Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

John Newton

Uit Wikisage
Versie door Whaledad (overleg | bijdragen) op 25 feb 2016 om 20:08 (→‎Schrijver en dichter: Geen citaten in NL)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

John Newton (Londen, 24 juli 1725(juliaans) – Olney (Buckinghamshire), 21 december 1807) was een kapitein van een Engels slavenschip, die later predikant werd, zich inzette tegen de slavenhandel en meerdere christelijke liederen schreef, waarvan Amazing Grace het bekendste is.

Biografie

Newton werd geboren te Wapping bij Londen. Zijn moeder, die hem enige religieuze opvoeding gaf, overleed op 11 juli 1732. Zijn vader hertrouwde, en John werd naar school gestuurd in Stratford, Essex, waar hij wat Latijn leerde. Als elfjarige (1736) ging hij met zijn vader mee op zee. Ze maakten zes scheepsreizen samen, tot zijn vader in 1742 afscheid nam van de dienst op zee. Vader Newton werd gouverneur van York Fort, maar verdronk in 1751.

Zijn jeugd werd gekenmerkt door onzekerheden in het geloof en onbeheerst gedrag. Meermaals stond hij oog in oog stond met de dood. Zo miste hij eens de boot die hem en zijn vrienden naar een oorlogsschip moest brengen; vanaf de oever zag hij de boot kantelen en de volledige bemanning verdrinken. Toch bleef hij het geloof afwijzen en raadde hij het ook andere mensen af.

Nadat John Newton in 1943 terugkwam van een reis naar Venetië, werd hij in februari 1744 onder dwang gerekruteerd door de Royal Navy, als bemanningslid van het oorlogsschip Harwich. Hij werd, onder invloed van zijn vader, al snel bevorderd tot middenscheepsmaat. In september 1744 maakte hij de kaping mee van het Franse schip Solide. Toen hij wou deserteren, werd hij voor de ogen van de 350 bemanningsleden bestraft: hij werd met ontbloot bovenlijf aan het traliewerk gebonden, kreeg acht dozijn zweepslagen, en werd gedegradeerd tot een gewoon zeeman.[1]

Later werkte hij onder andere op het slavenschip Levant als steward en leerde de gruwelen kennen van de slavenhandel. Na een ernstige ziekte (waarschijnlijk malaria) vestigde hij zich een tijdland in Sierra Leone, waar hij volgens zijn memoires een zondig leven leidde.

Hoewel hij het geloof niet wilde aannemen, las Newton De Imitatione Christi van Thomas à Kempis.

In 1748 reisde hij met het handelsschip The Greyhound terug naar Engeland. Het schip kwam onderweg in hevige stormen terecht en zonk bijna. Nadat Newton het dek had verlaten, sloegen de zeelui die zijn plek daar hadden ingenomen, overboord. Hijzelf overleefde de storm, maar besefte, zo vertelde hij later, dat hij hulpeloos was en dat alleen God hem kon redden. Voor ze Engeland bereikten, nam Newton de geloofsleer van het evangelisch christendom aan. Hij noteerde 10 maart 1748 als de dag van zijn bekering. Van toen af vermeed hij lasterlijk taalgebruik, gokken en drinken.

Toch werkte hij nog een tijd op de slavenschepen, en promoveerde hij van scheepsmaat tot kapitein. Hij ontwikkelde medegevoel voor de slaven en had de rest van zijn leven wroeging over zijn werk in de slavenhandel. Terugblikkend vond hij dat hij tijdens die periode niet in de volledige betekenis van het woord een ’gelovige’ was en dit pas tot geruime tijd later werd.[2]

In 1750 trouwde hij met Mary Catlett, in St. Margaret’s Church, Rochester (Engeland).[3]

Hij werd een tegenstander van de slavenhandel en stelde zijn memoires ter beschikking van de anti-slavernijbeweging. In 1780 werd hij anglicaans pastoor van de St. Mary Woolchurch in London. Hier had had hij veel invloed op mensen, waaronder William Wilberforce, die zich heel zijn leven, vooral als politicus, inzette voor de afschaffing van de slavernij. Hoewel Newton blind werd, bleef hij tot zijn dood preken.

Schrijver en dichter

In 1767 verhuisde de dichter William Cowper naar Olney. Samen met Newton schreef hij christelijke liederen, die in 1779 uitgegeven werden als de Olney Hymns. Dit werk had een grote invloed op de Engelse hymnologie. Het bevatte Newtons liederen „Glorious Things of Thee are Spoken”, „How Sweet the Name of Jesus Sounds!”, „Let Us Love, and Sing, and Wonder”, „Come, My Soul, Thy Suit Prepare”, „Approach, My Soul, the Mercy-seat”, en „Faith’s Review and Expectation”, dat bekend werd met de openingswoorden „Amazing Grace”. Vele van Newtons en Cowpers liederen werden opgenomen in de bundel Sacred Harp.

Hij schreef ook traktaten in de serie Cheap Repository Tracts, en een anonieme autobiografie: An Authentic Narrative of Some Remarkable And Interesting Particulars in the Life of ———— Communicated, in a Series of Letters, to the Reverend T. Haweiss.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Wikiquote  (en) Citaten van of over John Newton op Wikiquote

Wikisource  (en) Dictionary of National Biography: Newton, John, (1725-1807) op Wikisource

Wikisource  (en) John Newton (1725–1807) op Wikisource

Voetnoten
  1. º John Dunn, A Biography of John Newton, p. 7, New Creation Teaching Ministry, 1994.
  2. º Citaat: „I cannot consider myself to have been a believer in the full sense of the word, until a considerable time afterwards.” in: John Newton, Out of the Depths, Ed. Dennis Hillman. Grand Rapids: Kregel, 2003. p. 84.
  3. º (en) Parish of Rochester
rel=nofollow