doorverwijzing
Hoofd kan verwijzen naar:
  • Het hoogste, bovenste of voorste deel van iets (bijvoorbeeld : aan het hoofd staan.).
  • Manager of leidinggevende.

Uitdrukkingen :

  • "Het hoofd schudden" : Bezorgdheid uiten.
  • "Het hoofd bieden" : Zich verzetten tegen, weerstand bieden.
  • "Het hoofd hoog dragen" : Trots zijn.
  • "Iemands hoofd eisen" : Zijn aftreden, uittreden, val eisen.
  • "Het hoofd laten hangen" : Moedeloos, neerslachtig zijn.
  • "Het hoofd opbeuren" : Moed vatten.
  • "Het hoofd opsteken" : (Weer) in verzet komen van een onderdrukte partij. / Beginnen voor te komen, beginnen zich te openbaren.
  • "Het hoofd stoten" : Niet slagen in een pogen.
  • "Het hoofd / het hoofdje tonen" : Koppig zijn.
  • "Het hoofd verliezen" : Radeloos worden.
  • "De hoofden bij elkaar steken" : Samen beraadslagen.
  • "Het hoofd niet bij het werk hebben" : Bij het werken aan andere dingen denken, onattent zijn.
  • "Het hoofd boven water houden" : Zich weten te handhaven (bijvoorbeeld als zakenman).
  • "Het hoofd in de wolken" : Het blind zijn voor de (bittere, harde) werkelijkheid.
  • "Een hard / zwaar hoofd in iets hebben" : Een zaak donker inzien.
  • "Het hoofd in de schoot leggen" : In iets berusten, zich overgeven.
  • "Zijn hoofd op het blok leggen" : Een groot risico nemen, wedden.
  • "Zijn hoofd over / met iets breken" : Zich afmatten, ernstig peinzen, piekeren om de oplossing van iets te vinden.
  • "Aan het hoofd staan" : De leiding hebben.
  • "Heel wat aan het hoofd hebben" : Veel beslommeringen hebben, de zorg voor veel zaken hebben.
  • "Niet goed bij het hoofd" : Heel dwaas, min-of-meer krankzinnig.
  • "Iemand boven het hoofd groeien" : Langer worden dan iemand. / De baas, de meerdere worden van iemand. / Iemand te machtig worden.
  • "Er hangt ons iets boven het hoofd" : Er staat ons iets te wachten, er dreigt gevaar.
  • "Dat is mij door het hoofd gegaan" : Dat heb ik verzuimd te doen, dat ben ik vergeten.
  • "Door het hoofd schieten" : Verzuimen te doen. / Plotseling in gedachten opkomen.
  • "Iets in het hoofd halen" : Iets in het hoofd halen, tot iets komen.
  • "Met het hoofd in de nek" : Aanmatigend trots.
  • "Met opgeheven hoofd" : Fier.
  • "Naar het hoofd gooien" : (Bitter) verwijten.
  • "Naar het hoofd stijgen" : Een ongunstige invloed uitoefenen (van drank gezegd). / Verwaand maken.
  • "Vurige kolen op iemands hoofd stapelen" : Iemand met liefde behandelen.
  • "Over de hoofden heen praten" : Onbegrijpelijk, te moeilijk voor de luisteraars.
  • "Over iemands hoofd heen (ook) afwezigen toespreken" : Niet zozeer de toegesprokene als wel de afwezigen toespreken.
  • "Iemand / iets over het hoofd zien" : Op iemand of iets geen acht slaan.
  • "Uit het hoofd kennen, leren, opzeggen, spelen" : Van buiten.
  • "Iemand iets uit het hoofd praten" : Een gedachte, een plan doen opgeven.
  • "Iemand voor het hoofd stoten" : Kwetsend behandelen.
  • "Hij heeft een goed / helder hoofd" : Verstandig.
  • "Zijn eigen hoofd volgen" : Inzicht.
  • "Zoveel hoofden, zoveel zinnen" : Zoveel mensen, zoveel zienswijzen.
  • "Hoofdaanlegger" : De belangrijkste berader van het/een kwaad.
  • "Hoofdeind(e)" : Deel van het bed waar het hoofd ligt.
  • "Hoofdgedachte" : Leidende gedachte.
  • "Hoofdmoot" : Belangrijkste deel.
  • "Hoofddoel" : Het voornaamste doelwit.
  • "Hoofdzaak" : Het belangrijkste, gewichtigste (ook : hoofdzakelijk : vooral).
  • "Hoofdarbeider" : Iemand die met het hoofd werkt (denkwerk), niet van handenarbeid leeft.
  • "Hoofdbreken" : Het ingespannen nadenken.
  • "Hoofdlijnen, hoofdtrekken" : Voornaamste trekken.

Zie ook

  • Hoofdcommies (verouderd), ambtenaar, in rang onder de referendaris.


rel=nofollow