Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Iatrochemie

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 27 feb 2018 om 11:05 (vertalen/proeflezen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De iatrochemie (afgeleid van het Grieks: ιατρός, iatrós = ’arts’) en χημεία, chemía = letterlijk ’(metaal)gieterij’, ’chemie’) ook wel eens chemiatrie, chemiatriek of chymiatrie genoemd, was het geneeskundige gebruik van door alchemie geproduceerde middelen. Men gebruikte de alchemistische technieken om zo zuiver mogelijke geneesmiddelen te produceren. Deze medische richting werd vooral verspreid door Paracelsus in de 16e eeuw.

Paracelsus probeerde een nauwkeurig verband te leggen tussen een geneesmiddel en de ziekte die ermee werd behandeld. Daartoe formuleerde hij zijn leer over de microkosmos (de mens) en de macrokosmos (zijn omgeving). Beide bestaan beide uit dezelfde substanties. Ziekte zou uitbreken door invloeden van het ’uiterlijke’ mineraal op zijn tegenhanger in het lichaam.

Men zocht een behandeling op basis van het mineraal dat de ziekte veroorzaakte en diende dit toe aan de patiënt. De substanties die men als medicijn wou gebruiken, werden gereinigd met alchemistische methoden zoals ’sublimatie’ en ’destillatie’. Het geheel van alchemistische werkwijzen werd door Paracelsus ook ’spagyriek’ genoemd.

Deze medische richting kon zich uiteindelijk niet doorzetten, omdat niet kon worden aangetoond hoe ziekten aan minerale oorzaken kunnen worden toegeschreven. Johan Baptista van Helmont (1577-1644) probeerde deze theorie verder te ontwikkelen, maar faalde vanwege hetzelfde probleem. De recepten van Paracelsus waren werkzaam, maar de theorie niet.

Van Helmonts onderzoek leidde echter tot de oprichting van de Iatrochemische School in de 16e en 17e eeuw, met Franciscus Sylvius (1614-1672) en Thomas Willis (1621-1675) als boegbeelden. Zij herformuleerden Galenus’ theorie over tegenstellingen in scheikundige terminologie als ’zuur’ en ’alkali’ (basisch) en probeerden fysiologie en pathogenese te verklaren op basis van deze chemische tegenstellingen.

In de 17e eeuw werden de eerste leerstoelen voor iatrochemie ingericht aan Duitse universiteiten:

  • 1609: Benoeming van Johannes Hartmann tot hoogleraar chymiatrie aan de Universiteit van Marburg,
  • 21 februari 1641: Werner Rolfinck wordt benoemd tot hoogleraar iatrochemie aan de Universiteit van Jena.

Belangrijke vroege vertegenwoordigers van iatrochemie waren van Helmont, Martin Ruland de Oudere en Martin Ruland de Jongere. In de loop van de 17e eeuw zorgde François de le Boë (Sylvius) voor een rationelere onderbouwing.

Pas in de 18e eeuw werd de chemie verruimd voor niet-geneeskundige gebruik. In 1750 werd de leerstoel Chemie (vertegenwoordigd door Johan Gottschalk Wallerius) opgericht aan de Zweedse Universiteit van Uppsala in de faculteit filosofie. Dit leidde tot afkeuring van de leden van de faculteit Geneeskunde aan de Universiteit van Uppsala. De achtergrond om een leerstoel Chemie apart van Geneeskunde te beginnen, was het economische belang: er werden economische voordelen verwacht van wetenschappelijke steun voor mijnbouw.

Iatrochemie werd gaandeweg meer vervangen door rationeel-empirische geneeskunde, met name vertegenwoordigd door Herman Boerhaave in Nederland, Friedrich Hoffmann in Duitsland en Thomas Sydenham in Engeland.