Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lijst van valse vrienden

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 11 mrt 2017 om 11:31 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Lijst_van_valse_vrienden&diff=cur&oldid=42697739 8 dec 2014 ‎)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm of klank op een woord uit een andere taal lijken maar niet dezelfde betekenis hebben.

Dit kan zodanig zijn dat er bij de taalgebruiker verwarring ontstaat. Die verwarring uit zich in versprekingen, in vertaalfouten of in verkeerd begrijpen. Ze kan ook bewust gebruikt worden om een humoristisch effect te verkrijgen, bijvoorbeeld met meertalige woordspelingen.

Hieronder een lijst van valse vrienden.

Nederlands en andere talen

Afrikaans

aardig en parmantig
hebben beide een negatieve betekenis.
amper
niet "nauwelijks" maar "bijna".
applikasie
niet alleen "applicatie" maar ook "sollicitatie" (anglicisme).
bediener
kan ook "server" betekenen.
bees
niet "beest" maar "koe".
biljoen
niet "biljoen" maar "miljard" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
bloeiend
zowel bloeiend als bloedend.
bloot
niet "naakt" maar "slechts".
braai
niet "braden" maar "barbecueën". Verwant hieraan is braaivleis (niet "braadvlees" maar "barbecuevlees").
dadelik
niet "straks" maar "onmiddellijk" (deze betekenis wordt soms ook in het Nederlands gebruikt).
dam
niet de "dam" van een stuwmeer maar het meer zelf.
die
niet "die" maar "de" of "het".
dit
niet "dit" maar "het" (persoonlijk voornaamwoord, 3e persoon enkelvoud, onzijdig).
eland
niet eland (Alces alces) maar elandantilope (Taurotragus oryx).
fok
niet de stam van "fokken" maar een scheldwoord (van het Engelse fuck) of "neuken".
fokken
niet het werkwoord "fokken" maar een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord "fucking".
hoof
niet alleen "hoofd" (van een mens of een paard) maar ook "kop" (andere dieren).
klaarkom
niet "klaarkomen" maar "goed met iemand op kunnen schieten".
kombuis
de "keuken", niet alleen op een schip maar ook in huis of een restaurant (letterlijk en figuurlijk).
kop
niet alleen hoofd van een dier maar ook van een mens (niet informeel).
kophou
niet "zijn kop houden", "zwijgen" maar "kalm blijven", "zich niet van de wijs laten brengen", "zijn kop erbij houden".
lemoen
niet "limoen" maar "sinaasappel".
lokasie
niet "locatie" maar een type woongebied. Tegenwoordig wordt hiervoor, ook in het Afrikaans, het Engelse woord township gebruikt.
na
niet "na" maar "naar" (ná is na).
naai
zelden "naald en draad hanteren", meestal "neuken".
net
niet "zojuist" maar "slechts".
neuk
niet "geslachtsgemeenschap hebben" maar
ek gaan jou neukik ga je een klap verkopen
hou op om met die stoel te neuk en eet jou koshou op met klieren met die stoel en eet je bord leeg
jy neuk al weer stroomop, knapieje gaat al weer de verkeerde kant op, joh
rekenaar
niet iemand die iets uitrekent maar "computer".
se
niet alleen "zijn" maar ook "haar", zoals in Sarie se boek
seekoei
niet "zeekoe" maar "nijlpaard".
skarminkel
niet "mager mens of dier" maar "onbetrouwbaar, onguur persoon".
triljoen
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
verskoon
niet "verschonen" als in "reinigen" maar als in "excuseren".
vinnig
niet "vinnig" maar "snel".
visarend
niet "visarend" (Pandion haliaetus) maar "Afrikaanse zeearend" (Haliaeetus vocifer).
vertaler
niet alleen "vertaler" (beroep) maar ook "compiler" (informatica).
wat
kan ook die of dat betekenen: ek sien 'n man, wat daar loopik zie een man die daar loopt.

Albanees

dyzet
niet "duizend" maar "veertig".
jo
niet "ja" maar "nee".
mokër
niet "mokerhamer" maar "molensteen".
pjepër
niet "peper" maar "meloen".

Arabisch

rabbi
niet een "rabbi" maar "mijn Heer" (doorgaans God).

Armeens

bad
niet "bad" maar "eend".
kat
niet "kat" maar "melk".

Deens

advisere
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden", "op de hoogte brengen".
agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
andagt
niet "aandacht" maar "devotie", "toewijding", "gebed".
anmodning
niet "aanmoediging"maar "verzoek".
ansvar
niet "antwoord" maar "verantwoordelijkheid".
artig
niet "aardig" maar "welopgevoed".
bedrag
niet "bedrag" maar "bedrog".
bekvem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
belemre
niet "belemmeren, versperren" maar "opzadelen, opschepen" (met iets), "lastig vallen".
biograf
niet "biograaf" maar "bioscoop".
blaffer
niet "blaffer" maar "lifter".
Bestand:Blinde vinkler.JPG
Pas op voor blinde vinken
blinde vinkler
niet "blinde vinken" maar "dode hoek" (bij [vracht]auto).
blomme
niet "bloem" maar "pruim".
blusse
niet "blussen' maar "vlammen".
bom
niet "bom" maar "slagboom" of "mast".
bonbon
niet "bonbon" maar "zuurtje".
bord
niet "bord" maar "tafel".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
bær
niet "beer" maar "bes".
drop
niet "drop" maar infuus".
drops
niet "dropje(s)" maar "snoepje".
dråbe
niet "drop(je)" maar "druppel".
duve
niet "duwen" maar "deinen", "golven".
dåse
niet "doos" maar "blikje".
enkel
niet "enkel" maar "simpel", "eenvoudig", "gemakkelijk".
fare
niet "varen" maar "racen", "jagen", "stormen".
flink
niet "flink" maar "aardig".
flok
niet "vlok" maar "kudde", "groep".
flom
niet "fluim" maar "vloed".
flæsk
niet "vlees" maar "varkensvlees".
foreslå
niet "verslaan" maar "een voorstel doen".
forfatter
niet "voorvader" maar "auteur".
forgive
niet "vergeven" maar "vergiftigen".
forklejne
niet "verkleinen" maar "kleineren".
forlis
niet "verlies" maar "schipbreuk".
forsage
niet "verzaken" of "voorzeggen" maar "opgeven".
forslag
niet "verslag" maar "voorstel".
forslå
niet "verslaan" maar "verdrijven", "genoeg zijn".
fortræd
niet "verdriet" maar "kwaad" (gøre nogen fortræd: iemand kwaad doen).
fægte
niet "vechten" maar "schermen", "gebaren".
fødsel
niet "voedsel" maar "geboorte".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
gemak
niet "gemak" maar "vertrek", "ruimte".
gispe
niet "gispen" maar "snakken".
gul
niet "gul" maar "geel".
gulv
niet "golf" maar "vloer".
gæld
niet "geld" maar "schuld".
held
niet "held" maar "succes" of "geluk".
jas
niet "jas" maar "gabber", "maatje".
jokke
niet "jokken" maar "sjokken".
kapsel
niet "kapsel" maar "dopje", "capsule".
kere
niet "keren" maar "zich bekommeren".
kikkert
niet "kikker" maar "verrekijker".
kind
niet "kin" (uitgesproken als "kin") maar "wang".
klabautermand
niet "kabouterman" maar "spook".
klarlægge
niet "klaarleggen" maar "uitleggen".
klaver
niet "klaver" maar "piano" ("klavier").
klodsmajor
niet "kletsmajoor" maar "klungel" of "sukkel".
kludder
niet "klodder" maar "rommel", "gedoe".
knap
niet "knap" maar "krap", "nauwelijks", "beknopt".
kolonialhandel
niet "koloniale handel" maar "kruidenier".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
kreatur
niet "creatuur" maar "stuk vee".
kruse
niet "kruisen" maar "krullen".
kvaj
niet "kwaad" maar "deugniet".
lærling
niet "leerling" maar "leerjongen".
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
nådig
niet "nodig" maar "genadig".
opdage
niet "opdagen" maar "ontdekken".
oplysning
niet "oplossing" maar "verlichting" of "inlichting".
padde
niet "pad" maar "amfibie".
pandelap
niet "pannenlap" maar "voorhoofdskwab".
paprika
niet "paprika" maar "paprikapoeder".
pose
niet "pose" maar "tasje" of "zakje".
prop
niet "prop" maar "kurk".
pukkel
niet "pukkel" maar "bochel".
rar
niet "raar" maar "aardig", "mooi".
rum
niet "rum" maar "ruimte".
rummelig
niet "rommelig" maar "ruimtelijk".
rumpe
niet "romp" maar "billen, achterwerk".
rædsel
niet "raadsel" maar "afschuw", "paniek".
seværdig
niet "zeewaardig" maar "bezienswaardig".
sjofel
niet "sjofel" maar "obsceen", "schunnig".
skele
niet "schelen" maar "scheelzien".
skoleinspektør
niet "schoolinspecteur" maar "schoolhoofd".
skubbe
niet "schoppen" maar "duwen".
skære
niet "scheren" maar "snijden".
skøn
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
sluttid
niet "sluitingstijd" maar "eindtijd".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
snakke
niet "snakken (naar)" maar "praten".
snyde
niet "snijden" maar "snuiten" of "oplichten".
sorg
niet "zorg" (verzorging) maar "verdriet".
sort
niet "soort" maar "zwart".
sprog
niet "spraak" maar "taal".
stovt
niet "stout" (ondeugend) maar "dapper", "stoutmoedig".
straks
niet "zo dadelijk" maar "onmiddellijk".
strejke
niet "strijken" maar "staken".
strikke
niet "strikken" maar "breien".
strop
niet "strop" maar "lusje, riempje".
styg
niet "stug" maar "lelijk".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegl
niet "tegel" maar "baksteen" of "dakpan"
trods
niet "trots" maar "koppig".
tændstikker
niet "tandenstoker" maar "lucifer" (letterlijk: aansteekstokje).
udflugt
niet "uitvlucht" maar "uitstapje".
ur
niet "uur" maar "horloge" of "klok".
uvejr
niet "onweer" maar "slecht weer".
vaffel
niet "waffel" maar "(ijs)wafel" of "hoorntje"
vaje
niet "waaien" maar "wapperen".
vange
niet "wang" maar "zijstuk", "stijl" (van ladder of van carrosserie).
vilkår
niet "willekeur" maar "voorwaarde", "omstandigheden".
vink
niet "vink" maar "wenk".
vinkel
niet "winkel" maar "hoek".
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".
vrøvl
niet "wrevel" maar "flauwekul", "onzin" of "gelazer", "gedonder".
åbenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, klaarblijkelijk, onmiskenbaar".

Duits

abkommen
niet "afkomen" maar "overeenkomen" of "afdwalen".
absichtlich
niet "afzichtelijk" maar "opzettelijk".
allemal
niet "allemaal" maar "zeker", "in ieder geval" (informeel).
Altertum
niet "ouderdom" maar "oudheid"
Andacht
niet "aandacht" maar "devotie, vroomheid, gebed".
Anhalter
niet "aanhouder" (de aanhouder wint) maar "lifter".
ansitzen
niet "aanzitten" maar "vastzitten (aan)" of "op de uitkijk zitten" (voor een prooi).
artig
niet "aardig" maar "goed gedragen", "braaf", "gehoorzaam".
aufheben
niet alleen "opheffen" maar ook "optillen" en "bewaren".
aufrecht
niet "oprecht" maar "rechtop".
aufschießen
niet "haastmaken" maar "opschieten van touw”, "openschieten".
augenblicklich
kan naast "ogenblikkelijk" ook "momenteel" betekenen.
ausbilden
niet "uitbeelden" maar "onderwijzen" of "trainen".
Auseinandersetzung
niet alleen "uiteenzetting", ook "ruzie".
Ausreise
niet alleen "uitreis" maar vooral voor 1990 het "verlaten van de DDR".
(sich) ausleihen
niet "uitlenen" maar "huren".
Ausfahrt
niet "uitvaart" maar "afrit" (van een weg).
Ausschuss
niet "uitschot" maar "comité, vergadering".
ausweiden
niet "uitweiden" maar "van ingewanden ontdoen".
B (muzieknoot)
niet "B" maar "Bes".
Bedarf
niet "bederf" maar "behoefte, schaarste".
Beere
niet "beer" maar "bes (vrucht)".
befindlich
niet "bevindelijk" maar "zich bevindend".
bekommen
(noordelijk Nederlands) niet "bekomen" maar "verkrijgen".
bellen
niet "bellen" maar "blaffen".
bequem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
sich bequemen
niet "zich bekwamen" maar "zich verwaardigen", "zich voegen".
Bergente
niet "bergeend" maar "toppereend".
beschildern
niet "beschilderen" maar "bewegwijzeren".
bestehen
meestal niet "bestaan" maar "doorstaan" (van een examen e.d.) of "staan [op]".
Beule
niet alleen "buil" of "bult" maar ook "deuk" (bij auto's en dergelijke).
bezeichnen
niet "betekenen" maar "aanduiden", "kenmerken".
bissig
niet "bezig" maar "bijterig".
blöd
niet "bloot" maar "stom" (dom).
Bonbon
niet "bonbon" maar "zuurtje".
borstig
niet "-borstig" maar "grof", "stekelig" of "borstelig"
Botschaft
niet alleen "boodschap" maar ook "ambassade".
Brandgans
niet "brandgans" maar "bergeend".
Brombeere
niet "brombeer" maar "braam".
Brut
niet "bruut" maar "broedsel", "gebroed".
brutal
niet "brutaal" maar "gewelddadig", "agressief".
Dachboden
niet "dakbodem" maar "zolder".
deftig
niet "deftig" maar "voedzaam", "stevig".
dementieren
niet "verkindsen" maar "ontkennen".
doof
niet "doof" maar "stom".
Dose
niet "doos" maar "blikje".
Drops
niet "dropjes" maar "zuurtje".
Dutzend
niet "duizend" maar "dozijn".
dürfen
niet "durven" maar "mogen", "kunnen".
Egel
niet "egel" maar "bloedzuiger".
einladen
niet "inladen" maar "uitnodigen".
einstellen
niet "instellen" maar "opheffen".
Enkel
niet "enkel" (gewricht of eenmalig) maar "kleinkind".
ergeben
niet "vergeven" maar "resulteren".
ergreifen
niet "vergrijpen" maar "aangrijpen" of "arresteren".
erkennen
niet "erkennen" maar "herkennen".
erlangen
niet "verlangen" maar "verkrijgen", "verwerven".
Ermittlung
niet "bemiddeling" maar "opsporing".
erweitern
niet "verwijderen" maar "uitbreiden".
fahren
meestal niet "varen" maar "rijden".
falsch
vaak niet "vals" maar "verkeerd".
faul
niet "vuil" maar "lui", "bedorven".
fechten
niet "vechten" maar "schermen".
fehlen
niet "falen" maar "ontbreken" of "mankeren".
Feierabend
niet "feestavond" maar "einde van de werktijd", "vrije tijd".
Fernseher
niet "verrekijker" maar "televisie".
Flieder
niet "vlier" maar "gewone sering".
Flur
niet "vloer" maar "hal" of "gang".
Gasthaus
niet "gasthuis" maar "herberg".
Gebäck
niet "gebak" maar "koekjes".
gehen
meestal niet "gaan" maar "lopen", vergelijk laufen. Kan niet altijd gebruikt worden om de toekomende tijd uit te drukken.
geistig
niet "geestig" maar "geestelijk".
gekocht
niet "gekocht" maar "gekookt".
Gemeindehaus
meestal niet "gemeentehuis" (deze betekenis komt vooral in de Alpen voor), maar "kerkelijk centrum".
Gerüst
niet "gerust" maar "bouwsteiger".
gesellig
meestal niet "gezellig" maar "sociaal", "in kudden levend".
Gesellschaft
niet "gezelschap" maar "maatschappij" (zowel bedrijf als samenleving).
geschickt
doorgaans niet "geschikt" maar "handig".
Geschmack
niet "gesmak" maar "smaak".
Glatteis
niet "glad ijs" maar "ijzellaag".
gleich
meestal niet "gelijk" maar "straks".
Gottesdienst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst".
grau
niet "grauw" maar "grijs".
gruselig
niet "groezelig" maar "griezelig".
Hahn
niet alleen "haan" maar ook "kraan".
handhaben
niet "handhaven" maar "hanteren".
hantieren
niet "hanteren" maar "bezig zijn".
hässlich
niet "hatelijk" maar "lelijk".
hat
niet "had" maar "heeft".
Hecke
niet "hek" maar "haag", "heg".
Heer
niet "heer" maar "leger", "strijdkrachten" (in het bijzonder "landmacht").
herstellen
meestal niet "herstellen" maar "vervaardigen", "tot stand brengen".
Hobel
niet "hobbel" maar "schaaf".
Jungfrau
niet "jonkvrouw" maar "maagd".
Kachel
niet "kachel" maar "tegel".
Kampf
niet "kamp" maar "strijd".
klar
niet "klaar, gereed" of "af" maar "helder, duidelijk".
klarkommen
niet "klaarkomen" maar "goed met iemand kunnen opschieten".
Kleinkind
niet "kleinkind" maar "kleuter".
klettern
niet "kletteren" maar "klimmen, klauteren".
klug
niet "kloek" maar "slim".
knapp
niet "knap" maar "krap", "weinig", "nauwelijks".
komisch
niet "komisch" maar "merkwaardig".
kreisen
niet "krijsen" maar "ronddraaien"" of "circuleren".
Kreuz
in de fysische betekenis niet "kruis" maar "rug"
Kreuzungsweiche
niet "kruiswissel" maar "Engels wissel".
Krug
niet "kroeg" maar "kruik".
Kuchen
niet "koek(jes)" maar "gebak".
kündigen
niet "aankondigen" maar "opzeggen" (bijvoorbeeld van een abonnement, of een baan).
Lärm
meestal niet "alarm" maar "lawaai".
lassen
niet "lassen" maar "laten".
Laster
niet "laster" maar "ondeugd" of "vrachtwagen".
laufen
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) meestal niet "lopen" (stappen) maar "hardlopen" (rennen), vergelijk gehen.
lehnen
niet "lenen" maar "leunen".
lehren
niet "lesnemen" maar "lesgeven".
lernen
niet "lesgeven" maar "lesnemen".
lieb
niet alleen "lief", ook formeel ("beste")
liegen
niet "liegen" maar "liggen".
Löwenzahn
niet alleen de tand van een leeuw of het plantengeslacht "leeuwentand", maar ook "paardenbloem".
Lust
vaak niet "(wel)lust" maar "plezier" of "zin".
Magd
niet "maagd" maar (dienst)meid.
malen
niet "malen" maar "schilderen".
manche
niet "menige" maar "sommige".
Meer
niet "meer" maar "zee".
Menge
niet "mengsel" maar "massa", "hoeveelheid".
Mist
niet "mist" maar "mest".
mögen
niet "mogen" in de zin van "toestemming hebben" maar alleen "graag hebben".
Mond
niet "mond" of "maand" maar "maan".
müssen
niet "moeten" in het algemeen, alleen in de betekenis van noodzaak.
nachweisen
meestal niet "nawijzen" maar "aantonen".
necken
niet "nekken" maar "plagen".
nett
niet "net" maar "aardig", "leuk".
niedrig
niet "nederig" maar "laag(hartig)".
Notwehr
niet noodweer in de zin van "slecht weer" maar alleen "zelfverdediging".
Nougat
niet "nougat" maar "noisette".
Nutte
niet "noten" maar "prostituee".
Oberst
niet "overste (luitenant-kolonel)" maar "kolonel".
offenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, blijkbaar".
Pappe
geen "pap" maar "karton".
passieren
niet "passeren" maar "gebeuren".
pfeifen
niet "pijpen" (op een fluit spelen) maar "fluiten" (met de mond of een signaalfluitje).
Pflaume
niet "pluim" maar "pruim" of "sukkel".
Pilz
niet "pils" maar "zwam".
pleite
niet "weg, verdwenen" maar "blut, bankroet".
popeln
niet "popelen" maar "neuspeuteren".
Postbus
niet de brievenbus maar het vervoermiddel.
Rampe
niet "ramp, catastrofe" maar "helling".
Recherche
niet "recherche" (politie) maar "opzoeking", "nasporing".
reiten
niet "rijden" (op wielen) maar "paardrijden".
Renner
niet "(wiel)renner" maar "goed verkopend artikel"
Rente
niet alleen "rente" maar ook "pensioen".
Rentier
niet "rendier" maar "rentenier".
Reue
niet "rouw" maar "berouw".
ringen
niet "ringen" maar "wringen".
rodeln
niet alleen "rodelen", maar ook "sleeën"
ruchlos
niet "roekeloos" of "reukloos" maar "snood", "gewetenloos".
Ruf
niet alleen "roep", "beroeping" of "reputatie", ook "telefoonnummer".
rüstig
niet "rustig" maar "kranig", "energiek".
satt
niet "zat" in de betekenis van "dronken" maar "vol" (van eten).
sauber
niet "zuiver" maar "rein".
schade
niet "schade" maar "jammer", "helaas".
schattig
niet "schattig" maar "schaduwrijk".
schaufeln
niet "schuifelen" maar "scheppen" of "graven".
Schicht
niet "schicht" maar "werktijd", "ploeg".
Schießstand
niet "schietstand" maar "schietbaan".
Schild
vaak niet "schild" maar "bord" (naambord, wegwijzer enz.)
schildern
niet "schilderen" in de letterlijke betekenis maar alleen in de figuurlijke (beschrijven, vertellen).
Schlager
niet "slager" maar "hit".
Schlägerei
niet "slagerij" maar "vechtpartij".
schlimm
niet "slim" maar "erg".
schmierig
niet "smerig" maar "vettig".
schnacken
niet "snakken" maar "babbelen".
schnupfen
niet "snoepen" maar "snuiven", "snotteren".
schön
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
schwärmen
niet alleen "zwermen" maar ook "dwepen".
schweißen
niet "zweten" maar "lassen".
schwul
niet "zwoel" maar "homoseksueel".
See
der See = het meer (der Genfer See = het meer van Genève).
die See = de zee (die Nordsee = de Noordzee).
Segel
niet "zegel" maar "zeil".
Seil
niet "zeil" maar "touw".
seltsam
niet "zeldzaam" maar "vreemd", "eigenaardig".
sicher
niet alleen "zeker" maar ook "veilig".
sollen
vaak niet "zullen" maar "moeten" (dwang of verplichting).
Sonnabend
niet "zondagavond" maar "zaterdag".
spinnen
meestal niet "spinnen" maar "gek zijn".
Sprache
niet alleen "spraak" maar ook "taal".
Springseil, Sprungseil
niet "springzeil" maar "springtouw".
Sprossen
niet "spruitjes" maar "kiemgroenten" zoals "tauge".
steigern
niet "steigeren" maar "doen stijgen".
Stockbrot
niet het Franse "stokbrood" maar alleen het aan een stokje boven een kampvuur gebakken brood.
stracks
niet "straks" maar "onmiddellijk".
straffen
niet "straffen" maar "strak spannen".
stramm
niet "stram", "stijf" maar "stevig", "kloek".
Streit
niet "strijd" maar "ruzie".
stur
niet "stoer" maar "eigenzinnig".
Stute
niet "stoet" maar "merrie".
Tafel
niet "tafel" maar "tabel", "tablet", "schoolbord" of "reep" (Schokolade).
Tanne, Tannenbaum
niet "den, dennenboom" (Pinus) maar "zilverspar". Zie ook: O dennenboom.
Tapete
niet "tapijt" maar "behang".
Tasse
(noordelijk Nederlands) niet "tas" maar "kopje".
Taugenichts
niet "deugniet" ("bengel", "kwajongen") maar "nietsnut", "onbenul".
Teller
niet "telapparaat" maar "bord" of "schaal".
tief
niet alleen "diep" maar ook "laag".
Tod
alleen zelfstandig naamwoord "dood".
Topf
niet "top" maar "pan" of "pot".
Tor
niet "tor" maar "poort", "doel" (van een voetbalveld), "doelpunt" of "dwaas".
Toter (der Tote)
niet "doder" maar "dode".
trainieren
niet "traineren" maar "trainen".
(sich) trauen
niet "trouwen" maar "durven" (in de betekenis van "de moed hebben om").
trotz
niet "trots" maar "ondanks"
überflüssig
niet "overvloedig" maar "overbodig".
übernehmen
niet "overnemen" maar "aannemen" of "op zich nemen".
Uhr
niet alleen "uur" (in tijdsaanduidingen) maar ook "klok".
Unwetter
niet "onweer" maar "noodweer" (slecht weer).
verbrechen
niet "verbreken" maar "overtreden". Als zelfstandig naamwoord: "misdrijf".
verhängen
niet "verhangen" maar "bedekken met gordijn" of "opleggen (van straf)".
Verlies
niet "verlies" maar "kerker".
verkennen
niet "verkennen" maar "miskennen".
verkraften
niet "verkrachten" maar "verwerken" (psychologisch).
verlinken
niet "verraden" maar "van een internetlink voorzien".
verrückt
niet "verrukt" maar "gek".
versagen
niet "versagen" maar "mislukken" of "ontzeggen".
verschiedene
niet "verscheidene" maar "verschillende".
versprechen
niet "verspreken" maar "beloven".
versprengen
niet "verspringen" maar "uiteenjagen".
verstehen
niet alleen "verstaan" maar ook "begrijpen".
versteckt
niet "verstekt" maar "verborgen".
verstreichen
eerder "uitstrijken" dan "verstrijken".
versuchen
niet "verzoeken" maar "proberen".
vertonen
niet "vertonen" maar "toonzetten".
vertreten
niet "vertreden" of "overtreden" maar "vertegenwoordigen" of "verdedigen". Ook "versperren"
vögeln
niet "vogelen" maar "neuken".
Volkslied
niet in de zin van "nationaal volkslied" maar "oud populair lied".
Vorjahr
niet "voorjaar" maar "het vorige jaar".
vorüber
niet "voorover" maar "voorbij".
wandeln
niet "wandelen" maar "veranderen".
weil
niet "terwijl" maar "omdat".
werden
vaak niet "worden" maar "zullen".
wie
niet "wie" maar "hoe".
Winkel
niet "winkel" maar "hoek" (meetkunde).
wirken
niet "werken" maar "aandoen".
wissen
niet "wissen" maar "weten".
Zaun
niet "tuin" maar "(om)heining", "schutting".
Zeile
niet "zeil" maar "regel".
zerstören
niet "verstoren" maar "verwoesten".
Ziegel
niet "tegel" of "zegel" maar "baksteen".
Ziel
niet "ziel" maar "doel".
Zirkel
niet "cirkel" maar "passer".
Zug
niet "zeug" maar "trein", "teug" of "spelbeurt"

Engels

actual
niet "actueel" maar "echt", "werkelijk".
acorn
niet "eekhoorn" maar "eikel".
adequate
niet "adequaat" (positief) maar "net voldoende" (neutraal tot licht negatief).
administration
niet alleen "administratie" maar ook "regering", "bestuur".
alarm
niet alleen "alarm" maar ook "wekker".
all but
niet "allesbehalve" maar juist "nagenoeg".
amber
niet "amber" maar "barnsteen".
anti-social
niet "antisociaal", eerder "asociaal", ook wel "ongezellig".
argument
niet alleen "argument", ook "ruzie".
Austria
niet "Australië" maar "Oostenrijk".
ass
niet "as" maar "ezel" of "kont" (alleen Amerikaans-Engels).
baked
(van bijvoorbeeld aardappels): niet gebakken maar gepoft.
barracks
niet "barakken" maar "kazerne".
basic
niet "basisch" maar "basaal".
bathroom
niet alleen "badkamer" maar ook "toilet".
bear
uitsluitend "beer", geen mannelijk varken.
become
niet "bekomen" maar "worden".
beeb
niet informeel voor "bibliotheek", maar voor "BBC".
believe
niet "believen" maar "geloven".
beware
niet "bewaren" maar "oppassen".
billion
niet "biljoen" maar "miljard" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
blackberry
niet "zwarte bes" maar "braam".
bleak
niet "bleek" maar "guur", "grauw", "somber".
blubber
niet "modder" maar het vet van zeezoogdieren.
boar
niet "boor" maar "beer" (mannelijk varken).
bond
niet "bond" maar "verbinding" of "obligatie".
bone
niet "boon" maar "bot".
boor
niet "agrariër" maar "lomperd".
boot
niet "boot" maar "laars" of (alleen Brits) "kofferbak".
bore
niet "boor" maar "saai persoon".
brand
niet "brand" maar "(water)merk".
brave
niet "braaf" maar "dapper", "moedig".
brief
niet "brief" maar (juridische) "instructie" of "slip".
brigadier
niet "brigadier" maar "brigadegeneraal".
broken
niet alleen "gebroken" maar "kapot" in het algemeen.
brood
niet "brood" maar "gebroed".
bruise
niet "bruisen" maar "blauwe plekken vertonen".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
buffalo
niet alleen "buffel" maar ook (in Noord-Amerika: gewoonlijk) "bizon".
bull
niet "bul" (diploma) maar "stier" of een afkorting voor "onzin".
by
niet alleen "bij" maar ook "door" (ten gevolge van) of "met (behulp van)".
calf
niet alleen "kalf maar ook "kuit".
cap
niet "cap" of "kap" maar "pet".
capital
niet alleen "kapitaal" maar ook "hoofdstad".
car
niet "kar" maar "auto".
car park
niet "wagenpark" maar "parkeerterrein".
caravan
(Amerikaans) niet "caravan" maar "karavaan".
censure
niet "censuur" maar "berisping".
character
niet alleen "karakter" maar ook "personage" (in bijvoorbeeld boeken of films).
chef
niet "chef" maar "chef-kok".
chicken
niet "kuiken" maar "kip".
chips
(Brits) niet "(aardappel)chips" maar "friet".
Christendom
niet "christendom" maar "christenheid".
client
niet alleen "klant" maar ook "computer(software) die een verbinding maakt met een server".
club
niet alleen "club" (vereniging van mensen) maar ook "knuppel" (letterlijk).
cock
niet "kok" maar "haan" of "pik".
coffee shop
niet "coffeeshop" (verkooppunt van cannabis) maar "koffiehuis".
compass
niet alleen "kompas" maar ook "passer".
competition
niet "competitie" maar "concurrentie".
concrete
niet alleen "concreet" maar ook "(van) beton".
consumption
niet alleen "consumptie" maar ook "tuberculose".
copy
niet alleen een "kopie", maar ook een "exemplaar" (van een boek/krant)
corn
(Amerikaans) niet "koren" maar "mais".
coster
niet "koster" maar "straatverkoper".
crafty
niet "krachtig" maar "gewiekst".
crippled
niet "kreupel" maar "verminkt".
critic
niet "kritiek" maar "criticus".
crop up
niet "opkroppen" maar "opduiken".
cruise
niet alleen "kruisen" maar ook "bevaren" of "versieren" (romantisch).
cut
niet "kut" maar "snede".
cunt
niet "kont" maar "kut".
curious
meestal niet "curieus" maar "nieuwsgierig" of "leergierig".
cypher
niet "cijfer" maar "geheime code".
dapper
niet "dapper" maar "goedgekleed'.
date
niet alleen "(romantische) afspraak" maar ook "datum" of "dadel".
decade
niet "decade" (tien dagen) maar "decennium" (tien jaar).
deception
niet "deceptie" maar "bedrog".
deer
niet "dier" maar "hert".
den
niet "den" maar "hol" (van dieren) of een soort "kamer" (in een woning).
diamond
niet alleen "diamant" maar ook "ruit" (meetkundige figuur en kaartkleur).
dimension
niet alleen "dimensie" maar ook "afmeting".
direction
niet alleen "directie" maar ook "richting".
dose
niet "doos" maar "dosis".
douche
niet een stortbad maar een instrument voor vrouwelijke hygiëne.
dove
niet "dove" maar "duif".
drake
niet "draak" maar "woerd".
drift
niet "drift" maar "drijving", "opeenhoping", "vlaag" e.a.
drive
niet "drijven (op het water)", wel "(vee) drijven" maar ook "mennen" en "autorijden".
drome
niet "droom" maar "vliegveld" (spreektaal).
drop
niet "drop" maar onder andere "druppel", "afgrond", "afleverlocatie".
drug
niet alleen "narcoticum" maar ook "geneesmiddel".
Dutch
niet Duits maar Nederlands (echter ook wel voor 'Duits' gebruikt zoals in Pennsylvania Dutch).
eagle
niet "egel" maar "adelaar".
earthwork
niet "aardewerk" maar "aarden wal".
eland
niet "eland" maar "elandantilope".
even
niet "even, voor een korte tijd" maar "zelfs".
event
niet alleen "evenement" maar ook "gebeurtenis".
eventual
niet "eventueel" maar "uiteindelijk".
fabric
niet "fabriek" maar "textiel".
factory
niet "factorij" maar "fabriek".
fag(g)ot
niet "fagot" maar "bosje aanmaakhout", of (meestal) scheldwoord voor een homoseksuele man.
false
zelden "vals", meestal "onjuist".
fan
niet alleen "fan" maar ook "waaier" en "ventilator".
fast
niet "vast" maar "snel".
fed up
niet "opgevoed" maar "het zat" (zijn).
feel
niet alleen "voelen" maar ook "vinden", "van mening zijn".
find out
niet "een uitvinding doen" maar "ontdekken" of "betrappen".
folder
niet "(reclame)folder" maar oorspronkelijk een "hechtmap" of een "ordner".
football
in de Verenigde Staten en Canada is football een andere sport dan voetbal (dat daar soccer genoemd wordt).
foretell
niet "vertellen" maar "voorspellen".
fresh
meestal niet "fris" maar "vers".
frivolous
eerder "onbeduidend" dan "frivool".
gallop
alleen "rengalop", geen "arbeidsgalop".
gas
niet alleen "gas" maar in Amerikaans-Engels ook "benzine".
gen
niet "gen" maar "nieuws" (informeel Brits).
genie
niet "genie" maar "geest".
glad
niet "glad" maar "blij".
glance
niet "glans" maar "oogopslag", "flits", "schampschot".
global
niet "globaal" maar "mondiaal".
goldfinch
niet "goudvink" maar "putter".
It goes well
niet "Het gaat wel" maar "Het gaat goed".
groove
niet "groeven" maar "zich vermaken".
guest house
niet "gasthuis" maar "guest house" (Engels leenwoord).
hairdos
niet "haardos" maar "kapsels" (meervoud van "hairdo").
half, bijvoorbeeld half three
niet "half drie" maar "half vier" (spraakgebruik, correcter is "half past three").
hand
niet alleen "hand" maar ook "wijzer" (van een klok).
handle
niet "handel" maar "handvat".
harness
niet "harnas" maar "tuig", "veiligheidsriemen".
Bestand:The White Hart Signboard.jpg
Het witte hart
hart
niet "hart" maar "volwassen mannelijk hert".
harvest
niet "herfst" maar "oogst".
hat
niet alleen "hoed", ook "muts".
haven
niet "haven" maar "toevluchtsoord".
headline
niet "hoofdlijn" maar "krantenkop".
heaven
niet "haven" maar "hemel".
heir
niet "heir" maar "erfgenaam".
helm
niet "helm" maar "roer" (stuurwiel).
hernia
niet "(rug)hernia" maar "liesbreuk".
heroine
niet "heroïne" maar "heldin".
hobo
niet "blaasinstrument met dubbelriet" maar "illegale, zwervende dagloner".
hone
niet "honen" maar "slijpen, polijsten".
hood
niet "hoed" maar "kap", "muts".
hound
niet "hond" maar "jachthond".
idle
niet "ijdel" maar "ledig" of het stationair (laten) draaien van een motor.
invalid
meestal niet "invalide" maar "ongeldig" of "ongegrond".
jacob's ladder
niet alleen "jakobsladder" (in diverse betekenissen) maar ook "touwladder".
kerosene
niet "kerosine" maar "petroleum".
knickers
niet "knikkers" maar "onderbroek".
knight
niet "knecht" maar "ridder".
knock
niet "knokken" maar "kloppen".
knot
niet "knot" maar "knoop".
lame
niet "lam" maar "kreupel".
lane
niet "laan" maar "pad", "landweg", "straatje", "vaargeul" of "rijstrook".
lass
niet "las" maar "meisje".
the last time
niet "de laatste tijd" maar "de laatste keer".
late
niet alleen "laat" maar ook "recent", "voormalig" en "wijlen".
leader
bij bridge niet "leider" maar "degene die uitkomt" (links van de leider).
leek
niet "look" maar "prei".
letter
kan naast "letter" ook "brief" betekenen.
lick
niet alleen "lik" (zelfstandig naamwoord) of "likken" (werkwoord) maar ook (Amerikaans-Engels) "slag", "nederlaag" of "(ver)slaan", alsmede "riff" (melodisch fragment).
lid
niet "lid" maar "deksel".
liquor
niet uitsluitend "likeur" maar "sterkedrank" in het algemeen.
loaf
niet "loof" maar (een) "brood".
loan
niet "loon" maar "lening".
lock
niet alleen "(haar)lok" maar ook "slot".
look
niet "look", maar blik (kijken), stijl, aanzicht.
loop
niet "loop" maar "lus" of "looping".
lull
niet "lul" maar "windstilte", "periode van rust".
magazine
niet "magazijn" maar "tijdschrift".
make out
niet "(het) uitmaken" maar "vrijen".
man/men
niet alleen "man/mannen" maar ook "mens/mensen", "mensheid".
map
niet "map" maar "landkaart".
marine
eerder "marinier" dan "marine".
match
niet alleen "match" (wedstrijd), maar ook "lucifer", "overeenkomst" en "gelijke".
meaning
niet "mening" maar "betekenis".
meerkat
niet "meerkat" maar "stokstaartje".
mere
niet "meer" maar "louter".
mess
niet "mes" maar "rommel" of "officierskantine".
minister
niet alleen "minister" maar ook "dominee".
missionary
niet alleen (katholieke) "missionaris" maar ook (protestantse) "zendeling".
mode
niet "mode" maar "modus", "manier", "wijze".
mop
niet een vertelde grap maar "dweil".
moth
niet alleen "mot" maar "nachtvlinder" in het algemeen.
mug
niet "mug" maar "mok" of "beker".
neck
niet alleen "nek" maar de hele hals.
nerve
niet "nerf" maar "zenuw".
nightshade
niet het geslacht "nachtschade" (Solanum) maar de soort "bitterzoet" (Solanum dulcamara) of juist de hele "nachtschade-familie" (Solanaceae).
Norse
niet "Noors" maar "Noords (Scandinavisch)".
novel
niet "novelle" maar "roman".
nut
niet "nut", maar "noot" of "moer".
nutty
niet "nuttig" maar "gestoord".
oar
niet "oor" maar "roeiriem".
obligation
niet "obligatie" maar "verplichting".
offer
meestal niet "offeren" maar "aanbieden" (offreren).
officer
vaker "(belangrijke) functionaris" dan "officier".
ordinary
niet "ordinair" (vulgair) maar "gewoon".
overdo
niet "opnieuw doen" maar "overdrijven".
overlay (ww.)
niet "overleggen" maar "bedekken".
overlay (znw.)
niet "overleg" maar "bedekking".
overhead
niet "overheid" maar kosten (in geld of anderszins) die niet rechtstreeks bijdragen aan het eindresultaat.
overhear
niet "overhoren" maar "toevallig horen" of "afluisteren".
paraffin
niet "paraffine" maar "petroleum" (Brits-Engels en Zuid-Afrikaans Engels).
paragraph
niet "paragraaf" maar "alinea" of "(artikel)lid".
parallel key
niet "parallelle toonsoort" maar "gelijknamige toonsoort".
particular
niet "privaat handelend persoon" maar "bijzonderheid".
peep
naast "piepen" ook "gluren".
pencil
niet "penseel" maar "potlood".
period
niet alleen "periode" maar ook "menstruatie" en (in het Amerikaans) "punt" (taalkunde).
pet
niet "pet" maar "huisdier".
petrol
niet "petroleum" maar "benzine".
petroleum
niet "petroleum" maar "aardolie".
photograph
niet "fotograaf" maar "foto".
physician
niet "fysicus" maar "arts".
pig
niet "big" maar "varken".
pilot
niet alleen "piloot" maar ook "loods" (navigator).
pit
niet "pit" maar "kuil".
plight
niet "plicht" maar "benarde toestand".
poet
niet "poet (geld)" maar "dichter".
poets
niet "poets (grap)" maar "dichters".
pond
niet "pond" maar "vijver".
pool
niet "pool" maar "vijver" of "zwembad".
pop
niet "pop" maar "knal".
pretend
vaker "doen alsof" dan "beweren".
pretty
niet "prettig" maar "goed", "aantrekkelijk", "aanzienlijk".
probe
niet "proberen" maar "onderzoeken" (met een sonde).
proof
zelden "proef", meestal "bewijs(materiaal)".
prop
niet "prop" maar "rekwisiet".
proper
niet "proper" (rein) maar onder (vele) andere "goed", "juist" en "degelijk".
psychic
niet "psychisch" maar "paranormaal begaafd".
ramp
niet "catastrofe" maar "helling".
rare
niet "raar" maar "zeldzaam".
record
niet alleen "record" maar ook "registratie", "opname".
recorder
niet alleen "opnameapparaat" maar ook "blokfluit" en in het Verenigd Koninkrijk een bepaald soort rechter.
recreant
niet "verpozing zoekende" maar "lafaard, afvallige".
rest
niet altijd "rest" maar ook "rust".
roman
niet "roman" maar "Romein".
roof
niet "roef" maar "dak".
room
niet "room" maar "kamer".
rooster
niet "rooster" maar "haan".
rover
niet "rover" maar "zwerver".
rug
niet "rug" maar "mat, vloerkleed".
rumour
niet "rumoer" maar "gerucht".
run
niet alleen "rennen" maar diverse vormen van "gaan".
rust
niet "rust" maar "roest".
Santa Claus
niet "Sinterklaas" maar "de Kerstman".
scholar
niet alleen "scholier" maar ook "geleerde".
score
niet alleen "score" maar ook "partituur" en "twintigtal".
second hand
niet alleen "tweedehands" maar ook "secondewijzer".
Secretary of State
in de VS niet "staatssecretaris" maar minister van Buitenlandse Zaken.
section
niet "sectie" maar "paragraaf".
selected
niet alleen "geselecteerd" maar ook "enkele", "sommige".
serialism
(in de klassieke muziek) meestal niet "serialisme" maar "twaalftoonsmuziek".
service
niet alleen "service" of "dienst" maar ook "reparatie", "repareren".
shave
meestal niet "schaven" maar "scheren".
shellfish
niet "schelvis" maar "schaaldieren".
shepherd
niet "schepper" maar "(schaap)herder".
shift
niet "schiften" maar (o.a.) "van plaats veranderen".
silicon
niet "silicone" maar "silicium".
sin
niet "zin" maar "zonde".
sinful
niet "zinvol" maar "zondig".
since
niet alleen "sinds" maar ook "aangezien".
sinew
niet "zenuw" maar "pees".
sinus
niet de wiskundige "sinus" maar een "voorhoofdsholte" of "kaakbijholte".
slight
niet "slecht" maar "gering".
slim
niet "slim" maar "slank".
slip
niet "onderbroekje" maar "hemd" of "onderjurk".
slope (ww.)
niet "slopen" maar "hellen".
slope (znw.)
niet "sloop" maar "helling".
slobber
niet "slobberen" maar "kwijlen".
slot
niet "slot" maar "gleuf" of "vrije positie".
small
niet "smal" maar "klein".
smite
niet "smijten" maar "slaan, treffen".
snap
niet "snappen" maar "bijten", "breken" of "snauwen".
sober
niet "sober" maar "nuchter".
soldier
niet alleen "soldaat" maar in het algemeen "militair".
solicit
niet "solliciteren" maar "verzoeken" of "benaderen".
solicitor
niet "sollicitant" maar "procureur", "juridisch adviseur" of "notaris".
span (ww.)
niet "spannen" maar "overspannen".
spanner
niet "spanner" maar "moersleutel".
sparrow
niet "spreeuw" maar "mus".
spectacles
niet "spektakels" maar "bril".
spin (ww.)
niet alleen "spinnen" maar ook "tollen".
spin (znw.)
niet "spin (dier)" maar "draai", "ritje" of "spin (kwantummechanica)".
spite
niet "spijt" maar "wrok".
spot
niet "spot" maar "plek", "spikkel", "vlek" of "puistje".
spot price
niet "spotprijs" maar "locoprijs".
staff
niet "staf" (leidinggevenden), maar "personeel" (in tegenstelling tot klanten, bezoekers).
stage
niet "stage" maar "podium", "toneel".
stamp
soms "stamp" maar meestal "postzegel".
staple
niet "stapel" maar "nietje".
starve
niet "sterven" maar "verhongeren" (en: "rammelen van de honger").
stem
niet "stem" maar "stam".
stick
niet "stikken" maar "kleven" of "klemmen" (van een deur of raam).
stock
niet "stok" maar "voorraad" of "aandeel".
stomp
niet "stompen" maar "stampen".
stool
niet "stoel" maar "kruk" of "stoelgang".
stoop
niet "stoep" maar "gebogen houding".
stoned
niet alleen "onder invloed van verdovende middelen" maar ook "gestenigd".
store
niet "storen" maar "opslaan".
stout
niet "stout, ondeugend" maar "dik, gezet" (bijvoeglijk naamwoord), "dapper", of een bepaalde Engelse biersoort.
stride
niet "strijden" maar "schrijden".
strike
niet "strijken" maar "treffen", "slaan", "staken".
stroke
niet "strook" maar "veeg" of "beroerte".
strop
niet "strop" maar "scheerriem".
stuck
niet "kapot" maar "vastgelopen".
table
niet alleen "tabel" maar ook "tafel".
tattoo
niet alleen "tatoeage" maar ook "taptoe".
technical
niet alleen "technisch" maar ook "officieel".
theatre
niet alleen "theater" maar ook "operatiekamer".
thrifty
niet "driftig" maar "zuinig".
thus
niet "dus" maar "zo", "aldus".
tide
niet "tijd" maar "getijde".
tin
niet alleen "tin" maar ook (vooral in Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk) "blikje".
tit
niet alleen "tiet" maar ook "mees".
trap
niet "trap" maar "valstrik".
tree
niet "tree" (trede) maar "boom".
trek
niet "trekken" in de betekenis van kracht uitoefenen maar in die van "reizen" (rondtrekken).
trillion
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
tube
niet "tube" maar "buis" of (Verenigd Koninkrijk) "metro".
turtle
niet "tortel" maar "schildpad".
twist
niet "twist" maar "draai".
underarm
niet "onderarm" maar "oksel".
undertaker
niet "ondernemer" maar "begrafenisondernemer".
uphold
niet "stoppen" maar "rechthouden" of "bevestigen".
uproar
niet "oproer" maar "tumult".
upset (zelfstandig naamwoord)
niet "opzet" maar "verstoring".
vacancy
niet "vakantie" maar "vacature".
vast
niet "vast" maar "enorm".
vent
geen "kerel" maar een "ventilatieopening".
wake
niet alleen "wake" maar "spoor", "kielzog".
wand
niet "wand" maar "toverstaf".
warehouse
niet "warenhuis" maar "magazijn".
warhead
niet "warhoofd" maar de explosieve kop van een raket (meestal in de betekenis van "kernkop").
welfare
niet "welvaart" maar "welzijn".
West Frisian
niet "West-Fries" maar "Westerlauwers Fries".
whack
niet "wak" maar "dreun".
whistle
niet "wissel" maar "fluit".
whitefish
niet "witvis" maar verzamelnaam voor houtingen of "marenen".
who
niet "hoe" maar "wie".
wife
niet "wijf" maar "echtgenote".
will (hulpwerkwoord)
zelden "willen", vrijwel steeds "zullen".
wonder
meestal niet "wonder" maar "verwondering".
worst
niet "worst" maar "slechtst(e)".
Notatie van getallen

Ook verschilt het gebruik van de leestekens "." en "," in getallen: in het Engels wordt de punt gebruikt als decimaalteken en de komma voor cijfergroepering. In het Nederlands zijn de functies omgekeerd.

Esperanto

homo
niet "homo(seksueel)" maar "mens".
koro
niet "koor" maar "hart".
kuri
niet "koeren" maar "rennen".
leki
niet "lekken" maar "likken".
liki
niet "likken" maar "lekken".
litero
niet "liter" maar "letter".
milono
niet "miljoen" maar 1/1000. "Miljoen" is "miliono".
pupo
niet "poep" maar "pop".
roko
niet "rook" maar "rots" of "rock" (muziekgenre).
sabato
niet alleen "sabbat" maar ook "zaterdag". Ook niet-joodse Esperantisten gebruiken dit woord.
verki
niet "werken" maar "door schrijven iets scheppen, bijv. een boek, een artikel".

Estisch

halb
niet "half" maar "slecht".
hani
niet "haan" maar "gans".
hunt
niet "hond" maar "wolf".
jood
niet "Jood" maar "jodium".
kabel
niet "kabel" maar "kapel".
kapp
niet "kap" maar "kast".
keel
niet "keel" maar "taal, tong".
kool
niet "kool" maar "school".
korvpall
niet "korfbal" maar "basketbal".
kukk
niet "koek" maar "haan".
kurk
niet "kurk" maar "augurk/komkommer".
lind
niet "linde" maar "vogel".
maal
niet "maal" maar "schilderij".
menu
niet "menu" maar "succes".
õlu
niet "olie" maar "bier".
piin
niet "pijn" maar "foltering".
pill
niet "pil" maar "muziekinstrument".
põder
niet "poeder" maar "rendier".
pudel
niet "poedel" maar "fles".
puder
niet "poeder" maar "pap".
rand
niet "rand" maar "strand".
saalihoki
niet "zaalhockey" maar "unihockey".
sapp
niet "sap" maar "gal".
sell
niet "cel" maar "kerel".
soldat
niet "soldaat" maar "boer" (in kaartspellen).
viin
niet "wijn" maar "wodka".

Faeröers

epli
niet "appel" maar "aardappel"

Fins

dokumentti
niet "document" maar "documentaire".
he
niet "hij" maar "zij" (meervoud).
kudos
niet "kudos/waardering" maar "weefsel".
me
niet "mij" maar "wij".
viina
niet "wijn" maar "vloeistof".

Frans

amateur
niet "hobbyist" maar "liefhebber" (bijvoorbeeld van lekker eten).
bah
niet "bah" maar "och kom".
batterie
niet "batterij" maar "slagwerk" of "accu".
bombe
niet alleen "bom" maar ook "cap".
bonbon
niet "bonbon (chocola)" maar "snoepje".
botte
(Algemeen Nederlands) niet "bot" maar "laars".
brave
niet "braaf" maar "moedig".
brûler
niet "brullen" maar "branden".
campagne
niet alleen "campagne" maar ook "platteland".
canard
niet "kanarie" maar (o.a.) "eend".
canne
niet "kan" maar "stok".
canon
niet alleen "kanon" maar ook "loop" (van elk vuurwapen).
champignon
niet "champignon" maar "paddenstoel".
chaud
niet "koud" maar "warm".
cloque
niet "klok" maar "blaar".
comédien
niet alleen "komediant" maar ook "toneelspeler".
conducteur
niet "conducteur" (kaartjesknipper) maar bestuurder
dur
niet "duur" maar "hard".
endive
niet "andijvie" maar "witlof".
enlever
niet "inleveren" maar "wegnemen".
essence
niet "essentie" maar "benzine".
EU
niet de "Europese Unie" maar de "Verenigde Staten" (États-Unis).
figure
niet alleen "figuur" maar ook "aangezicht".
formellement interdit
niet "formeel verboden" maar "streng verboden".
fut
niet "fut" of "fuut" maar "vat" of "ton".
glace
niet "glas" maar "ijs", en ook "spiegel".
gras
niet "gras" maar "vet", zowel zelfstandig als bijvoeglijk
hier
niet "hier" maar "gisteren".
horloge
niet "horloge" maar "klok", "uurwerk".
hôtel de ville
niet "stadshotel" maar "stadhuis".
je
niet "jij" maar "ik".
jus
niet een soort "saus" maar "sap".
lame
niet "lam", maar "lemmet".
lettre
kan naast "letter" ook "brief" betekenen.
location
niet alleen "locatie" maar ook "huur".
M.
meestal niet de beginletter van een voornaam maar "Monsieur" ("Mijnheer").
magasin
niet alleen "magazijn" maar ook "winkel".
magazine
niet "magazijn" maar "tijdschrift".
médecin
niet "medicijn" maar "arts".
mensuel
niet "menselijk" maar "maandelijks".
mer
niet "meer" maar "zee".
midi
niet "midden", "centrum" maar "zuiden" (en ook "12 uur"), bijv: Station Bruxelles-Midi is Brussel-Zuid.
milieu
niet "min of meer natuurlijke leefomgeving" maar "onderwereld" of "midden".
mousse
niet "moes" maar "schuim".
O(uest)
niet "O(ost)" maar "West".
ordinaire
niet "ordinair" maar "gewoon".
pasteur
niet "pastoor" maar "dominee".
pin
niet "pin" maar "dennenboom".
pont
niet "veerpont" maar "brug" of "dek" (scheepvloer).
potence
niet "potentie" maar "galg".
professeur
niet alleen "professor" maar ook "leraar".
rare
niet "raar" maar "zeldzaam".
rhume
niet "rum" maar "verkoudheid".
soupe
niet alleen "soep" maar ook (o.a. in soldatenjargon) "eten".
spectacle
niet "spektakel" maar "voorstelling".
temple
niet alleen "tempel" maar ook "protestants kerkgebouw" (Frankrijk).
tube
niet alleen "tube" maar ook "buis" of "muziekhit".
tuile
niet "tuil", maar "dakpan".
V(alet)
(speelkaart) niet "V(rouw)" maar "Boer".
viande
niet "vijand" maar "vlees".
vent
niet "kerel" maar "wind".
viol
niet "viool" maar "verkrachting".
vis
niet "vis" maar "schroef".

Fries

barch
niet "barg" maar "varken" in het algemeen.
besykje
niet "bezoeken" maar "proberen".
brea
niet "brij" of ('gewoon') "brood" maar "roggebrood".
bil
niet alleen "bil" maar ook "dij".
dyk
niet alleen "dijk" maar ook "weg".
fier
niet "trots" maar "ver".
hart
niet "hart" maar "hert".
heal
niet "heel" maar "half".
hert
niet "hert" maar "hart".
hynder
niet "hinder" maar "paard".
mich
geen "mug" maar "vlieg".
neef
niet alleen "zoon van je broer/zus/oom/tante" maar ook "mug".
net
niet "ternauwernood" maar "niet".
panne
niet alleen "kookgerei" maar ook "eetbord".
plak
niet "plak" maar "plek".
rinne
niet "rennen" maar "lopen".
selskip
niet "zeilschip" maar "gezelschap".
sletten (werkwoordsvorm)
niet "gesleten" maar "gesloten".
sletten (meervoud)
niet "hoeren" maar "sloten".
slim
niet "intelligent" maar "erg".
spul
niet "spul" maar "spel" en "onenigheid".
stikken
niet "stikken" maar "kapot".
sûpe
niet "soep" maar "karnemelk"
wei
niet "weide" maar "weg".
wiet
niet "wijd" maar "nat".

Nieuwgrieks

nai
uitgesproken als : niet "nee" maar "ja".
stoma
niet "stoma" maar "mond".

Hebreeuws

regel
niet "regel" maar "been" of "voet".

Hindi

teen, tiin (fonetisch)
niet "10" maar "3".

Hongaars

bor
niet "bier" maar "wijn"
orr
niet "oor" maar "neus"

IJslands

en
niet "en" maar "maar".
fullur
niet "vol" maar "dronken".
kaka
niet "uitwerpselen" maar "cake".
kind
niet "kind" maar "schaap".
leikhús
niet "lijkenhuis" maar "theater".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
svangur
niet "zwanger" maar "hongerig".
vin
niet alleen "wijn" maar ook "sterkedrank".
tún
niet "tuin" maar "boereveld".

Indonesisch

air
niet "arrogante houding" of "lucht" maar "water".
(h)ampir
niet "amper" maar "bijna".
jus
niet een soort saus maar "sap".
kadar
niet "kader" maar "norm", "waarde", "gehalte".
koper
niet "iemand die koopt" of het metaal maar "koffer".
koran
niet alleen het heilige boek voor moslims maar (zeker zonder hoofdletter): "krant".
mobil
niet "mobiele telefoon" maar een automobiel.
pak
niet alleen "pak" maar ook "vader" of "meneer".
sop
niet "(zeep)sop" maar "soep".
tong
niet lichaamsdeel maar "vat" (ton).

Italiaans

batteria
niet enkel "batterij" maar ook "drumstel"
bimbo
niet "vrouwelijk seksobject" maar "peuter"
brutto
niet "bruut" of "bruto" maar "lelijk"
caldo
niet "koud" maar "warm", "heet"
cantina
niet "kantine" maar "kelder"
casino
niet "casino" maar "bordeel", "herrie" en "rotzooi" (het Italiaanse woord voor "casino" is "casinò")
dirigente
niet "dirigent" maar "manager", "leider"
firma
niet "firma" maar "handtekening"
macchina
niet enkel "machine" maar ook "auto"
morbido
niet "morbide" maar "zacht"
nonna
niet "non" maar "oma"
papa
niet "vader" maar "paus"
raro
niet "raar" maar "zeldzaam"
scampi
geen zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii) of andere grote garnaal maar Noorse kreeften (Nephrops norvegicus)
snello
niet "snel" maar "slank"
tempo
niet enkel "(muziek)tempo" maar vooral "tijd" en "weer"

Latijn

(Geldig voor het Klassiek Latijn)

anus
niet alleen "aars" maar ook "ring" en "oude vrouw".
bolus
niet "gebak" of "drol" maar "worp met dobbelstenen".
canis
niet "smoel" maar "hond".
coma
niet "langdurige bewusteloosheid" maar "haar".
conditio
niet "voorwaarde" (condicio) of "gesteldheid" maar "het kruiden of inmaken van eten".
crapula
niet "geboefte" maar "kater (van drank)".
crocus
niet "krokus" maar "saffraan" (wordt gewonnen uit saffraankrokus).
cultus en cultura
niet "cultuur" maar "bebouwing van het land" of "verering van een god(in)".
cunnilingus
niet "het oraal bevredigen van een vrouw" maar "man die een vrouw oraal bevredigt".
cursus
niet "opleiding" maar "loop".
debattuere
niet "debatteren" maar "tegen elkaar stoten".
debilis
niet "debiel" maar "verlamd" of "zwak".
dictator
niet "(absolute) alleenheerser" maar "tijdelijke bevelhebber".
faeces
niet "uitwerpselen" maar "stukken droesem (depot) in wijn"
focus
niet "brandpunt" maar "haard".
frater
niet "kloosterbroeder" maar "broer".
genitalia
niet alleen "geslachtsorganen" maar ook "atomen" of "elementen".
homo
niet "homoseksueel" maar "mens".
imbecillus
niet "imbeciel" maar "zwak", "onzelfstandig" (letterlijk: "stokloos", dus niet in staat te staan)
incestum
niet alleen "incest" maar ook "onkuisheid" in het algemeen.
larva
niet "larve" maar "monster" of "masker".
lector
niet "docent zonder professorstitel" maar "lezer".
mamma
niet "moeder" maar "vrouwenborst".
mens
niet "mens" maar "geest".
mensa
niet "eetzaal" maar "tafel".
mus
niet "mus" maar "muis".
os
niet "os" maar "mond" of "bot".
pater
niet "priester" maar "vader".
penna
gewoonlijk niet "pen" maar "veer".
persona
niet "persoon" maar "masker".
pilum
niet "pijl" maar "speer".
princeps
niet "prins" maar "legeraanvoerder".
qua
niet "wat betreft" maar "waarheen" of "als", "in hoedanigheid van".
sinus
niet "verhouding tussen overstaande en schuine zijde" maar "plooi".
solarium
niet "zonnebank" maar "dakterras" of "zonnewijzer".
stadium
niet "stadium" maar "stadion".
stola
niet "exclusieve sjerp" maar "jurkachtig gewaad".
tabula
niet "tafel" maar "plankje".
testis
niet alleen "teelbal" maar ook "getuige".
toga
niet "zwart uniform voor juristen en geestelijken" maar "gedrapeerde witte bovenkleding voor mannen".
tuba
niet "tuba" maar "trompet".
urinari
niet "urineren" maar "duiken".
vagina
niet "vrouwelijk schaamdeel" maar "schede (zwaardhouder)".

Nedersaksisch

anmaken
niet "aanmaken" maar "opschieten".
goud
(Gronings): niet "goud" maar "goed".
hai (doorgaans 2x) (Gronings)
niet "hai" of "hoi" maar "o jee" of "vreselijk!"
houwn
niet "houden" maar "slaan" (houwen).
slim
niet "gewiekst" maar "erg".

Noors

agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
bil
niet "bil" maar "auto".
bok
niet "bok" maar "boek" (Bokmål = boekentaal).
bom
niet "bom" of "boom" maar "slagboom".
bord
niet "bord" maar "tafel".
elv
niet "elf" maar "rivier".
fødsel
niet "voedsel" maar "geboorte".
gaffel
niet "gaffel" maar "vork".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
hage
niet "haag" maar "tuin".
hav
niet "haven" maar "zee".
høvel
niet "heuvel" maar "schaaf".
hun
niet "hun" maar "zij".
ikke
niet "ik" maar "niet".
isregn
niet "ijsregen" maar "ijzel" (Nynorsk)
jeg (uitgesproken als "jij")
niet "jij" maar "ik".
kaffe
niet "café" maar "koffie".
kake
niet "cake" maar "koek".
kappe
niet "kap" maar "jurk".
kinn
niet "kin" maar "wang".
kolonial
niet "koloniaal persoon" maar "kruidenier".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
opplysning
niet "oplossing" maar "inlichtingen".
overbevisning
niet "overbevissing" maar "overtuiging".
pannelapp
niet "pannenlap" maar "voorhoofdskwab".
regne
niet "rekenen" maar "tellen".
saft
niet "sap" maar "limonade" (van siroop).
skap
niet "schap" maar "kast".
skat
niet "schat" maar "belasting".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
smør
niet "smeer" maar "boter".
speil
niet "spijl" maar "spiegel".
straks
niet "straks" maar "nu meteen".
telle
niet "tellen" maar "rekenen".
tre
niet "tree" maar "boom".
åpenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, klaarblijkelijk, onmiskenbaar".

Oud-Engels

bān
niet "baan" maar "been" of "bot"

Papiaments

gastu
niet "gast" maar "onkosten".
kandela
niet "kandelaar" maar "vuur" of "brand".
kaya
niet "kade" maar "straat".

Pools

biały [biaauwi]
niet "blauw" maar "wit".
kantor
niet "kantoor" maar "wisselkantoor" (valuta).
kat
niet "kat" maar "beul".
list [liest]
niet "list" of "lijst" maar "brief".
pan [paan]
niet "pan" maar "heer/meneer".
pet
niet "pet" maar "peuk".
pilot
niet alleen "piloot" maar ook "afstandsbediening".
post
niet "post" maar "vastentijd".
pupa [poepa]
niet "poep" (ontlasting) maar "bil".
stół [stoeuw]
niet "stoel" maar "tafel".
syrop [sirop]
niet "siroop" maar "hoestdrank".
traktować [traaktowaatsj]
niet "trakteren" maar "behandelen" (gedrag tegen personen).

Portugees

cu
niet "koe" maar "kont".
conto
niet "kont" maar "verhaal, vertelling".
ler
niet "leren" maar "lezen".

Roemeens

cald
niet "koud" maar "warm".
curvă
(spreek uit: koerve) niet "curve" maar "hoer".
strand
geen "strand" (aan zee) maar zwembad.

Russisch

doerak
niet "deugniet" maar "idioot".
dom
niet "dom" maar "huis".
familija
niet "familie" maar "achternaam" of "familienaam".
karandasj
niet "(product van) Caran d'Ache" maar "potlood" (in het algemeen).
limon
niet "limoen" maar "citroen".
list
niet "lijst" maar "blad".
magazin
niet "magazijn" maar "winkel".
mat'
niet "mat" maar "moeder".
moeltiplikatsija
niet "vermenigvuldiging" maar "tekenfilm".
nomenklatoera
niet "nomenclatuur" maar de communistische elite in de Sovjet-Unie.
ob
niet "op" maar "over".
pisat'
niet "pissen" maar "schrijven".
pot
niet "pot" maar "zweet".
sovjet
kan ook gewoon "raad" betekenen.
stol
niet "stoel" maar "tafel".
vakansija
niet "vakantie" maar "vacature".
volk
niet "wolk" maar "wolf".
vy
(klinkt als het Engelse 'we' of Franse 'oui') niet "wij" maar "u" of "jullie".

Schots-Gaelisch

bòrd
niet "bord" maar "tafel".
clann
(klinkt als 'clown') niet "clown" maar "kinderen".
niet "koe" maar "hond".
fìor
niet "fier" maar "zeer, erg, aanzienlijk".
uisge
niet "whisky" maar "water" of "regen".

Spaans

aceite
niet "azijn" maar "olie".
agua fuerte
niet "sterk water" maar "zoutzuur"
autobombo
niet "autobom" maar "zelfverheerlijking".
avisar
niet "adviseren" maar "informeren" of "waarschuwen".
cara
niet "kar" of "auto" maar "gezicht".
carro (in Zuid-Amerika)
niet "kar" maar "auto".
carta
niet "kaart" maar "brief".
cerveza
niet "servies" maar "bier".
cruz
betekent "kruis", maar bij het opgooien van een munt betekent het niet "kruis" maar "munt".
espectáculo
niet "spektakel" maar "voorstelling".
gracioso
niet "gracieus" maar "grappig".
guante
niet "want" maar "handschoen".
mensual
niet "menselijk" maar "maandelijks".
molestar
niet "molesteren" maar "hinderen".
noticia
niet "notitie" maar "bericht" of "kennis".
pan
niet "pan" maar "brood".
patata
niet "patat" (frites) maar "aardappel".
planta
niet alleen "plant" maar ook "verdieping", "etage"
suegro/a
niet "zwager" maar "schoonouder".
suelo
niet "zool" maar " vloer".
vaso
niet "vaas" maar "drinkglas".
water
niet "water" maar "latrine".
yo
niet "jij" maar "ik".

Tsjechisch

knoflík
niet "knoflook" maar "knoop".
komplexní
niet "ingewikkeld" maar "geïntegreerd" of "totaal-".
mol
niet "mol" maar "mot".
pole
vaker "veld" dan "pool".
proti-
niet "proto-" of "pro-" maar "anti-".
poštvat
niet "postvatten" maar "ophitsen".
stůl
niet "stoel" maar "tafel".

Turks

bir
niet "bier" maar "één".
tabak
niet "tabak" maar "bord".
trilyon
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).

Zweeds

advokatyr
niet "advocatuur" maar "spitsvondige bewijsvoering".
andakt
niet "aandacht" maar "toewijding" en "korte gebedsdienst".
ansvar
niet "antwoord" maar "verantwoording" of "verantwoordelijkheid".
artig
niet "aardig" maar "hoffelijk".
avisera
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden".
avrätta
niet "africhten" maar "terechtstellen".
befalla
niet "bevallen" maar "bevelen".
beivra
niet "beijveren" maar "optreden tegen", "beboeten".
bekväm
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
bergand
niet "bergeend" maar "toppereend".
besiktiga
niet "bezichtigen" maar "inspecteren".
bil
niet "bil" maar "auto"
bisätta
niet "bijzetten", "begraven" maar "naar een mortuarium brengen".
blinka
niet "blinken" maar "knipperen".
bliva
niet "blijven" maar "worden".
bok
niet "bok" maar "boek".
bom
niet "boom" maar "slagboom" en "balk".
bord
niet "bord" maar "tafel".
bron
niet "bron" maar "de brug".
brunn
niet "bron" maar "waterput" en "kuuroord".
café
niet "café", "kroeg" maar "koffiehuis".
dike
niet "dijk" maar "sloot" of "greppel".
dimljus
niet "dimlicht" maar "mistlamp".
dra
niet "dragen" maar "trekken".
endiver
niet "andijvie" maar "witlof".
flicka
niet "flik" of "flikker" maar "jonge vrouw".
flink
niet "flink" maar "behendig".
flott
niet "vlot", "gezwind" maar "chic", "fraai".
fläsk
niet "vlees" maar "varkensvlees".
ful
niet "vuil" maar "lelijk".
fäkta
niet "vechten" maar "schermen" en "druk gebaren".
förbanna
niet "verbannen" maar "vervloeken".
fördöma
niet "verdoemen" of "verdommen" maar "afkeuren", "veroordelen".
förklena
niet "verkleinen" maar "kleineren", "geringschatten".
förlisa
niet "verliezen" maar "vergaan", "schipbreuk lijden".
förlåta
niet "verlaten" maar "vergeven".
församling
niet "verzameling" maar "kerkgemeente", "menigte".
försöka
niet "verzoeken" maar "proberen".
förtala
niet "vertalen" maar "belasteren".
förut
niet "vooruit" maar "eerder", "vroeger".
gammal
niet "gammel" maar "oud".
gemak
niet "gemak", "wc" maar "salon", "vertrek".
glad
niet "glad" maar "blij".
glass
niet "glas" maar "ijs" (eetbaar, anders "is").
glasögon
niet "glazen oog" maar "bril".
gudstjänst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst".
gäld
niet "geld" maar "schuld".
handfat
niet "handvat" maar "wasbak".
hav
niet "haven" maar "zee".
hängsle
niet "hengsel" maar "bretel".
kind
niet "kin" maar "wang".
klant
niet "klant" maar "kluns" of "sukkel".
klarlägga
niet "klaarleggen" maar "verklaren", "uitleggen", "verhelderen".
klen
niet "klein" maar "zwak", "broos", "ziekjes".
klok
niet "kloek" maar "wijs".
klumpeduns
niet "klompendans" maar "kluns".
klä ut
niet "uitkleden" maar "verkleden".
knappa
niet "knappen" maar "(weg)schrapen".
kommun
niet "commune" maar "gemeente".
konstig
niet "kunstig" maar "vreemd", "raar".
korn
niet "koren" maar "gerst".
korv
niet "korf" maar "worst".
kurator
niet "curator" maar "maatschappelijk werker".
kut
niet "vagina" maar "zeehondenjong".
lasarett
niet "lazaret" of "veldhospitaal" maar "ziekenhuis".
lat
niet "laat" maar "lui".
lustig
niet "lustig" maar "komisch", "maf", "mal".
lärjunge
niet "leerjongen" maar "apostel", "volgeling".
mixer
niet "mixer" maar "blender".
mule
niet "muil" maar "bovenlip" (van grote hoefdieren).
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
nog
niet "nog" maar "wel", "waarschijnlijk", "genoeg".
obeveklig
niet "onbeweeglijk" maar "onverzettelijk", "onvermurwbaar".
olika
niet "olijk" maar "verschillend".
ordförande
niet "woordvoerder" maar "voorzitter".
orm
niet "worm" maar "slang".
oväder
niet "onweer" maar "slecht weer", "noodweer".
paus
niet "paus" maar "pauze".
plåga
niet "plagen" maar "pijnigen", "kwellen".
polotröja
niet "polotrui" maar "coltrui".
på fallrepet
niet "op de valreep" maar "op zwart zaad", "op de rand van het bankroet".
ramla
niet "rammelen" maar "vallen".
rar
niet "raar" maar "lief", schattig" en soms "zeldzaam".
rock
niet "rok" maar "overjas".
rubrik
niet "rubriek", maar "(kranten)kop".
rumpa
niet "romp" maar "achterwerk", "billen".
semester
niet "semester" maar "vakantie".
sirat
niet "sieraad", "juweel" maar "versiering", "ornament".
skicklig
niet "schikkelijk" maar "handig", "vakkundig".
skricka
niet "schrikken" maar "schreeuwen".
skärp
niet "sjerp" (zoals het wordt uitgesproken) maar "ceintuur".
skön
niet "schoon" (rein) maar "aangenaam", "lekker", "mooi".
slaktoffer
niet "slachtoffer" maar "dierenoffer".
slicka
niet "slikken" maar "likken".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
snacka
niet "snakken" maar "kletsen", "babbelen".
snäll
niet "snel" maar "aardig", "lief".
sorg
niet "zorg" maar "verdriet" en "rouw".
springa
niet "springen" maar "rennen".
stor
niet "stoer" maar "groot".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
stuva
(culinair) niet "stoven" (langzaam koken) maar "in witte saus bereiden".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegel
niet "tegel" maar "baksteen".
tidig
niet "tijdig" maar "vroeg".
torp
niet "dorp" maar "boerderijtje" en "zomerhuisje op het platteland".
trots
niet "trots" maar "koppigheid", "onwil", en als voorzetsel "ondanks".
tändsticka
niet "tandenstoker" maar "lucifer".
underdel
niet "onderdeel" maar "onderste deel".
uppenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, klaarblijkelijk, onmiskenbaar".
uppfordra
niet "opvorderen", "opeisen" maar "verzoeken", "sommeren".
utflykt
niet "uitvlucht" maar "excursie" of "uitstapje".
utställa
niet "uitstellen" maar "tentoonstellen".
vacker
niet "wakker" maar "mooi".
vettig
niet "vettig" of "wettig" maar "verstandig".
vikariat
niet "vicariaat" (kerkelijk ambt) maar "tijdelijke aanstelling", "vervangingsbetrekking".
villkor
niet "willekeur" maar "voorwaarde".
vinkel
niet "winkel" maar "hoek".
vintergröna
niet "wintergroen" (Pyrola) maar "maagdenpalm" (Vinca).
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".
våning
niet "woning" maar "verdieping" en vandaar ook "appartement", "etagewoning".
värpa
niet "werpen" maar "eieren leggen".
överge
niet "overgeven" maar "verlaten", "in de steek laten".
överse
niet "overzien" maar "over het hoofd zien".

Taalvariëteiten onderling

West-Vlaams en Standaardnederlands

aardig
niet "aardig, sympathiek" maar "eigenaardig, raar".
diek
niet alleen "dijk" maar ook "gracht".
droef
niet "verdrietig, droevig" maar "stout" (ondeugend).
fraai
niet "mooi, knap, welgevormd", maar "braaf, deugdzaam".
je
niet overal "je" maar ook "hij".
knecht
niet "knecht" maar jongen (ook soms knechtejongen of knechtebrok).
preu(t)s
niet "preuts" maar "fier/trots".
snel
niet "vlug" maar "mooi, knap of ook slim" (van personen).
stoet
geen "stoet", niet "stout" maar "dapper".
stute
geen "stut" maar "boterham".
vies
(uitspraak met een langgerekte ie) niet "vies, vuil" maar "boos".
wuf
niet noodzakelijk negatief bedoeld ("wijf") maar soms ook neutraal "vrouw".
zeuren
niet "drenzen" maar "vals spelen".
zoet
met een korte oe: niet "zoet" maar "zout".

West-Vlaamse dialecten onderling

snake
"slang" in Merkegem, "salamander" of "bloedzuiger" in Stene, "hagedis" in Volkerinkhove, "raar persoon" in België.

Oost-Vlaams en Standaardnederlands

wezen
niet alleen "schepsel" maar ook "gezicht/smoel" ("iemand een slag op zijn wezen geven").
wijs
niet "verstandig" maar "leuk, geweldig".

Brabants en Standaardnederlands

aorig
niet "aardig" maar "raar".
manne
niet alleen "mannen" maar ook "kinderen".
mens
niet alleen "mens" maar ook "man" ("m'ne mens" = "mijn man").
poetse
niet alleen "glimmend boenen" maar ook "schoonmaken".
schoon
niet "rein" maar "mooi".
slaoge
niet "lukken" maar "slaan".
tuin
vanouds niet "gaarde" maar "omheining".
zuiver
niet (alleen) "zuiver" maar ook "proper".

Hollands en Standaardnederlands

aars
niet alleen "anus" maar ook "anders" (minimaalpaar aers - aors is mogelijk).
been
vaak ook "voet".
bil
vaak ook "dijbeen".
dalijk
meestal niet "onmiddellijk" maar "straks".
dodelijk
niet alleen "levensgevaarlijk" maar ook "doods", "inactief".
fijn
niet alleen "uit kleine stukken bestaand" maar ook "kapot", "aan stukken".
galge
niet alleen "executiepalen" maar ook "bretels".
gruizig
niet alleen "vol gruis" maar ook "gulzig", "hongerig" of "geil".
hak
niet alleen "hak" maar ook "hiel".
jaar
niet alleen "jaar" maar ook "uier" (in West-Friesland).
kapel
niet alleen "katholiek gebedshuisje" maar ook "vlinder".
kauwe
niet alleen "kauwen" maar ook "afkoelen".
kenne
niet alleen "kennen" maar ook "kunnen".
klant
niet alleen "koper" maar ook "vriend" of "jongen".
klucht
soms niet "blijspel" maar "heuvel" of "helling".
knol
niet alleen "ondergronds gewas" en "paard" maar ook "kleine karper".
kreuke
eerder "opvouwen" dan "verfrommelen".
legge
niet alleen "leggen" maar ook "liggen".
leuk
soms niet "aardig" maar "lauw" (enclaves in Zuid-Holland) of "vreemd" (West-Friesland).
maakbaar
niet "vormbaar" maar "niet onherstelbaar kapot".
moei
niet "moeder" maar "tante".
molenaar
soms ook "meikever".
over (twee weke)
soms niet "na (twee weken)" maar "(twee weken) geleden".
pet
niet alleen "hoofddeksel" maar soms ook "put" of "kuil".
rechtbank
soms niet "tribunaal" maar "aanrecht".
schaloos
soms niet "schadeloos" maar "beschadigd".
schrikke
niet alleen "schrikken" maar ook "aan een touw rukken".
slachte
niet alleen "doden om te eten" maar ook "lijken op", "aarden naar" (een ouder familielid).
sluis
soms niet "stuw" maar "stenen bruggetje" (in Amsterdam).
snaar
niet alleen "trillend koord" maar ook "schoonzuster".
stekelvarke
meestal niet "stekelvarken" maar "egel".
striem
soms niet "oppervlakkige slag- of snijwond" maar "snee (brood, kaas etc.)".
strooie
niet alleen "korrelig goed uitspreiden" maar ook "verliezen".
stug
soms niet "onbuigzaam" maar "rauw", "niet goed gaar".
tijelijk
soms niet "tijdelijk" maar "tijdig".
varig
niet "vaardig" maar "spoedig", "onverwijld".
weerbaar
niet "in staat om te vechten" maar "efficiënt werkend".
wisselvallig
niet alleen "wisselvallig" maar ook "toevallig".
zwart
soms ook "donker van vuil" (van textiel gezegd).

Hollandse dialecten onderling

bakkie
"kopje" in het Zuid-Hollands, "schoteltje" in het West-Fries.
ruigt(e)/rucht
"stro" in het Aalsmeers, "wildgroei" in het Zoetermeers, "hakhout" in het Zaans (in het Brabants begrepen als "onkruid").

Limburgs en Standaardnederlands

aaftrèkke
vanouds niet "aftrekken" maar "fotograferen".
bäöke
niet "rammen" maar "huilen".
beer
niet "beer" (op enkele dialecten na) maar "bier".
brölle
niet alleen "brullen" maar ook "loeien".
duje
niet "duiden" maar "duwen".
het
niet alleen "het" maar ook "zij" (vrouwelijk enkelvoud).
houwe
niet "houden" maar "slaan".
kaetel
niet alleen "ketel" maar ook "kookpan".
käöre
niet alleen "keuren" maar ook "strelen".
kapel
niet alleen "kapel" maar soms ook "vlinder".
lekke
niet "lekken" maar "likken".
nut
niet "nut" maar "lelijk".
póppe
niet alleen "poppen" maar ook "neuken".
reet
niet "achterste" maar "riet".
rieje
gewoonlijk niet "rijden op wielen" maar "paardrijden".
riete
niet "rieten" maar "rukken" of "scheuren".
sjómmele
niet "schommelen" maar "grasduinen".
s(j)lók
vaak niet "slok" maar "snoep" (afhankelijk van dialect).
s(j)nóp
vaak niet "snoep" maar "verkoudheid" (afhankelijk van dialect).
sjoew
niet "schuw" maar "bang" of "lelijk", en niet "schouw" maar (de hele) "schoorsteen".
taas
niet "tas" maar "kop".
vare
niet alleen "varen" maar ook "autorijden".
vaege
niet alleen "vegen" maar ook "(weg)rennen".
wie
niet "wie" maar "hoe", bovendien "als" (in vergelijkende betekenis).
zeim
niet "zeem" maar "appelstroop" (N.B. evenmin "honing", zoals in het Vlaams).

Zeeuws en Standaardnederlands

beleid
eerder "handigheid" dan "bestuur".
bescheid
niet "bewijsstuk" maar "met het oog zichtbaar voorwerp".
gezeggelijk
niet alleen "inschikkelijk" maar ook "aangenaam" (van weer gezegd).
'aeveloôs
niet alleen "haveloos" maar ook "slordig" (in andere betekenissen).
kachel
niet "kachel" maar "veulen".
keutele(n)
niet "kakken" maar "rondscharrelen".
oprieze(n)
niet "opdoemen (uit)" maar "opstaan".
rufte
niet "buikwind" maar "rapalje".
schoef
niet "schuw" maar "wild", "onbeheerst".
stuitje
niet "stuitje" maar "tijdje".

Nederlands in Vlaanderen en Nederland

N.B.: veel van de onderstaande woorden gelden in Vlaanderen als substandaard.

Zie ook: Lijst van verschillen tussen het Nederlands in Nederland, Suriname en Vlaanderen
bank (meubelstuk)
in Nederland heet ieder zitmeubel voor twee of meer personen een bank, in Vlaanderen is een bank altijd hard.
bediende
"knecht" of "butler" in Nederland, witteboordswerknemer in Vlaanderen.
botten
"beenderen" in Nederland, zowel "beenderen" als "laarzen" in Vlaanderen
deftig
"chic" in Nederland, "fatsoenlijk" in Vlaanderen.
dooddoen
alleen overdrachtelijk (van ideeën e.d. gezegd) in Nederland, letterlijk "doden" in Vlaanderen.
gerief
"gemak, comfort" in Nederland, "gerei, gereedschap" in Vlaanderen.
kabinet
betekent in Vlaanderen "het geheel van de persoonlijke medewerkers van een minister", in Nederland "het geheel van regeringsministers en staatssecretarissen"
klappen
kan in Vlaanderen behalve "de handen tegen elkaar slaan", "barsten", "het geluid geven van een explosie of iets dat breekt" ook "spreken", "praten", "babbelen" betekenen.
kous
in Nederland wordt alleen beenbedekking tot aan de knie of hoger kous genoemd, in Vlaanderen elke beenbedekker.
kunstacademie
hogeschoolopleiding (HBO) in Nederland, volksschool (met name voor kinderen) in Vlaanderen.
lopen
in Nederland "te voet gaan" (meestal wandelen, soms rennen), in Vlaanderen "rennen".
middag
in Nederland verstaat men onder middag de periode van ca. 12 uur tot 's avonds, in Vlaanderen duurt "middag" slechts tot 13 of 14 uur.
morgen
in Nederland verstaat men onder morgen de periode tot ca. 12 uur, in Vlaanderen verstaat men onder morgen de periode tot ca. 9 uur, daarna is het voormiddag tot ca. 12 uur.
muntje
klein muntstuk (vaak kleine coupure) of "token" in Nederland, meestal "pepermuntje" in Vlaanderen.
namiddag
begint in Nederland pas rond vier uur maar in Vlaanderen al kort na het middaguur.
pan (kookgerei)
in Nederland betekent "pan" alles waarin voedsel gekookt of gebraden wordt, in Vlaanderen wordt alleen een koekenpan pan genoemd.
patat
"frieten" in Nederland, "aardappel" in Vlaanderen.
poep
"ontlasting" in Nederland, in Vlaanderen ook "achterwerk".
poepen
"ontlasten" in Nederland, "vrijen" in Vlaanderen.
regent
"bestuurder" (historisch of met negatieve bijklank) in Nederland, "leraar voortgezet onderwijs" in Vlaanderen.
schoon
in Vlaanderen meestal "mooi" (cf. het Duitse schön), in Nederland meestal "rein".
vlieger
kan in Vlaanderen naast het object om mee te vliegeren en "vliegenier" ook "vliegtuig" betekenen.
voormiddag
in Nederland loopt de morgen tot ca. 12 uur, in Vlaanderen verstaat men onder voormiddag de periode van ca. 9 uur tot ca. 12 uur.
zagen
kan in Vlaanderen naast "met een zaag bewerken" ook "zaniken, zeuren" betekenen.

Frans in Wallonië en Frankrijk

déjeuner
"ontbijt" in Wallonië, "middagmaal" in Frankrijk.

Brits en Amerikaans Engels

apartment
Br. "kamer", Am. "woning in een flat"
ass
Br. "ezel", Am. meestal "kont".
boot
Am. uitsluitend "laars", Br. ook "achterbak".
chips
(voedsel) Br. "friet", Am. "chips".
college
Br. "deelinstituut aan universiteit", Am. "universiteit / faculteit".
elk
Br. "eland", Am. "wapiti".
hockey
Br. meestal "(veld)hockey", Am. (en Can.) meestal "ijshockey".
to knock up
Br. "door kloppen wekken", Am. "zwanger maken".
pants
Br. "onderbroek", Am. "pantalon".
sparrow
Br. "mus", Am. "gors".
to table [a motion]
Br. "ter tafel brengen", Am. "onder de tafel schuiven".
trunk
Br. uitsluitend "slurf" (van een dier), Am. ook "achterbak" of "hutkoffer".
yard
Br. "erf", Am. "tuin".

Castiliaans en Latijns-Amerikaans Spaans

bestia
"beest" in Spanje, vaak "paard" in L-A
camión
Sp. "vrachtwagen", Mex. "autobus".
coger
L-A: "nemen", "pakken" in de zin van "seks hebben", "neuken", Spanje: "(de bus) nemen", "(iemand) oppikken", "grijpen", "plukken".
chingada
L-A, Spanje: "getijde", Mexico: van chingar, "verknoeien", letterlijk: "(ver)neuken".
guagua
Col. en Canarisch "autobus", Chili "baby".
luego
Sp. "later", Mex. "onmiddellijk".
manteca
Sp. "reuzel, vet", L-A ook "boter", informeel "marihuana" en regionaal en pejoratief "(dienst)meid"
papa
Cast. enkel "paus", L-A, Canarisch en And. ook "aardappel".
pisar
L-A: zowel "trappen op/betreden" als "treden" in de zin van "seks hebben".
tomar
Sp. meestal "nemen", L-A "zuipen".

Klassiek en Middeleeuws Latijn

adjutare, cantare, natare, spectare etc.
hebben in het KL een intensitief aspect ("voortdurend helpen, zingen etc."), in het ML vaak niet.
animositas
"opgewondenheid" in het KL, "toorn" in het ML.
basilica
"markthal" in het KL, "basiliek" in het ML.
bulla
"(zeep)bel" in het KL, ook "bul" in het ML.
causa
enkel "rechtszaak" en "oorzaak" in het KL, ook "zaak", "ding" in het ML.
civitas
"burgerij" in het KL, "stad" in het ML.
comes
"metgezel" in het KL, "graaf" in het ML.
convertere
enkel "omzetten" in het KL, tevens "intreden (in een klooster)" in het ML.
corpus
enkel "lichaam" in het KL, ook "hostie" in het ML.
dux
"(leger)aanvoerder" in het KL, "hertog" in het ML.
imperator
"legeraanvoerder" in het KL (tot 27 v.Chr.), "keizer (van het Heilige Roomse Rijk)" in het ML.
plebs
"lager volk" in het KL, "(kerkelijke) gemeente" in het ML.
pontifex maximus
"opperpriester" in het KL, "paus" in het ML.
princeps
"(leger)aanvoerder" in het KL, "prins" in het ML.

Vreemde talen onderling

N.B.: als er twee woorden staan betekent het dat het eerste woord voorkomt in de eerstgenoemde taal, en het tweede woord in de als tweede genoemde taal.

Albanees en Duits

gjelbër/gelb
"groen" in het Albanees, "geel" in het Duits.

Albanees en Romaanse talen

verdhë / verde etc.
"geel" in het Albanees, "groen" in Romaanse talen.

Arabisch en Duits

Milch
"zout" in het Arabisch, "melk" in het Duits.

Arabisch en Hebreeuws

medina
eerder "stad" in het Arabisch, en eerder "staat" in het Hebreeuws.
lahm/lechem
"vlees" in het Arabisch, "brood" in het Hebreeuws.

Arabisch en Indonesisch

kalimat
"woorden" in het Arabisch, "zinnen" in het Indonesisch.

Balinees en Indonesisch

ulat
"vlecht" in het Balinees, "rups" in het Indonesisch.

Deens en Duits

blød/blöd
"zacht" in het Deens, "stom" in het Duits.
hose/Hose
"kous" in het Deens, "broek" in het Duits.
stund/Stunde
"poosje" in het Deens, "uur" in het Duits.
øl/Öl
"bier" in het Deens, "olie" in het Duits.

Deens en Engels

ansvar/answer
"verantwoording" of "verantwoordelijkheid" in het Deens, "antwoord" in het Engels.
flæsk/flask
"varkensvlees" in het Deens, "fles" of "flacon" in het Engels.
time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Deens.

Duits en Engels

also
"zo" of "dus" in het Duits, "ook" in het Engels.
bekommen/become
"krijgen" in het Duits, "worden" in het Engels.
belieben/believe
"wensen" in het Duits, "geloven" in het Engels.
Böttcher/butcher
"kuiper" in het Duits, "slager" in het Engels.
deutsch/Dutch
"Duits" in het Duits, "Nederlands" in het Engels.
restlos/restless
"volkomen" in het Duits, "rusteloos" in het Engels.
Schnake/snake
"langpootmug" in het Duits, "slang" in het Engels.

Engels en Esperanto

curious/kurioza
"nieuwsgierig" in het Engels, "curieus" in het Esperanto.
demand/demandi
"eisen" in het Engels, "vragen" (om informatie, niet om te verzoeken) in het Esperanto.
forest/foresto
"bos" in het Engels, "afwezigheid" in het Esperanto.
me/mi
"mij" in het Engels, naast "mij" ook "ik" in het Esperanto.
sane/sana
"gezond" (met betrekking tot verstand) in het Engels, "gezond" (in algemene zin) in het Esperanto.
we/vi
"wij" in het Engels, "jij/jullie/u" in het Esperanto.

Engels en Frans

car
"auto" in het Engels, "bus" in het Frans.
coin
"munt" in het Engels, "hoek" in het Frans.
douche
"irrigator" of "vaginale douche" in het Engels, "stortbad" in het Frans.
escalator/escalier
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Frans.
large
"groot(schalig)" in het Engels, "breed" in het Frans.
library/librairie
"bibliotheek" in het Engels, "boekwinkel" in het Frans.
location
"locatie" in het Engels, "huur" in het Frans.
pain
"pijn" in het Engels, "brood" in het Frans.
porc/pork
"varkensvlees" in het Engels, "varken" in het Frans.
sensible
"merkbaar", "verstandig" of "praktisch" in het Engels, "gevoelig" in het Frans.

Engels en Fries

mosque/mosk
"moskee" in het Engels, "mus" in het Fries.
slate/sleat
"lei" of "kerfstok" in het Engels, "sloot" in het Fries.

Engels en Noors

time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Noors.
sky
"hemelgewelf" in het Engels, "wolk" in het Noors.

Engels en Spaans

escalator/escalera
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Spaans.

Engels en Tsjechisch

boot/bota
"laars" in het Engels, "schoeisel" in het Tsjechisch.
holy/holý
"heilig" in het Engels, "kaal" in het Tsjechisch.
pole
"paal" of "pool" in het Engels, "veld" in het Tsjechisch (vaker dan "pool").

Frans en Italiaans

assez/assai
"genoeg" of "tamelijk" in het Frans, "zeer" in het Italiaans

Frans en Noors

fromage/fromasj
"kaas" in het Frans, "bavarois" in het Noors (Bokmål)

Frans en Spaans

cadenas
"hangslot" in het Frans (enkelvoud en meervoud, klemtoon op derde lettergreep), "kettingen" in het Spaans (meervoud van "cadena", klemtoon op tweede lettergreep).
sol
"bodem" in het Frans, "zon" in het Spaans.

Fries en Gronings

nuver
"raar", "vreemd" in het Fries, "leuk" of "mooi" in het Gronings.

Fries en Vlaams

kobbe
"kokmeeuw" in het Fries, "spin" in het West- en het Oost-Vlaams (ook Zeeuws).

Italiaans en Spaans

burro
"boter" in het Italiaans, "ezel" in het Spaans.

Kodisch en andere talen van Soemba

rara
"geel" in het Kodisch, "rood" in andere Soembanese talen.

Pools en Tsjechisch

jagoda/jahoda
"bes" in het Pools, "aardbei" in het Tsjechisch.
kwiecień/květen
"april" in het Pools, "mei" in het Tsjechisch.
szukać/šukat
"zoeken" in het Pools, een vulgaire uitdrukking voor "geslachtsgemeenschap hebben" in het Tsjechisch.