Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jan de Bakker

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jan de Bakker (ook bekend als Jan Jansz. van Woerden of verlatijnst tot Johannes Pistorius; ca. 1499 – 15 september 1525 was het eerste slachtoffer van de inquisitie in de Nederlanden. Hij was een rooms-katholiek priester die de leer van de ’Heilige Mis’ en andere katholieke leerstellingen zoals de kinderdoop verwierp.

Leven

Jan was de zoon van een koster, Jan Dirks., die met Erasmus naar school geweest was. Als scholier aan de Hiëronymusschool kwam hij in contact met ideeën van de Reformatie. De schoolrector, Hinne Rode, werd door de Katholieke Kerk verdacht als ketter. Omdat Jans vader hem en ook zijn eigen functie in de kerk wou beschermen tegen problemen, stuurde hij hem naar de Universiteit in Leuven, waar Erasmus toen ook les gaf.

In 1522 ontving Jan de priesterwijding. Hij was een tijdje pastoor in Jacobswoude (een plaats die nu niet meer bestaat) en kwam in 1523 als hulppastoor naar zijn thuisgemeente Woerden. Als lid van de anabaptistische beweging, die een radicale hervorming van het christendom nastreefde, stond Jan de Bakker bekend om zijn afwijzing van de kinderdoop en zijn pleidooi voor volwassenendoop. Zijn overtuigingen brachten hem in conflict met zowel de katholieke als de protestantse autoriteiten van zijn tijd, die de leer van de wederdopers als ketters beschouwden en hard optraden tegen de aanhangers ervan. Zijn preken waren zo sterk reformatorisch gekleurd, dat Jan in de gevangenis gezet werd. Door een volksopstand werd hij bevrijd, waarna hij naar Duitsland vluchtte, waar hij Maarten Luther in Wittenberg bezocht. Na drie maanden keerde hij terug naar Woerden, en men legde hem op om als boetdedoening een bedevaart naar Rome te ondernemen en drie jaar niet op Nederlands grondgebied te komen. Jan deed deze reis niet, maar trok in de plaats daarvan als ondersteuner van de hervormingsgezinden door de Nederlanden. Vervolgens kwam hij weer naar Woerden. Hij legde zijn priestergewaden af, trouwde met Jacoba Jacob Jansz.dochter en zou dan volgens sommigen als bakker gewerkt hebben. Dit valt historisch moeilijk te bewijzen. Mogelijk is zijn naam afgeleid van een familienaam of andere plaatselijke omstandigheden.

In de vroege zomer van 1524 liet paus Adrianus IV een nieuwe aflaat uitroepen. Toen een aflatenverkoper in Woerden verscheen, begon Jan, die niet meer als priester, maar wel nog als diaken actief was, tegen deze aflaat te waarschuwen. Omdat hij hiervoor dreigde gearresteerde te worden, trok hij naar Haarlem.

In mei 1525 werd hij in Amsterdam gearresteerd en beschuldigd van ketterij wegens zijn geloofsovertuigingen. Hij werd in de gevangenis gezet in Den Haag. Van 11 juli tot 7 september 1525 werd hij ondervraagd door inquisiteur Ruardus Tapper, Godschalk Rosemond en Nicolaas Coppin. In zijn eerste verhoor verdedigde hij het afleggen van het priesterambt en zijn huwelijk als in Bijbels opzicht gerechtvaardigd.

Hij dicteerde de vragen van de inquisiteurs en de antwoorden die hij had gegeven aan Guilhelmus (Willem) Gnapheus, een gevangenisgenoot, die op basis hiervan een indirect verslag schreef van de kruisverhoren. In het vonnis wordt hij een lutheraan genoemd, maar dit betekent alleen dat hij een sacramentariër was. Op 15 september 1525 volgde de terechtstelling in Den Haag, in het bijzijn van landvoogdes Margaretha, vele geestelijken en wereldlijke functionarissen. Eerst werd hij ’ontwijd’, men trok hem een kort geel kleed aan en zette hem een zotskap op het hoofd. Hij werd aan de paal gewurgd, en onmiddellijk daarna verbrand. (Andere bronnen stellen dat hij veroordeeld werd tot verdrinking, een straf die toegepast werd op wederdopers. Er kan verwarring ontstaan zijn door de verschillende lotgevallen van anabaptistische martelaren in die periode, waarbij zowel verdrinking als verbranding als straf werden toegepast.)

Zijn vastberadenheid en standvastigheid maakten hem tot een symbool van inspiratie voor volgende generaties anabaptisten.

Pistorius (2)

Hij is niet dezelfde persoon als een vrijwel gelijknamige Duitse theoloog en filosoof Johannes Pistorius de Meer die in 1546 in Meer bij Keulen geboren werd en in 1608 in Leiden stierf. Deze Pistorius werd eveneens beschuldigd van ketterij, maar herriep zijn opvattingen.

Weblinks

rel=nofollow