Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lijst van valse vrienden

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm of klank op een woord uit een andere taal lijken maar niet dezelfde betekenis hebben.

Dit kan zodanig zijn dat er bij de taalgebruiker verwarring ontstaat. Die verwarring uit zich in versprekingen, in vertaalfouten of in verkeerd begrijpen. Ze kan ook bewust gebruikt worden om een humoristisch effect te verkrijgen, bijvoorbeeld met meertalige woordspelingen.

Hieronder een lijst van valse vrienden.

Nederlands en andere talen

Afrikaans

aankondig
niet alleen "aankondigen", ook "bekendmaken" (van iets dat er al is) en "afkondigen".
aardig
niet "aardig" maar "onaangenaam", "snaaks". Ook "aantrekkelijk".
amper
niet "nauwelijks" maar "bijna".
amptelik
niet "ambtelijk" maar "officieel".
applikasie
niet alleen "applicatie" maar ook "sollicitatie".
biljoen
niet "biljoen" maar "miljard" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
bloot
niet "naakt" maar "slechts, alleen maar".
braai
niet "braden" maar "barbecueën". Verwant hieraan is braaivleis (niet "braadvlees" maar "barbecuevlees").
dadelik
niet "straks" maar "onmiddellijk" (deze betekenis wordt soms ook in het Nederlands gebruikt).
dam
niet de "dam" van een stuwmeer maar het meer zelf.
die
niet "die" maar "de" of "het".
dit
niet "dit" maar "het" (persoonlijk voornaamwoord, 3e persoon enkelvoud, onzijdig).
eland
niet eland (Alces alces) maar elandantilope (Taurotragus oryx).
hoof
niet alleen "hoofd" (van een mens of een paard) maar ook "kop" (andere dieren).
kaasburger
In het Nederlands bevindt zich kaas in een burger, i.t.t. een cheeseburger. In het Afrikaans is een "kaasburger" een leenvertaling van "cheeseburger". De kaas zit onder of op het vlees.
klaarkom
niet "klaarkomen" maar "goed met iets of iemand kunnen opschieten".
kombuis
de "keuken", niet alleen op een schip maar ook in huis of een restaurant (letterlijk en figuurlijk).
kop
niet alleen hoofd van een dier maar ook van een mens (niet informeel).
kophou
niet "zijn kop houden", "zwijgen" maar "kalm blijven", "zich niet van de wijs laten brengen", "zijn kop erbij houden".
lemoen
niet "limoen" maar "sinaasappel".
lokasie
niet "locatie" maar een type woongebied. Tegenwoordig wordt hiervoor, ook in het Afrikaans, het Engelse woord township gebruikt.
na
niet "na" maar "naar" (ná is na).
net
niet "zojuist" en niet alleen "precies" maar (ook) "slechts".
neuk
niet "geslachtsgemeenschap hebben" maar
ek gaan jou neukik ga je een klap verkopen
hou op om met die stoel te neuk en eet jou koshou op met klieren met die stoel en eet je bord leeg
jy neuk al weer stroomop, knapieje gaat de verkeerde kant op, joh.
parmantig
eerder "brutaal" dan "zelfbewust" of "al te deftig".
poes
nooit een kat; schuttingwoord voor vagina.
seekoei
niet "zeekoe" maar "nijlpaard".
skarminkel
niet "mager mens of dier" maar "onbetrouwbaar, onguur persoon".
triljoen
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
vinnig
niet "vinnig" maar "snel".
visarend
niet "visarend" (Pandion haliaetus) maar "Afrikaanse zeearend" (Haliaeetus vocifer).
wat
kan ook die of dat betekenen: ek sien 'n man, wat daar loopik zie een man die daar loopt.

Albanees

dyzet
niet "duizend" maar "veertig".
jo
niet "ja" maar "nee".
mokër
niet "mokerhamer" maar "molensteen".
pjepër
niet "peper" maar "meloen".

Arabisch

kalab
geen "kalf" maar een "hond"
rabbi
niet een "rabbi" maar "mijn Heer" (doorgaans God).

Armeens

Deens

advisere
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden", "op de hoogte brengen".
agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
ansvar
niet "antwoord" maar "verantwoordelijkheid".
artig
niet "aardig" maar "welopgevoed".
beklage
niet "zich beklagen" maar "betreuren".
bekvem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
belemre
niet "belemmeren, versperren" maar "opzadelen, opschepen" (met iets), "lastig vallen".
bonbon
niet "bonbon" (praline) maar "zuurtje".
bord
niet "bord" maar "tafel".
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
drops
niet "dropje(s)" maar "snoepje".
dåse
niet "doos" maar "blikje".
enkel
niet "enkel" maar "simpel", "eenvoudig", "gemakkelijk".
fare
niet "varen" maar "racen", "jagen", "stormen".
flink
niet "flink" maar "aardig".
flæsk
niet (willekeurig) "vlees" maar specifiek "varkensvlees".
forælder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
klarlægge
niet "klaarleggen" maar "uitleggen".
klodsmajor
niet "kletsmajoor" maar "klungel" of "sukkel".
kludder
niet "klodder" maar "rommel", "gedoe".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
kreatur
niet "creatuur" maar "stuk vee".
lærling
niet "leerling" maar "leerjongen".
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
ørlog
niet "oorlog" maar alleen "oorlog op zee".
padde
niet "pad" maar "amfibie".
paprika
niet "paprika" maar "paprikapoeder".
prop
niet "prop" maar "kurk".
pukkel
niet "pukkel" maar "bochel".
rar
niet "raar" maar "aardig", "mooi".
rumpe
niet "romp" maar "billen, achterwerk".
seværdig
niet "zeewaardig" maar "bezienswaardig".
sjofel
niet "sjofel" maar "obsceen", "schunnig".
skoleinspektør
niet "schoolinspecteur" maar "schoolhoofd".
skubbe
niet "schoppen" maar "duwen".
skøn
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
slikke
niet "slikken" maar "likken".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
sprog
niet "spraak" maar "taal".
stovt
niet "stout" (ondeugend) maar "dapper", "stoutmoedig".
straks
niet "zo dadelijk" maar "onmiddellijk".
strejke
niet "strijken" maar "staken".
strikke
niet "strikken" maar "breien".
strop
niet "strop" maar "lusje, riempje".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegl
niet "tegel" maar "baksteen" of "dakpan".
trods
niet "trots" maar "koppig".
uvejr
niet "onweer" maar "slecht weer".
vaffel
niet "waffel" maar "(ijs)wafel" of "hoorntje".
vaje
niet "waaien" maar "wapperen".
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".

Duits

abstimmen
niet alleen "afstemmen", ook "stemmen".
Altertum
niet "ouderdom" maar "oudheid".
Andacht
niet "aandacht" maar "devotie", "vroomheid", "gebed".
Anhalter
niet "aanhouder" (de aanhouder wint) maar "lifter".
Arsch
niet "aars" (feitelijk) maar "kont" (vulgair).
artig
niet "aardig" maar "goed gedragen", "braaf", "gehoorzaam".
aufheben
niet alleen "opheffen" of "optillen" maar ook "bewaren"
aufrecht
niet "oprecht" maar "rechtop".
augenblicklich
niet alleen "ogenblikkelijk" maar ook "momenteel".
ausbilden
niet "uitbeelden" maar "onderwijzen" of "trainen".
(sich) ausleihen
niet "uitlenen" maar "huren".
Ausfahrt
niet "uitvaart" maar "afrit" (van een weg).
aussetzen
niet "uitzetten" maar "blootstellen".
ausweiden
niet "uitweiden" maar "van ingewanden ontdoen".
B (muzieknoot)
niet "B" maar "Bes".
belebt
niet "beleefd" maar "levendig", "druk".
bellen
niet "bellen" maar "blaffen".
bequem
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
Bergente
niet "bergeend" maar "toppereend".
beschildern
niet "beschilderen" maar "bewegwijzeren".
betrachten
niet "betrachten" maar "beschouwen".
bewehren
niet "beweren" maar "wapenen" of "pantseren". sich bewehren: zich bewijzen-->
blöd
niet "bloot" maar "stom" (dom).
bloß
gewoonlijk niet "bloot" maar "slechts, alleen maar".
Bonbon
niet "bonbon" (praline) maar "zuurtje".
Brandgans
niet "brandgans" maar "bergeend".
Brombeere
niet "brombeer" maar "braam".
Brut
niet "bruut" maar "broedsel", "gebroed".
brutal
niet "brutaal" maar "gewelddadig", "agressief".
Brutkasten
niet "broeikas" maar "couveuse".
Dachboden
niet "dakbodem" maar "zolder".
deftig
niet "deftig" maar "voedzaam", "stevig".
doof
niet "doof" maar "stom".
Dose
niet "doos" maar "blikje".
Drops
niet "dropjes" maar "zuurtje".
Dutzend
niet "duizend" maar "dozijn".
dürfen
niet "durven" maar "mogen", "kunnen".
Egel
niet "egel" maar "bloedzuiger".
einladen
niet "inladen" maar "uitnodigen".
eng
niet "eng" in de zin van "griezelig, akelig", alleen "nauw".
erkennen
niet "erkennen" maar "herkennen".
fahren
meestal niet "varen" maar "rijden".
falsch
vaak niet "vals" maar "verkeerd".
Farbe
niet alleen "verf" maar ook "inkt" en "kleur".
faul
niet "vuil" maar "lui" of "bedorven".
fechten
niet "vechten" maar "schermen".
Feierabend
niet "feestavond" maar "einde van de werktijd", "vrije tijd".
Fernseher
niet "verrekijker" maar "televisie".
Flieder
niet "vlier" maar "gewone sering".
Flur
niet "vloer" maar "hal" of "gang".
fördern
niet "vorderen" (vooruitgaan) maar "bevorderen, ondersteunen" of "ontginnen".
Gasthaus
niet "gasthuis" maar "herberg".
gehen
meestal niet "gaan" maar "lopen", vergelijk laufen.
geistig
niet "geestig" maar "geestelijk".
gekocht
niet "gekocht" maar "gekookt".
Gemeindehaus
meestal niet "gemeentehuis" (deze betekenis komt vooral in de Alpen voor), maar "kerkelijk centrum".
gesellig
meestal niet "gezellig" maar "sociaal", "in kudden levend".
Gesellschaft
niet "gezelschap" maar "maatschappij" (zowel bedrijf als samenleving).
geschickt
doorgaans niet "geschikt" maar "handig".
gleich
meestal niet "gelijk" maar "straks".
Gottesdienst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst".
grau
niet "grauw" maar "grijs".
hat
niet "had" maar "heeft".
Hecke
niet "hek" maar "haag", "heg".
herstellen
meestal niet "herstellen" maar "vervaardigen", "tot stand brengen".
hinweisen
meestal niet "heenwijzen" maar "wijzen op".
Jungfrau
niet "jonkvrouw" maar "maagd".
Kachel
niet "kachel" maar "tegel".
keilen
niet "keilen" maar "wiggen".
klar
niet "klaar, gereed" maar "helder, duidelijk".
klarkommen
niet "klaarkomen" maar "goed met iets of iemand kunnen opschieten".
Kleinkind
niet "kleinkind" maar "kleuter".
klettern
niet "kletteren" maar "klimmen, klauteren".
komisch
niet "komisch" maar "merkwaardig".
Kreuz
in de fysische betekenis niet "kruis" maar "rug".
Kreuzungsweiche
niet "kruiswissel" maar "Engels wissel".
Kuchen
niet "koek(jes)" maar "gebak" of "taart".
Kugel
niet alleen "kogel" maar ook "bol(vormig voorwerp)".
kündigen
niet "aankondigen" maar "opzeggen" (bijvoorbeeld van een abonnement of een baan).
Laster
niet "laster" maar "ondeugd" of "vrachtwagen".
laufen
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) meestal niet "lopen" (stappen) maar "hardlopen" (rennen), vergelijk gehen.
lehren
niet "lesnemen" maar "lesgeven".
lernen
niet "lesgeven" maar "lesnemen".
Lesezeichen
niet "leesteken" maar "bladwijzer".
lieb
niet alleen "lief", ook formeel ("beste").
Lust
vaak niet "(wel)lust" maar "plezier" of "zin".
machen
niet alleen "maken" maar ook "doen".
Magd
niet "maagd" maar (dienst)meid.
manche
niet "menige" maar "sommige".
Meer
niet "meer" maar "zee".
mögen
niet "mogen" in de zin van "toestemming hebben" maar alleen "graag hebben".
müssen
niet "moeten" in het algemeen, alleen in de betekenis van noodzaak.
nachweisen
meestal niet "nawijzen" maar "aantonen".
nett
niet "net" maar "aardig", "leuk".
niedrig
niet "nederig" maar "laag(hartig)".
Nougat
niet "nougat" maar "noisette".
Oberst
niet "overste (luitenant-kolonel)" maar "kolonel".
offenbar
niet "openbaar" maar "duidelijk, blijkbaar".
Pappe
geen "pap" maar "karton".
Parole
niet alleen "parool", ook "wachtwoord".
passieren
niet "passeren" maar "gebeuren".
pfeifen
niet "pijpen" (op een fluit spelen) maar "fluiten" (met de mond of een signaalfluitje).
Postbus
niet de brievenbus maar het vervoermiddel.
Recherche
niet "recherche" (politie) maar "opzoeking", "nasporing".
reiten
niet "rijden" (op wielen) maar "paardrijden".
Rente
niet alleen "rente" maar ook "pensioen".
Reue
niet "rouw" maar "berouw".
rodeln
niet alleen "rodelen", maar ook "sleeën".
rüstig
niet "rustig" maar "kranig", "energiek".
satt
niet "zat" in de betekenis van "dronken" maar "vol" (van eten).
sauber
niet "zuiver" maar "rein".
Schild
vaak niet "schild" maar "bord" (naambord, wegwijzer enz.)
schmierig
niet "smerig" maar "vettig".
schön
(enkel valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "mooi".
schreien
niet "huilen" maar "schreeuwen, roepen".
See
der See = het meer (der Genfer See = het meer van Genève).
die See = de zee (die Nordsee = de Noordzee).
seltsam
niet "zeldzaam" maar "vreemd", "eigenaardig".
Sessel
alleen "fauteuil", niet "zetel" in een parlement.
sicher
niet alleen "zeker" maar ook "veilig".
sollen
vaak niet "zullen" maar "moeten" (dwang of verplichting).
Sonnabend
niet "zondagavond" maar "zaterdag".
Sprache
niet alleen "spraak" maar ook "taal".
Sprossen
niet "spruitjes" maar "kiemgroenten" zoals taugé.
Stärke
niet alleen "sterkte" maar ook "dikte" of "zetmeel".
steigern
niet "steigeren" maar "doen stijgen".
Stockbrot
niet het Franse "stokbrood" maar alleen het aan een stokje boven een kampvuur gebakken brood.
stracks
niet "straks" maar "onmiddellijk".
stramm
niet "stram", "stijf" maar "stevig", "kloek".
Streit
niet "strijd" maar "ruzie".
stur
niet "stoer" maar "eigenzinnig".
Tafel
niet "tafel" maar "tabel", "tablet", "schoolbord" of "reep" (Schokolade).
Tanne, Tannenbaum
niet "den, dennenboom" (Pinus) maar "zilverspar". Zie ook: O dennenboom.
Tapete
niet "tapijt" maar "behang".
Tasse
(noordelijk Nederlands) niet "tas" maar "kopje".
Taugenichts
niet "deugniet" ("bengel", "kwajongen") maar "nietsnut", "onbenul".
tief
niet alleen "diep" maar ook "laag".
überflüssig
niet "overvloedig" maar "overbodig".
Unwetter
niet "onweer" maar "noodweer" (slecht weer).
Verlies
niet "verlies" maar "kerker", "vergeetput".
verrückt
niet "verrukt" maar "gek".
verschiedene
niet "verscheidene" maar "verschillende".
verständlich
niet "verstandelijk" of "verstandig" maar "verstaanbaar" of "begrijpelijk".
verstehen
niet alleen "verstaan" maar ook "begrijpen".
versuchen
niet "verzoeken" maar "proberen".
Volkslied
niet in de zin van "nationaal volkslied" maar "oud populair lied" (volksliedje).
Vorjahr
niet "voorjaar" maar "het vorige jaar".
vorüber
niet "voorover" maar "voorbij".
wandeln
niet "wandelen" maar "veranderen".
wandern
zeer zelden "wandelen", nagenoeg altijd "een trektocht maken", "trekken".
weil
niet "terwijl" maar "wijl", "omdat".
werden
vaak niet "worden" maar "zullen".
wie
niet "wie" maar "hoe".
Winkel
niet "winkel" maar "hoek" (meetkunde).
Zaun
niet "tuin" maar "(om)heining", "schutting".
zerstören
niet "verstoren" maar "verwoesten".
Ziegel
niet "tegel" of "zegel" maar "baksteen".
Zirkel
niet "cirkel" maar "passer".

Engels

actual
niet "actueel" maar "echt", "werkelijk".
adequate
niet "adequaat" (positief) maar "net voldoende" (neutraal tot licht negatief).
administration
niet alleen "administratie" maar ook "regering", "bestuur".
alarm
niet alleen "alarm" maar ook "wekker".
all but
niet "allesbehalve" maar juist "nagenoeg".
amber
niet "amber" maar "barnsteen".
another
niet alleen "een andere" maar ook "nog een".
anti-social
niet "antisociaal", eerder "asociaal", ook wel "ongezellig".
argument
niet alleen "argument", ook "ruzie".
arse
niet "aars (anus)" maar de hele bilpartij.
Austria
niet "Australië" maar "Oostenrijk".
baked
(van bijvoorbeeld aardappels): niet "gebakken" maar "gepoft".
barracks
niet "barakken" maar "kazerne".
bathroom
niet alleen "badkamer" maar ook "toilet".
bear
uitsluitend "beer", geen mannelijk varken.
become
niet "bekomen" maar "worden".
billion
niet "biljoen" maar "miljard" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
blackberry
niet "zwarte bes" maar "braam".
brave
niet "braaf" maar "dapper", "moedig".
breed
niet "broeden" maar "kweken" of "opvoeden".
brigadier
niet "brigadier" maar "brigadegeneraal".
broken
niet alleen "gebroken" maar "kapot" in het algemeen.
brutal
niet "brutaal" maar "bruut".
buffalo
niet alleen "buffel" maar ook (in Noord-Amerika: gewoonlijk) "bizon".
can
niet alleen een "kan" maar ook andere, meestal cilindervormige houders, bijvoorbeeld een vuilnisbak of een "conservenblik".
cap
niet "cap" of "kap" maar "pet".
car
niet "kar" maar "auto".
car park
niet "wagenpark" maar "parkeerterrein".
caravan
(Amerikaans) niet "caravan" maar "karavaan".
carbon
eerder "koolstof" dan "carbon".
chef
niet "chef" maar "chef-kok".
chips
(Brits) niet "(aardappel)chips" maar "friet".
Christendom
niet "christendom" maar "christenheid".
coffee shop
niet een verkooppunt van cannabis zoals in Nederland ("coffeeshop") maar "koffiehuis", plaats om koffie te drinken.
collaboration
samenwerking, anders dan het Nederlandse collaboratie ook in positieve zin.
competition
niet "competitie" maar "concurrentie".
copy
niet alleen een "kopie", maar ook een "exemplaar" (van een boek, krant of iets dergelijks).
corn
(Amerikaans) niet "koren" maar "mais".
coster
niet "koster" maar "straatverkoper".
crafty
niet "krachtig" maar "gewiekst".
crippled
niet "kreupel" maar "verminkt".
cunt
niet "kont" maar "kut" of "klootzak" (scheldwoord).
curious
meestal niet "curieus" maar "nieuwsgierig" of "leergierig".
dapper
niet "dapper" maar "goedgekleed'.
decade
niet "decade" (tien dagen) maar "decennium" (tien jaar).
deception
niet "deceptie" maar "bedrog".
deer
niet "dier" maar "hert".
diamond
niet alleen "diamant" maar ook "ruit" (meetkundige figuur en kaartkleur).
dimension
niet alleen "dimensie" maar ook "afmeting".
direction
niet alleen "directie" maar ook "richting".
douche
niet een stortbad maar een instrument voor vrouwelijke hygiëne.
drake
niet "draak" maar "woerd".
drug
niet alleen "narcoticum" maar ook "geneesmiddel".
Dutch
niet Duits maar Nederlands (echter ook wel voor 'Duits' gebruikt zoals in Pennsylvania Dutch).
eagle
niet "egel" maar "adelaar".
eland
niet "eland" maar "elandantilope".
event
niet alleen "evenement" maar ook "gebeurtenis".
eventual
niet "eventueel" maar "uiteindelijk".
factory
niet "factorij" maar "fabriek".
false
zelden "vals", meestal "onjuist".
feel
niet alleen "voelen" maar ook "vinden", "van mening zijn".
find out
niet "een uitvinding doen" maar "ontdekken" of "betrappen".
folder
niet "(reclame)folder" maar oorspronkelijk een "hechtmap" of een "ordner".
football
in de Verenigde Staten en Canada is football een andere sport dan voetbal (dat daar soccer genoemd wordt).
fresh
meestal niet "fris" maar "vers".
frivolous
eerder "onbeduidend" dan "frivool".
gallop
alleen "rengalop", geen "arbeidsgalop".
game
niet alleen "(video)gamen" maar ook "gokken".
gas
niet alleen "gas" maar in Amerikaans-Engels ook "benzine".
genie
niet "genie" maar "[Arabische] geest" (dzjin).
global
niet "globaal" maar "mondiaal" of "wereldwijd".
It goes well
niet "Het gaat wel" maar "Het gaat goed".
goldfinch
niet "goudvink" maar "putter".
grief
eerder "leed" dan "grief".
guest house
niet "gasthuis" maar "guest house" (Engels leenwoord).
hairdos
niet "haardos" maar "kapsels" (meervoud van "hairdo").
half, bijvoorbeeld half three
niet "half drie" maar "half vier" (spraakgebruik, correcter is "half past three").
harness
niet "harnas" maar "tuig", "veiligheidsriemen".
harvest
niet "herfst" maar "oogst".
hat
niet alleen "hoed", ook "muts".
haven
niet "haven" maar "toevluchtsoord".
headline
niet "hoofdlijn" maar "krantenkop".
hernia
niet "(rug)hernia" maar "liesbreuk".
hood
niet "hoed" maar "kap", "muts".
hound
niet "hond" maar "jachthond".
jacob's ladder
niet alleen "jakobsladder" (in diverse betekenissen) maar ook "touwladder".
kerosene
niet "kerosine" maar "petroleum".
knight
niet "knecht" maar "ridder".
lame
niet "lam", "verlamd" maar "kreupel".
lane
niet "laan" maar "pad", "landweg", "straatje", "vaargeul" of "rijstrook".
the last time
niet "de laatste tijd" maar "de laatste keer".
late
niet alleen "laat" maar ook "recent", "voormalig" en "wijlen".
leader
bij bridge niet "leider" maar "degene die uitkomt" (links van de leider).
leek
niet "look" maar "prei".
legal
niet alleen "legaal", ook "juridisch".
lemon
niet "limoen" maar "citroen".
Lent
niet "lente" maar "vastentijd".
liquor
niet uitsluitend "likeur" maar "sterkedrank" in het algemeen.
lime
niet "leem" maar "kalk", ook "limoen" of "vogellijm".
loan
niet "loon" maar "lening".
lorry
niet "lorrie" maar "vrachtwagen"
man/men
niet alleen "man/mannen" maar ook "mens/mensen", "mensheid".
map
niet "map" maar "landkaart".
meaning
niet "mening" maar "betekenis".
meerkat
niet "meerkat" maar "stokstaartje".
mental
niet alleen "mentaal" maar ook "geschift".
minister
niet alleen "minister" maar ook "dominee".
mishandle
niet "mishandelen" maar "verkeerd afhandelen".
missionary
niet alleen (katholieke) "missionaris" maar ook (protestantse) "zendeling".
moth
niet alleen "mot" maar "nachtvlinder" in het algemeen.
neck
niet alleen "nek" maar de hele hals.
nightshade
niet het geslacht "nachtschade" (Solanum) maar de soort "bitterzoet" (Solanum dulcamara) of juist de hele "nachtschade-familie" (Solanaceae).
Norse
niet "Noors" maar "Noords (Scandinavisch)".
novel
niet "novelle" maar "roman".
number
niet alleen "nummer", ook "aantal".
obligation
niet "obligatie" maar "verplichting".
offer
meestal niet "offeren" maar "aanbieden" (offreren).
officer
vaker "(belangrijke) functionaris" dan "officier".
old-timer
niet "oude auto" maar "oud persoon" of "iemand met ervaring".
ordinary
niet "ordinair" (vulgair) maar "gewoon".
the other day
niet alleen "de andere, volgende dag" maar ook "onlangs".
overdo
niet "opnieuw doen" maar "overdrijven".
panty
niet "panty" maar "damesslip" (Noord-Amerika)
paraffin
niet "paraffine" maar "petroleum" (Brits-Engels en Zuid-Afrikaans-Engels).
paragraph
niet "paragraaf" maar "alinea" of "(artikel)lid".
parallel key
niet "parallelle toonsoort" maar "gelijknamige toonsoort".
pathetic
meestal niet "pathetisch" maar "zielig", "barslecht".
pencil
niet "penseel" maar "potlood".
period
niet alleen "periode" maar ook "menstruatie" en (in het Amerikaans) "punt" (taalkunde).
petrol
niet "petroleum" maar "benzine".
petroleum
niet "petroleum" maar "aardolie".
physician
niet "fysicus" maar "arts".
pig
niet "big" maar "varken".
pilot
niet alleen "piloot" maar ook "loods" (navigator).
plant
niet alleen "plant" maar ook "fabriek".
pretend
vaker "doen alsof" dan "beweren".
pretty
niet "prettig" maar "goed", "aantrekkelijk", "aanzienlijk".
proper
niet "proper" (rein) maar onder (vele) andere "goed", "juist" en "degelijk".
psychic
niet "psychisch" maar "paranormaal begaafd".
rare
niet "raar" maar "zeldzaam".
receipt
niet "recept" maar "ontvangstbewijs" (reçu).
recreant
niet "verpozing zoekende" maar "lafaard, afvallige".
rover
niet "rover" maar "zwerver".
rumour
niet "rumoer" maar "gerucht".
run
niet alleen "rennen" maar diverse vormen van "gaan".
Santa Claus
niet "Sinterklaas" maar "de [Amerikaanse] Kerstman".
scholar
niet alleen "scholier" maar ook "geleerde".
Secretary of State
in de VS niet "staatssecretaris" maar minister van Buitenlandse Zaken.
section
niet "sectie" maar "paragraaf".
selected
niet alleen "geselecteerd" maar ook "enkele", "sommige".
service
niet alleen "service" of "dienst" maar ook "reparatie", "onderhoudsbeurt".
shave
meestal niet "schaven" maar "scheren".
shellfish
niet "schelvis" maar "schaaldieren".
silicon
niet "silicone" maar "silicium".
since
niet alleen "sinds" maar ook "aangezien".
sinew
niet "zenuw" maar "pees".
small
niet "smal" maar "klein".
smite
niet "smijten" maar "slaan, treffen".
soldier
niet alleen "soldaat" maar in het algemeen "militair".
solicitor
niet "sollicitant" maar "procureur", "juridisch adviseur" of "notaris".
sparrow
niet "spreeuw" maar "mus".
spot price
niet "spotprijs" maar "locoprijs".
staff
niet "staf" (leidinggevenden), maar "personeel" (in tegenstelling tot klanten, bezoekers).
starve
niet "sterven" maar "verhongeren" (of "rammelen van de honger").
stool
niet "stoel" maar "kruk", ook "stoelgang".
stout
niet "stout, ondeugend" maar "dik, gezet" of "dapper"; of een biersoort.
stuck
niet "kapot" maar "vastgelopen".
surgery
niet alleen "chirurgie" of "operatie" maar ook "spreekuur van een parlementslid met inwoners van zijn/haar kiesdistrict".
table
niet alleen "tabel" maar ook "tafel".
theatre
niet alleen "theater" maar ook "operatiekamer".
thrifty
niet "driftig" maar "zuinig".
thus
niet "dus" maar "zo", "aldus".
tin
niet alleen "tin" maar ook (vooral in Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk) "blikje".
trillion
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).
turtle
niet "tortel" maar "schildpad".
underarm
niet "onderarm" maar "oksel".
undertaker
niet "ondernemer" maar "begrafenisondernemer".
uproar
niet "oproer" maar "tumult".
upset (zelfstandig naamwoord)
niet "opzet" maar "verstoring".
vacancy
niet "vakantie" maar "vacature".
violist
niet "violist" (dat is violinist) maar "altviolist".
warehouse
niet "warenhuis" maar "magazijn".
welfare
niet "welvaart" maar "welzijn".
West Frisian
niet "West-Fries" maar "Westerlauwers Fries".
whitefish
niet "witvis" maar verzamelnaam voor houtingen of "marenen".
who
niet "hoe" maar "wie".
wife
niet "wijf" maar "echtgenote".
will (hulpwerkwoord)
zelden "willen", vrijwel steeds "zullen".
Notatie van getallen

Ook verschilt het gebruik van de leestekens "." en "," in getallen: in het Engels wordt de punt gebruikt als decimaalteken en de komma voor cijfergroepering. In het Nederlands zijn de functies omgekeerd.

Esperanto

homo
niet "homo(seksueel)" maar "mens".
milono
niet "miljoen" maar 1/1000. "Miljoen" is "miliono".
sabato
niet alleen "sabbat" maar ook "zaterdag". Ook niet-joodse Esperantisten gebruiken dit woord.

Estisch

hani
niet "haan" maar "gans".
hunt
niet "hond" maar "wolf".
keel
niet "keel" maar "taal, tong".
korvpall
niet "korfbal" maar "basketbal".
lind
niet "linde" maar "vogel".
piin
niet "pijn" maar "foltering".
puder
niet "poeder" maar "pap".
saalihoki
niet "zaalhockey" maar "unihockey".
soldat
niet "soldaat" maar "boer" (in kaartspellen).
viin
niet "wijn" maar "wodka".

Faeröers

epli
niet "appel" maar "aardappel"

Fins

he
niet "hij" maar "zij" (meervoud).
me
niet "mij" maar "wij".
viina
niet "wijn" maar "vloeistof".

Frans

amateur
niet "hobbyist" maar "liefhebber" (bijvoorbeeld van lekker eten).
un(e) autre
niet alleen "een andere" maar ook "nog een".
l'autre jour
niet "de andere, volgende dag" maar "onlangs".
bah
niet "bah" maar "och kom".
bonbon
niet "bonbon" (praline) maar "snoepje".
brave
niet "braaf" maar "moedig".
campagne
niet alleen "campagne" maar ook "platteland".
canard
niet "kanarie" maar (onder andere) "eend".
canon
niet alleen "kanon" maar ook "loop" (van elk vuurwapen).
champignon
niet "champignon" maar "paddenstoel" in zijn algemeenheid.
chaud
niet "koud" maar "warm".
comédien
niet alleen "komediant" maar ook "toneelspeler".
conducteur
niet "conducteur" (kaartjesknipper) maar bestuurder.
endive
niet "andijvie" maar "witlof".
enlever
niet "inleveren" maar "wegnemen".
ÉU
niet de "Europese Unie" maar de "Verenigde Staten" (États-Unis).
formellement interdit
niet "formeel verboden" maar "streng verboden".
glace
niet "glas" maar "ijs" of "spiegel".
horloge
niet "horloge" maar "klok", "uurwerk".
hôtel
niet alleen "hotel" maar ook "herenhuis".
hôtel de ville
niet "stadshotel" maar "stadhuis".
je
niet "jij" maar "ik".
jus
niet een soort "saus" maar "sap".
M.
meestal niet de beginletter van een voornaam maar "Monsieur" ("Mijnheer").
ma
niet de afkorting van "maandag" maar van "dinsdag".
magasin
niet alleen "magazijn" maar ook "winkel".
mer
niet "meer" maar "zee".
midi
niet "midden", "centrum" maar "zuiden", Station Bruxelles-Midi is Brussel-Zuid. Kan ook "12 uur 's middags" betekenen.
milieu
niet "min of meer natuurlijke leefomgeving" maar "onderwereld" of "midden".
mousse
niet "moes" maar "schuim".
O(uest)
niet "O(ost)" maar "West".
ordinaire
niet "ordinair" maar "gewoon".
parole
niet alleen "parool" maar (vooral in het meervoud) ook "woord".
pasteur
niet "pastoor" maar "dominee".
perroquet
niet "parkiet" maar "papegaai".
pont
niet "veerpont" maar "brug". Ook "dek" (scheepsvloer).
professeur
niet alleen "professor" maar ook "leraar".
rare
niet "raar" maar "zeldzaam".
soupe
niet alleen "soep" maar ook (onder meer in soldatenjargon) "eten".
spectacle
niet "spektakel" maar "voorstelling".
stagiaire
niet alleen "stagiaire" maar ook "stagiair".
temple
niet alleen "tempel" maar ook "protestants kerkgebouw" (Frankrijk).
V(alet)
bij speelkaarten niet de "V(rouw)" maar de "Boer".
volontaire
niet "volontair(e)", "stagiair(e)" maar "vrijwillig(st)er".

Fries

baarch
niet "barg" maar "varken" in het algemeen.
brea
niet "brij" of ('gewoon') "brood" maar "roggebrood".
bil
niet alleen "bil" maar ook "dij".
dyk
niet alleen "dijk" maar ook "weg".
heal
niet "heel" maar "half".
mich
niet "mug" maar "vlieg".
net
niet "ternauwernood" maar "niet".
panne
niet alleen "kookgerei" maar ook "eetbord".
rinne
niet "rennen" maar "lopen".
suertsje
niet "zuurtje" maar "snoepje" in het algemeen.
sûpe
niet "soep" maar "karnemelk".
wei
niet "weide" maar "weg".

Nieuwgrieks

grafiki
niet enkel "grafiek" of "grafisch" maar ook "schriftuurlijk" (Bijbels)
nai
uitgesproken als : niet "nee" maar "ja".
stoma
niet "stoma" maar "mond".
simvouli
niet "symbolen" maar "raad", "advies".

Hindi

teen, tiin (fonetisch)
niet "tien" maar "drie".

Hongaars

bor
niet "bier" maar "wijn".
orr
niet "oor" maar "neus".

IJslands

kind
niet "kind" maar "schaap".
leikhús
niet "lijkenhuis" maar "theater".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
svangur
niet "zwanger" maar "hongerig".
vin
niet alleen "wijn" maar ook "sterkedrank".
tún
niet "tuin" maar "akker".

Indonesisch

air
niet "arrogante houding" of "lucht" maar "water".
(h)ampir
niet "amper" maar "bijna".
jus
niet een soort saus maar "sap".
koran
niet alleen het heilige boek voor moslims maar (zeker zonder hoofdletter): "krant".
sop
niet "(zeep)sop" maar "soep".

Italiaans

avvisare
niet "adviseren" maar "laten weten", "waarschuwen".
caldo
niet "koud" maar "warm", "heet".
cantina
niet "kantine" maar "kelder".
caramella
niet "karamel" maar "snoepje".
carta
niet enkel "kaart" maar ook "papier".
casino
niet "casino" maar "bordeel", ook "herrie" en "rotzooi" (het Italiaanse woord voor "casino" is "casinò").
cocomero
niet "komkommer" maar "watermeloen".
dirigente
niet "dirigent" maar "manager", "leider".
macchina
niet alleen "machine" maar ook "auto".
morbido
niet "morbide" maar "zacht".
nonna
niet "non" maar "oma".
notizia
niet "notitie" maar "(nieuws)bericht".
papa
niet "papa", "vader" maar "paus".
raro
niet "raar" maar "zeldzaam".
scampi
niet zoetwaterreuzengarnaal (Macrobrachium rosenbergii) of andere grote garnaal maar Noorse kreeften (Nephrops norvegicus).

Japans

katana
niet specifiek een samoeraizwaard, maar zwaard in het algemeen.
sake
niet specifiek rijstwijn of -bier, maar alcoholische drank in het algemeen.

Latijn

(Geldig voor het klassiek Latijn)

crocus
niet "krokus" maar "saffraan" (wordt gewonnen uit saffraankrokus).
cultus en cultura
niet "cultuur" maar "bebouwing van het land" of "verering van een god(in)".
cunnilingus
niet "het oraal bevredigen van een vrouw" maar "man die een vrouw oraal bevredigt".
debattuere
niet "debatteren" maar "tegen elkaar stoten".
debilis
niet "debiel" maar "verlamd" of "zwak".
dictator
niet "(absolute) alleenheerser" maar "tijdelijke bevelhebber".
frater
niet "kloosterbroeder" maar "broer".
imbecillus
niet "imbeciel" maar "zwak", "onzelfstandig" (letterlijk: "stokloos", dus niet in staat zelfstandig te staan).
incestum
niet alleen "incest" maar "onkuisheid" in het algemeen.
larva
niet "larve" maar "monster" of "masker".
lector
niet "docent zonder professorstitel" maar "lezer".
mus
niet "mus" maar "muis".
pater
niet "priester" maar "vader".
penna
gewoonlijk niet "pen" maar "veer".
pilum
niet "pijl" maar "speer".
princeps
niet "prins" maar "legeraanvoerder".
qua
niet "wat betreft" maar "waarheen" of "als", "in hoedanigheid van".
solarium
niet "zonnebank" maar "dakterras" of "zonnewijzer".
stola
niet "exclusieve sjerp" maar "jurkachtig gewaad".
tabula
niet "tafel" maar "plankje".
toga
niet "zwart uniform voor juristen en geestelijken" maar "gedrapeerde witte bovenkleding voor mannen".
tuba
niet "tuba" maar "trompet".

Lets

gaiss
niet "gas" maar "lucht".

Nedersaksisch

anmaken
niet "aanmaken" maar "opschieten".
goud
(Gronings): niet "goud" maar "goed".
hai (doorgaans tweemaal) (Gronings)
niet "hai" of "hoi" maar "o jee!" of "vreselijk!"
houwn
niet "houden" maar "slaan" (houwen).
slim
niet "gewiekst" maar "erg".

Noors

agurk
niet "augurk" maar "komkommer".
bergand
niet "bergeend" (Tadorna tadorna) maar "topper(eend)" (Aythya marila).
bord
niet "bord" maar "tafel".
forelder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammel
niet "gammel" maar "oud".
hage
niet "haag" maar "tuin".
hav
niet "haven" maar "zee".
hun
niet "hun" maar "zij".
isregn
niet "ijsregen" maar "ijzel" (Nynorsk).
jeg (uitgesproken als "jij")
niet "jij" maar "ik".
kaffe
niet "café" maar "koffie".
kake
niet "cake" maar "taart".
kappe
niet "kap" maar "jurk".
karbonade
niet een "karbonade" (kotelet), maar een soort platte "gehaktbal".
kinn
niet "kin" maar "wang".
kolonial
niet "koloniaal persoon" maar "kruidenier".
kommune
niet "commune" maar "gemeente".
loff
niet "lof" maar "witbrood"
mulig
niet "moeilijk" maar "mogelijk".
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
regne
niet alleen "rekenen" maar ook "tellen", ook "regenen".
saft
niet "sap" maar "limonade" (van siroop).
slikke
niet "slikken" maar "likken".
straks
niet "straks" maar "nu meteen".
stor
niet "stoer" maar "groot"
tapet
niet "tapijt" maar "behang".

Papiaments

kandela
niet "kandelaar" maar "vuur" of "brand".
kaya
niet "kade" maar "straat".

Pools

bialy [biaauwi]
niet "blauw" maar "wit".
kantor
niet "kantoor" maar "wisselkantoor" (valuta).
stól
niet "stoel" maar "tafel".
syrop
niet "siroop" maar "hoestdrank".
szlachta
niet "geslacht" maar "adel".

Portugees

ler
niet "leren" maar "lezen".
rato
vaker "muis" dan "rat".
viola
niet "viool" maar "gitaar".

Roemeens

cald
niet "koud" maar "warm".
strand
niet "strand" (aan zee) maar "zwembad".

Russisch

doerak
niet "deugniet" maar "idioot".
familija
niet "familie" maar "achternaam" of "familienaam".
klej
niet "klei" maar "lijm".
kopit'
niet "kopen" maar "sparen".
limon
niet "limoen" maar "citroen".
magazin
niet "magazijn" maar "winkel".
na
niet "na" maar "op" of "aan".
ob
niet "op" maar "over".
staryj
niet "star" maar "oud".
stat'
niet "staan" maar "worden".
stol
niet "stoel" maar "tafel".
vakansija
niet "vakantie" maar "vacature".
vy
niet "wij" maar "u" of "jullie".

Schots-Gaelisch

bòrd
niet "bord" maar "tafel".
uisge
niet "whisky" maar "water" of "regen".

Spaans

aceite
niet "azijn" maar "olie".
agua fuerte
niet "sterk water" maar "zoutzuur".
América
niet "Verenigde Staten" maar "(Zuid-)Amerika".
autobombo
niet "autobom" maar "zelfverheerlijking".
avisar
niet "adviseren" maar "informeren" of "waarschuwen".
bomba
niet alleen "bom" maar ook onder meer "pomp".
carro (in Zuid-Amerika)
niet "kar" maar "auto".
carta
niet "kaart" maar "brief".
constipado
niet "verstopt in de darmen" maar "verkouden".
cruz
betekent "kruis", maar bij het opgooien van een munt betekent het niet "kruis" maar "munt".
dirigente
niet "dirigent" maar "leider".
discutir
niet "discussiëren" maar "ruzie maken".
espectáculo
niet "spektakel" maar "voorstelling".
este
niet "west" maar "oost".
gracioso
niet "gracieus" maar "grappig".
guante
niet "want" maar "handschoen".
ma
niet de afkorting van "maandag" maar van "dinsdag".
molestar
niet "molesteren" maar "hinderen".
noticia
niet "notitie" maar "bericht" of "kennis".
oeste
niet "oost" maar "west".
oliva
niet "olijf" maar "olijfboom".
papa
niet "papa" maar "paus" en ook (in Zuid-Amerika) "aardappel".
patata
(noordelijk Nederlands) niet "patat" (frites) maar "aardappel".
suegro/a
niet "zwager" maar "schoonouder".
varón (uitspraak baron)
niet "baron" maar "mannelijk".
vaso
niet "vaas" maar "drinkglas".
yo
niet "jij" maar "ik".

Tsjechisch

Anglican
niet "Anglicaan" maar "Engelsman".
komplexní
niet "ingewikkeld" maar "geïntegreerd" of "totaal-".
mol
niet "mol" maar "mot".
proti-
niet "proto-" of "pro-" maar "anti-".
stul
niet "stoel" maar "tafel".

Turks

on dört
niet "honderd" maar "veertien"
tabak
niet "tabak" maar "bord".
trilyon
niet "triljoen" maar "biljoen" (zie ook korte en lange schaalverdeling).

Zweeds

andakt
niet "aandacht" maar "toewijding" en "korte gebedsdienst".
artig
niet "aardig" maar "hoffelijk".
avisera
niet "adviseren" maar "aankondigen", "melden".
bekväm
niet "bekwaam" maar "comfortabel", "gerieflijk".
bergand
niet "bergeend" maar "toppereend".
besiktiga
niet "bezichtigen" maar "inspecteren".
bisätta
niet "bijzetten", "begraven" maar "naar een mortuarium brengen".
bliva
niet "blijven" maar "worden".
bord
niet "bord" maar "tafel".
brunn
niet "bron" maar "waterput" en "kuuroord".
café
niet "café", "kroeg" maar "koffiehuis".
dike
niet "dijk" maar "sloot" of "greppel".
dimljus
niet "dimlicht" maar "mistlamp".
dra
niet "dragen" maar "trekken".
dränka
niet "drinken" maar "verdrinken" en "onder water zetten".
endiver
niet "andijvie" maar "witlof".
ett
niet "het" maar "een".
flicka
niet "flik" of "flikker" maar "meisje", "jonge vrouw".
flink
niet "flink" maar "behendig".
flott
niet "vlot", "gezwind" maar "chic", "fraai".
fläsk
niet (willekeurig) "vlees" maar specifiek "varkensvlees".
ful
niet "vuil" maar "lelijk".
fäkta
niet "vechten" maar "schermen" en "druk gebaren".
förbanna
niet "verbannen" maar "vervloeken".
fördöma
niet "verdoemen" of "verdommen" maar "afkeuren", "veroordelen".
förklena
niet "verkleinen" maar "kleineren", "geringschatten".
förlisa
niet "verliezen" maar "vergaan", "schipbreuk lijden".
förlåta
niet "verlaten" maar "vergeven".
försöka
niet "verzoeken" maar "proberen".
förälder
niet "voorouder" maar "ouder".
gammal
niet "gammel" maar "oud".
gemak
niet "gemak", "wc" maar "salon", "vertrek".
glasögon
niet "glazen oog" maar "bril".
gudstjänst
niet "godsdienst" maar "kerkdienst".
gurka
niet enkel "augurk" maar ook "komkommer".
hav
niet "haven" maar "zee".
höger
niet "hoger" maar "rechts", "aan de rechterzijde".
kind
niet "kin" maar "wang".
klant
niet "klant" maar "kluns" of "sukkel".
klarlägga
niet "klaarleggen" maar "verklaren", "uitleggen", "verhelderen".
klen
niet "klein" maar "zwak", "broos", "ziekjes".
klok
niet "kloek" maar "wijs".
klä ut
niet "uitkleden" maar "verkleden".
kommun
niet "commune" maar "gemeente".
konstig
niet "kunstig" maar "vreemd", "raar".
korn
niet "koren" maar "gerst".
kurator
niet "curator" maar "maatschappelijk werker".
lapp
niet enkel "lap" maar ook "papiertje", "biljet".
lasarett
niet "lazaret" of "veldhospitaal" maar "ziekenhuis".
lat
niet "laat" maar "lui".
lustig
niet "lustig" maar "komisch", "maf", "mal".
lärjunge
niet "leerjongen" maar "apostel", "volgeling".
mixer
niet "mixer" maar "blender".
mule
niet "muil" maar "bovenlip" (van grote hoefdieren).
nedrig
niet "nederig" maar "laaghartig", "gemeen".
nog
niet "nog" maar "wel", "waarschijnlijk", "genoeg".
obeveklig
niet "onbeweeglijk" maar "onverzettelijk", "onvermurwbaar".
olika
niet "olijk" maar "verschillend".
om
niet "om" maar "over"
ordförande
niet "woordvoerder" maar "voorzitter".
orm
niet "worm" maar "slang".
oväder
niet "onweer" maar "slecht weer", "noodweer".
plåga
niet "plagen" maar "pijnigen", "kwellen".
polotröja
niet "polotrui" maar "coltrui".
rar
niet "raar" maar "lief", schattig" en soms "zeldzaam".
rock
niet "rok" maar "overjas".
rumpa
niet "romp" maar "achterwerk", "billen".
semester
niet "semester" maar "vakantie".
sirat
niet "sieraad", "juweel" maar "versiering", "ornament".
skicklig
niet "schikkelijk" maar "handig", "vakkundig".
skärp
niet "sjerp" (zoals het ongeveer wordt uitgesproken) maar "ceintuur".
skön
(vooral valse vriend in het noordelijk Nederlands) niet "schoon" (rein) maar "aangenaam", "lekker", "mooi".
slaktoffer
niet "slachtoffer" maar "dierenoffer".
slicka
niet "slikken" maar "likken".
snabel
niet "snavel" maar "slurf".
snäll
niet "snel" maar "aardig", "lief".
sorg
niet "zorg" maar "verdriet" en "rouw".
springa
niet "springen" maar "rennen".
spårväg
niet "spoorweg" maar "trambaan".
stor
niet "stoer" maar "groot".
strax
niet "straks" maar "onmiddellijk".
stuva
niet "stoven" (langzaam koken) maar "in witte saus bereiden".
tapet
niet "tapijt" maar "behang".
tegel
niet "tegel" maar "baksteen".
tidig
niet "tijdig" maar "vroeg".
torp
niet "dorp" maar "boerderijtje" en "zomerhuisje op het platteland".
trots
niet "trots" maar "koppigheid", "onwil". Als voorzetsel: "ondanks".
tydlig
niet "tijdelijk" maar "duidelijk".
underdel
niet "onderdeel" maar "onderste deel".
uppfordra
niet "opvorderen", "opeisen" maar "verzoeken", "sommeren".
vikariat
niet "vicariaat" (kerkelijk ambt) maar "tijdelijke aanstelling", "vervangingsbetrekking".
villkor
niet "willekeur" maar "voorwaarde".
vintergröna
niet "wintergroen" (Pyrola) maar "maagdenpalm" (Vinca).
vrede
niet "vrede" maar "woede", "boosheid".
våning
niet "woning" maar "verdieping" en vandaar ook "appartement", "etagewoning".
överse
niet "overzien" maar "over het hoofd zien".

Taalvariëteiten onderling

West-Vlaams en Standaardnederlands

aardig
niet "aardig, sympathiek" maar "eigenaardig, raar".
diek
niet alleen "dijk" maar ook "gracht".
droef
niet "verdrietig, droevig" maar "stout" (ondeugend).
fraai
niet "mooi, knap, welgevormd", maar "braaf, deugdzaam".
je
niet overal "je" maar ook "hij".
knecht
niet "knecht" maar jongen (ook soms knechtejongen of knechtebrok).
preu(t)s
niet "preuts" maar "fier/trots".
snel
niet "vlug" maar "mooi, knap of ook slim" (van personen).
stoet
niet "stout" (ondeugend) maar "dapper".
wuf
niet noodzakelijk negatief bedoeld ("wijf") maar soms ook neutraal "vrouw".
zeuren
niet "dreinen" maar "valsspelen".
zoet
met een korte oe: niet "zoet" maar "zout".

West-Vlaamse dialecten onderling

snake
"slang" in Merkegem, "salamander" of "bloedzuiger" in Stene, "hagedis" in Volkerinkhove, "raar persoon" in België.

Oost-Vlaams en Standaardnederlands

gasten
niet "bezoekers" maar "kinderen"
wijs
niet "verstandig" maar "leuk, geweldig".

Brabants en Standaardnederlands

aorig
niet "aardig" maar "raar", "eigenaardig".
manne
niet alleen "mannen" maar ook "kinderen".
mens
niet alleen "mens" maar ook "man" ("m'ne mens" = "mijn man").
poetse
niet alleen "glimmend boenen" maar ook "schoonmaken".
schoon
niet "rein" maar "mooi".
hak
niet alleen "hak" maar ook "hiel".
klant
niet alleen "koper" maar ook "vriend" of "jongen".
kreuke
eerder "opvouwen" dan "verfrommelen".
legge
niet alleen "leggen" maar ook "liggen".
leuk
soms niet "aardig" maar "lauw" (enclaves in Zuid-Holland) of "vreemd" (West-Friesland).
moei
niet "moeder" maar "tante".
over (twee weke)
soms niet "na (twee weken)" maar "(twee weken) geleden".
schaloos
soms niet "schadeloos" maar "beschadigd".
sluis
soms niet "stuw" maar "stenen bruggetje" (in Amsterdam).
stekelvarke
meestal niet "stekelvarken" maar "egel".
tijelijk
soms niet "tijdelijk" maar "tijdig".

Hollandse dialecten onderling

bakkie
"kopje" in het Zuid-Hollands, "schoteltje" in het West-Fries.
ruigt(e)/rucht
"stro" in het Aalsmeers, "wildgroei" in het Zoetermeers, "hakhout" in het Zaans (in het Brabants begrepen als "onkruid").

Limburgs en Standaardnederlands

brölle
niet alleen "brullen" maar ook "loeien".
het
niet alleen "het" maar ook "zij" (vrouwelijk enkelvoud).
kaetel
niet alleen "ketel" maar ook "kookpan".
sjoew
niet "schuw" maar "bang" of "lelijk", en niet "schouw" maar (de hele) "schoorsteen".
vare
niet alleen "varen" maar ook "autorijden".
wie
niet "wie" maar "hoe", bovendien "als" (in vergelijkende betekenis).
zeim
niet "zeem" maar "appelstroop" (N.B. evenmin "honing", zoals in het Vlaams).

Zeeuws en Standaardnederlands

beleid
eerder "handigheid" dan "bestuur".
bescheid
niet "bewijsstuk" maar "met het oog zichtbaar voorwerp".
gezeggelijk
niet alleen "inschikkelijk" maar ook "aangenaam" (van weer gezegd).
'aeveloôs
niet alleen "haveloos" maar ook "slordig" (in andere betekenissen).
schoef
niet "schuw" maar "wild", "onbeheerst".

Nederlands in Vlaanderen en Nederland

N.B.: veel van de onderstaande woorden gelden in Vlaanderen als substandaard.

Zie ook: Lijst van verschillen tussen het Nederlands in Nederland, Suriname en Vlaanderen
bank (meubelstuk)
in Nederland heet ieder zitmeubel voor twee of meer personen een bank, in Vlaanderen is een bank altijd hard.
bediende
"knecht" of "butler" in Nederland, "witteboordswerknemer" in Vlaanderen.
deftig
"chic" in Nederland, "fatsoenlijk" in Vlaanderen.
kabinet
betekent in Vlaanderen "het geheel van de persoonlijke medewerkers van een minister", in Nederland "het geheel van regeringsministers en staatssecretarissen".
kleed
kan ook jurk betekenen, "een schoon kleedje": een mooi jurkje.
kous
in Nederland wordt alleen beenbedekking tot aan de knie of hoger kous genoemd, in Vlaanderen elke beenbedekker.
kunstacademie
hogeschoolopleiding (HBO) in Nederland, volksschool (met name voor kinderen) in Vlaanderen.
lopen
in Nederland "te voet gaan" (meestal wandelen, soms rennen), in Vlaanderen "rennen".
middag
in Nederland verstaat men onder middag de periode tussen 12.00 uur en de aanvang van de avond (18.00 uur), in Vlaanderen duurt "middag" slechts tot 13 of 14 uur.
morgen
in Nederland verstaat men onder morgen de periode tot 12.00 uur, in Vlaanderen verstaat men onder morgen de periode tot circa 9.00 uur, daarna is het voormiddag tot 12.00 uur.
muntje
klein muntstuk (vaak kleine coupure) of "token" in Nederland, meestal "pepermuntje" in Vlaanderen.
namiddag
begint in Nederland pas rond 16.00 uur maar in Vlaanderen al kort na 12.00 uur.
pan
in Nederland betekent "pan" alles waarin voedsel gekookt of gebraden wordt, in Vlaanderen wordt alleen een koekenpan zo genoemd.
patat
"frieten" in Nederland, "aardappel" in Vlaanderen.
poepen
"ontlasten" in Nederland, "geslachtsgemeenschap hebben" in Vlaanderen.
regent
"bestuurder" (historisch of met negatieve bijklank) in Nederland, "leraar voortgezet onderwijs" in Vlaanderen.
schoon
in Vlaanderen meestal "mooi" (zoals het Duitse schön), in Nederland meestal "rein".
voormiddag
in Nederland loopt de morgen tot 12.00 uur, in Vlaanderen verstaat men onder voormiddag de periode tussen ongeveer 9.00 en 12.00 uur.

Frans in Wallonië en Frankrijk

déjeuner
"ontbijt" in Wallonië, "middagmaal" in Frankrijk.

Brits en Amerikaans Engels

apartment
Br. "kamer", Am. "woning in een flat".
chips
Br. "friet", Am. "chips".
college
Br. "deelinstituut aan universiteit", Am. "universiteit / faculteit".
elk
Br. "eland", Am. "wapiti".
hockey
Br. meestal "(veld)hockey", Am. (en Can.) meestal "ijshockey".
pants
Br. "onderbroek", Am. "pantalon".
sparrow
Br. "mus", Am. "gors".
to table [a motion]
Br. "ter tafel brengen", Am. "onder de tafel schuiven".
yard
Br. "erf", Am. "tuin".

Castiliaans en Latijns-Amerikaans Spaans

bestia
"beest" in Spanje, vaak "paard" in L-A.
camión
Cast. "vrachtwagen", Mex. "autobus".
luego
Cast. "later", Mex. "onmiddellijk".
manteca
Cast. "reuzel, vet", L-A ook "boter" (wat in het Castiliaans altijd als verkleinwoord is: "mantequilla"), informeel "marihuana".
tomar
Cast. meestal "nemen", L-A "zuipen".

Klassiek en Middeleeuws Latijn

adjutare, cantare, natare, spectare etc.
hebben in het KL een intensitief aspect ("voortdurend helpen, zingen etc."), in het ML vaak niet.
animositas
"opgewondenheid" in het KL, "toorn" in het ML.
basilica
"markthal" in het KL, "basiliek" in het ML.
causa
enkel "rechtszaak" en "oorzaak" in het KL, ook "zaak", "ding" in het ML.
civitas
"burgerij" in het KL, "stad" in het ML.
comes
"metgezel" in het KL, "graaf" in het ML.
dux
"(leger)aanvoerder" in het KL, "hertog" in het ML.
imperator
"legeraanvoerder" in het KL (tot 27 v.Chr.), "keizer (van het Heilige Roomse Rijk)" in het ML.
pontifex maximus
"opperpriester" in het KL, "paus" in het ML.
princeps
"(leger)aanvoerder" in het KL, "prins" in het ML.

Vreemde talen onderling

N.B.: als er twee woorden staan betekent het dat het eerste woord voorkomt in de eerstgenoemde taal, en het tweede woord in de als tweede genoemde taal.

Albanees en Duits

gjelbër/gelb
"groen" in het Albanees, "geel" in het Duits.

Albanees en Romaanse talen

verdhë / verde etc.
"geel" in het Albanees, "groen" in Romaanse talen.

Arabisch en Duits

Milch
"zout" in het Arabisch, "melk" in het Duits.

Arabisch en Hebreeuws

lahm/lechem
"vlees" in het Arabisch, "brood" in het Hebreeuws.
medina
eerder "stad" in het Arabisch, en eerder "staat" in het Hebreeuws.
sus (soes)
"kuiken" in het Arabisch, "varken" in het Hebreeuws.

Arabisch en Indonesisch

ayam
"dagen" in het Arabisch, "kip" in het Indonesisch.
kalimat
"woorden" in het Arabisch, "zinnen" in het Indonesisch.

Balinees en Indonesisch

ulat
"vlecht" in het Balinees, "rups" in het Indonesisch.

Deens en Duits

blød/blöd
"zacht" in het Deens, "stom" in het Duits.
hose/Hose
"kous" in het Deens, "broek" in het Duits.
stund/Stunde
"poosje" in het Deens, "uur" in het Duits.
øl/Öl
"bier" in het Deens, "olie" in het Duits.

Deens en Engels

ansvar/answer
"verantwoording" of "verantwoordelijkheid" in het Deens, "antwoord" in het Engels.
flæsk/flask
"varkensvlees" in het Deens, "fles" of "flacon" in het Engels.
sky
"wolk" in het Deens, "hemelgewelf" in het Engels.
time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Deens.
trævl/travel
"vezel" in het Deens, "reis" in het Engels.

Duits en Engels

also
"zo" of "dus" in het Duits, "ook" in het Engels.
bekommen/become
"krijgen" in het Duits, "worden" in het Engels.
belieben/believe
"wensen" in het Duits, "geloven" in het Engels.
Böttcher/butcher
"kuiper" in het Duits, "slager" in het Engels.
Kraft/craft
"kracht" in het Duits, onder meer "vaardigheid" en "(lucht)vaartuig" in het Engels.
deutsch/Dutch
"Duits" in het Duits, "Nederlands" in het Engels.
restlos/restless
"volkomen" in het Duits (of letterlijk zonder rest), "rusteloos" in het Engels.
Schnake/snake
"langpootmug" in het Duits, "slang" in het Engels.
Widder/wether
"ram" in het Duits, "hamel" in het Engels.
ziemlich/seemingly
"tamelijk", "flink" in het Duits, "schijnbaar" in het Engels.

Duits en Zweeds

Tatort/tätort
"plaats delict" in het Duits, "zeker type nederzetting" in het Zweeds.

Engels en Esperanto

curious/kurioza
"nieuwsgierig" in het Engels, "curieus" in het Esperanto.
demand/demandi
"eisen" in het Engels, "vragen" (om informatie, niet om te verzoeken) in het Esperanto.
forest/foresto
"bos" in het Engels, "afwezigheid" in het Esperanto.
me/mi
"mij" in het Engels, naast "mij" ook "ik" in het Esperanto.
sane/sana
"gezond" (met betrekking tot verstand) in het Engels, "gezond" (in algemene zin) in het Esperanto.
we/vi
"wij" in het Engels, "jij/jullie/u" in het Esperanto.

Engels en Frans

car
"auto" in het Engels, "bus" in het Frans.
coin
"munt" in het Engels, "hoek" in het Frans.
douche
"irrigator" of "vaginale douche" in het Engels, "stortbad" in het Frans.
escalator/escalier
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Frans.
large
"groot(schalig)" in het Engels, "breed" in het Frans.
legume/légume
"peulvrucht" in het Engels, "groente" in het Frans.
library/librairie
"bibliotheek" in het Engels, "boekwinkel" in het Frans.
location
"locatie" in het Engels, "huur" in het Frans.
pain
"pijn" in het Engels, "brood" in het Frans.
porc/pork
"varkensvlees" in het Engels, "varken" in het Frans.
sensible
"merkbaar", "verstandig" of "praktisch" in het Engels, "gevoelig" in het Frans.

Engels en Fries

mosque/mosk
"moskee" in het Engels, "mus" in het Fries.
slate/sleat
"lei" of "kerfstok" in het Engels, "sloot" in het Fries.

Engels en Italiaans

estate
"landgoed"/"vastgoed" in het Engels, "zomer" in het Italiaans.

Engels en Noors

time
"tijd" in het Engels, "uur" in het Noors.
sky
"hemelgewelf" in het Engels, "wolk" in het Noors.

Engels en Spaans

escalator/escalera
"roltrap" in het Engels, "trap" in het Spaans.

Engels en Tsjechisch

boot/bota
"laars" in het Engels, "schoeisel" in het Tsjechisch.
holy/holý
"heilig" in het Engels, "kaal" in het Tsjechisch.
pole
"paal" of "pool" in het Engels, "veld" in het Tsjechisch (vaker dan "pool").

Frans en Italiaans

assez/assai
"genoeg" of "tamelijk" in het Frans, "zeer" in het Italiaans.

Frans en Noors

fromage/fromasj
"kaas" in het Frans, "bavarois" in het Noors (Bokmål).

Frans en Spaans

attendre/atender
"wachten" in het Frans, "zich bezighouden (met)" in het Spaans.
bâtir/batir
"bouwen" in het Frans, "kloppen" (van bijv. room) in het Spaans.
cadenas
"hangslot" in het Frans, "kettingen" in het Spaans.
coller/colar
"plakken" in het Frans, "afgieten" in het Spaans.
demander/demandar
"vragen" in het Frans, "gerechtelijk vervolgen" in het Spaans.
diviser/divisar
"delen" in het Frans, "waarnemen" in het Spaans.
doubler/doblar
"verdubbelen" in het Frans, "vouwen" in het Spaans.
embarrassé(e)/embarazado(a)
"gegeneerd" in het Frans, "zwanger" in het Spaans.
enfermer/enfermar
"opsluiten" in het Frans, "ziek worden" in het Spaans.
entendre/entender
"horen" in het Frans, "begrijpen" in het Spaans.
(s')exprimer/exprimir
"(zich) uitdrukken" in het Frans, "uitpersen" in het Spaans.
marcher/marchar(se)
"stappen" of "marcheren" in het Frans, "vertrekken" in het Spaans.
partir
enkel "vertrekken" in het Frans, ook "splijten" in het Spaans.
quitter/quitar
"verlaten" in het Frans, "meenemen" in het Spaans.
rester/restar
"blijven" in het Frans, "aftrekken" in het Spaans.
salir
"bevuilen" in het Frans, "uitgaan" in het Spaans.
sol
"bodem" in het Frans, "zon" in het Spaans.
taper/tapar
"indrukken" in het Frans, "bedekken" in het Spaans.
voler/volar
zowel "vliegen" als "stelen" in het Frans, enkel "vliegen" in het Spaans.

Fries en Gronings

nuver
"raar", "vreemd" in het Fries, "leuk" of "mooi" in het Gronings.

Fries en Vlaams

kobbe
"kokmeeuw" in het Fries, "spin" in het West- en het Oost-Vlaams (ook Zeeuws).

Italiaans en Spaans

burro
"boter" in het Italiaans, "ezel" in het Spaans.
rio
"beek" in het Italiaans, "rivier" in het Spaans.

Kodisch en andere talen van Soemba

rara
"geel" in het Kodisch, "rood" in andere Soembanese talen.

Pools en Tsjechisch

jagoda/jahoda
"bes" in het Pools, "aardbei" in het Tsjechisch.
kwiecien/kveten
"april" in het Pools, "mei" in het Tsjechisch.
szukac/šukat
"zoeken" in het Pools, een vulgaire uitdrukking voor "geslachtsgemeenschap hebben" in het Tsjechisch.

Portugees en Spaans

menina
"meisje" in het Portugees, "gezelschapsdame" in het Spaans.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
Q1862205 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)
rel=nofollow
rel=nofollow