Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jean le Nôtre

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jean Le Nôtre (1575 - Parijs - 1655[1]), vader van de beroemd geworden André Le Nôtre, was een van de tuinarchitecten en tuinlieden van Lodewijk XIII van Frankrijk. De familienaam werd lange tijd ook als "le Nostre" geschreven. Hij werkte met een kleine kring van tuinlieden, die ook ontwerpers waren, voor de koning en de hoge Franse aristocratie.

Bestand:Louvre tuileries.jpg
De Tuileriën in 1615 de dienstwoning van de familie le Nôtre lag bij de manege en het klooster
Bestand:Tuileries.jpg
De tuinen van de Tuileriën, de dienstwoning van de familie le Nôtre lag links van de tuinen.

Jean le Nôtre was de zoon en schoonzoon van een belangrijke tuinlieden. Zijn vader Pierre le Nôtre (1540 - 1593 of 1603) was tuinman van Koningin Catharina de Medicis die in de Franse koninklijke tuinen de Italiaanse renaissancestijl introduceerde. De tuinlieden van de Franse koningen en de koninklijke familie vormden een hecht familienetwerk. Zijn moeder was Marie Jacquelin, oudste dochter van meestertuinman Toussaint Jacquelin. In de Franse hofhouding en binnen de hofstaat huwde men met de dochters van collegae en werden functies binnen de families gehouden. Jean le Nôtre werd "jardinier ordinaire du roi en son grand jardin du pallais du thuilleries" en "maître jardinier du roi". Deze functie gaf hem recht op een dienstwoning aan de zijkant van de tuin, ongeveer waar nu de Rue de Rivoli loopt.

Jean komt in 1608 voor het eerst voor in de lijst van koninklijke bedienden. In 1618 was hij verantwoordelijk voor het onderhoud van alle parterres van de Tuileriën. In 1624 had Jean promotie gemaakt. Hij was nu verantwoordelijk voor alle tuinen van de koning met de opmerking dat hij "daarvoor zal reizen wanneer dat nodig is". Het daaropvolgende jaar werd hij in de hofalmanak, de "Éstat des officiers que le roi veult et entend estre entrenuz" genoemd als "ontwerper van de koninklijke tuinen" met een inkomen van 300 livres.

In 1613 vroeg vader Jean de adellijke "controleur des jardins", Bérard de Maisoncelles om peetvader van zijn zoon te worden. Zo verwierf de jonge André adellijke patronage. De galerijen van de Tuileriën werden door kunstenaars gebruikt als atelier. De jonge André kon dankzij zijn vader en de dienstwoning op het terrein van de Tuileriën kennis nemen van het werk van de kunstenaars die voor het hof werkten en hij verwierf een grondige kennis van tuinkunst, perspectieftekenen, kunst en meetkunde.

Op 26 januari 1637 liet Lodewijk XIII vastleggen dat de 22jarige André het recht had om zijn vader te zijner tijd op te volgen.[2]

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Dominique Garrigues
  2. º Beschikking opgenomen in het boek van Érik Orsenna
rel=nofollow
rel=nofollow