Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Astor Pantaléon Piazzolla: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Revert. aub geen eigen Wikisage-artikel vervangen door kopietje van Wikipedia. Alleen Infobox behouden.)
(Versie 331456 van Jules (overleg) ongedaan gemaakt/ En de rest van wat er staat ook maar meteen weg. Stop de Wikipedia-epidemie: stopvandaliseren !)
Label: Ongedaan maken
Regel 1: Regel 1:
{{Zie Luisterrijk}}
{{Zie Luisterrijk}}
[[Bestand:Astor Piazzolla.jpg|thumb|261px|Astor Piazzolla met zijn bandoneon in 1971]]
{{Infobox artiest
{{Infobox artiest
| naam                = Ástor Piazzolla
| naam                = Ástor Piazzolla
Regel 20: Regel 21:
| allmusic            = astor-piazzolla-mn0000607967
| allmusic            = astor-piazzolla-mn0000607967
| lastfm              = Astor+Piazzolla
| lastfm              = Astor+Piazzolla
}}  
}}
'''Astor Piazzolla''' ([[Mar del Plata]], [[11 maart]] [[1921]] – [[Buenos Aires (stad)|Buenos Aires]], [[4 juli]] [[1992]]) was een bekende [[verenigde Staten|Zuid-Amerikaanse]] [[componist]], die [[kamermuziek]] schreef en muziek maakte voor [[symfonie]]-[[orkest]]en. Maar Piazzolla wordt vooral gezien als de componist die de [[Tango|tango]] op een hoger plan bracht en hierdoor internationale bekendheid kreeg en bovendien de [[bandoneon]]<ref name = "Bandoneon">Een grote met knoppen uitgevoerd, op een accordeon lijkend instrument, met tamelijk lastig te hanteren afmetingen en een ingewikkeld vingersysteem.</ref> met een ongeëvenaarde beheersing kon bespelen.
[[Bestand:Bandoneon.jpg|thumb|right|[[Bandoneon]]]]
'''Astor Piazzolla''' ([[Mar del Plata]], [[11 maart]] [[1921]] – [[Buenos Aires (stad)|Buenos Aires]], [[4 juli]] [[1992]]) was een [[Argentinië|Argentijns]] ''tanguero'' ([[Argentijnse tango|tangomuzikant]]), [[bandoneon]]ist en [[componist]]. Zijn [[tango nuevo|nieuwe tangobenadering]] zorgde voor een vernieuwing van de Tango. Piazzolla was een controversiële figuur op muzikaal en [[politiek]] vlak.
 
Tot zijn bekendste werken behoren onder meer ''Libertango'', ''Oblivión'' en ''[[Adiós Nonino]]''. Over dit laatste werk wordt gezegd dat hij in de VS per telefoon te horen kreeg dat zijn vader was overleden. Piazzolla zou zich toen op zijn kamer hebben teruggetrokken en al improviserend op zijn piano dit lied hebben gecomponeerd. "Adiós Nonino" betekent zoveel als "Vaarwel lieve opa".
 
== Biografie ==
=== Opleiding ===
Astor Pantaleón Piazzolla werd op 11 maart 1921 in de kustplaats [[Mar del Plata]] in Argentinië geboren. Hij was enig kind van Vicente Piazzolla en Asunta Mainetti. In 1925 verhuisde de familie naar [[New York (stad)|New York]], waar zij tot 1936 woonden.<ref name="allmusic">All Music, [http://www.allmusic.com/artist/astor-piazzolla-mn0000607967/biography Biografie]</ref>
 
In 1929, toen Piazzolla 8 jaar oud was, gaf zijn vader hem zijn eerste bandoneon. Hij studeerde een jaar bandoneon bij Andrés d'Aquila, met wie hij zijn eerste opname maakte, ''Marionette Spagnol''.
 
In 1933 studeerde hij bij de [[Hongarije|Hongaarse]] [[pianist]] [[Béla Wilda]], leerling van [[Sergej Rachmaninov]], over wie Piazzolla later zei: "Bij hem leerde ik [[Johann Sebastian Bach|Bach]] waarderen." Kort daarna ontmoette hij de beroemde tangozanger [[Carlos Gardel]],<ref name="allmusic" /> die later een goede vriend van de familie werd. Piazzolla kreeg een rol als krantenjongen in de film ''[[El día que me quieras (1935)|El día que me quieras]]'', waarin Carlos Gardel de hoofdrol had.
 
In 1936 keerde Piazzolla terug naar Mar del Plata, waar hij in een aantal tango-orkesten meespeelde en in contact kwam met [[Elvino Vardaro]].<ref name="allmusic" /> Hij hoorde Vardaro's [[Sextet (muziek)|sextet]] op de radio; Vardaro werd later Piazzolla's violist. De originele manier waarop Vardaro de tango benaderde, raakte Piazzolla en hij werd een bewonderaar van Vardaro. Daarop besloot Piazzolla, die toen 17 jaar was, naar Buenos Aires te verhuizen.
 
In Buenos Aires speelde hij bij een aantal tweederangs tango-orkesten tot 1939, tot hij zich realiseerde dat hij eigenlijk bij het orkest ''[[Aníbal Troilo]] y su Orquesta Típica'' wilde spelen. Dit orkest was een van de grootste tango-orkesten van die tijd en Troilo werd als een van de beste bandoneonspelers beschouwd.
 
Om een hoger muzikaal niveau te bereiken nam Piazzolla in 1941 les bij [[Alberto Ginastera]]. Later, in 1943, studeerde hij [[Piano (instrument)|piano]] bij [[Raul Spivak]]. In 1942 trouwde hij met Dede Wolff. Samen kregen zij twee kinderen, Diana en Daniel. Het orkest van Troilo speelde de werken van Piazzolla, maar moest ze grondig arrangeren om ze dansbaar te maken, aangezien men Piazzolla's muziek als van een 'te hoog niveau' ervoer.
 
=== Eigen orkest ===
In 1943 sloeg Piazzolla de klassieke weg in met ''Suite para Cuerdas y Arpas'' en in 1944 ging hij weg bij Troilo's orkest om een orkest te gaan leiden waar [[Francisco Fiorentino]] bij zat. Hij speelde twee jaar samen met Fiorentino en vormde daarna zijn eerste eigen orkest, dat na nog geen drie jaar uiteenviel. Met dit orkest volgde hij zijn creatieve impulsen en ontwikkelde hij een dynamische en harmonische toets. Deze benadering van de tango door Piazzolla was moderner en anders, en veroorzaakte de eerste controversen met de traditionele tangueros.
 
In 1946 componeerde hij ''El Desbande'', wat Piazzolla als zijn eerste officiële tango beschouwde, en kort daarna begon hij [[filmmuziek]] te schrijven.
 
In 1949 vond hij dat het tijd werd om te stoppen met het orkest en de bandoneon, en hij stopte bijna helemaal met tango. Hij zocht iets anders, een ander doel. Hij ging voort met het bestuderen van [[Béla Bartók]] en [[Igor Stravinsky]], hij studeerde orkestdirectie bij [[Hermann Scherchen]] en hij luisterde veel naar [[jazz]]. Zijn zoektocht naar een eigen stijl obsedeerde hem, hij verlangde naar iets anders dat niets met tango te maken had. Alles werd een rommeltje en Piazzolla besloot om de bandoneon te laten vallen en zich aan muziekstudie te wijden. Hij was toen 28 jaar oud.
 
=== Eigen weg ===
Tussen 1950 en 1954 componeerde hij een serie werken die conceptueel duidelijk anders waren dan de tango van dat moment. Dit definieerde verder zijn unieke stijl met als resultaat onder andere de stukken ''Para lucirse'', ''Tanguango'', ''Prepárense'', '' Contrabajeando'', ''Triunfal '' en ''Lo que vendrá''.
 
In 1953 introduceerde hij het werk ''Buenos Aires'' (drie symfonische delen) - gecomponeerd in 1951 - voor de [[Fabien Sevitzky]]-wedstrijd. Piazzolla won de eerste prijs en zijn werk werd in de Facultad de Derecho van Buenos Aires gespeeld door het symfonisch orkest Radio del Estado met de toevoeging van twee bandoneons gedirigeerd door Sevitzky zelf. Alles liep goed, tot er aan het einde van het concert een vechtpartij uitbrak. Het publiek was het er niet mee eens dat de waardigheid van de bandoneon werd afgenomen, door in een symfonieorkest te worden ondergebracht.
 
Een van de prijzen die Piazzolla met de Fabien Sevitzky-wedstrijd won, was een studiebeurs van de Franse regering. Daarmee ging hij in 1954 in [[Parijs (hoofdbetekenis)|Parijs]] bij [[Nadia Boulanger]] studeren, die hij als de beste muziekdocente ter wereld van die tijd beschouwde. Bij Boulanger probeerde Piazzolla zijn tangoverleden en zijn bandoneonwerken te verbergen, denkend dat zijn bestemming in de klassieke muziek lag. Dit misverstand werd vlug uit de wereld geholpen toen hij bij Boulanger zijn hart luchtte en hij voor haar zijn tango ''Triunfal'' voorspeelde. Van haar kreeg hij een mooie aanbeveling: "Astor, uw klassieke stukken zijn goed geschreven, maar de ware Piazzolla is hier. Laat hem nooit achter."
 
=== Bandoneon ===
Na deze periode volgde Piazzolla de raad van Boulanger op en keerde terug naar de tango en naar zijn instrument, de bandoneon. Vroeger moest hij kiezen tussen tango en andere muziekstijlen, maar vanaf toen ''combineerde'' hij deze muziekstijlen. In Parijs componeerde hij een paar tango's voor strijkorkest en begon hij bandoneon staande te spelen (de meeste bandoneonspelers spelen zittend).
 
Toen Piazzolla naar Argentinië terugkeerde, zette hij zijn werk met strijkorkesten voort en vormde hij een groep, de ''Octeto Buenos Aires''. Hij combineerde in dit [[Octet (muziek)|octet]] twee bandoneons, twee [[viool (hoofdbetekenis)|violen]], twee [[contrabas]]sen, een [[cello]] en een [[piano (instrument)|piano]] met elkaar, en veroorzaakte daarmee dat zijn werken nu als innovatief beschouwd worden. Hij week af van de klassieke tango, de traditionele bezetting van het ''orquesta típica '' en maakte [[kamermuziek]], muziek zonder een zanger of dansers. Omdat hij hiermee verder ging dan ooit en zich nog meer verwijderde van de traditionele tango, wekte hij de woede van de orthodoxe tangueros, en werd het doelwit van gemene kritiek. Maar Piazzolla was vastberaden en liet zich niet vermurwen. De media en de studio's waren eveneens vastberaden en er ontbrandde een escalerende koude oorlog. In 1958 verliet hij zijn octet en ging terug naar New York.
 
Tussen 1958 en 1960 werkte hij in de [[Verenigde Staten (hoofdbetekenis)|Verenigde Staten]], waar hij experimenteerde met jazz-tango, wat slechts afwijzende reacties opleverde. Wel schreef hij daar in 1959 zijn beroemde werk ''[[Adiós Nonino]]'' ter nagedachtenis aan zijn overleden vader. Toen hij in rouw terugkeerde naar Argentinië, maakte hij de eerste van zijn beroemde [[kwintet]]ten, die door ''New Tango'' werd gespeeld (met een bezetting van bandoneon, viool, [[contrabas]], piano, en [[elektrische gitaar]]). Met dit kwintet kon Piazzolla het best zijn gevoelens van dat moment uitdrukken.
 
In 1963 speelde hij ''Tres tangos sinfónicos'', voor het eerst gedirigeerd door [[Paul Klecky]]. In 1965 maakte hij twee van zijn belangrijkste opnames, ''Piazzolla at the Philharmonic Hall New York'' en ''El Tango'', gemaakt ter ere van zijn vriendschap met [[Jorge Luis Borges]].
 
In 1966 ging Piazzolla weg bij Dede Wolff. In 1968 begon hij samen te werken met de [[dichter]] [[Horacio Ferrer]], met wie hij de ''Operita María de Buenos Aires'' componeerde. Daarmee vond hij een nieuwe stijl uit, het ''tango-lied''. Rond die tijd ging hij ook in zee met [[Amelita Baltar]].
 
In 1968 ging zijn 'operaatje' ''María de Buenos Aires'' in première en voordat het jaar voorbij was, werd deze zo'n 120 keer opgevoerd en op [[langspeelplaat]] uitgebracht.
 
In 1969 componeerde hij met [[Horacio Ferrer]] ''Balada para un loco'', voorgedragen op het ''First Iberoamerican Music Festival'', waar hij een tweede plaats bemachtigde. Dit werk zou zijn eerste hit worden.


Als enig kind van arme [[Italiën|Italiaanse]] immigranten: [[Vicente Piazzolla|Vicente (Nonino) Piazzolla]] en [[Asunta Mainett]], bracht hij een deel van zijn jeugd door in ''[[Mar del Plata]]'' op zo’n 400 kilometer van [[Buenos Aires]], de hoofdstad van [[Argentinië]]. Hij had een buitengewone carrière, en heeft een reusachtige invloed gehad op vele musici van alle generaties. Zijn oeuvre, doortrokken van de Argentijnse geur en de reuk van de tango, omvat meer dan 1000 composities.
In 1970 keerde hij terug naar Parijs waar hij met Ferrer ''El Pueblo Joven'' componeerde. In hetzelfde jaar vormde hij de groep ''Conjunto 9'', waarmee hij voornamelijk in Buenos Aires en in [[Italië]] optrad. Deze groep was Piazzolla's droom. Deze kamermuziekgroep wilde Piazzolla altijd al om zijn gecompliceerde muziek mee uit te voeren. Om economische redenen werd de groep echter gedoemd tot uiteenvallen.


In Piazzolla's handen werd de tango meer dan alleen maar dansmuziek. Hij creëerde met zijn ''Nuevo Tango'' een volledig nieuw harmonisch en ritmisch vocabulaire, meer geschikt voor de concertzaal dan voor de ballroom. Zijn composities bevatten zowel klassieke vormen als elementen uit de [[jazz]].  
=== Conjunto Electrónico ===
In 1972 speelde Piazzolla voor het eerst in het [[Teatro Colón (Buenos Aires)|Teatro Colón]] in Buenos Aires. In 1973, na een periode waarin hij uitzonderlijk veel werken had geschreven, kreeg hij een [[hartaanval]] waardoor hij het wat rustiger aan moest doen. Datzelfde jaar besloot hij naar Italië te verhuizen, waar hij gedurende vijf jaar een serie opnames maakte. De bekendste werd wellicht ''Libertango'', een werk dat ook in Europa beroemd is geworden.


==Eerste ontwikkelingen==
In deze jaren vormde Piazzolla de groep Conjunto Electrónico, een octet dat bestond uit een bandoneon, een piano en/of een [[elektrische piano]], [[orgel]], [[gitaar]], [[elektrische basgitaar]], [[drums]], [[Synthesizer (muziekinstrument)|synthesizer]] en een viool. Deze groep had niets te maken met de vorige groepen, en velen vonden dat hij meer jazz-rock dan tango speelde, maar Piazzolla zei dat het ''zijn'' muziek was, en dat die meer verwant was met de tango dan met jazz-rock.
[[Afbeelding:Bandoneon.jpg|205px|thumb|left|De [[Bandoneon]].<ref name = "Bandoneon" />]]
In 1925 verhuisde Piazzolla met zijn ouders naar [[New York]]. In 1929, toen Astor 8 jaar was, gaf zijn vader hem zijn eerste bandoneon, die hij op de [[rommelmarkt]] voor 19 dollar had gekocht. Astor studeerde een jaar lang op zijn bandoneon en maakte zijn eerste grammofoonopname van de tango ''Marionette Spagnol'' in de ''[[Radio Recording Studio]]'' in New York in november 1931.  


In 1936 keerde de familie Piazzolla terug naar Argentinië, waar de inmiddels 15 jaar oude Astor ging spelen in diverse tango-orkesten, juist op het moment dat de tango langzaam weer ontwaakte uit zijn relatieve [[lethargie]] die rond 1930 was ingezet. In 1936 begon hij deel te nemen aan lokale groepen die al een paar jaar hadden geprobeerd verbeteringen in de stijl van de tango aan te brengen, maar die genegeerd werden door conservatieve lieden en door de platenmaatschappijen. In die groepen was hij arrangeur en incidenteel ook pianist.
In 1974 ging Piazzolla weg van [[Amelita Baltar]]. Hetzelfde jaar nam hij een prachtige opname op met [[Gerry Mulligan]] en een Italiaans orkest, namelijk ''Summit''. Aníbal Troilo stierf in 1975 en Piazzolla maakte in zijn nagedachtenis ''Suite Troileana'' , een 4-delig werk. Hij nam het op met Conjuncto Electrónico.


==Verdieping van zijn kennis==
In 1976 ontmoette hij zijn laatste vrouw, [[Laura Escalada]]. In december van datzelfde jaar speelde hij een uitzonderlijk concert: ''[[500 motivaciones]]'', speciaal geschreven voor Conjunto Electrónico. In 1977 speelde Piazzolla alweer een gedenkwaardig concert in de [[Olympia (Parijs)|Olympia]] in Parijs, met dezelfde bezetting als voordien, maar met muzikanten die dichter bij rockmuziek stonden. Dit werd de laatste keer dat hij een ''elektrische'' groep had. Hij verliet deze stijl, niet omdat hij vond dat Conjunto Electrónico geen goede muziek maakt, maar hij dacht dat de ''echte Piazzolla'' daar niet floreerde. In 1978 keerde Piazzolla terug tot zijn [[kwintet]] en wijdde zich opnieuw aan kamermuziek en symfonische werken.
Na muzieklessen, onder meer van de Hongaarse pianist [[Bela Wilda]], die zelf weer leerling van [[Rachmaninov]] was geweest, raakte Astor overtuigd van zijn talent en verhuisde in 1938 op zijn zeventiende naar Buenos Aires, de hoofdstad van de tango, voornamelijk met het doel werk als musicus te vinden.  
{{infobox}}
|
<span>
<font>
:<span style="font-size:155%;"><font color=blue>''Hij speelde in diverse orkesten, en voltooide zijn pianostudie en zijn muziektheorie''  
</font>
<span>
|}
Hij maakte deel uit van diverse orkesten. Tussendoor voltooide hij zijn pianostudie en zijn muziektheorie. Over zijn leermeester Bela Wilda zou Piazzolla later zeggen: ''Van hem heb ik van Bach leren houden!'' In 1932 componeerde hij zijn eerste tango ''La catinga'', die echter nooit werd uitgegeven, maar wel als filmmuziek diende.  


Piazzolla ontmoette Carlos Gardel, die een huisvriend van de familie werd, en die hem een rol in een film bezorgde. Hierin speelde Astor een kleine rol als krantenjongen. Het fenomeen film speelde in die jaren een belangrijke rol in de historie van de tango. Piazzolla's relatie met die omgeving was moeilijk; een mengsel van liefde en verachting, bewondering en wrok. Zijn strijd tegen de middelmatigheid en het [[conservatisme]] die diepgeworteld waren binnen de wereld van de tango vond plaats in de eigen orkesten of in donkere buitenwijken. Deze strijd werd hem niet altijd in dank afgenomen. Hij nam geleidelijk aan steeds meer afstand van de tango en de bandeon. Later besloot hij zelfs hier helemaal mee te stoppen en ging op zoek naar zijn eigen stijl van componeren.
=== Wereldberoemd ===
De volgende tien jaar waren de beste wat Piazzolla's populariteit betreft. Hij speelde in [[Europa (werelddeel)|Europa]], [[Zuid-Amerika]], [[Japan (hoofdbetekenis)|Japan]] en de [[Verenigde Staten (hoofdbetekenis)|Verenigde Staten]]. Tot 1990 werkte hij uitsluitend met zijn kwintet, en daarna werkte hij met een [[Sextet (muziek)|sextet]], zijn laatste gezelschap. Er zijn veel live-opnames van de concerten uit die periode, voornamelijk op [[Compact disc|cd]].


==Verdere studie==
In 1982 schreef hij ''Le Grand Tango'' voor cello en piano, opgedragen aan de Rus [[Mstislav Rostropovitsj]], een van de bekendste [[cellist]]en van zijn tijd, en voor het eerst door hem uitgevoerd in 1990 in [[New Orleans (stad)|New Orleans]]. In juni van het jaar 1983 speelde hij een programma gewijd aan zijn eigen muziek in het [[Teatro Colón (Buenos Aires)|Teatro Colón]] in Buenos Aires, het walhalla van de klassieke muziek in Argentinië. Voor de gelegenheid herschikte hij de groep Conjunto 9 en speelde solo met een symfonisch orkest gedirigeerd door [[Pedro I. Calderón]].
Astor Piazzolla begon te verlangen naar meer verdieping van zijn muzikale kennis en kwam in contact met [[Alberto Ginastera]], één van de grote Argentijnse componisten in die tijd en krijgt vanaf 1941 les van hem. In 1943 begon Piazzolla met het componeren van zijn klassieke werken, zoals de ''Suite para Cuerdas y Arpas''. Hij bestudeerde grote componisten als [[Béla Bartok]] en [[Igor Stravinsky]], en verdiepte zich in de jazz en neemt ook nog directielessen.  


In 1953 stuurde hij een driedelig symfonisch werk, getiteld ''[[Buenos Aires]]'', in voor de ''[[Fabien Sevitzky-competitie]]'', genoemd naar [[Fabien Sevitzky]]; één van de grote dirigenten van het ''[[Indianapolis Symphony Orchestra]]'' en gastdirigent bij vele andere orkesten. Geheel tegen zijn verwachting in won hij de prijs en ontving hij een beurs om in [[Frankrijk]] [[compositie]] te gaan studeren. Zijn studie daar zette hem op het spoor naar zijn eigen stijl; de stijl die later wereldberoemd werd. Zijn lerares daar, [[Nadia Boulanger]] die grote componisten als [[Aaron Copland]] en [[Philip Glass]] als leerling had gehad, wees hem de weg terug naar de bandeon en de tango. Zij maakte hem attent op zijn kennis en scholing in jazz en klassieke muziek en spoorde hem aan dit te gebruiken voor een ''andere'' benadering van de tango. Astor Piazzolla ontdekte hierdoor, dat verfijnde muziek en de tango elkaar niet in de weg hoeven te zitten of uit te sluiten, en bracht dit in zijn composities tot uitdrukking.  
In 1984 speelde hij met de zangeres [[Milva (zangeres)|Milva]] in de ''Bouffes du Nord'' te Parijs en in [[Wenen (hoofdbetekenis)|Wenen]] met het Quinteto Tango Nuevo waar hij het live-album ''Live in Wien'' opnam. Hij speelde in [[Berlijn (hoofdbetekenis)|Berlijn]] en in het theater [[muziekcentrum Vredenburg|Vredenburg]] in [[Utrecht (stad)|Utrecht]], waar VPRO-regisseur [[Theo Uittenbogaard]] opnamen maakte en hem – tot zijn grote genoegen – liet spelen tegen de achtergrond van de extreem uitvergrote live-projectie van zijn bandoneon <ref>[https://www.youtube.com/watch?v=uuy51H55Fns&list=PL3tFrp-3cLmp6PyYyP9_bjkwpVV527IMq Astor Piazzolla y su Quinteto Tango Nuevo, live in Utrecht (1984) - Youtube-playlist van het hele concert]</ref>
{{infobox}}
:
|
''This is our music from today's Buenos Aires,'' zei Piazzolla ter gelegenheid van dit concert in Utrecht , ''We have been playing this music with this group since 1960. When we started with this music in 1960, people did not understand the music. Today, 25 years later, this music is still not understood. This is not a joke, this is the truth. But there are many young people who understand us. It is the young people who think and look ahead to the future. But the people who always look back will never understand my music or that of others. I am only interested in the future. I believe in the future of my country Argentina, and in the future of the new tango. If you love our music, we love you. If you don't like our music, we love you too.''  
<span>
<font>
:<span style="font-size:155%;"><font color=blue>''Piazzolla ontdekte, dat verfijnde muziek en de tango elkaar niet in de weg hoeven te zitten''  
</font>
<span>
|}


Al in 1955 zette hij met deze nieuwe benadering de wereld van de tango op zijn kop, door een [[octet]] te vormen, dat de tango speelde als een zelfstandig stuk kamermuziek en niet, zoals gebruikelijk, als begeleiding van zangstemmen of dans. Dat zelfde jaar nam hij met de Parijse Opera Orchestra, met [[Martial Solal]] aan de piano en Piazzolla zelf op bandoneon 16 nummers op. Dat was een ware waterval van tango's waaronder zijn beroemde ''[[Adiós Nonino]]'',<ref>In Nederland verkreeg deze tango grote bekendheid toen het door Nederlands bekendste bandoneonist [[Carel Kraayenhof]] gespeeld werd op het huwelijk van Prinses Máxima en Prins Willem-Alexander.</ref> dat hij als een ontroerend afscheid schreef bij de dood van zijn vader. De titel van deze tango is een samenvoeging van het Spaanse woord voor ''Vaarwel'' en het Italiaanse woord voor ''Grootvader''. Piazzolla's vader was namelijk Italiaans en werd door Piazzolla's kinderen 'nonino' genoemd.
In 1985 werd hij benoemd tot ereburger van Buenos Aires en speelde het concert voor bandoneon en gitaar, ''Homenaje a Lieja'', gedirigeerd door [[Leo Brouwer (musicus)|Leo Brouwer]] in het vijfde Belgische Internationale Gitaarfestival.


Het ''boegeroep'' en de protesten van de traditionele tangoliefhebbers ging door tot 1958 toen Piazzolla zijn octet ontbond en naar New York City vertrok om daar als arrangeur te gaan werken en zich bezig te gaan houden met de combinatie jazz/tango.  
=== César ===
In 1986 ontving hij een Cesar-prijs voor de filmmuziek bij ''El exilio de Gardel'' en met [[Gary Burton]] nam hij ''Suite for Vibraphone and The New Tango Quintet'', live in het Jazz Festival in [[Montreux]] in [[Zwitserland]] op. In 1987 nam hij met het St. Luke's orkest gedirigeerd door [[Lalo Schifrin]] het ''Concert for Bandoneon'' en ''Three Tangos'' voor bandoneon en orkest op.


==Vruchtbare periode==
Het concert dat plaatsvond in 1987 in [[Central Park (Manhattan)|Central Park]] in New York voor een enorm publiek was een verjongende ervaring voor Piazzolla. De stad waar hij zijn kindertijd doorbracht, waar hij in de ban van Bach en de jazz raakte, en waar hij faalde in 1958, had eindelijk aandacht voor zijn muziek. De opnamen, uitgebracht in de V.S. in de late jaren 80, representeerden zijn levensloop en omvatten onder andere ''Tango Zero Hour'', ''Tango Apasionado'', ''La Camorra'', ''Five Tango Sensations''.
Toen Piazzolla in 1960 terugkeerde naar Buenos Aires, vormde hij zijn eerste kwintet - ''[[La Quinteto Tango Nuevo]]''. Hij experimenteerde veel en verfijnde zijn stijl en probeerde de grenzen van de tango te vinden. In 1965 maakte hij opnamen in de ''[[New York's Philharmonic Hall]]'' en zette gedichten van zijn landgenoot [[Jorge Luis Borges]] op muziek. Twee jaar later maakte hij met de dichter [[Horacio Ferrer]] een zogeheten ''Operita'' ''Maria de Buenos Aires'', die in 1968 in prémiere ging.
{{infobox}}
|
<span>
<font>
:<span style="font-size:150%;"><font color=blue>''Hij experimenteerde veel en probeerde de grenzen van de tango te vinden''  
</font>
<span>
|}
In diezelfde periode schreef hij ook zijn ''tango-canciones'' (tangoliederen), waaronder de hit van die dagen: ''Balada Para un Loco'' (Ballade van een dwaas). Naast orkestmuziek schreef hij ook nog voor diverse films de bijbehorende muziek. Maar het is toch zijn werk met het kwintet ''La Quinteto Tango Nuevo'' dat het beste zal worden onthouden. Hij zag kans samen met de violist [[Fernando Suarez Paz]] en de pianist [[Pablo Ziegler]] en de andere leden van het kwintet, de schoonheid van zijn bandoneon volledig tot zijn recht te laten komen. Er ontstonden zo momenten, dat het nog eens duidelijk werd, dat Astor Piazzolla, nog meer dan als musicus, een katalysator was voor de nieuwe muziek.


==Laatste jaren==
=== Laatste opname en laatste concert ===
[[Afbeelding:Congresgebouw in Buenos Aires.jpg|205px|thumb|right|Congresgebouw in Buenos Aires ]]
In 1988, enkele maanden na het opnemen van wat zijn laatste opname met het kwintet (''La Camorra'') zou zijn, onderging Piazzolla een viervoudige [[Overbruggingsoperatie|bypass]]operatie. Spoedig daarna, vroeg in 1989, vormde hij zijn laatste groep: het Sexteto Nuevo Tango dat uit twee bandoneons, piano, elektrische gitaar, bas en cello bestond. Met deze groep speelde hij in juni 1989 in het [[Teatro Ópera]] te Buenos Aires, wat zijn laatste concert in Argentinië zou zijn en daarna begon hij een uitgebreide tour door de V.S., [[Engeland (hoofdbetekenis)|Engeland]], [[Duitsland (hoofdbetekenis)|Duitsland]] en Nederland.
De jaren 70 begonnen goed voor Piazzolla. Zijn tournee door Europa gaf hem de mogelijkheid om een negendelige groep te vormen om zodoende zijn muziek nog meer inhoud te verschaffen. Maar toen werd in zijn vaderland de bestaande regering verdreven door de conservatieve, militaire [[junta]]. Alles wat Piazzolla aan vernieuwingen had gebracht was nu opeens verdacht en werd uitgelegd als gebrek aan respect voor de traditie, zodat hij plotseling als ongewenst persoon werd beschouwd.  


In 1973 kreeg Piazzolla een hartaanval. Na zijn herstel besloot hij dat het verstandig was voorlopig in [[Italië]] te gaan wonen. Daar vormde hij een groep genaamd de ''[[Conjunto Electrónico]].'' In deze periode produceerde hij ook een van zijn meest gevierde composities: ''Libertango''. 
Tegen het einde van 1989 verliet Piazzolla zijn groep en ging solo spelen met strijkkwartetten en symfonische orkesten. Op 4 augustus 1990 kreeg hij in Parijs een beroerte. Na bijna twee jaar in coma stierf hij op 4 juli 1992 op 71-jarige leeftijd in Buenos Aires.
Toen hij in 1978 genoeg kreeg van de elektronische muziek, vormde Piazzolla een nieuw kwintet en toerde daar uitgebreid mee over de hele wereld. Intussen componeerde hij ook nieuwe kamermuziek en symfonische werken. Zijn reputatie groeide gestaag,waardoor hij een trip in de VS kon gaan maken. Piazzolla produceerde daar in de studio met zijn kwintet en de Amerikaanse producent Kip Hanrahan, wat hij noemde ''het fijnste album van zijn carrière'' en organiseerde in 1987 een groot concert in New York's [[Central Park]].  


Op het hoogtepunt van zijn internationale faam begon Piazzolla's gezondheid sterk achteruit te gaan. Hij onderging een viervoudige [[bypassoperatie]] in 1988, en herstelde daarvan goed genoeg om een internationale tournee te gaan beginnen, waaronder een concert in Argentinië. Niet lang daarna kreeg Piazzolla echter een beroerte waardoor hij niet meer in staat was te spelen of te componeren. Bijna twee jaar later overleed hij in zijn geliefde Buenos Aires. <br/>Hij laat een omvangrijk oeuvre achter maar blijft ook gezien worden als één van de grootste bandoneonspelers van de 20<sup> e</sup> eeuw.
=== Invloed ===
Zijn [[oeuvre]], meer dan 1000 werken omvattend, een karakteristieke carrière en een ongetwijfeld Argentijnse smaak beïnvloeden nog steeds muzikanten van alle generaties in de hele wereld. Voorbeelden zijn de violist [[Gidon Kremer]], de cellisten [[Yo-Yo Ma]] en [[Mayke Rademakers]] het [[Kronos Kwartet]], de pianisten [[Emanuel Ax]] en [[Arthur Moreira Lima]], de gitarist [[Al Di Meola]], de Nederlandse bandoneonist [[Carel Kraayenhof]], de broers Odair en [[Sérgio Assad]] en talrijke kamermuziek- en symfonische orkesten. Zijn carrière werd gekarakteriseerd door zijn esthetisch talent en zijn unieke stijl. In 1981 bereikte [[Grace Jones]] de tweede plaats in de Top 40 met ''I've Seen That Face Before'' waarbij de muziek van het nummer ''Libertango'' werd gebruikt.


==Bekendste werken==
== Bekendste werken ==
* Tangazo: ''Variaciones sobre Buenos Aires'', voor orkest  
* 1968-1970 ''Tangazo: Variaciones sobre Buenos Aires'', voor orkest
:# Lento  
*# Lento
:# Allegro  
*# Allegro
:# Lento  
*# Lento
:# Allegro  
*# Allegro
:# Más lento y muy acanyengado  
*# Más lento y muy acanyengado
* Buenos Aires ( 1953 )
* ''[[Adiós Nonino]]''
* Adiós nonino ( 1959 )
* ''Balada para un loco''
* Balada para un loco (1968)
* ''Buenos Aires''
* Oblivión ( 1972 )
* ''Le Grand Tango''
* Libertango ( 1973 )
* ''Libertango''
* Le Grand Tango ( 1982 )
* ''Oblivión''
* ''Romance del Diablo''
* ''Tango apasionado''


===Werken voor banda ( harmonieorkest )===
== Werken voor banda (harmonieorkest) ==
* Cuatro Estaciones Portenas  
* ''Cuatro Estaciones Portenas''
* Libertango  
* ''Libertango''
* Tango Nro. 1  
* ''Tango Nro. 1''
* Verano porteño  
* ''Verano porteño''
* Chiquilin de Bachin
* ''Chiquilin de Bachin''


===Diversen===
== Externe link ==
* 1943: Suite para cuerdas y arpas
{{Commonscatklein|Astor Piazzolla}}
* 1946: El desbande
* {{en}}[https://web.archive.org/web/20110226042317/http://piazzolla.org/ The Piazzolla Foundation]
* 1952: Rapsodía porteña
* 1953: Buenos Aires
* 1954: Sinfonietta
* 1963: Tres tangos sinfonicos
* 1969: María de Buenos Aires
* 1970: El pueblo joven
* 1973: Libertango
* 1976: 500 motivaciones
* 1979: Concierto para bandoneón
* 1986: El exilio de Gardel


{{Bron|bronvermelding=
{{Appendix|1=bron}}
* [http://www.youtube.com/watch?v=B_TvPltIm9A Oblivión met Astor Piazzolla op YouTube]
{{Bibliografische informatie}}
* {{en}}[http://www.piazzolla.org The Piazzolla Foundation]
{{References}}
}}
{{Commonscat|Astor Piazzolla}}


{{DEFAULTSORT:Piazzolla, Astor}}
{{DEFAULTSORT:Piazzolla, Astor}}
[[Categorie:Argentijns componist]]
[[Categorie:Argentijns componist]]
[[Categorie:Argentijns musicus]]
[[Categorie:Argentijns musicus]]
[[Categorie:Tango|Piazzola, Astor]]
[[Categorie:Tango]]
[[Categorie:20e-eeuws componist]]
 
[[Categorie:Componist van de 20e eeuw|Piazzola, Astor]]
[[Categorie:Componist van de 20e eeuw|Piazzola, Astor]]

Versie van 16 dec 2021 16:21

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Astor Piazzolla met zijn bandoneon in 1971
rel=nofollow
Bandoneon

Astor Piazzolla (Mar del Plata, 11 maart 1921Buenos Aires, 4 juli 1992) was een Argentijns tanguero (tangomuzikant), bandoneonist en componist. Zijn nieuwe tangobenadering zorgde voor een vernieuwing van de Tango. Piazzolla was een controversiële figuur op muzikaal en politiek vlak.

Tot zijn bekendste werken behoren onder meer Libertango, Oblivión en Adiós Nonino. Over dit laatste werk wordt gezegd dat hij in de VS per telefoon te horen kreeg dat zijn vader was overleden. Piazzolla zou zich toen op zijn kamer hebben teruggetrokken en al improviserend op zijn piano dit lied hebben gecomponeerd. "Adiós Nonino" betekent zoveel als "Vaarwel lieve opa".

Biografie

Opleiding

Astor Pantaleón Piazzolla werd op 11 maart 1921 in de kustplaats Mar del Plata in Argentinië geboren. Hij was enig kind van Vicente Piazzolla en Asunta Mainetti. In 1925 verhuisde de familie naar New York, waar zij tot 1936 woonden.[1]

In 1929, toen Piazzolla 8 jaar oud was, gaf zijn vader hem zijn eerste bandoneon. Hij studeerde een jaar bandoneon bij Andrés d'Aquila, met wie hij zijn eerste opname maakte, Marionette Spagnol.

In 1933 studeerde hij bij de Hongaarse pianist Béla Wilda, leerling van Sergej Rachmaninov, over wie Piazzolla later zei: "Bij hem leerde ik Bach waarderen." Kort daarna ontmoette hij de beroemde tangozanger Carlos Gardel,[1] die later een goede vriend van de familie werd. Piazzolla kreeg een rol als krantenjongen in de film El día que me quieras, waarin Carlos Gardel de hoofdrol had.

In 1936 keerde Piazzolla terug naar Mar del Plata, waar hij in een aantal tango-orkesten meespeelde en in contact kwam met Elvino Vardaro.[1] Hij hoorde Vardaro's sextet op de radio; Vardaro werd later Piazzolla's violist. De originele manier waarop Vardaro de tango benaderde, raakte Piazzolla en hij werd een bewonderaar van Vardaro. Daarop besloot Piazzolla, die toen 17 jaar was, naar Buenos Aires te verhuizen.

In Buenos Aires speelde hij bij een aantal tweederangs tango-orkesten tot 1939, tot hij zich realiseerde dat hij eigenlijk bij het orkest Aníbal Troilo y su Orquesta Típica wilde spelen. Dit orkest was een van de grootste tango-orkesten van die tijd en Troilo werd als een van de beste bandoneonspelers beschouwd.

Om een hoger muzikaal niveau te bereiken nam Piazzolla in 1941 les bij Alberto Ginastera. Later, in 1943, studeerde hij piano bij Raul Spivak. In 1942 trouwde hij met Dede Wolff. Samen kregen zij twee kinderen, Diana en Daniel. Het orkest van Troilo speelde de werken van Piazzolla, maar moest ze grondig arrangeren om ze dansbaar te maken, aangezien men Piazzolla's muziek als van een 'te hoog niveau' ervoer.

Eigen orkest

In 1943 sloeg Piazzolla de klassieke weg in met Suite para Cuerdas y Arpas en in 1944 ging hij weg bij Troilo's orkest om een orkest te gaan leiden waar Francisco Fiorentino bij zat. Hij speelde twee jaar samen met Fiorentino en vormde daarna zijn eerste eigen orkest, dat na nog geen drie jaar uiteenviel. Met dit orkest volgde hij zijn creatieve impulsen en ontwikkelde hij een dynamische en harmonische toets. Deze benadering van de tango door Piazzolla was moderner en anders, en veroorzaakte de eerste controversen met de traditionele tangueros.

In 1946 componeerde hij El Desbande, wat Piazzolla als zijn eerste officiële tango beschouwde, en kort daarna begon hij filmmuziek te schrijven.

In 1949 vond hij dat het tijd werd om te stoppen met het orkest en de bandoneon, en hij stopte bijna helemaal met tango. Hij zocht iets anders, een ander doel. Hij ging voort met het bestuderen van Béla Bartók en Igor Stravinsky, hij studeerde orkestdirectie bij Hermann Scherchen en hij luisterde veel naar jazz. Zijn zoektocht naar een eigen stijl obsedeerde hem, hij verlangde naar iets anders dat niets met tango te maken had. Alles werd een rommeltje en Piazzolla besloot om de bandoneon te laten vallen en zich aan muziekstudie te wijden. Hij was toen 28 jaar oud.

Eigen weg

Tussen 1950 en 1954 componeerde hij een serie werken die conceptueel duidelijk anders waren dan de tango van dat moment. Dit definieerde verder zijn unieke stijl met als resultaat onder andere de stukken Para lucirse, Tanguango, Prepárense, Contrabajeando, Triunfal en Lo que vendrá.

In 1953 introduceerde hij het werk Buenos Aires (drie symfonische delen) - gecomponeerd in 1951 - voor de Fabien Sevitzky-wedstrijd. Piazzolla won de eerste prijs en zijn werk werd in de Facultad de Derecho van Buenos Aires gespeeld door het symfonisch orkest Radio del Estado met de toevoeging van twee bandoneons gedirigeerd door Sevitzky zelf. Alles liep goed, tot er aan het einde van het concert een vechtpartij uitbrak. Het publiek was het er niet mee eens dat de waardigheid van de bandoneon werd afgenomen, door in een symfonieorkest te worden ondergebracht.

Een van de prijzen die Piazzolla met de Fabien Sevitzky-wedstrijd won, was een studiebeurs van de Franse regering. Daarmee ging hij in 1954 in Parijs bij Nadia Boulanger studeren, die hij als de beste muziekdocente ter wereld van die tijd beschouwde. Bij Boulanger probeerde Piazzolla zijn tangoverleden en zijn bandoneonwerken te verbergen, denkend dat zijn bestemming in de klassieke muziek lag. Dit misverstand werd vlug uit de wereld geholpen toen hij bij Boulanger zijn hart luchtte en hij voor haar zijn tango Triunfal voorspeelde. Van haar kreeg hij een mooie aanbeveling: "Astor, uw klassieke stukken zijn goed geschreven, maar de ware Piazzolla is hier. Laat hem nooit achter."

Bandoneon

Na deze periode volgde Piazzolla de raad van Boulanger op en keerde terug naar de tango en naar zijn instrument, de bandoneon. Vroeger moest hij kiezen tussen tango en andere muziekstijlen, maar vanaf toen combineerde hij deze muziekstijlen. In Parijs componeerde hij een paar tango's voor strijkorkest en begon hij bandoneon staande te spelen (de meeste bandoneonspelers spelen zittend).

Toen Piazzolla naar Argentinië terugkeerde, zette hij zijn werk met strijkorkesten voort en vormde hij een groep, de Octeto Buenos Aires. Hij combineerde in dit octet twee bandoneons, twee violen, twee contrabassen, een cello en een piano met elkaar, en veroorzaakte daarmee dat zijn werken nu als innovatief beschouwd worden. Hij week af van de klassieke tango, de traditionele bezetting van het orquesta típica en maakte kamermuziek, muziek zonder een zanger of dansers. Omdat hij hiermee verder ging dan ooit en zich nog meer verwijderde van de traditionele tango, wekte hij de woede van de orthodoxe tangueros, en werd het doelwit van gemene kritiek. Maar Piazzolla was vastberaden en liet zich niet vermurwen. De media en de studio's waren eveneens vastberaden en er ontbrandde een escalerende koude oorlog. In 1958 verliet hij zijn octet en ging terug naar New York.

Tussen 1958 en 1960 werkte hij in de Verenigde Staten, waar hij experimenteerde met jazz-tango, wat slechts afwijzende reacties opleverde. Wel schreef hij daar in 1959 zijn beroemde werk Adiós Nonino ter nagedachtenis aan zijn overleden vader. Toen hij in rouw terugkeerde naar Argentinië, maakte hij de eerste van zijn beroemde kwintetten, die door New Tango werd gespeeld (met een bezetting van bandoneon, viool, contrabas, piano, en elektrische gitaar). Met dit kwintet kon Piazzolla het best zijn gevoelens van dat moment uitdrukken.

In 1963 speelde hij Tres tangos sinfónicos, voor het eerst gedirigeerd door Paul Klecky. In 1965 maakte hij twee van zijn belangrijkste opnames, Piazzolla at the Philharmonic Hall New York en El Tango, gemaakt ter ere van zijn vriendschap met Jorge Luis Borges.

In 1966 ging Piazzolla weg bij Dede Wolff. In 1968 begon hij samen te werken met de dichter Horacio Ferrer, met wie hij de Operita María de Buenos Aires componeerde. Daarmee vond hij een nieuwe stijl uit, het tango-lied. Rond die tijd ging hij ook in zee met Amelita Baltar.

In 1968 ging zijn 'operaatje' María de Buenos Aires in première en voordat het jaar voorbij was, werd deze zo'n 120 keer opgevoerd en op langspeelplaat uitgebracht.

In 1969 componeerde hij met Horacio Ferrer Balada para un loco, voorgedragen op het First Iberoamerican Music Festival, waar hij een tweede plaats bemachtigde. Dit werk zou zijn eerste hit worden.

In 1970 keerde hij terug naar Parijs waar hij met Ferrer El Pueblo Joven componeerde. In hetzelfde jaar vormde hij de groep Conjunto 9, waarmee hij voornamelijk in Buenos Aires en in Italië optrad. Deze groep was Piazzolla's droom. Deze kamermuziekgroep wilde Piazzolla altijd al om zijn gecompliceerde muziek mee uit te voeren. Om economische redenen werd de groep echter gedoemd tot uiteenvallen.

Conjunto Electrónico

In 1972 speelde Piazzolla voor het eerst in het Teatro Colón in Buenos Aires. In 1973, na een periode waarin hij uitzonderlijk veel werken had geschreven, kreeg hij een hartaanval waardoor hij het wat rustiger aan moest doen. Datzelfde jaar besloot hij naar Italië te verhuizen, waar hij gedurende vijf jaar een serie opnames maakte. De bekendste werd wellicht Libertango, een werk dat ook in Europa beroemd is geworden.

In deze jaren vormde Piazzolla de groep Conjunto Electrónico, een octet dat bestond uit een bandoneon, een piano en/of een elektrische piano, orgel, gitaar, elektrische basgitaar, drums, synthesizer en een viool. Deze groep had niets te maken met de vorige groepen, en velen vonden dat hij meer jazz-rock dan tango speelde, maar Piazzolla zei dat het zijn muziek was, en dat die meer verwant was met de tango dan met jazz-rock.

In 1974 ging Piazzolla weg van Amelita Baltar. Hetzelfde jaar nam hij een prachtige opname op met Gerry Mulligan en een Italiaans orkest, namelijk Summit. Aníbal Troilo stierf in 1975 en Piazzolla maakte in zijn nagedachtenis Suite Troileana , een 4-delig werk. Hij nam het op met Conjuncto Electrónico.

In 1976 ontmoette hij zijn laatste vrouw, Laura Escalada. In december van datzelfde jaar speelde hij een uitzonderlijk concert: 500 motivaciones, speciaal geschreven voor Conjunto Electrónico. In 1977 speelde Piazzolla alweer een gedenkwaardig concert in de Olympia in Parijs, met dezelfde bezetting als voordien, maar met muzikanten die dichter bij rockmuziek stonden. Dit werd de laatste keer dat hij een elektrische groep had. Hij verliet deze stijl, niet omdat hij vond dat Conjunto Electrónico geen goede muziek maakt, maar hij dacht dat de echte Piazzolla daar niet floreerde. In 1978 keerde Piazzolla terug tot zijn kwintet en wijdde zich opnieuw aan kamermuziek en symfonische werken.

Wereldberoemd

De volgende tien jaar waren de beste wat Piazzolla's populariteit betreft. Hij speelde in Europa, Zuid-Amerika, Japan en de Verenigde Staten. Tot 1990 werkte hij uitsluitend met zijn kwintet, en daarna werkte hij met een sextet, zijn laatste gezelschap. Er zijn veel live-opnames van de concerten uit die periode, voornamelijk op cd.

In 1982 schreef hij Le Grand Tango voor cello en piano, opgedragen aan de Rus Mstislav Rostropovitsj, een van de bekendste cellisten van zijn tijd, en voor het eerst door hem uitgevoerd in 1990 in New Orleans. In juni van het jaar 1983 speelde hij een programma gewijd aan zijn eigen muziek in het Teatro Colón in Buenos Aires, het walhalla van de klassieke muziek in Argentinië. Voor de gelegenheid herschikte hij de groep Conjunto 9 en speelde solo met een symfonisch orkest gedirigeerd door Pedro I. Calderón.

In 1984 speelde hij met de zangeres Milva in de Bouffes du Nord te Parijs en in Wenen met het Quinteto Tango Nuevo waar hij het live-album Live in Wien opnam. Hij speelde in Berlijn en in het theater Vredenburg in Utrecht, waar VPRO-regisseur Theo Uittenbogaard opnamen maakte en hem – tot zijn grote genoegen – liet spelen tegen de achtergrond van de extreem uitvergrote live-projectie van zijn bandoneon [2]

This is our music from today's Buenos Aires, zei Piazzolla ter gelegenheid van dit concert in Utrecht , We have been playing this music with this group since 1960. When we started with this music in 1960, people did not understand the music. Today, 25 years later, this music is still not understood. This is not a joke, this is the truth. But there are many young people who understand us. It is the young people who think and look ahead to the future. But the people who always look back will never understand my music or that of others. I am only interested in the future. I believe in the future of my country Argentina, and in the future of the new tango. If you love our music, we love you. If you don't like our music, we love you too.

In 1985 werd hij benoemd tot ereburger van Buenos Aires en speelde het concert voor bandoneon en gitaar, Homenaje a Lieja, gedirigeerd door Leo Brouwer in het vijfde Belgische Internationale Gitaarfestival.

César

In 1986 ontving hij een Cesar-prijs voor de filmmuziek bij El exilio de Gardel en met Gary Burton nam hij Suite for Vibraphone and The New Tango Quintet, live in het Jazz Festival in Montreux in Zwitserland op. In 1987 nam hij met het St. Luke's orkest gedirigeerd door Lalo Schifrin het Concert for Bandoneon en Three Tangos voor bandoneon en orkest op.

Het concert dat plaatsvond in 1987 in Central Park in New York voor een enorm publiek was een verjongende ervaring voor Piazzolla. De stad waar hij zijn kindertijd doorbracht, waar hij in de ban van Bach en de jazz raakte, en waar hij faalde in 1958, had eindelijk aandacht voor zijn muziek. De opnamen, uitgebracht in de V.S. in de late jaren 80, representeerden zijn levensloop en omvatten onder andere Tango Zero Hour, Tango Apasionado, La Camorra, Five Tango Sensations.

Laatste opname en laatste concert

In 1988, enkele maanden na het opnemen van wat zijn laatste opname met het kwintet (La Camorra) zou zijn, onderging Piazzolla een viervoudige bypassoperatie. Spoedig daarna, vroeg in 1989, vormde hij zijn laatste groep: het Sexteto Nuevo Tango dat uit twee bandoneons, piano, elektrische gitaar, bas en cello bestond. Met deze groep speelde hij in juni 1989 in het Teatro Ópera te Buenos Aires, wat zijn laatste concert in Argentinië zou zijn en daarna begon hij een uitgebreide tour door de V.S., Engeland, Duitsland en Nederland.

Tegen het einde van 1989 verliet Piazzolla zijn groep en ging solo spelen met strijkkwartetten en symfonische orkesten. Op 4 augustus 1990 kreeg hij in Parijs een beroerte. Na bijna twee jaar in coma stierf hij op 4 juli 1992 op 71-jarige leeftijd in Buenos Aires.

Invloed

Zijn oeuvre, meer dan 1000 werken omvattend, een karakteristieke carrière en een ongetwijfeld Argentijnse smaak beïnvloeden nog steeds muzikanten van alle generaties in de hele wereld. Voorbeelden zijn de violist Gidon Kremer, de cellisten Yo-Yo Ma en Mayke Rademakers het Kronos Kwartet, de pianisten Emanuel Ax en Arthur Moreira Lima, de gitarist Al Di Meola, de Nederlandse bandoneonist Carel Kraayenhof, de broers Odair en Sérgio Assad en talrijke kamermuziek- en symfonische orkesten. Zijn carrière werd gekarakteriseerd door zijn esthetisch talent en zijn unieke stijl. In 1981 bereikte Grace Jones de tweede plaats in de Top 40 met I've Seen That Face Before waarbij de muziek van het nummer Libertango werd gebruikt.

Bekendste werken

  • 1968-1970 Tangazo: Variaciones sobre Buenos Aires, voor orkest
    1. Lento
    2. Allegro
    3. Lento
    4. Allegro
    5. Más lento y muy acanyengado
  • Adiós Nonino
  • Balada para un loco
  • Buenos Aires
  • Le Grand Tango
  • Libertango
  • Oblivión
  • Romance del Diablo
  • Tango apasionado

Werken voor banda (harmonieorkest)

  • Cuatro Estaciones Portenas
  • Libertango
  • Tango Nro. 1
  • Verano porteño
  • Chiquilin de Bachin

Externe link

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow