Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Amsterdams busmaterieel (1982-1998): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amsterdams_busmaterieel_(1982-1998)&oldid=37893598 5 jun 2013)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Amsterdams_busmaterieel_(1982-1998)&oldid=41448210 7 jun 2014)
Regel 3: Regel 3:
{{Inhoud beperkt|limit=2}}
{{Inhoud beperkt|limit=2}}


==Tomaatrode (Blauw-grijze) CSA 2-standaardbussen==
==CSA 2-standaardbussen==
===Proefbus===
===Proefbus===
====201 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====201 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
In 1982 werd de tomaatrode CSA2-proefbus 201 gepresenteerd met z'n gespleten bolle voorruit (voorzien van staande [[ruitenwisser]]s zoals de standaard streekbussen), kunststofgrille met gecombineerd DAF/Hainje-embleem en rechthoekige achterlichten. De op het chassis van de RET 925 gebouwde 201 (die zijn oude nummer afstond aan de 928) had nog de drukknoppen en onderbroken voordeurruiten van de CSA1 maar bezat al wel de Soweto-kuipstoelen.
Als opvolger van de wijnrode CSA 1-standaardbus werd de tomaatrode CSA 2 ontwikkeld. Hainje bouwde in 1982 een proefbus op het chassis van de voor RET bedoelde 925 (welk nummer gebruikt werd voor de 928) die nog het interieur van de CSA 1 had maar al wel met de harde Soweto-bankjes achterin was ingericht.


Na de presentatie tijdens de Autobus RAI (1-13 februari 1982) ging hij tussen 13 april en 13 juli op tournee langs de standaardsteden en kwam daarbij op 26 april in Amsterdam aan. De 201 reed achtereenvolgens vanuit West (28-30 april; lijn 15, 18, 19, 21, 23, 26), Zuid/Oost (1-3 mei; lijn 8, 22, 50/51, 53, 56, 59) en Noord (lijn 32, 33, 34, 35, 36, 38, 39). Op 7 mei ging de 201 terug naar Amsterdam om bij te tanken voor zijn bezoekjes aan Utrecht, Den Haag, Groningen, Nijmegen, Maastricht, Breda en Dordrecht.
De 201 werd gepresenteerd tijdens Autobus RAI (1-13 februari 1982) en ging van 13 april tot 13 juli op tournee langs de standaardsteden; 26 april kwam hij naar Amsterdam. De 201 reed bijna een week lang vanuit de garages [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)#Garage West|West]], [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)#Garage Zuid|Zuid/Oost]] en [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)#Garage Noord|Noord]]; 7 mei kwam hij terug om bij te tanken voor zijn bezoekjes aan [[Den Haag]], [[Groningen (stad)|Groningen]], [[Nijmegen]], [[Maastricht]], [[Breda]] en [[Dordrecht (Nederland)|Dordrecht]].


Na afloop van de tournee werd de 201 vernummerd tot 139; in de jaren 90 werd hij ingezet voor personeelsvervoer tijdens uitstapjes van de RET Hengelsportvereniging.
Na afloop van de tournee werd de 201 vernummerd tot 139; in de jaren 90 werd hij ingezet voor personeelsvervoer tijdens uitstapjes van de RET Hengelsportvereniging.


In 2003 begon de 201 een derde carrière als mobiele natuurreservaat tussen Rotterdam Centraal en Biennale; daarna werd hij verkocht aan een particulier en verbleef hij een tijdje in de haven van het eens door tweedeurs Mercedes/Hainje-standaards gedomineerde Dordrecht. Vervolgens werd de zwaargehavende (!) 201 opnieuw in de verkoop gezet.
In 2003 begon de 201 een derde carrière als mobiele natuurreservaat tussen Rotterdam Centraal en Biënnale; daarna werd hij verkocht aan een particulier en verbleef hij een tijdje in de haven van het eens door tweedeurs Mercedes/Hainje-standaards gedomineerde Dordrecht. Vervolgens werd de zwaargehavende (!) 201 opnieuw in de verkoop gezet.


===Eigen bussen===
===Eigen bussen===
====253-257, 258-344 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====253-257, 258-344 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Vanaf 1983 werd de CSA2 geleverd. Tot 1987 kwamen er in totaal 122 exemplaren in dienst.
Vanaf 1983 werden de CSA2's geleverd aan de standaardsteden. Tot 1987 nam het GVB twee series van in totaal 122 exemplaren in dienst.


De 253-257 eigenlijk bedoeld als onderdeel van de serie 210-252, maar uiteindelijk besloot men om deze als CSA2-proefbussen te leveren.
De 253-257 eigenlijk bedoeld als onderdeel van de CSA 1-serie 210-252, maar uiteindelijk besloot men om deze als CSA2-proefbussen te bouwen.


Tussen 4 en 8 mei 1983 kwam de nog niet afgeleverde 253 naar Amsterdam voor proeven. Pas op 10 mei arriveerde de 255 om de volgende dag defect terug te keren naar Hainje; precies een week later, op 17 mei, kwam ie terug.
In mei 1983 werden ze afgeleverd; met uitzondering van de 254 (stond nog bij DAF voor proefnemingen) begonnen ze als lesextra's vanuit Noord (253, 255), West (256) en Zuid (257). De 256 was daarbij de enige CSA 2 die op [[Buslijn 67 (Amsterdam)|integratielijn 67]] reed; deze werd met ingang van de zomerdienst volledig uitgevoerd door [[Centraal Nederland]].


Diezelfde dag werd een begin gemaakt met de extra lesdiensten (behalve door de 254 die bij DAF aan proeven werd onderworpen). Vanuit Garage Noord reed de 253 tussen 18 en 20 mei op lijn 32, 33, 34 en 35; 24 en 25 mei op lijn 36, en 27 mei op lijn 31 en 33 aan de beurt. De 255 reed 26 mei op lijn 39.
Naar goed gebruik kwamen ze officieel in dienst vanuit West op [[Buslijn 15 (Amsterdam)|lijn 15]], [[Buslijn 18 (Amsterdam)|18]] en [[Buslijn 21 (Amsterdam)|21]].


Vanuit Garage West reed de 256 tussen 17 en 20 mei op lijn 18, 26, [[Buslijn 165/166 (Amsterdam)|65, 66]], [[Buslijn 67 (Amsterdam)|67]] en 19. Het was de enige keer dat er op lijn 67 een CSA2 reed want met ingang van de zomerdienst ging CN alle ritten verzorgen.
De 253 onderbrak daarvoor een tournee die 3 juni van start was gegaan; met behoud van eigen films reed hij bij BBA [[Tilburg]] (proefritten en dienst op lijn 7), GVU in Utrecht (als 1253 vanwege de tien jaar oude 253; o.a. op lijn 2) en twee weken bij de RET in [[Rotterdam]] (vanuit garage Noord op 30, [[Buslijn 32 (Rotterdam)|lijn 32]], [[Buslijn 35 (Rotterdam)|35]] en [[Buslijn 38 (Rotterdam)|38]], en vanuit garage Zuid op [[Buslijn 52 (Rotterdam)|lijn 52]], 76, 77 en 78).


Vanuit Garage Zuid reed de 257 tussen 25 en 27 mei op [[Buslijn 60 (Amsterdam)|lijn 53]], [[Buslijn 44 (Amsterdam)|44]], [[Buslijn 8 (Amsterdam)|8]] en [[Buslijn 59 (Amsterdam)|59]].
De instroom van de overige exemplaren (258-344) verliep moeizaam vanwege problemen met de ZF-versnellingsbak en zou pas in het najaar eindelijk op gang komen. De 281 stond 27 augustus op de IAS (Internationale Autobus Show) met zijn nachtkooi die ook bij de 282, 283, 285 en de 286 werd aangebracht.


Op 4 juni en 4 juli kwamen ze dan officieel in dienst op de Westlijnen 15 (254), 18 (253, 256) en 21 (255, 257).
Diverse exemplaren introduceerden blauwe lijn- en richtingfilms waarbij het groen van de integratiebestemmingen kwam te vervallen. Tot begin jaren 90 werden deze ook bij de rest aangebracht plus het merendeel van de CSA 1's 170-209/210-252.


De 253 onderbrak daarvoor een tournee die op 3 juni van start ging; met behoud van z'n eigen films werd ie bij BBA Tilburg ingezet voor proefritten en dienst op lijn 7. 10 juni kwam Utrecht aan de beurt, maar omdat daar al een 253 reed (leeftijdgenoot van de 63-110) werd de Amsterdammer tot 1253 vernummerd; hij reed onder andere op lijn 2 (In 1984 kreeg het GVU de serie 1-15 waarvan de 4 en 15 het maar liefst twintig jaar heeft volgehouden).
De 291 en de 292 gingen op 1 oktober naar Den Haag om de opening van [[Tramlijn 2 (Haaglanden)|tramlijn 2]] bij te wonen.


Daarna verbleef de 253 twee weken in Rotterdam; tussen 12 en 15 juli reed ie vanuit [[Garage Kleiweg]] (Noord) op achtereenvolgens lijn 35, 30, 32, en 38, en tussen 16 en 23 juli vanuit [[Garage Sluisjesdijk]] (Zuid) op achtereenvolgens lijn 52, 77, 76 en 78 (behalve op 19-21 juli).
Vanwege een onvolkomenheid in de motoropstelling stonden de 259-262, 265, 267, 275, 288, 289, 293 en de 294 in garage Oost als opslagbussen, maar op 17 oktober werden ze ongekeurd en wel op [[Buslijn 8 (Amsterdam)|lijn 8]] ingezet omdat de Zuidbussen hun garage niet konden verlaten vanwege de CN-staking.


De instroom van de overige exemplaren verliep moeizaam vanwege problemen met de versnellingsbak. Tussen 15 juli en 10 september kwamen achtereenvolgens de 285, 286, 282, 287, 292, 266, 283 (wachtwagen), 290, 273 en de 291 in dienst op lijn 23, 65/66 en 68.
Bij de herhaling op 4 november verschenen ze ook op [[Buslijn 56 (Amsterdam)#Lijn 56 II|lijn 56]], [[Buslijn 59 (Amsterdam)#Lijn 59 I|59]], [[Buslijn 60 (Amsterdam)#Lijn 60 I|60]], [[Buslijn 61 (Amsterdam)#Lijn 61 I|61]] en [[Buslijn 62 (Amsterdam)#Lijn 62 I|62]]; lijn 8 reed de volgende dag met de Westbussen 263 en 269 die verder stonden te wachten om aan proeven met andere bankjes (onder andere die van [[Sneltram Utrecht|de sneltram Utrecht-Nieuwegein]]) te worden onderworpen.


De 281 werd van een nachtkooi voorzien en verscheen op 26 augustus als wachtwagen; de volgende dag werd ie tentoongesteld tijdens de IAS en daarna kwamen ook de 282, 283, 285 en de 286 aan de beurt.
De 301 volgde het voorbeeld van [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)#301-320, 321-364 (DAF SB200DOL/Hainje)|zijn 17 jaar oude nummergenoot]] door 1 januari 1984 (in plaats van de voor 31 december 1983 geplande wissel) op lijn 21 te beginnen. Bij de eerste ritten van de overige bussen was een grote rol weggelegd voor [[Buslijn 23 (Amsterdam)|lijn 23]].


Een aantal exemplaren introduceerden twee soorten blauwe lijn- en richtingfilms waarvan de afwijkende versie dunne cijfers had, zoals de serie 170-209 en een modern lettertype. Het groen van de integratiebestemmingen kwam hiermee te vervallen. onder andere de 253 kreeg het moderne lettertype terwijl het merendeel 283...294 lange tijd vasthield aan de zwarte richtingfilms.
De 309 en de 310 waren hun tijd ver vooruit; de 309 had een een ingebouwde routekaart waarbij de haltes met een lampje werden aangegeven, en bovenin hing een dwarsbalk met digitale afroep. In 2001 werden de [[Amsterdamse Combino's|Combino-trams]] hiermee uitgerust. De 310 had tot het eind van het jaar achterop de bestuurderscabine een beeldscherm dat reclamefilmpjes en de haltenamen weergaf. Beide wagens werden alleen op lijn 15, 18, [[Buslijn 69 (Amsterdam)#Lijn 19|19]], 21, 23 en [[Buslijn 26 (Amsterdam)|26]] ingezet.


Op 1 oktober gingen de 291 en de 292 naar Den Haag om de opening van tramlijn 2 bij te wonen.
De 340 verbleef van 19 tot 23 maart in [[Den Haag]] voor proefritten.


In oktober kwamen de 264, 271, 274, 268, 276 en de 277 in dienst op lijn 15, 18, 26 en 68.
De 344 was een semi-tourbus met smalle instap en luxe interieur; hij had geen middendeur en filmkast. 10 mei debuteerde hij met groepsvervoer.


Vanwege een onvolkomenheid in de motoropstelling stonden de 259-262, 265, 267, 275, 288, 289, 293 en de 294 in Garage Oost als opslagbussen, maar op 17 oktober werden ze ongekeurd en wel op lijn 8 ingezet omdat de Zuidbussen hun garage niet konden verlaten vanwege de CN-staking.
De 277-280, 295-305 (waarvan de 295-300 in Zuid) en de 326-335 (waarvan de 326-331 in Noord) werden telbussen.


De 271 en de 262 kwamen 3 november in dienst op lijn 18; laatstgenoemde beleefde echter een valse start en moest naar de centrale werkplaats om z'n versnellingsbak na te laten kijken.
De 260-263 werden tot snellopers (90 km/h) verbouwd om vanaf 4 juni spitsdiensten te rijden op [[Buslijn 322|de VAD-lijnen 150 en 152]] van [[Amstelstation]] naar Almere. VAD wilde geen nieuw materieel en personeel inzetten vanwege de komst van de [[Flevolijn]] en deed naast GVB ook een beroep op CN; de eigen bussen werden gereden door NS-machinisten.


De volgende dag (4 november) was het weer raak in de Bijlmergarage en konden de 260 en de 261 voor de tweede maal op lijn 8 worden aangetroffen. De rest van de opslagbussen verscheen op lijn 56 (289), 59 (275), 60 (259, 265, 288), 61 (293, 294) en 62 (267). De 263 en de 269 stonden in West te niksen en kwamen de volgende dag over voor dienst op lijn 8.
's Nachts stonden ze in de VAD-garage in [[Almere]] en overdag in Zuid waar het onderhoud plaatsvond. Van daaruit werden drie wagens op de eigen lijnen ingezet en stond er een op wacht.


Daarna kwam de instroom dan eindelijk op gang; in december kwamen achtereenvolgens de 275, 280, 260, 279, 284, 261, 265, 258, 289, 295, 288 (allebei wachtwagens), 267, 293, 294, 296, 299, 297 en de 302 in dienst op lijn 15, 18, 19, 26, 42, 65/ 66 en 68.
Ook de 266-269 werden in juni-juli tot snelloper verbouwd met dubbele bankjes aan de blinde zijde (de 260-263 en de 266 kregen deze later).


Ondertussen werden de 263 en de 269 aan stoelproeven onderworpen en kregen onder andere dezelfde bankjes als die van de Sneltram Utrecht-Nieuwegein; aan beide kanten van de jaarwisseling vervoerden ze proefpersonen.
Op 21 juni werden de ochtendspitsdiensten uitgebreid met versterkingsritten op lijn 15 (vanaf 18 november 1985 lijn 8) naar [[Haarlemmermeerstation]] en kwam een wagen vanuit garage Oost te rijden. Drie maanden later werd het aantal diensten uitgebreid naar zeven.


Op 1 januari 1984 volgde de 301 het voorbeeld van z'n 17 jaar oude nummergenoot (die een dag eerder afscheid nam) door op lijn 21 te debuteren. Daarna verschenen de 303, 272, 305, 306, 317, 326 en de 314 op lijn 15, 18, 26, 65/66 en 68.
De 310 en de 311 gingen op 24 juni naar Den Haag voor het 60-jarig jubileum van [[Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij|HTM Bus]]; dit werd gevierd tijdens een open dag.


Tot aan maart werd lijn 23 werd flink verwend met de komst van de 263, 278, 300, 307, 311-313, 315, 318, 319, 336, 338, 320, 339, 331, 321, 343 en de 309; die laatste had een ingebouwde routekaart waarbij de haltes met een lampje werden aangegeven, en bovenin hing een dwarsbalk met digitale afroep. De 309 was z'n tijd ver vooruit want in 2001 werden de [[Amsterdamse Combino's|Combino's]] hiermee uitgerust. De overige wagens die in maart waren afgeleverd kwamen in dienst op lijn 15 (340, 332, 316) en 19 (269, 328) maakten op 2 maart hun opwachting.
De 284 en de 285 werden eind juni/begin juli afzonderlijk aan Schiphol verhuurd voor platform- en pendeldienst naar parkeerterrein P3. Daarna werden ze achtereenvolgens afgelost door de 255 en de 341-343 (dit vanwege de verbouwing van twee pieren).


De 340 verbleef van 19e tot 23 maart in Den Haag voor proefritten.
Eind 1984/begin 1985 werden de stempelautomaten verwijderd vanwege het gesloten instap-regime.


Van 3 april tot 5 mei kwamen de 322, 324, 323, 325, 327, 342, 337, 329 en de 335 in dienst op lijn 15, 21, 23, 40 en 68.
In mei 1985 werd de 269 (laatste VAD-dienst; 17 april) toerbus in West en kregen de 338-343 een nachtkooi met inklapbaar afsluitschot. De zes nachtbussen werden verdeeld tussen Zuid (338, 339), Noord (340, 341) en West (342, 343). Aan het eind van het jaar kregen ook de 253-259 (inmiddels Zuidbussen), 275, 276, 306-325, 336 en de 337 een nachtkooi waardoor nu 39 exemplaren beschermd waren tegen geweld in de kleine uurtjes.


De 344 was een semi-tourbus met smalle instap en luxe interieur; hij had geen middendeur en filmkast. 10 mei werd ie ingezet voor groepsvervoer.
De 292 stond tijdens [[Sail Amsterdam|Sail 1985]] (1-5 augustus) op de [[Piet Heinkade]] als radiowagen voor uitzendingen van de [[Ziekenomroep]].


Tussen 12 en 22 mei debuteerden de 330 (lijn 23), 334 en de 310 (allebei lijn 15). Net als de 309 was ook de 310 z'n tijd vooruit, want achterop de bestuurderscabine was een beeldscherm dat reclamefilmpjes en de haltenamen weergaf. De 309 en de 310 werden alleen op lijn 15, 18, 21, 23 en 26 ingezet.
Door een materieeltekort kwam de 344 tussen september en december 1985 in de passagiersdienst terecht; hij verscheen op lijn 21 als wachtwagen en reed spitsdiensten op lijn 19, 40, 42 en 43.


De 277-280, 295-305 en de 326-335 werden telbussen. De 281, 283 en de 285 verloren hun nachtkooi, de 295-300 streken neer in Zuid en de 326-331 in Noord.
Op 1 januari 1986 werd de samenwerking met VAD beëindigd en keerden de 260-268 terug naar West; ingaande de zomerdienst werden de 260-268 (waarvan de 260 verbouwd tot lesbus) vaste wagens op [[Buslijn 48 (Amsterdam)#Lijn 48 I|lijn 48]] van [[Station Amsterdam Sloterdijk|Sloterdijk]] naar [[Station Amsterdam Bijlmer ArenA|station Bijlmer]] (later ingekort tot Drentestraat / [[Station Amsterdam Zuid|station Zuid]]).


In mei werden de 260-263 tot snellopers (90 km/u) verbouwd om vanaf 4 juni spitsdiensten te rijden op de VAD-lijnen 150 en 152 van Amstelstation naar Almere (waar het stadsnet later met blauwe zontomaten en knielbussen zou worden uitgevoerd). Ook CN bood versterking met eigen materieel en chauffeurs; NS-machinisten werden op de VAD-bussen ingezet. De reden was dat VAD geen nieuw materieel en personeel wilde inzetten vanwege de komst van de Flevospoorlijn.
Ook de 270-284 wedren tot snelloper verbouwd (waarvan de 270, 272-276 later dubbele bankjes kregen), maar dan voor dienst op [[Buslijn 64 (Amsterdam)#Lijn 64 I|lijn 64]] (CN/GVB in samenwerking met [[Enhabo]]) van Amstelveen naar [[Zaandam]] via Sloterdijk. Drie GVB-diensten werden vanuit Zaandam door [[Enhabo]]-chauffeurs gereden met de wisselwagens 270-274.


's Nachts stonden ze in de VAD-garage in Almere en overdag in Zuid waar het onderhoud plaatsvond. Van daaruit werden drie wagens op de eigen lijnen ingezet en stond er een op wacht.
Ondertussen ging de 294 naar Zuid als vervanger van de Noordwaarts getrokken 300, en was de 344 voorzien van een toerinterieur en lijn-/richtingfilmkast.


Ook de 266 (13 juni), 265 (26 juni), 267 (29 juni), 264 (3 juli), 268 (12 juli) en de 266 (13 juli) werden tot snelloper verbouwd; daarnaast kregen de 264, 265 en de 267-269 dubbele bankjes aan de blinde zijde. De 266 volgde pas later, samen met de 260-263.
In verband met de kandidaatstelling van Amsterdam voor de [[Olympische Spelen|Olympische Spelen van 1992]] werd de 292 in juni blauw met Olympische ringen beschilderd en tot 1992 vernummerd. [[Amsterdamse gelede trams 9G en 10G|Tram 795]], de enige ''blokkendoos'' met korte deurruiten kreeg hetzelfde jasje; 10 juli werden ze op de Dam gepresenteerd waarna de 1992 meteen op lijn 18 verscheen.


Op 21 juni werden de ochtendspitsdiensten uitgebreid met versterkingsritten op lijn 15 (vanaf 18 november 1985 lijn 8) naar Haarlemmermeerstation en kwam een wagen vanuit Garage Oost te rijden. Drie maanden later werd het aantal diensten uitgebreid naar zeven.
Nadat de Spelen op 17 oktober aan [[Barcelona (Spanje)|Barcelona]] werden toegewezen (in plaats van Amsterdam) verloren bus en tram hun Olympische ringen maar behielden ze hun blauwe kleur. De 1992 werd themabus van [[Amsterdamse Poort (Amsterdam)|het nieuwe winkelcentrum de Amsterdamse Poort]] en ging dienst doen vanuit garage Zuid. Vanaf 24 november 1986 reed hij als vaste wagen op [[Buslijn 63 (Amsterdam)#Lijn 63 I|lijn 63]] die langs alle winkelcentra in het hoogbouwgedeelte van de Bijlmer reed. 9 maart 1987 kreeg de bus weer officieel zijn oude nummer (292) en werden de reclame-opschriften gewijzigd tot 'AMSTERDAM'.


De 310 en de 311 gingen 24 juni naar Den Haag voor het 60-jarig jubileum van [[Gemengd Bedrijf Haagsche Tramweg-Maatschappij|HTM Bus]]; dit werd gevierd tijdens een open dag.
Ondertussen kreeg de 341 een Voith-versnellingsbak en werden de 275 en de 276 als nachtbussen afgelost door de 261-264, 285-291 en de 294.


Eind juni/begin juli werden de 284 en de 285 afzonderlijk aan Schiphol verhuurd voor platform- en pendeldienst naar parkeerterrein P3. Bij terugkeer werden ze afgelost door de 255.
In het kader van 'Amsterdam Culturele Hoofdstad van 1987' werd de 275 in mei tot regenboogkleurige kunstbus beschilderd. Een maand later volgde de onthulling waarna de 275 voor twee dagen naar [[Brussel (stad)|Brussel]] ging in verband met het 30-jarig jubileum van het [[Verdrag van Rome]]; hij reed er op stadslijn 67 van de MIVB en behield zijn beschildering tot begin 1988.


In september was het de beurt aan de 341-343; dit vanwege de verbouwing van twee pieren. In oktober gaven ze het stokje door aan de 74-76.
De 264 van lijn 64 werd op 28 oktober 1987 bij de Thorbeckeweg in [[Zaandam]] letterlijk een kopje kleiner gemaakt door een busje dat de vrije busbaan overstak; ook hield hij er chassisschade aan over. De 264 dreigde als eerste CSA2 te worden gesloopt, maar werd uiteindelijk toch heropgebouwd. Ook de 278, 279 en de 299 (dakscheuren) werden hersteld van zware schade; de 278 kreeg daarbij een lichtkrant achterop de bestuuderscabine die in 1988-1989 ook bij de 260, 277, 281, 282, 303 en de 305 werd aangebracht. De 285 verving de 279 als snelloper.


Eind 1984/begin 1985 werden de stempelautomaten verwijderd vanwege het gesloten instap-regime. De 310 verloor z'n beeldscherm.
Naar het voorbeeld van [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)#46-62, 63-110 (DAF SB200DKDL/Hainje)|KAV-themabus 49]] werd de 304 in oktober in de kleuren van Bo-Mij/Bo-Rent beschilderd.


Op 17 april draaide de 269 z'n laatste VAD-dienst; vanaf mei werd hij toerbus in West. Diezelfde maand kregen de 338-343 een nachtkooi met inklapbaar afsluitschot; de 338 en de 339 gingen naar Zuid, en de 340 en de 341 naar Noord (alhoewel die laatste ook op de Bijlmerlijnen werd gesignaleerd). De 342 en de 343 bleven in West.
De 278 werd op 11 november ingezet om de genodigden van een besloten bijeenkomst in de Zeemansclub te vervoeren. Hij werd ter plekke gestolen en later teruggevonden in [[Beverwijk]]. De 260 verloor in maart 1989 zijn dubbele bankjes, en ook de 278 werd snelloper-af.


Tijdens [[Sail Amsterdam|Sail 1985]] stond de 292 tussen 1 en 5 augustus op de Piet Heinkade als radiowagen voor uitzendingen van de [[Ziekenomroep]].
De 309 werd na schadeherstel bij Hainje in revisie genomen en in het nieuwe kleurenschema grijs-blauw-met-rode-deuren geschilderd. 11 november kwam de vernieuwde 309 in dienst op lijn 18. De 301 en de 302 gingen vanaf december 1989 als volgende in de revisie die ruim een half jaar duurde waarbij de nooddeur (te roestig) door een plastic hamertje werd vervangen zoals de 345-374; alleen de 309 zou daarmee blijven rijden. Gedurende 1990 kwamen 25 bussen aan de beurt waarbij sommige exemplaren niet werden geschilderd maar beplakt; 277, 256, 253, 325, 312, 291, 335, 337, 334, 281, 314, 324, 260, 343, 339, 285, 311, 260, 286, 333, 342, 254, 304, 292 en 257.


Door een materieeltekort werd de 344 tussen september en december ingezet op lijn 21 als wachtwagen, en voor spitsdiensten op lijn 19, 40, 42 en 43.
De 277, behandeld in eigen beheer, reed de eerste elf dagen (17-28 februari 1990) met licht- in plaats van donkerblauwe schortplaten. De 260 figureerde tijdens zijn verbouwing (2 juli-2 oktober 1990) in een aflevering van ''De Uitdaging'' waarvoor [[Busmaterieel van NZH (1967-1987)#DAF bussen|een NZH-bus]] werd gedoneerd.


In december 1985 kregen ook de 253-259, 275, 276, 306-325, 336 en de 337 een nachtkooi. In totaal waren nu 39 exemplaren voorzien van bescherming tegen geweld in de kleine uurtjes.
Op 30 november 1990 ging [[Amstelveenlijn|de sneltram naar Amstelveen]] rijden en trokken de Zuidbussen massaal naar West (de 299 ging naar Noord); de blauwe 292 ging na overplaatsing in revisie toen ook de 304 van zijn Bo-Rent-jasje werd ontdaan. Alleen de 295-298 bleven Zuid trouw; ze werden nu bijgestaan door de 260-269 en de 280-282.


De 262, 260, 261 en de 263-268 reden op 12 en 31 december 1985 hun laatste VAD-diensten; per 1 januari 1986 werd de samenwerking beëindigd. Ondertussen kregen de Zuidbussen gezelschap van de 253-258 (en later ook de 259).
In 1991 werden veertien bussen behandeld; achtereenvolgens 261, 264, 344, 328, 288, 255, 295, 273, 266, 259, 271, 287, 338, 280.


Tussen maart en april werd de 344 bij Hainje naar het voorbeeld van de nieuwe 345 verbouwd; een eendeursbus met tourbankjes en gordijntjes (de filmkast volgde in september).
In september 1991 verhuisden de 253-259 en de 337-339 naar Noord; de 253-257 kregen als eerste van hun serie vandaalbestendige Vorderegger-bankjes zoals de CSA 3-geledes 520-544. Alleen de 262, 264-266, 285, 287, 297, 301, 302 en de 314 bleven met bruine bankjes rijden.


Op 22 maart verloren de 260 en de 261 voor twee maanden hun dubbele bankjes; de 260 kreeg ze terug toen ie in mei bij Terberg Benschop ging om tot lesbus te worden verbouwd.
De laatste zestien revisieklanten in 1992 waren; 336, 316, 265, 275, 298, 267, 315, 278, 272, 262, 310, 331, 305, 263, 303 en 332.


Tussen april en juni werden ook de 270-284 tot snelloper verbouwd voor dienst op lijn 64 (CN/GVB in samenwerking met Enhabo) van Amstelveen naar Zaandam via Sloterdijk; ze kregen daarbij richtingfilms met een andere typografie en integratiebestemmingen als 'a'-dam sloterdijk', 'a'-dam marnixstraat', 'a'-veen ziekenhuis' en 'zaandam peperstraat'.
De 269 en de 282 waren al van hun nooddeur ontdaan maar bleven rood; vanwege de bezuinigingen moest de revisie worden stopgezet en omdat het GVB geen toestemming kreeg om nieuwe standaards aan te schaffen besloot men tot vroegtijdige afvoer van de slechtste, niet-gereviseerde, exemplaren. Tussen 7 mei en 5 augustus reden de eerste 34 hun afscheidsritten; 14 Noordbussen (261, 263, 267, 268, 284, 299, 300, 313, 317, 319-323), 19 Westbussen (273-275, 279, 282, 283 290, 293, 303, 306, 307-309, 326, 330, 338, 340-342) en slechts 1 Zuidbus (296).
De 270-274 werden bij de Enhabo gestald die 3 diensten met GVB bussen op lijn 64 reed. Eén exemplaar verbleef steeds in West voor onderhoud. Ook de 260-268 kregen deze films voor dienst op lijn 48 van Sloterdijk naar Station Bijlmer (later ingekort tot Drentestraat/Station Zuid).


De 294 ging naar Zuid als vervanger van de Noordwaarts getrokken 300.
De 330 was met negen jaar en twaalf dagen het kortst in dienst.


In verband met de kandidaatstelling van Amsterdam voor de [[Olympische Spelen|Olympische Spelen van 1992]] werd de 292 in juni blauw met Olympische ringen beschilderd en tot 1992 vernummerd. 10 juli werd ie samen met [[Amsterdamse gelede wagens 9G en 10G|tram 795]] (de enige 'blokkendoos' met korte deurruiten) op de Dam gepresenteerd om meteen op lijn 18 te worden ingezet.
De 322, 341, 320, 323, 326, 338, 340, 329, 342, 308 en de 321 emigreerden naar [[Casablanca (stad)|Casablanca]] en werden er in deze volgorde tot 3500-3511 vernummerd. In [[Marokko]] werden de wagens in de eigen bedrijfskleur geschilderd en voorzien van een conducteurszitplaats achterin. Ook de 306, 307, 309, 313, 317 en de 319 begonnen een tweede leven in het buitenland (bestemming onbekend).


Ook de 270, 274, 272 (juli) en de 273-276 (september) kregen dubbele bankjes; de 276 bleef tot maart 1987 in de werkplaats.
Omdat Zuid nu nog maar drie CSA-2's (295, 297, 298) over had kwamen begin 1994 de Noordwagens 312, 314-316 en 331-335 over.


Op 17 oktober werden de Spelen niet aan Amsterdam toegewezen maar aan [[Barcelona (Spanje)|Barcelona]]; de 1992 verloor z'n ringen, z'n nieuwe nummer en werd themabus van het nieuwe winkelcentrum de Amsterdamse Poort. Hij werd overgeplaatst naar Zuid om vanaf 24 november dienst te doen op lijn 63 die langs alle winkelcentra in het hoogbouwgedeelte van de Bijlmer reed. De 341 kreeg een Voith-versnellingsbak en met de bekering van lijn 48 tot gelede bussen gingen de 260-268 terug naar Garage West.
De 298, 327 en de 329 werden in juni opgelegd; waar de 298 een jaar later naar de sloper werd gebracht kwamen de 327 (november 1994) en de 329 (februari 1995) weer in dienst. Als laatste vertegenwoordigers van de Zuidploeg uit 1984 vertrokken de 295 en de 297 naar Noord. Van alle CSA2's hebben zij het langst (tien jaar) in de Bijlmer gereden.


In januari 1987 verloren de 275 en de 276 hun nachtkooi aan de 261-264, 285-291 en de 294.
De 253-256 werden op 2 september afgevoerd tweede leven te beginnen in [[Split]], [[Kroatië]]; ontplakt en al kregen ze in willekeurige volgorde de nummers 31...37. De 296 (24), 284 (42) en zevende exemplaar (38) gingen gingen ook mee. De 31 en de 37 waren tot 2007 in dienst.


Op 9 maart werden de reclame-opschriften van de 292 gewijzigd tot 'AMSTERDAM', en kreeg hij rode C4-cijfers.
De 301 van lijn 19 werd 4 oktober bij de kruising [[Antwerpenbaan]] / Laan van Vlaanderen door [[Amsterdamse gelede trams 11G en 12G|tram 832]] van [[Tramlijn 2 (Amsterdam)|lijn 2]] geramd en raakte zodanig beschadigd dat hij zo krom als een hoepel werd. Een museumstatus zoals de oude 301 kon hij nu definitief vergeten. Net als destijds met CSA 1 319 werd het chassis in garage West gesloopt terwijl het restant op de schroothoop in [[Zaandam]] eindigde.


In mei ging de 275 naar de centrale werkplaats om tot regenboogkleurige kunstbus te worden beschilderd; dit in het kader van 'Amsterdam Culturele Hoofdstad van 1987'; een maand later volgde de onthulling.
Bleven er nog 49 exemplaren over, waarvan vijf (269, 276, 318, 327, 329) nog zontomaten waren en elf (262, 264-266, 285, 287, 295, 297, 301, 302, 314) nog de oude bruine bankjes hadden. De verdeling was toen:
* Garage West: 260, 269-272, 276-278, 280, 281, 285-289, 291, 292, 294, 302, 304, 305, 310, 311, 327-329, 336, 337, 339, 343.
* Garage Noord: 257-259, 262, 264-266, 295, 297, 318, 324, 325.
* Garage Zuid: 312, 314-316, 331-335.


Tussen 28 en 30 juni verbleef de 275 in Brussel i.v.m. het 30-jarig jubileum van het Verdrag van Rome; hij werd ingezet op stadslijn 67 van de MIVB. 5 juli kwam ie terug in Amsterdam.
De 272, 277, 280, 286 en wederom de 327 gingen vanaf juni 1995 in zomeropleg.
 
Op 28 oktober werd de 264 tijdens dienst op lijn 64 bij de Thorbeckeweg in Zaandam letterlijk een kopje kleiner gemaakt door een busje dat de vrije busbaan overstak; ook hield hij er chassisschade aan over. De 264 dreigde als eerste CSA2 te worden gesloopt, maar uiteindelijk koos men toch voor herbouw en op 12 november werd hij per trailer naar Hainje gebracht (met een tussenstop in Zwolle voor herstel van het chassis).
 
De 264 was echter niet de enige, want in december 1987 gingen ook de 279, 299 (dakscheuren) en de 278 in deze volgorde naar Heerenveen met zware aanrijdingsschade. In januari 1988 kwamen ze alle vier weer in dienst. De 278 was voorzien van een lichtkrant achterop de bestuurderscabine; tot 1989 werd die ook bij de 260, 277, 281, 282, 303 en de 305 aangebracht.
 
Tussen 8 en 17 februari werd de 275 weer rood geschilderd. De 279 ruilde met de 285 als snelloper.
 
Naar het voorbeeld van KAV-themabus 49 werd de 304 in oktober in de kleuren van Bo-Mij/Bo-Rent beschilderd; een maand later kwam ie in dienst met z'n nieuwe jasje.
 
Op 11 november 1988 werd de 278 ingezet om de genodigden van een besloten bijeenkomst in de Zeemansclub te vervoeren. Hij werd ter plekke gestolen en later teruggevonden in Beverwijk. In maart 1989 werd de 278 snelloper af terwijl de 260 z'n dubbele bankjes verloor.
 
Na terugkeer van herstel bij Hainje stond de 309 tussen 20 oktober en 10 november 1989 in de centrale werkplaats voor z'n carrosseriebeurt; ook werd hij grijs-blauw met rode deuren geschilderd zoals de ST2000's. 11 november kwam de vernieuwde 309 in dienst op lijn 18.
 
De 301 en de 302 volgden tussen 15/29 december 1989 en 11 mei/26 juni 1990; alleen gingen die naar De Burgh en werd de nooddeur (te roestig) vervangen door een plastic hamertje. 15 mei 1990 kwam de 301 weer in dienst op lijn 38; de vernieuwde 302 begon op 26 juni 1990 met nachtdienst op lijn 75/76 en plakte er een rit op lijn 32 aan vast.
 
Westbus 277 liet zich tussen 8 januari en 16 februari in eigen garage behandelen; de 17e kwam ie in dienst op lijn 64. Er was echter een foutje gemaakt, want de 277 had een lichtere onderkant zoals in het latere kleurenschema. 28 februari werd ie uit dienst gehaald om van onderen donkerblauw te worden geschilderd; 3 maart kwam ie weer in dienst op lijn 64.
 
Tussen 15 januari en 29 mei stond de 253 bij CAB Utrecht voor z'n carrosseriebeurt. Hier werden ook de DAF/Den Oudsten-wagens 9225...9999 van CN gepimpt tot grotepetbussen-met-grijsgroen interieur.
 
De 256 werd tussen 7 maart en 18 juni in Garage West behandeld; 22 juni begon hij weer met nachtdienst op lijn 77. De 253 deed dat 3 juni.
 
In mei gingen vier bussen naar het CAB; de 325 (2 mei-2 juli), 294 (8 mei-19 juli), 312 (10 mei-26 juli), 291 (18 mei-26 juli) en de 335 (30 mei-27 juli). De 325 begon 5 juli als wachtwagen, de 291 en de 312 kwamen 27 juli in dienst op lijn 21, de 335 2 augustus op lijn 34 en 6 augustus begon de 294 met nachtdienst op lijn 77 gevolgd door een rit op lijn 8.
 
De 337 kreeg zijn behandeling tussen 8 mei en 19 juli bij De Burgh. 20 juli kwam ie in dienst op lijn 49.
 
De volgende rij CAB-gangers; 334 (1 juni-2 augustus), 281 (18 juni-13 september) en 314 (190 juni-6 september). De 334 begon 16 augustus op lijn 34 en de 314 6 september op lijn 31 en 38. Tegen die tijd waren de 280-282 uit West vertrokken waardoor de 281 op 17 september in dienst kwam als Zuidbus op lijn 8.
 
De 324 stond van 5 juni tot 18 oktober bij De Burgh; 19 oktober verscheen hij op lijn 38.
 
Naar CAB gingen vervolgens de 260 (2 juli-2 oktober), 343 (16 juli-12 oktober), 339 (18 juli-18 oktober), 285 (23 juli-16 oktober), 311 (15 augustus-19 oktober) en de 270 (15 augustus-24 oktober) Tijdens zijn verbouwing figureerde de 260 in een uitzending van 'De Uitdaging' waaraan de NZH een belangrijke bijdrage leverde; 3 oktober begon hij op lijn 64, de 343 deed dat 13 oktober op lijn 21.
 
Net als de 294 begon de 339 op 22 oktober met nachtdienst op lijn 77 om er vervolgens een rit op lijn 8 aan vast te plakken. Doordat ook de 283-285 uit West waren vertrokken kwam de 285 17 oktober in dienst als Noordbus op lijn 32. De 311 en de 270 begonnen 23 en 25 oktober met dienst op lijn 18 en groepsvervoer.
 
De 286 stond tussen 30 augustus en 14 november bij De Burgh; 16 november kwam hij weer in dienst op lijn 22.
 
Daarna kwam er weer een rij CAB-gangers; de 333 (17 oktober-29 november 1990), 342 (23 oktober-11 december 1990), 254 (31 oktober 1990-4 januari 1991), 304 (26 november 1990-23 januari 1991), 292 (7 december 1990-7 februari 1991) en 257 (21 december 1990-15 maart 1991).
 
De 333 kwam 30 november 1990 in dienst op lijn 34; diezelfde dag opende de sneltram en trokken de Zuidbussen massaal naar West (de 299 verscheen op de Noordlijnen); alleen de 295-298 bleven de Bijlmergarage trouw. De 342 begon 14 december op lijn 23. De 254 en de 304 kwamen op 5 en 23 januari 1991 in dienst op lijn 19, de 292 en de 257 begonnen 12 februari en 15 maart op lijn 21.
 
De 260-269 keerden terug naar Zuid; de 261 en de 264 stonden tussen 18 januari/1 februari en 13/22 maart bij CAB; de 261 kwam meteen in dienst op lijn 64, de 264 begon 27 maart op lijn 63.
 
Ondertussen ging de 344 naar Berkhof waar hij van 11 januari tot 18 april verbleef; 26 april kwam hij in dienst op lijn 281.
 
De 328 (18 februari-14 mei), 258 (21 mei-28 juli) en de 288 (2 juli-5 augustus) lieten zich in Garage West behandelen; 15 mei, 5 juli en 7 augustus begonnen ze op lijn 18, 22 en 21.
 
Het volgende rijtje CAB-gangers; 255 (7 maart-17 mei), 295 (15 mei-11 juli), 273 (3 juli-22 augustus), 266 (20 augustus-10 oktober) en 259 (24 september-24 oktober). De 255 kwam 24 mei ie in dienst op lijn 19, de 295 12 juli op lijn 63 en 12 juli verschenen de 273 en de 259 op lijn 23. Van de 266 is alleen bekend dat ie in oktober in dienst kwam.
 
In september 1991 verhuisden de 253-259 en de 337-339 naar Noord; de 254 en de 255 waren als enige met hun oorspronkelijke films blijven rijden, maar nu was dat afgelopen aangezien alle Noordbussen blauwe richtingfilms hadden. De 256 en de 257 kregen als laatste blauwe lijnfilms waaruit de opgeheven en de lage nummers (5, 6, 8, 11, 12, 14) waren weggeknipt.
 
In december werden de 253-257 met vandaalbestendige Vorderegger-bankjes uitgerust zoals geïntroduceerd door de gelede CSA3's 520-544. Daarna kwamen de anderen aan de beurt; alleen de 262, 264-266, 285, 287, 295, 297 en de 314 bleven met bruine bankjes rijden.
 
De 271 kreeg tussen 30 september en 8 november z'n thuisbehandeling; hij kwam meteen in dienst op lijn 18.
 
De 287 (7 oktober-8 november 1991), 289 (28 oktober-16 december 1991), 338 (11 november 1991-23 januari 1992) en de 280 (12 december 1991-7 februari 1992) gingen naar CAB. De 287 en de 298 begonnen 9 november en 17 december 1991 op lijn 23 en 18, de 338 deed dat 25 januari 1992 op lijn 38 en 10 februari 1992 verscheen de 280 op lijn 22.
 
De 336 (3 januari-7 februari), 316 (29 januari-12 maart), 265 (3 februari-20 maart), 275 (13 februari-22 april), 298 (24 februari-8 april) en de 267 (18 maart-20 mei) bleven in eigen stad voor hun carrosseriebeurt. Alleen van de 336, 316 en de 275 is bekend dat ze 8 februari, 13 maart en 23 april in dienst kwamen op lijn 19, 31 en 22.
 
De 315 (5 februari-8 april), 278 (3 februari-20 maart), 272 (18 maart-27 mei), 262 (6 april-24 juni), 310 (14 april-24 juni) en de 331 (26 mei-26 augustus) lieten zich bij Berkhof behandelen. De 278 en de 272 verscheen 21 maart op lijn 21, de 315 begon 10 april met nachtdienst op lijn 72 en plakte er vervolgens een rit op lijn 34 aan vast, en de 272, 310 en de 331 kwamen 4 juni, 25 juni en 4 september in dienst op lijn 41, 49 en 33.
 
De 305 (6 mei-17 juli), 263 (1 juli-21 augustus) en de 303 (17 juli-3 september) werden in Garage West behandeld; de 305 en de 302 kwamen 18 juli en 4 september in dienst op lijn 23 en 21.
 
Als laatste stond de 332 tussen 6 juli en 22 september bij CAB; de 24e kwam hij in dienst op lijn 38.
 
De 269 en de 282 zouden de volgende twee zijn; hun nooddeur was al vervangen door een plastic hamertje, maar vanwege de bezuinigingen moest de grote revisie worden stopgezet. Deze was nog al kostbaar omdat bij veel wagens de chassisbalken vernieuwd moesten worden en dit een specialistisch karwei was.Het GVB had al 30 nieuwe bussen besteld om de slechtste exemplaren te vervangen en speelde met de gedachte van nog eens 20 nieuwe wagens maar door de bezuinigingen gaf de gemeenteraad geen toestemming en moest het GVB de wagens afbestellen.Door de bezuinigingen konden nu 34 wagens zonder vervanging worden afgevoerd en dus besloot men tot vroegtijdige afvoer van de slechtste niet gereviseerde exemplaren; vanaf 7 mei verdwenen de eerste 34 uit beeld; 19 Westbussen reden hun afscheidsritten op lijn 19 (309, 306, 326), 21 (279), 22 (338, 340), 23 (303), 28 (342, 290) 40 (307), 41 (308), 42 (330; met negen jaar en twaalf dagen het kortst in dienst), 43 (273), 49 (293, 274), 68 en het groepsvervoer (341) (282, 283, 275). 14 Noordbussen werden voor het laatst ingezet op lijn 32 (261, 317, 284, 323; wachtwagen in combinatie met lijn 37), 33 (319; wachtwagen), 34 (320-322) 35 (267, 299), 36 (268), 37 (300, 313), 38 (263). Zuid verloor slechts de 296 die 5 augustus zijn afscheidsrit op lijn 63 reed.
 
Tussen 6 augustus en 13 september werden 24 bussen (achtereenvolgens 296, 300, 303, 275, 290, 203, 306, 273, 320, 330, 338, 340, 261, 263, 267, 268, 274, 279, 282-284, 309, 313, 319) afgevoerd naar Beekers Eindhoven.
 
De 322, 341, 320, 323, 326, 338, 340, 329, 342, 308 en de 321 emigreerden naar Casablanca en werden er in deze volgorde tot 3500-3511 vernummerd. In Marokko kregen de wagens een conducteurs plaats achterin en werden in de eigen bedrijfskleur geschilderd. Ook de 306, 307, 309, 313, 317 en de 319 begonnen een tweede leven in het buitenland (waar eigenlijk ?).
 
Na het afscheid van de 296 had Zuid nog maar drie CSA-2's (295, 297, 298), en dus kwamen begin 1994 de Noordwagens 312, 314-316 en 331-335 over. Vier andere bussen uit Noord reden 27 mei en 20 juli hun laatste ritten op lijn 35 (255), 37 (254) en 38 (253, 256).
 
Ondertussen werden in juni de 298 (die 23 mei op lijn 60 afzwaaide), 327 en de 329 opgelegd. De 298 kwam niet meer in dienst, en als laatste vertegenwoordigers van de oude Zuidploeg vertrokken de 295 en de 297 naar Noord. Van alle CSA2's hebben zij het langst (tien jaar) in de Bijlmer gereden.
 
Op 2 september werden de 253-256 afgevoerd om een tweede leven te beginnen in Split, Kroatië; ze werden weer omgetoverd in zontomaten en in willekeurige volgorde tot 31...37 vernummerd. Ook de 296 en de 284 (vernummerd tot 24 en 42) gingen mee. Een zevende exemplaar (is ook bekend welke ?) werd tot 38 vernummerd. De 31 en de 37 waren tot 2007 in dienst.
 
Op 4 oktober werd de 301 tijdens dienst op lijn 19 bij de kruising Antwerpenbaan/Laan van Vlaanderen door tram 832 van lijn 2 geramd en raakte zodanig beschadigd dat hij zo krom als een hoepel werd. Een museumstatus zoals [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)|de oude 301]] kon hij nu definitief vergeten. Net als destijds met de 319 werd het chassis in Garage West gesloopt terwijl het restant op de schroothoop in Zaandam eindigde.
 
Bleven er nog 49 exemplaren over, waarvan alleen de 269, 276, 318, 327 en de 329 nog zontomaten waren en de 262, 264-266, 285, 287, 295, 297, 302 en de 314 nog de oude bruine bankjes hadden (ook de 301 had deze); de 327 en de 329 kwamen in november 1994 en februari 1995 weer in dienst. De verdeling was toen:
 
*Garage West: 260, 269-272, 276-278, 280, 281, 285-289, 291, 292, 294, 302, 304, 305, 310, 311, 327-329, 336, 337, 339, 343.
 
*Garage Noord: 257-259, 262, 264-266, 295, 297, 318, 324, 325.
 
*Garage Zuid: 312, 314-316, 331-335.
 
In juni 1995 werden de 272, 277, 280, 286 en wederom de 327 opgelegd, maar al snel kwamen ze weer in dienst. De 298 werd op 2 oktober naar de sloper in Zaandam gebracht.


De 271 werd als nieuwe bosbus beschilderd en de 312 verhuisde naar West.
De 271 werd als nieuwe bosbus beschilderd en de 312 verhuisde naar West.


April 1997 was niet de beste maand van de Zuidploeg die in drie weken tijd twee bussen (allebei in dienst op lijn 59) verloor na aanvaringen met geledes. De 335 botste op 5 april met de 500 van lijn 15, en op 28 april ramde de 333 ex-Centraal Nederlander 7952 (in 1994 overgenomen door de NZH). Hun plek werd ingenomen door de 305 en de 328.
De 333 en de 335 van lijn 59 werden in april 1997 allebei uitgeschakeld door aanrijdingen met geledes; respectievelijk [[Busmaterieel van NZH (1967-1987)#Gelede bussen van andere bedrijven|NZH 7952]] van [[Buslijn 174 (Amsterdam-Haarlem)#Lijn 174|ex-CN-lijn 174]] en CSA 3 500 van lijn 15. De 305 en de 308 werden hun vervangers.


Ook bij de Westbussen vielen er slachtoffers te betreuren; 23 augustus botste de 312 tijdens dienst op lijn 64 bij de Louwesweg met [[Amsterdamse gelede trams 8G|tram 730]] van lijn 2. De 312 werd meteen afgevoerd met een uitgezaagd front, en de ''luchtwagens'' (toch al niet bekend om hun oerdegelijkheid) zagen wederom een zwakke broeder uit beeld verdwijnen. De 276 ging na 28 augustus (afscheidsrit; lijn 36) buiten dienst met chassisscheuren. Voor zijn afvoer werd hij nog aan kleurproeven onderworpen; zo werd hij eerst creme-met-blauwomlijste GVB-logootjes geschilderd zoals de CAFLOC's metrolijn 50 en daarna in het wit-blauw (winnaar). De resterende CSA 2's kwamen hier niet meer in aanmerking voor; dit in tegenstelling tot hun broers uit Utrecht waar een soortgelijk kleurenschema werd ingevoerd.
De 312 van lijn 64 maakte 23 augustus bij de [[Louwesweg]] een fatale botsing met [[Amsterdamse gelede trams 8G|tram 730]] van [[Tramlijn 2 (Amsterdam)|lijn 2]]. De 312 werd meteen afgevoerd met een uitgezaagd front, en ook de verre van oerdegelijke ''luchtwagens'' zagen wederom een zwakke broeder uit beeld verdwijnen.


Na een derde verplichte vakantie werd de 327 een goede tweede achter [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)|CSA 1-wagen 213]]) op de lijst van bussen met de meeste comebacks.
De 276 ging eind augustus buiten dienst met chassisscheuren en werd vlak voor zijn afvoer aan kleurproeven onderworpen; eerst in het crème van de CAFLOC's van [[metrolijn 50]], daarna in het wit-blauw dat in 1998 door [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)#Wit-blauwe Jonckheerbussen|de Jonckheerbussen]] werd ingevoerd. De resterende CSA 2's zouden niet meer worden overgeschilderd.


Met de aankondiging van [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)|de eerste serie Jonckheeren (101-155)]] werd het menens; tussen 26 mei 1998 en 21 januari 1999 floot het eindsignaal voor 33 bussen en ingaande de winterdienstregeling verdween de serie uit Zuid toen de 328, 331, 332 en de 334 Noordwaarts trokken. De overige Zuidbussen reden hun afscheidsritten op lijn 59 (316, 305), 60 (314) en 62 (315), de Westbussen op lijn 23 (269, 324, 280, 292, 310, 304, 277), 36 (271, 272, 270), 63 (311, 327, 285, 329) en 68 (281), en de Noordbussen op lijn 28 (297), 32 (259, 295, 325), 35 (286, 287, 262, 266, 257, 294, 264, 265, 328) en 37 (318).
Na een derde verplichte vakantie kwam de 327 weer in dienst en werd hij een goede tweede achter [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)|CSA 1 213]]) als bus met de meeste comebacks.


De 305 (vernummerd tot 398) emigreerde naar Rabat, Marokko en de 314 naar Burgas, Bulgarije. De 324 werd verkocht aan een particulier in Vlissingen en is anno 2011 aldaar nog steeds aanwezig. De 325 ging in 2003 (na vier jaar wachten) naar Angola.
Met ingang van de winterdienst 1998-1999 verdween de serie uit Zuid; de 305 en de 314-316 gingen buiten dienst door de komst van de Jonckheeren 101-155 en de 328, 331, 332 en de 334 verhuisden naar Noord. Ook daar was de afvoer in volle gang gezet en net als de 257, 259, 262, 264-266, 286, 287, 294, 295, 297, 318 en de 325 reed de 328 er binnen de kortste keren zijn afscheidsrit. Bij de Westbussen waren het de 269-272, 277, 280, 281, 285, 292, 304, 310, 311, 327 en de 329 die afzwaaiden.


De verdeling van de laatste acht exemplaren eind 1999 was:
De 305 emigreerde naar [[Rabat]], [[Marokko]] (als 398) en de 314 naar [[Burgas]], [[Bulgarije]]. De 324 werd verkocht aan een particulier in [[Vlissingen]] en is daar anno 2011 nog steeds aanwezig. De 325 ging in 2003 (na vier jaar wachten) naar [[Angola]].


*Garage West: 343, 344
Ingaande de winterdienst 1999-2000 waren er nog maar acht exemplaren over; 331, 332, 334, 336, 337, 339, 343, 344. De 330-ers reden vanuit Noord, de 340-ers reden vanuit West maar kregen al snel versterking van de 331 en de 332. Tussen 18 februari en 24 maart 2000 reden ze hun afscheidsritten waarna ze via opslag werden afgevoerd. De 334 en de 339 begonnen een tweede leven [[Tanzania]].


*Garage Noord: 331, 332, 334, 336, 337, 339
De 344 bleef als enige in Amsterdam en werd op 13 februari 2001 eigendom van de verzelfstandigde toerafdeling TTS. Onder zijn toepasselijke nieuwe nummer 2001 bleef de 344 in dienst totdat hij op 20 mei 2003 aan een particulier werd doorverkocht.
 
De 331 en de 332 verhuisden al snel naar West en de serie haalde het jaar 2000. Tussen 18 februari en 24 maart 2000 werden de afscheidsritten gereden; de Westbussen op lijn 23 (332), 23P (343) en 44 (331), de Noordbussen op lijn 28 (334, 337), 38 (339, 336).
 
Samen met de Utrechtenaren 463-467 werden ze opgeslagen om op 10 juli naar Holland Lion te worden gebracht. De 334 en de 339 (maar ook de 463, 465 en de 467) begonnen een tweede leven in Tanzania. Wat er van de rest is geworden is onbekend.
 
De 344 bleef als enige in Amsterdam; na een laatste inzet voor groepsvervoer werd hij op 13 februari 2001 eigendom van het zelfstandig geworden TTS. De 344 werd tot 2001 vernummerd en hield het nog twee jaar vol. 20 mei 2003 werd hij doorverkocht aan een particulier.


====345 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====345 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Na de afbestelling van mini-VIP 592 werd in 1986 een tweede toerbus gebouwd op chassis dat voor de HTM was bedoeld. De 345 had in tegenstelling tot de 344 wel een filmkast maar miste de achterdeur; vandaar dat de 344 naar diens voorbeeld werd verbouwd.
Na de afbestelling van mini-VIP 592 (zie aldaar) werd in 1986 een tweede toerbus gebouwd op chassis dat voor de HTM was bedoeld. De 345 had in tegenstelling tot de 344 wel een filmkast maar geen achterdeur; deze verschillen zouden worden rechtgetrokken.
 
Op 31 mei 1986 debuteerde de 345 bij het vernieuwde station Sloterdijk als infobus voor lijn 48 waarop ie twee dagen later in dienst kwam.


Naast groepsvervoer bevatte zijn werkschema de lijnen 40-44 en 47 vanwege een materieeltekort; in 1988 kwamen daar reserves bij op Shuttlebuslijn 281, vanaf 6 november 1989 volgde vaste inzet (gedeeld met de 344).
De 345 begon 2 juni 1986 vanuit garage West op lijn 48 (waarvoor hij twee dagen eerder infobus was) en werd vanwege een materieeltekort op de lijnen 40-44 en 47 ingezet; in 1988 kwam daar ook Shuttlebuslijn 281 bij, eerst als reserve en vanaf 6 november 1989 vaste wagen (naast de 344).


Een jaar later was dat voorbij en werden het weer toerritten, gecombineerd met versterking op onder andere lijn 44.
Met de komst van de Shuttles 023-026 in 1990 ging de 345 weer tour- en versterkingsritten ritten (onder andere lijn 44) rijden.


Tussen 17 april en 21 juni 1991 stond de 345 bij Berkhof voor zijn carrosseriebeurt; net als het merendeel van de 253-344 werd ook hij in de nieuwe kleuren (grijs-blauw met rode deuren) geschilderd. 26 juni kwam ie in dienst op lijn 281.
Gereviseerd en wel keerde hij 26 juni 1991 terug op lijn 281 in het grijs-blauwe kleurenschema.


Daarna pendelde de 345 heen en weer tussen Noord en West met tour-, spits- en sneldiensten; slechts bij hoge uitzondering werd hij op de normale lijnen ingezet.
Daarna pendelde de 345 heen en weer tussen Noord en West met tour-, spits- en sneldiensten; slechts bij hoge uitzondering werd hij op de normale lijnen ingezet.


Bij de oprichting van Tour & Travel Serice ging de 345 GVB-diensten draaien met TTS-chauffeurs. Op 13 februari 2001 werd hij aan dit zelfstandig geworden bedrijf verkocht en tot 2345 vernummerd; hij bleef echter nog in Noord waar hij 20 april afscheid nam op lijn 38.
Bij de oprichting van Tour & Travel Service ging de 345 in [[Enhabo]]-stijl GVB-diensten draaien met TTS-chauffeurs. Dit bedrijf ging uiteindelijk zelfstandig verder en nam de wagen op 13 februari 2001 over; de 345 werd vernummerd tot 2345 maar bleef nog in Noord en reed 20 april zijn afscheidsrit op [[Buslijn 38 (Amsterdam)|lijn 38]]. Na een opknapbeurt volgde 11 juni de definitieve overgang; de 2345 bleef echter GVB-diensten draaien totdat hij op 25 mei 2003 werd doorverkocht.
 
Tussen 25 april en 29 mei werd de terzijde gestelde 2345 opgeknapt; 11 juni ging ie definitief naar TTS die hem echter bleef inzetten voor GVB-diensten. Op 25 mei 2003 werd ie doorverkocht.


In mei 2011 werd de 345 aangetroffen bij een touringcarbedrijf in [[Roelofarendsveen]] tussen touringcars en enkele gele oude streekbussen, de bus verbleef hier al geruime tijd. Het bedrijf Van der Voet die de 345 te koop had staan ging halverwege 2012 failliet en op 5 september 2012 werd de 345 geveild, waarna de wagen bij een particulier in Boskoop terecht kwam.
In mei 2011 werd de 345 aangetroffen bij een touringcarbedrijf in [[Roelofarendsveen]] tussen touringcars en enkele oude streekstandaards; de bus verbleef hier al geruime tijd. Het bedrijf Van der Voet dat de 345 te koop had staan ging halverwege 2012 failliet en op 5 september 2012 werd de 345 geveild, waarna de wagen bij een particulier in [[Boskoop]] terecht kwam.


====346-374 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====346-374 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Al in 1984 werden de Haagse en Rotterdamse soortgenoten van de 1-45 door CSA2's vervangen. Het GVB vroeg in 1985 om krediet voor een vervolgserie van 30 stuks maar moest nog een jaar (1986) wachten alvorens de bestelling kon worden geplaatst. Tevens werd de bestelling teruggebracht tot 20 stuks (346-365) omdat men dat jaar ook gelede bussen voor inzet op lijn 15 wilde bestellen. Daar zag men uiteindelijk voorlopig toch nog van af en werd de bestelling weer naar 30 stuks uitgebreid. Het laatste exemplaar (375) zou worden gebouwd als proefbus waardoor de serie uiteindelijk uit 29 stuks bestond.  
[[Bestand:GVB 373 Stichting BRAM Utrecht Centraal Busstation Oost.jpg|{{largethumb}}|Bus 373.]]
 
[[Bestand:GVB 373 Stichting BRAM Interieur.JPG|{{largethumb}}|Bus 373, interieur.]]
De 346-374 verschilden van de 253-344 door het ontbreken van de nooddeur en het vooruit geplaatste dubbele bankje achterin. Voortaan was de middendeur bruikbaar als nooduitgang, en veranderde 'streng verboden hier uit te stappen' in 'bij nood raam inslaan' (met een plastic hamertje). Speciaal voor slechtzienden werden de instapstangen oranje en daarnaast kregen alle exemplaren dezelfde richtingfilms als de snellopers 260-284 (dus met de licht afwijkende typografie).
 
De 346-354 kwamen tussen 10 januari en 7 februari in dienst vanuit Garage West op lijn 18, 19, 21, 22 en 26. De 348 debuteerde echter op Noordlijn 36 en de 349 liep tijdens proefritten bij DAF aanrijdingsschade op; hij werd hersteld bij Hainje en kwam 27 januari in dienst op lijn 22.
 
De 355-374 begonnen tussen 10 februari en 7 maart vanuit Garage Noord op lijn 32, 34, 35, 36, 37 en 38; de 370 en de 372 maakten 4 maart echter hun opwachting op Westlijn 44/47.
 
In maart werden de 346-348 tot snelloper verbouwd voor dienst op lijn 64 en 68; in juni kregen ze vandaalbestendige Vorderegger-bankjes. Ondertussen werden in april en mei de 350, 351, 353, 349 (vierde snelloper) en de 352 tot lesbus verbouwd.
 
Op 9 augustus tijdens de ochtendspits werd de 346 tijdens dienst op lijn 68 bij station Sloterdijk gestolen en teruggevonden in Emmeloord door een oplettende VAD-chauffeur.
 
In 1988 werden de 354 (februari), 346, 350 en de 353 voorzien van een lichtkrant-/infodisplay.
 
In januari 1989 werden de 347, 348 en de 354 tot lesbus verbouwd.
 
Op 7 juli botste de 351 in de ochtendspits bij Basisweg/Radarweg met een zandwagen; hij ging met zware aanrijdingsschade naar Hainje.
 
Naar het voorbeeld van de nieuwe ST2000-en werd de 352 tussen 29 en 31 augustus 1989 grijs-blauw met rode deuren geschilderd; 2 en 3 september begon hij als wachtwagen, en in de middag van de 3e draaide hij een vervangende dienst op lijn 21. Waarschijnlijk was het de bedoeling dat ook de rest zou worden beschilderd, maar de revisie van het merendeel 253...344 ging voor en eind 1992 werd de grote beurt om bezuinigingsredenen stopgezet.
 
In maart 1990 gingen de 348 en de 349 naar Contin Namen (België) voor een vandaalbestendig interieur; ze bleven in totaal drie dagen weg. In mei volgde de 354 en in juni de 346, 347 en de 350-353. Daarna kreeg ook de rest Vorderegger-bankjes.
 
In 1991 trokken de 355-374 naar West in ruil voor oudere soortgenoten. De 355-357 bleven niet lang in de Jan Tooropstraat want tussen 20 en 23 december 1991 reden ze hun afscheidsritten op lijn 18 (achtereenvolgens 357 en 356) en 23 (355); het drietal ging buiten dienst en werd in januari 1992 opgeknapt voor verkoop aan de HTM. De 355-357 vertrokken op 13 februari, 5 maart en 10 maart en werden vernummerd tot 512-514; in ruil gingen de van vlinderuiterlijk voorziene gasbussen 500, 501 en 504 naar Amsterdam om dienst te doen onder de nummers 460-462.


In 1994 gingen de 358-374 naar Zuid waar de laatste aanwezige CSA2's 295, 297 (verhuizing naar Noord) en 298 (buitendienststelling) een tien jaar durend hoofdstuk afsloten. Ook vervingen zij de door sloop, emigratie en terugkeer naar West versplinterde 210-230/232.
Met een jaar vertraging kreeg het GVB in 1986 toestemming tot de aanschaf van 30 nieuwe CSA 2's; dit werden er uiteindelijk 29 omdat de 375 als CSA 3/ST2000-proefbus zou worden gebouwd.


Op 13 januari 1997 keerden de 513 en de 514 (ex-356 en 357) even terug naar Amsterdam voor dienst op lijn 48 nadat de Franse huurgeledes 556-565 het door de winterkou lieten afweten. De 514 maakte echter z'n tijdelijke comeback op lijn 45 en hield het tien dagen vol; de 513 bleef precies tien dagen in dienst.
De 346-374 introduceerden oranje instapstangen (speciaal voor de slechtzienden) en het noodraam met plastic hamer (''Streng verboden hier uit te stappen'' werd vanaf nu ''Bij nood raam inslaan''); voortaan was de middendeur bruikbaar als nooduitgang. Ze kwamen tussen januari en maart 1987 in dienst vanuit garage West (346-354) en garage Noord (355-374). De 348 begon echter vanuit Noord terwijl de 370 en de 372 het tegenovergestelde deden.


De 512 (ex-355) bleef in Den Haag waar ie in januari 1999 beschadigd raakte en vervolgens moest stoppen. en kreeg de sloper het laatste woord.
De 346-348 werden in maart tot snelloper verbouwd voor dienst op lijn 64 en [[Buslijn 192 (Amsterdam)#Lijn 68|68]]; in juni kregen ze vandaalbestendige Vorderegger-bankjes.


Tussen 27 januari en 18 februari werd de 353 aan het GVU verhuurd toen soortgenoot 45 overkwam voor proeven met een geknikt stuur.
De 349 werd ook snelloper en was tevens lesbus naast de 350-353.


De 358 en de 359 waren al teruggekeerd naar West, maar daar bleef het niet bij want eind 1998/begin 1999 verhuisden de 358-369 naar Noord; dit vanwege een samenwerkingsregeling met Noord waarbij [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)|tien lagevloerbussen 130...155]] in Zuid werden gestald. Alleen de 370-374 bleven in Zuid.
De 346 van lijn 68 werd 9 augustus 1987 tijdens de ochtendspits bij station Sloterdijk gestolen en teruggevonden in [[Emmeloord]] door een oplettende VAD-chauffeur.


Met ingang van de winterdienst 1999/2000 kreeg Zuid eigen Jonckheeren (onder andere 143-155) en gingen de 370-374 terug naar West. Van alle CSA2's die in de jaren 90 vanuit Zuid reden hielden zij het er met vijf jaar het langst vol (net als de 331, 332 en de 334).
In 1988-1989 kregen de 346, 350 en de 353 een lichtkrant-/infodisplay en werden ook de 347, 348 en de 354 tot lesbus verbouwd.


Met de instroom van de Jonckheeren 174-230 in 2000 kwam het einde van de 346-352 en de 358-374 een stuk dichterbij. Op 17 en 25 april reden de 352 en de 364 hun laatste ritten op lijn 23 en 38; 4 mei werd de 364 als eerste naar het GVB-terrein aan de Van der Madeweg gebracht.
De 351 werd hersteld van de zware schade die hij 7 juli 1989 in de ochtendspits bij Basisweg / Radarweg opliep door een botsing met een vrachtwagen.


De 351 nam 19 mei afscheid op lijn 23, de 348 en de 346 deden dat 24 mei op lijn 23 en 44; ook de 347 reed 30 mei z'n laatste rit op lijn 23.
Als eerste CSA 2 werd de 352 eind augustus 1989 in het nieuwe kleurenschema grijs-blauw-met-rode-deuren geschilderd; de rest zou rood blijven omdat de grote revisie, die het merendeel 253...344 had gekregen, eind 1992 moest worden stopgezet vanwege de bezuinigingen.


Op 7 en 8 juni werden de 350 en de 359 voor het laatst ingezet op lijn 44 en 28; de 359 werd meteen opgeslagen, de 346, 348, 350 en de 351 kwamen de volgende dag aan de beurt.
In 1990 kreeg de serie (nieuwe) vandaalbestendige bankjes.


Op 13 en 20 juni reden de 353 en de 349 hun afscheidsritten op lijn 23, de 374 deed dat de 16e op lijn 47; 22 juni werden de 347, 349, 352 en de 353 opgeslagen
De 355-374 verhuisden in 1991 naar de hoofdgarage in de [[Jan Tooropstraat]]; de 355-357 bleven er niet lang, want aan het eind van het jaar reden ze hun afscheidsritten op lijn 18 en 23. Na een opknapbeurt werden ze begin 1992 aan de HTM verkocht onder de nummers 512-514; in ruil kwamen de 500, 501 en de 504 (gasbussen-met-vlinderuiterlijk) naar Amsterdam om dienst te doen als de 460-462.


De 372 (21 juni), 373 en de 354 (allebei 22 juni) reden hun laatste ritten, de 354 ging er 30 juni uit als wachtwagen.
De 358-374 kwamen begin 1994 naar Zuid; wederom ter vervanging van oudere soortgenoten.


De 361 (ook wachtwagen) en de 362 (lijn 32) zwaaiden 3 juli af, de 371 (lijn 23) deed dat de volgende dag. Samen met de 358 en de 360 gingen de 361 en de 362 meteen naar de Van der Madeweg.
De 513 (ex-356) en de 514 (ex-357) werden in september 1996 door de HTM tijdelijk verhuurd aan de NOVIO in [[Nijmegen]] en keerden daarna op 13 januari 1997 tijdelijk terug naar Amsterdam omdat de Franse huurgeledes van lijn 48 het door de winterkou lieten afweten; tien dagen waren ze weer in dienst bij hun oorspronkelijke eigenaar. De 512 (ex-355) bleef in [[Den Haag]] waar hij begin 1999 met onherstelbare schade naar de sloper werd gebracht.


De 363 nam 7 juli afscheid op lijn 35 om linea recta te vertrekken; de 365 sloot zich de volgende dag aan. De 366 was op 10 juli voor het laatst in dienst op lijn 38, de 368 en de 369 reden als wachtwagen.
De 353 werd van 27 januari tot 18 februari aan het GVU verhuurd toen soortgenoot 45 overkwam voor proeven met een geknikt stuur.


Ook de 367 nam 10 juli afscheid op lijn 38 om meteen te worden opgeslagen; de 366, 368 en de 369 vertrokken drie dagen later.
De 358 en de 359 waren al teruggekeerd naar West, en met de instroom van de Jonckheeren eind 1998/begin 1999 verhuisden de 360-369 naar Noord in ruil voor tien wisselwagens 130...155. De 370-374 bleven als laatste CSA 2's nog een jaar in Zuid en met de komst van de Jonckheeren gingen ze terug naar West.


Bleef alleen de 370 over; 16 juli reed hij z'n afscheidsrit op lijn 42.
Alle wagens haalden de eindstreep; tussen april en juli 2000 gingen ze buiten dienst (370 als laatste) waarna ze via het GVB-terrein aan de [[Van der Madeweg]] naar Womy werden gebracht voor doorverkoop.


De 371 en de 374 werden 19 juli opgeslagen, de 370, 372 en de 373 volgden de 20e.
De 372 kreeg een baantje als sleepbus en werd na zijn afvoer (23 april 2001) oefenobject bij Politie Amsterdam Amstelland alwaar hij ingefilmd half als lijn 18, half als lijn 19 nabij de [[Rozenoordbrug]] tot eind 2011 werd gebruikt. Inmiddels is de 372 door de Jonckheer 189 vervangen en staat hij, vierentwintig jaar na zijn aflevering (waarvan dertien jaar in actieve dienst), te wachten op wat komen gaat.


NB; 2000 was het afscheidsjaar van zowel de CSA1 (463-467) als de CSA2 (346-374).
De 373 schitterde op 16 september in de jubileumparade van het 100-jarige GVB en werd op 2 oktober eigendom van de [[Amsterdamse museumbussen|MUSA]]. In 2011 werd de wagen door een particulier overgenomen die hem begin 2012 onderbracht bij de collectie van de [[Amsterdamse museumbussen|stichting BRAM]].


Helemaal voorbij was het niet want in september kreeg de 372 een baantje als sleepbus, hij hield het zes maanden vol en werd op 23 april 2001 afgevoerd. Zijn volgende carrière-move leek op die van zijn nummergenoot uit 1968; hij werd oefenobject bij Politie Amsterdam Amstelland alwaar hij ingefilmd half als lijn 18, half als lijn 19 nabij de [[Rozenoordbrug]] tot eind 2011 werd gebruikt. Inmiddels is de 372 door de Jonckheer 189 vervangen en staat te wachten op wat komen gaat, vierentwintig jaar na zijn aflevering waarvan dertien jaar in actieve dienst.  
De 348 werd discobus op Texel en werd in de zomer van 2009 gefotografeerd; witgeschilderd, ingefilmd als lijn '69 Jelleboog-Den Burg' en nog altijd met Vordereggerbankjes. De 364 werd gebruikt als een mobiele kantine bij Hoogovens [[Beverwijk]]. De 347, 349, 351, 354, 356, 360 en de 366 begonnen een tweede leven bij het Bulgaarse bedrijf Burgasbus. De filmkasten werden afgeplakt met een gemerkte sticker, maar verder behielden ze hun identiteit; de 354 kreeg echter een hoekiger voorruit. Op internet staan filmopnamen van de 349.


De 373 schitterde op 16 september in de jubileumparade van het 100-jarige GVB en werd op 2 oktober eigendom van de MUSA. In 2011 werd de wagen door MUSA afgestoten en kon een particulier deze overnemen. Sinds begin 2012 maakt deze bus deel uit van de collectie van de stichting [[BRAM]].
De 346, 352, 353, 358, 361-363, 365 en de 367-369 werden eind mei 2001 tijdelijk teruggehaald omdat de ex-Sternetwagens werden ingezet op ringlijn [[Buslijn 55 (Amsterdam)#Lijn 55P|55]]/[[Buslijn 56 (Amsterdam)#Lijn 56P|56]] (A/B) t.b.v. de renovatie van de A10. Ze werden vanuit alle garages ingezet (reserve 368 uitgezonderd); de verdeling was:
* Garage Zuid: 346, 352, 353 voor daldienst op [[Buslijn 61 (Amsterdam)#Lijn 61 I|lijn 61]]
* Garage West: 358, 362, 363, 365, 367, 369 voor daldienst op lijn 15 en 19.
* Garage Noord: 361 voor daldienst op [[Buslijn 35 (Amsterdam)|lijn 35]].


De 367, 368 en de 370 werden op 14 november 2000 naar Womy gebracht, de 354, 371 en de 374 op 16 november, de 346, 348, 350 en de 361 op 17 november en de 358, 360, 362, 363, 366 en de 369 op 18 november. De rest (347, 349, 351-353, 359, 364, 365) kwam pas 24 november aan de beurt.
De 365 en de 367 verhuisden al snel naar Noord waar de 361 werd binnengehouden, net als de 346 uit Zuid; tussen 6 en 11 juni gingen er vijf wagens buiten dienst; 353, 363, 365, 367 en een defecte 369 buiten dienst. Bleven er nog maar drie exemplaren (352, 358, 362) over waarvan de 352 uit Zuid ([[Buslijn 43 (Amsterdam)|lijn 43]]) en de 362 uit West (lijn 64) in de normale dienst reden; de Westbussen hielden het bijna een week langer vol dan de 352.


De 348 werd discobus op Texel en werd in de zomer van 2009 gefotografeerd geheel in het wit ingefilmd als lijn '69 Jelleboog-Den Burg' nog met vordereggerbankjes. De 364 werd gebruikt als een mobiele kantine bij Hoogovens Beverwijk. De 347, 349, 351, 354, 356, 360 en de 366 begonnen een tweede leven in Burgas, Bulgarije alwaar ze in dienst traden van Burgasbus. De filmkasten werden afgeplakt met een gemerkte sticker, maar verder behielden ze hun identiteit; de 354 kreeg echter een hoekiger voorruit. In de 349 werden filmopname gemaakt welke op internet zijn terug te vinden.
Ook de 353 kwam bij Burgasbus terecht waar de 351 werd doorverkocht aan Karnobut als rood-witte stadsbus op lijn 1; alleen de waarschuwingsstickers betreffende het rookverbod en de maximumsnelheid, en de vervaagde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan!' herinneren nog aan zijn GVB-verleden.


Door de renovatie van de A10 verwachtte men veel extra vervoer op ringlijn A/B (55/56) en omdat men bezig was met het ontplakken van de ex-Sternetwagens die hiervoor werden ingezet deed men weer een beroep op de 346, 352, 353, 358, 361, 362, 363, 365 en de 367-369; de 368 bleef achter als reservebus. Ze kwamen vanuit alle garages te rijden, de verdeling was:
De 365 emigreerde naar Moa, Cuba en na hun buitendienststelling bij de HTM vertrokken de 513 (ex-356) en de 514 (ex-357) naar [[Willemstad (Curaçao)|Willemstad]] op [[Curaçao]] waar ze een crèmekleurig jasje kregen. Naar verluidt is de bouwplaat van de 513 verwisseld met die van de tot partybus verbouwde HTM 474.


*Garage West: 358, 362, 363, 365, 367, 369 voor daldienst op lijn 15 en 19.
De 346, 352 en de 367-369 kwamen per 1 januari 2003 weer in actie als huurbussen van [[Arriva Personenvervoer Nederland|Arriva]] dat de concessie kreeg van het vervoer in de [[Drechtsteden]] maar nog geen nieuw materieel had. Het vijftal, vernummerd tot 0001, 0002 en 0004-0006, werd in garage [[Papendrecht]] voor dienst op lijnen naar onder meer [[Rotterdam]] en Utrecht.


*Garage Noord: 361 voor daldienst op lijn 35.
Na drie maanden (april 2003) zat het erop en werden ze via Van Vliet Trucks in [[Nieuwegein]] naar [[Angola]] geëxporteerd met BBA 235 en GVBG 87.
 
*Garage Zuid: 346, 352, 353 voor daldienst op lijn 61.
 
De 363, 367 en de 369 begonnen op 31 mei; de 358, 362 en de 365 op 5 juni. Laatstgenoemde verhuisde na de ochtendspits meteen naar Garage Noord waar de 361 binnen werd gehouden. De 367 ging mee om de volgende dag definitief z'n GVB-carrière te beëindigen; de 365 en de 369 stopten 7 juni (wegens defect ging de 369 vijf dagen later terzijde), de 353 (die nog kon worden vastgelegd als de opgeheven lijn 60) 8 juni en de 363 11 juni (om meteen te vertrekken).
 
De 346 werd ook binnengehouden en dus bleven alleen de 352, 358 en de 362 over; hiervan werden alleen de 352 (14 juni; lijn 43) en de 362 (15 juni; lijn 64) in de normale dienst ingezet. De 352 ging meteen weer naar Womy, de 362 en de 358 bleven tot 19 en 20 juni en keerden samen terug. De 365 volgde 25 juni en de 369 pas 16 juli.
 
De 353 begon een derde leven bij Burgasbus maar of ie er de 351 tegenkwam is niet bekend; alleen dat die laatste is doorverkocht aan Karnobut voor stadsdienst op lijn 1. Hij is knalrood-wit geschilderd en alleen de waarschuwingsstickers betreffende het rookverbod en de maximumsnelheid, en de vervaagde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan!' verraden zijn GVB-verleden.
 
De 365 emigreerde naar Moa, Cuba en na hun buitendienststelling bij de HTM vertrokken de 513 en de 514 (ex-356 en 357) naar [[Willemstad (Curaçao)|Willemstad]] op [[Curaçao]]; ze werden er crème geschilderd, kregen grotere ventilatieramen en vonden nieuwe collega's in de frisser-dan-ooit ogende CSA 3's uit Nijmegen. Naar verluidt is de bouwplaat van de 513 verwisseld met die van de meeverhuisde HTM 474
(omgetoverd tot partybus en nog steeds als zodanig in dienst).
 
Op 1 januari 2003 kwamen de 346, 352 en de 367-369 weer in actie toen [[Arriva Personenvervoer Nederland|Arriva]] de concessie kreeg van het vervoer in de [[Drechtsteden]] maar nog geen nieuwe bussen had en zich daarom op tweedehands materieel richtte.
 
De Amsterdammers werden vernummerd tot 0001, 0002 en 0004-0006 en kwamen in dienst vanuit Garage Papendrecht; hun huidige dienstroosters bracht ze zelfs totaan Rotterdam en Utrecht waar er ook wit-blauw geschilderde CSA2's reden. In april 2003 gingen ze naar Van Vliet Trucks in Nieuwegein om binnen de kortste keren naar Angola te worden geëxporteerd; BBA 235 en GVBG 87 gingen mee.


==CSA 2-standaardbussen van andere bedrijven==
==CSA 2-standaardbussen van andere bedrijven==
===Schipholbus===
===Schipholbus===
====6 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====6 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Na de 1-5 nam Schiphol ook een CSA2 in dienst. In 1986 werd deze bestelling gevolgd door drie Neoplan tweerichtingbussen (20-22) met deuren aan beide zijden.
Na vijf CSA 1's nam Schiphol ook een CSA2 in dienst (in 1986 gevolgd door de Neoplan tweerichting-bussen 20-22 met deuren aan beide zijden).


===GVU bus===
===GVU-bus===
====45 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====45 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Op 21 januari 1997 huurde het GVB de Utrechtenaar 45 voor proeven met een geknikt stuur; zes dagen later kwam hij in dienst vanuit Garage West op lijn 23 maar werd al snel overgeplaatst naar Noord. 18 februari reed de 45 z'n afscheidsrit op lijn 35 waarna hij twee dagen later terugkeerde naar de Domstad. Tegenwoordig rijdt de 45 door de straten van [[Sokulov]], [[Rusland]].
Het GVB huurde in januari 1997 de GVU 45 voor proeven met een geknikt stuur. De 45 begon 28 januari vanuit garage West op lijn 23 maar ging al snel naar Noord waar hij drie weken later zijn afscheidsrit reed. Na zijn buitendienststelling bij GVU begon de 45 een tweede leven in [[Rusland|Sokulov, Rusland]].


===HTM bussen===
===HTM-bussen===
====460-462 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====460-462 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Als onderdeel van een samenwerkingsverband met de RET en het Groningse GVB werden de 500, 502 en de 504 in 1989 op eenjarige leeftijd tot gasbussen verbouwd en voorzien van een vlinderuiterlijk om het milieu-aspect te benadrukken. Vergezeld door een 300 uit Rotterdam en de 16 uit Groningen (het GVBG paste de hernummering toe) ging het drietal op tournee langs de standaardsteden.
Als onderdeel van een samenwerkingsverband met de RET en het Groningse GVB werden de 500, 502 en de 504 in 1989 op eenjarige leeftijd tot gasbussen verbouwd en voorzien van een vlinderuiterlijk om het milieu-aspect te benadrukken. Vergezeld door GVBG 16 en een [[Rotterdam]]se soortgenoot toerde het drietal langs de standaardsteden.


Begin 1992 nam het enthousiaste GVB de gasbussen over in ruil voor de 355-357. De 500 (15 februari), 502 (5 maart) en de 504 (10 maart) werden vernummerd tot 460-462 om aan te geven dat het hier niet om gewone wagens ging; men had evengoed kunnen kiezen voor 436-438 (achter de CSA 3-standaards) of 468-470 (voor de CSA 3-geledes).
Het GVB was enthousiast en nam begin 1992 de gasbussen over in ruil voor de 355-357; de 500, 502 en de 504 werden in genoemde volgorde tot 460-462 vernummerd om aan te geven dat het hier niet om gewone wagens ging.


Omdat het tankstation bij Garage Noord nog niet klaar was duurde het pas tot 30 juni voordat er proefritten konden worden gemaakt (de 462 was al 5 juni te zien tijdens de milieumarkt op de Dam). De 461 bleef binnen voor bezichtiging. 1 en 2 juli kwamen ze in dienst op lijn 34 (462) en 35 (461, 460).
De 462 was 5 juni te zien tijdens de milieumarkt op de [[Dam (Amsterdam)|Dam]], maar omdat het tankstation bij garage Noord vertraging opliep kwam het drietal pas begin juli in dienst op [[Buslijn 34 (Amsterdam)|lijn 34]] en [[Buslijn 35 (Amsterdam)|35]].


De Hagenezen produceerden minder stikstofdioxide en minder lawaai; maar ook dit voordeel had z'n nadeel, want met hun elf gastanks konden ze niet meer dan 250 a 290 kilometer rijden. Vandaar dat ze hoofdzakelijk op lijn 31 werden ingezet, en vanaf september 1994 ook op lijn 28 naar KNSM-eiland. Daarnaast deden ze dienst als lesbus.
De Hagenezen produceerden minder stikstofdioxide en minder lawaai; maar ook dit voordeel had z'n nadeel, want met hun elf gastanks konden ze niet meer dan 250 a 290 kilometer rijden. Daarom reden ze hoofdzakelijk op [[Buslijn 31 (Amsterdam)#Lijn 31 III|lijn 31]], en vanaf september 1994 ook op [[Buslijn 28 (Amsterdam)|lijn 28]] naar KNSM-eiland. Daarnaast deden ze dienst als lesbus.


In 1999 verhuisden de 460-462 naar Garage West waar ze eveneens hun tijd vervulden met spits- en lesdiensten. Datzelfde jaar nog gingen ze buiten dienst totdat het GVB gelede bussen inzette tijdens een treinvervangende pendeldienst op de Schiphollijn. En daardoor haalden ze nog net het jaar 2000; 20, 21 en 24 januari reden ze hun afscheidsritten op lijn 41 (461), 312 (460) en 313 (462).
In 1999 verhuisden de 460-462 naar Garage West waar ze eveneens als spits- en lesbussen reden. Datzelfde jaar nog gingen ze buiten dienst, maar doordat het GVB gelede bussen inzette tijdens een treinvervangende pendeldienst op de [[Schiphollijn]] haalden ze nog net het jaar 2000.


9 juni en 22 juli werden ze naar Holland Lion gebracht om van daaruit aan de BBA te worden verkocht; daar werden ze herenigd met hun oudere broers 101-117, 261-297 en de van NZH overgenomen 1932-1944 (ex-Enhabo 332-344) die opnieuw waren vernummerd tot 195-207. Van een gezellig onderonsje was echter geen sprake; de 460-462 werden teruggebouwd tot dieselbus en verbleven jarenlang in de centrale werkplaats van BBA Breda. Uiteindelijk werden ze doorverkocht aan Brunna Reizen voor versterkingsritten op de Hermes-lijnen in Heerlen. De 461 werd in 2006 wit geschilderd.
De 460-462 werden aan de BBA verkocht maar kwamen er niet in dienst; ze verbleven jarenlang in de centrale werkplaats in [[Breda]] voor hun terugbouw tot dieselbus en werden uiteindelijk doorverkocht aan Brunna Reizen (die de 461 in het wit stak) voor versterkingsritten op de Hermes-lijnen in Heerlen.


====436...486 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====436...486 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
De Haagse zontomaten kwamen vanaf juni 1984 in dienst; hiervan was snelloper 448 (80 km/u) al in januari te zien op de Autobus RAI. Dertien jaar later werden de 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 356 en 357 (vernummerd tot 513 en 514) door het GVB gehuurd omdat de Franse geledes 556-565 geen koude temperaturen waren gewend. 13 januari kwamen ze in dienst op lijn 45 (440) en 48 (436, 486). De 486 hield het maar negen dagen vol; de 440 (lijn 314) en de 436 (lijn 46/48) bleven echter tot 30 en 31 januari.
Van de Haagse CSA 2's was snelloper 448 (80 km/h) in januari 1984 (vijf maanden voordat de eerste serie in dienst kwam) te zien op de Autobus RAI. Dertien jaar later werden de 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 356 en 357 (vernummerd tot 513 en 514) door het GVB (terug)gehuurd voor dienst op de 40-er lijnen omdat de Franse geledes 556-565 geen koude temperaturen waren gewend. De 486 hield het maar negen dagen vol; de 436 en de 440 bleven tot het eind van de maand.


Rond 2000 kwam de 472 naar Garage West; hij werd beschilderd en vernummerd tot 9999. Een paar jaar later traden de 453, 471, 473 en de 475 in dienst van tourbedrijf Meering in Duivendrecht. Voorzien van dubbele streekbusbankjes werden ze hoofdzakelijk ingezet voor zwemvervoer naar het Sportfondsenbad in Oost. De 453 werd vernummerd tot 1. Met de komst van de ex-Hermes Alliances in 2007 vertrokken ze naar Holland Bus.
Nadat de Mercedes O405-bussen het Haagse straatbeeld hadden overgenomen kwamen diverse exemplaren richting Amsterdam voor hun tweede levens; zo stond de 472 in 2000 op het buitenterrein van garage West als de veelkleurige 9999. De 453 (vernummerd tot 1), 471, 473 en de 475 traden begin jaren 00 in dienst van tourbedrijf Meering in [[Duivendrecht]]. Voorzien van dubbele streekbusbankjes werden ze hoofdzakelijk ingezet voor zwemvervoer naar het Sportfondsenbad in Oost totdat ze in 2007 werden afgelost door de ex-Hermes Alliances.


De 459 werd aan Amsterdam geschonken als jongerenbus; ontdaan van z'n interieur, volgespoten met graffiti en voorzien van het opschrift ''Chillbus'' kan hij vooral bij buurtfestivals worden aangetroffen.
De 459 werd na zijn knalrode dagen bij Van der Horn aan Amsterdam geschonken als jongerenbus; zonder interieur, volgespoten met graffiti en voorzien van het opschrift ''Chillbus''. Inmiddels is de 459 naar [[Den Haag]] teruggekeerd in een geel uiterlijk.


===RET bus===
===RET-bus===
====310 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
====310 (DAF SB201DKDL/Hainje)====
Ook de (latere) Rotterdammers werden als 300-en genummerd. Hiervan werd de 310 na buitendienststelling aan Stichting Romeo geschonken. In 2010 maakte hij een uitstapje naar Amsterdam, ingefilmd als lijn 70 met de GVB-bestemmingen 'amsterdamse bos' en 'haarl.meer station' van [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)|een kleinepetbus]].
Ook de (latere) Rotterdammers werden als 300-en genummerd. Hiervan werd de 310 na buitendienststelling aan [[Stichting Romeo]] geschonken. In 2010 maakte hij een uitstapje naar Amsterdam, ingefilmd als lijn 70 met kleinepetfilms van het GVB.


==Tomaatrode CSA 2-midibussen==
==CSA 2-midibussen==
====585-591 (592 afbesteld; Neoplan/Hainje)====
====585-591 (592 afbesteld; Neoplan/Hainje)====
In 1984 kwam er een mini-versie van de CSA2 met dezelfde bruine bankjes. Ter vervanging van de Mercedes micro's 581-584 bestelde het GVB zeven exemplaren. Nadat de 585 op 28 maart 1984 aan de pers werd voorgesteld kwamen de eerste vijf wagens op 1 april in dienst op de tot 30 terugvernummerde lijn 90.
[[Bestand:GVB Amsterdam Bus Huisstijl GVU Afscheidsexcursie 30 november 2013.jpg|{{largethumb}}|Bus 590.]]
[[Bestand:GVB 590 Stichting BRAM Interieur.JPG|{{largethumb}}|Bus 590, interieur.]]


Net als hun voorgangers waren zij ook eigenlijk te groot voor de wegen in Landelijk Noord; op 20 april ging de 585 in bad om 14 mei weer in dienst te komen. Negen dagen daarna was het weer raak.
In 1984 kwam er een mini-versie van de CSA2 met dezelfde bruine bankjes. Ter vervanging van [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)#581-584 (Mercedes/Domburg)|de Mercedes micro's 581-584]] bestelde het GVB zeven exemplaren. De 585 werd op 28 maart 1984 aan de pers voorgesteld, daarna (1 april) kwamen de eerste vijf exemplaren in dienst op [[Buslijn 30 (Amsterdam)|de tot ''30'' terugvernummerde lijn 90]].


Tussen 19 en 23 september werden de 590 en de 591 tentoongesteld tijdens Autobus RAI. Daarna gingen ze terug naar Hainje voor laatste werkzaamheden. Vervolgens plakte de 590 er een bezoekje aan Neoplan Pilsting (Duitsland) aan vast waar er proeven met hem werden gedaan. Beide wagens kwamen pas in 1985 in dienst.
Net als hun voorgangers waren zij ook eigenlijk te groot voor de wegen in Landelijk Noord; de 585 raakte twee keer (20 april en 23 mei) te water.


Een achtste wagen (592) was gepland tour- en VIP-bus maar die werd afbesteld en vervangen door grote broer 345.
De 590 en de 591 waren nog niet gereed, maar werden wel tentoongesteld tijdens Autobus RAI (19-23 september 1984). Daarna werd de 590 bij Neoplan Pilsting (Duitsland) aan proefnemingen onderworpen. Beide wagens kwamen pas in 1985 in dienst.


Behalve op lijn 30 reden de CSA2's ook enige tijd op de lijnen 45 (ex-Enhabo (9)4S, ex-37) en [[Buslijn 56 (Amsterdam)|lijn 56]] (die in de spits met versterkingsbussen uit Noord reed) die, respectievelijk, medio 1986 en eind 1987 werden opgeheven.
Een achtste wagen (592) was gepland als tour- en VIP-bus maar die werd afbesteld en vervangen door grote broer 345.


Tussen 17 juli en 17 oktober 1987 verbleef de 591 bij Enhabo voor dienst op de 90-er lijnen.
Naast lijn 30 werden de CSA2's ook enige tijd ingezet op [[Buslijn 45 (Amsterdam)#Lijn 45 II|lijn 45]] en [[Buslijn 56 (Amsterdam)#Lijn 56 II|56]] welke laatste Zuidlijn in de spits met versterkingsbussen uit Noord reed.


Op 28 augustus werd de 587 uitgewisseld met de Volkswagen 7083 van CN. De 587 werd ingezet op [[Buslijn 148 (Amsterdam-Aalsmeer)|lijn 148]]/[[Buslijn 149 (Amstelveen-Uithoorn)|149]] van Station Zuid naar Uithoorn/Aalsmeer (waarop ook 12-meterbussen reden). Zeven dagen later gaf hij het stokje door aan de 590; in september gingen ze allebei nog een keer. De laatste wissel was met de 585.
De 591 verbleef vanaf 17 juli drie maanden bij [[Enhabo]] voor dienst op de 90-er lijnen. tot 17 oktober Verder waren er uitleenbeurten De 591


Met de komst van de Volkswagens 575-583 werden de Neoplans overbodig in Noord en dus trokken ze naar Zuid waar ze eind 1988 (in genoemde volgorde) op lijnen 49 en 46 kwamen te rijden. Op beide lijnen bleken ze echter te klein waarbij het voorkwam dat er passagiers op de halte moesten achter blijven. Daarna reden ze op lijn 8; eerst als pendelbus (afwijkende route i.v.m. werkzaamheden), vervolgens werden het extra diensten.
De 587 werd op 28 augustus werd de 587 uitgewisseld met Volkswagenbus 7083 van CN. De 587 reed vanuit garage Zuid/Amstel III op de semi-standaardlijnen [[Buslijn 148 (Amsterdam-Aalsmeer)|148]] en [[Buslijn 149 (Amstelveen-Uithoorn)|149]] van [[Station Amsterdam Zuid|station Zuid]] naar [[Uithoorn]] / [[Aalsmeer]]. Een week later later gaf de 587 het stokje door aan de 590 om via een gezamenlijk vervolgbezoek te worden afgelost door de 585.


In 1989 verhuisden de CSA2's naar West om het materieeltekort op te vullen. In afwachting van de Volvo-standaards 377-386 werden ze op lijn 26 ingezet.
Met de komst van de Volkswagens 575-583 werden de Neoplans overbodig in Noord en trokken ze eind 1988 naar Zuid; ze reden er spitsdiensten op (achtereenvolgens) [[Buslijn 49 (Amsterdam)#Lijn 49 I|lijn 49]] en [[Buslijn 46 (Amsterdam)#Lijn 46 I|46]] waar ze echter te klein voor waren. Daarna reden ze op [[Buslijn 8 (Amsterdam)#Lijn 8|lijn 8]]; eerst als pendelbus (afwijkende route in verband met werkzaamheden), vervolgend werden het extra diensten.


Na drie maanden buiten dienst te hebben gestaan gingen de 588-591 in oktober op noodreserve waarbij de 587 meeste invalbeurten op zijn conto schreef. De 591 werd in augustus en september ingezet voor vervoer van de Ajax-selectie; in november 1989 kwam hij samen met de 587 weer in dienst. De 585 volgde in januari 1990, maar de 588 werd pluk- en magazijnwagen.
In 1989 verhuisden de CSA2's naar West waar ze, in afwachting van de Volvo-standaards 377-386, op lijn 26 werden ingezet.


De 590 bleef maandenlang binnen totdat hij op 24 mei als chauffeurshokje aan het Olympisch Stadion werd gebruikt tijdens de pendeldienst naar het Van Gogh museum. De 590 werd gekaapt door joyriders die tegen een lantaarnpaal en een pomp aan knalden; pas in juli werd hij hersteld. Ondertussen werd de hele serie (ondertussen nam de 591 zijn plaats in). De 590 ging met zware schade terzijde om pas in juli te worden hersteld (tijdens deze periode nam de 591 zijn plaats in).
Na drie maanden buiten dienst te hebben gestaan gingen de 585-591 in oktober op noodreserve waarbij de 587 meeste invalbeurten op zijn conto schreef en de 591 in augustus-september de Ajax-selectie vervoerde. De 585, 587 en de 591 kwamen eind 1989/begin 1990 weer in dienst; de 588 werd pluk- en magazijnwagen.


Nadat de hele serie was opgeknapt werden de 585, 586 en de 588 per 15 juni aan de RET verhuurd voor inzet op ringlijn 42 rondom de Kralingseplas; later kwamen daar ook de 30-er lijnen bij. Ze werden voorzien van de nieuwe RET-logo's en behielden aanvankelijk hun eigen films (voordeel, want de RET had ook 'garage noord' en 'garage zuid' in de bestemmingslijst staan) maar na verloop van tijd werden de blauwe richtingfilms vervangen door moderne zwarte van de RET. Het Rotterdamse avontuur van de 586 kwam aan een abrupt eind toen hij op 14 juli defect raakte en op 23 augustus per trailer terugging naar Amsterdam.
De 590 werd op 24 mei 1990 als chauffeurshokje aan het Olympisch Stadion gebruikt tijdens de pendeldienst naar het Van Gogh museum. Hij werd echter gekaapt door joyriders die tegen een lantaarnpaal en een pomp aan knalden, en pas in juli hersteld. De 591 nam zolang zijn plaats in.


Tussen 28 juli en 17 augustus werd de 589 gebruikt als kaartverkoophokje op de Meeuwenlaan voor bezoekers van Camping Vliegenbos. Tien dagen later ging hij samen met de 587 naar Rotterdam; de 591 volgde op 26 september en op 10 oktober de herstelde 590.
Opgeknapt en wel werden de 585, 586 en de 588 per 15 juni aan de RET verhuurd, met aanvankelijk behoud van hun eigen films. Ze reden vanuit garage Noord op ringlijn 42 rondom de [[Kralingse Plas]], en later ook de 30-er lijnen.


Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht maar net als met de 302-318/320 en de Leylands 295-300 in 1977 ging dat niet door. De RET was niet tevreden over de Neoplans en stuurde op 10 april 1991 de defecte 586 en 588 per dieplader terug. De rest volgde op Koninginnedag; met RET-logo's en al.
Tussen augustus en oktober 1990 gingen ook de 587, 589 (die nog een vakantiebaantje had als kaartverkoophokje op de [[Meeuwenlaan]] voor bezoekers van Camping [[Vliegenbos]]), 590 en de 591 naar de RET nadat de 586 defect was teruggekeerd.


Na zijn herstel kwam de 586 niet meer in dienst; samen met de 589 werd hij plukbus in Garage Noord. Ook voor reservebus 587 was het afgelopen; hij kampte voortdurend met defecten en herstel was te duur. Op 7 juni werden de 588 en de 591 bij Berkhof [[Valkenswaard (plaats)|Valkenswaard]] ingeleverd, drie dagen later kwamen de 585 en de 590 aan de beurt.
Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht, maar dat ging niet door omdat de RET niet tevreden was over de Neoplans. In april 1991 werden ze per dieplader teruggestuurd om niet meer in dienst te komen. De 586 en de 589 werden plukbus in garage Noord; de 587 ging weliswaar op reserve, maar kampte met defecten en herstel was te duur. De 585, 588, 590 en de 591 werden in juni bij [[VDL Berkhof|Berkhof]] [[Valkenswaard (plaats)|Valkenswaard]] ingeleverd voor doorverkoop.


De 590 vertrok in oktober 1991 naar Geleen om namens Guus Baggen twee jaar lang ouderenvervoer te verzorgen. De 588 emigreerde in december naar Suriname, met RET-logo en al. De 585-587, 589 en de 591 gingen op 8 januari 1992 naar Bovo Tours waar ze via een bemiddelaar werden doorverkocht. De 587 die in deze periode werd gefotografeerd was ontdaan van kenteken, GVB-logo's en een koplamp. Ook was hij ingefilmd als lijn 36 (uit een oude RET-filmrol) naar Amstelstation; honderd nummers verwijderd van [[Buslijn 136 (Amsterdam)|de buslijn]] die het GVB eind 2005 van Connexxion zou overnemen. De 585 eindigde bij de Haven van Vlissingen als personeelsbus.
De 590 vertrok drie maanden later naar [[Geleen]] om namens Guus Baggen twee jaar lang ouderenvervoer te verzorgen. De 588 emigreerde in december naar Suriname, met RET-logo en al. De rest (585-587, 589, 591) ging op 8 januari 1992 naar Bovo Tours om via een bemiddelaar te worden doorverkocht. De 585 eindigde bij de Haven van [[Vlissingen]] als personeelsbus; de 587 werd geplukt.


De 590 keerde na zijn buitendienststelling terug naar Amsterdam waar hij op 24 november 1993 tot de MUSA toetrad; doordat er aanvankelijk sprake zou zijn van terughuur door het GVB werd de 590 blauw-grijs-met-rode-deuren geschilderd, maar al snel kreeg hij zijn oorspronkelijke kleuren terug. De 590 werd na sluiting van de MUSA met de 373 door een particulier aangekocht en is sinds 20 december 2011 in handen van de stichting BRAM.
De 590 keerde na zijn buitendienststelling bij Guus Baggen terug naar Amsterdam; op 24 november 1993 werd hij overgedragen aan de [[Amsterdamse museumbussen|MUSA]] die hem tijdelijk grijs-blauw schilderde vanwege het misverstand dat het GVB hem terug zou huren. De 590 werd na sluiting van de [[Amsterdamse museumbussen|MUSA]] met de 373 door een particulier aangekocht en is sinds 20 december 2011 in handen van de [[Amsterdamse museumbussen|stichting BRAM]].


===GVU bus===
==Volkswagen minibussen==
====404 (DAF/Hainje)====
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van Centraal Nederland (deel 2)}}
In 1986 schafte ook het GVU een serie midi's aan; deze hadden een DAF-motor, een donkere grille met Hainje-embleem erop en een enkelbladsvoordeur. De 404 stond op de Autobus RAI alvorens in eigen stad in dienst te komen op ringlijn 2/22. Eind jaren 90 werden de midi's wit-blauw geschilderd naar het voorbeeld van de B88-geledes om in 2004 plaats te maken voor de Van Hoolen.


==Volkswagen minibussen van andere bedrijven==
===[[Enhabo]]-huurbus===
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van Enhabo|Busmaterieel van Centraal Nederland}}
===Enhabo huurbus===
====402 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
====402 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
In 1986 nam Enhabo twee okergele Volkswagen-busjes in dienst met geplakte zijruiten, enkelbladsdeur en kleine pet met blauwe lijn- en richtingfilms; deze ''Pausmobieltjes'' werden genummerd tot 401 en 402.
In 1985 ontwikkelde Den Oudsten een minibus op Volkswagenchassis met enkelbladsdeur en geplakte zijruiten.


Toen de 591 tussen 15 juli en 21 oktober 1987 Enhabo-diensten draaide reed de 402 in die periode op lijn 30.
[[Enhabo]] nam in 1986 twee van deze ''Pausmobieltjes'' (401, 402) in dienst. Het GVB huurde de 402 toen de 591 van 15 juli tot 21 oktober 1987 op de [[Enhabo]]-lijnen reed.


Bij de overname door NZH in 1991 kreeg het tweetal de ESO-nummers 7080 en 7081 en een streekgeel jasje. In 1994, toen de NZH ook het ex-Maarse & Kroon-gedeelte van CN overnam, werden ze aan Midnet verkocht; een straf was het geenszins want ze werden er verenigd met hun ex-CN- en VAD-broers.
Bij de overname door NZH in 1991 werd het tweetal geel geschilderd en vernummerd tot 7080 en 7081. Drie jaar later, toen NZH ook het voormalig [[Maarse & Kroon]]-gebied van CN overnam, werden ze aan [[Midnet]] verkocht.


De 402 maakt thans deel uit van de collectie van Nationaal openbaar Vervoermuseum te Ouwsterhaule en is inmiddels voorzien van een nieuwe motor.
De 402 maakt thans deel uit van de collectie van [[Nationaal Openbaar Vervoermuseum]] te [[Ouwsterhaule]] en heeft inmiddels een nieuwe motor.


===CN bus===
===CN-bus===
====7083 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
====7083 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
De streekgele ''Pausmobieltjes'' van CN werden in 1987 afgeleverd en kwamen onder andere in Garage Zuid/Amstel III terecht. Tussen augustus en september van dat jaar werd de 7083 uitgewisseld met achtereenvolgens de 587, 590 en de 585.
Ook CN kreeg een serie ''Pausmobieltjes'' die in garage Zuid/Amstel III begonnen. Het GVB huurde in augustus-september 1987 de 7083 voor dienst op lijn 30. In 1993 streek de serie in het voormalig NBM-gebied neer; een jaar later volgde de overgang naar Midnet.


Later kwam de hele serie vanuit het ex-NBM-gebied te rijden om vanaf 1994 het Midnet-logo te dragen.
De 7083 ging er al snel buiten dienst en verhuisde naar België; in november 2008 werd hij aangekocht door stichting Bever en overgedragen aan Stichting Nationaal Openbaar Vervoermuseum te [[Ouwsterhaule]].


Bus 7083 is na een verblijf van 14 jaar in België aangekocht door stichting Bever die de bus in november 2008 heeft overgedragen aan Stichting Nationaal Openbaar Vervoermuseum te Ouwsterhaule.
===Eigen bussen===
 
==Volkswagen minibussen==
====575-583 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
====575-583 (Volkswagen LT/Den Oudsten)====
De experimenten met de Volkswagenbusjes van Enhabo (402) en CN (7083) waren zo goed bevallen dat er in 1988 een serie van negen 'Pausmobieltjes' werd aangeschaft. In plaats van dat ze de nummers 592-600 kregen (bussen werden nooit als 600-en genummerd) werd besloten om, net als met de geledes, de achteruitnummering toe te passen.
Omdat de experimenten met de Volkswagenbusjes van [[Enhabo]] (402) en CN (7083) goed bevielen schafte het GVB in 1988 een eigen serie ''Pausmobieltjes'' aan; ze werden voor de CSA 2's (in plaats van achter) als 575-583 genummerd.


De 575 en de 576 reden vanuit Garage Zuid op lijn 62+ (telefoonbus). De 577-580 reden vanuit Garage Noord op lijn 30. Op 13 oktober 1988 werd de 578 om 16:30 uur met de 580 geruild. Om 17:00 uur trad de 579 in.
De eerste zes exemplaren werden in oktober 1988 geleverd; de 575 (in november tentoongesteld tijdens Autobus RAI) en de 576 reden vanuit garage Zuid op telefoonbuslijn 62+; de 577-580 reden vanuit garage Noord op lijn 30.


In november 1988 was de 575 te bewonderen tijdens Autobus RAI. Met grote vertraging kwamen de 581-583 pas in juli-augustus 1989 in dienst; ze hadden matrixfilms (net als de ST2000's) en een automatische versnellingsbak. De 581 en de 582 gingen naar Noord en de 583 naar West voor dienst op service lijn 29 tussen Osdorp en Slotervaart welke lijn binnen de kortste keren weer opgeheven werd wegens gebrek aan belangstelling.
De 579 werd in 1989 tot snelloper verbouwd en als tourbus gebruikt (onder meer voor ritten naar het buitenland) tot aan de komst van de 584. Tijdens de levering van de [[Amsterdamse gelede trams 11G en 12G|11G en 12G trams]] verzorgde de 579 het personeelsvervoer tussen de CW [[Remise Tollensstraat]] en de BN-fabriek in [[Brugge]].


In 1989 werd de 579 verbouwd tot snelloper en werd tot de komst van de 584 als tourbus gebruikt en maakte ook ritten naar het buitenland. Tijdens de levering van de 11 en 12G BN gelede trams verzorgde de 579 de dienst tussen de CW Tollensstraat en de BN-fabriek in Brugge voor GVB-personeel.
Vlak voor de komst van de CSA 3's 377-396 reed er zo nu en dan een minibus op lijn 44/47, soms gevolgd door een gelede MAN-bus.


In 1989 reed zo nu en dan een minibus op lijn 44/47 soms gevolgd door een gelede MAN-bus.
Met grote vertraging kwamen de 581-583 pas in juli-augustus 1989 in dienst. Ze hadden matrixfilms zoals de nieuwe CSA 3's/ST2000's en een automatische versnellingsbak; tussen najaar 1989 en voorjaar 1990 werden de overige wagens aangepast.


De overige wagens werden aangepast aan de 581-583; in genoemde volgorde kregen de 577-579 (oktober), de 576 (november), 575 (december 1989) en de 580 (januari 1990) een automatische versnellingsbak. Vanaf maart 1990 werden de matrixfilms aangebracht (te beginnen bij de 577).
De 581 en de 582 gingen naar Noord en de 583 naar West voor dienst op [[Buslijn 29 (Amsterdam)#Lijn 29 III|de kortstondige servicelijn 29 tussen Osdorp en Slotervaart]] en daarna lijn 40, 41 en 42. Tijdens Sail 1990 deden diverse exemplaren dienst als kantinebus.


Na de opheffing van lijn 29 kwam de 583 op de lijnen 40, 41 en 42 te rijden. Tijdens Sail 1990 deden diverse exemplaren dienst als kantinebus.
Bij de opening van de sneltram op 30 november 1990 gingen de Zuidbusjes op de lijnen 46 en 60+ (naar Schepenbergweg, dus niet de gewone lijn 60 of de sneldienst) rijden. Vanaf 1991 reden ze op [[Buslijn 66 (Amsterdam)#Lijn 66 II|lijn 66 naar het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer]] omdat de Oosterringdijk geen 12-meter wagens toeliet. In 1994 werden ze ingezet op integratielijn 149 naar [[Uithoorn]].


Bij de opening van de sneltram op 30 november 1990 gingen de Zuid-busjes op de lijnen 46 en 60+ (naar Schepenbergweg, dus niet de gewone lijn 60 of de sneldienst) rijden.
Een wagen van lijn 60+ werd in 1998 met onherstelbare schade afgevoerd. De rest volgde met de komst van [[Amsterdams busmaterieel (1998-nu)|de MAN midi's 010-015]] en werd in september bij Berkhof ingeruild voor doorverkoop. De 583 werd eigendom van de firma Castricum Winkel; momenteel staat hij te koop in [[Uithoorn]].


Vanaf 1991 reden ze op lijn 66 naar het wetenschappelijk centrum [[Watergraafsmeer]] omdat de Oosterringdijk geen 12 meter wagens toeliet.
==Gelede CSA 3-bussen==
 
Na opheffing van lijn 46 (want overbodig geworden door de sneltram) verschenen ze in 1994 op de NZH/GVB-lijn 149 naar [[Uithoorn]].
 
Een wagen raakte in 1998 tijdens dienst op lijn 60+ beschadigd en werd afgevoerd. De rest volgde met de komst van de MAN midi's 010-015 en werd in september bij Berkhof ingeruild voor doorverkoop. De 583 werd eigendom van de firma Castricum Winkel; momenteel staat hij te koop in Uithoorn.
 
==Tomaatrode gelede CSA 3-bussen==
====520-544 (Volvo/Hainje ST2000)====
====520-544 (Volvo/Hainje ST2000)====
Met vertraging van een jaar, omdat men eerst de resultaten van de proef met inzet van geledes op lijn 15 wilde afwachten, maakten de nieuwe geledes in de zomer van 1987 hun opwachting. Hierdoor was het mogelijk de goede ervaringen met de gehuurde Zweedse geledes in het ontwerp mee te nemen en stonden deze model.
In 1986 werd de ST2000 (de officiële benaming van de CSA 3) geïntroduceerd; een knielbus waarin trekjes waren verwerkt van de B79.


Het waren Volvo/Hainje-geledes van het type ST2000 (oftewel de CSA3). Ze brachten de luchtsleuven in de front terug en de kleine pet (met films van de gebruikelijke typografie); de filmkast aan de zijkant was nu bovenin aangebracht. Daarnaast hadden ze witte deuren, vandaalbestendige Vorderegger-bankjes, een knielvermogen van 8-10 centimeter en een bruin isolatiedoek om tocht tegen te gaan (net als de 570-581 vanwege het koude Zweedse klimaat).
Het GVB bestelde 25 Volvo-geledes voor lijn 15 en 48 die nog datzelfde jaar hadden moeten verschijnen; de 520-544 (waarmee de traditie van het achteruitnummeren begon) werden pas in de zomer van 1987 afgeleverd om de goede ervaringen met de [[Stockholm]]ers 570-581 erin te kunnen verwerken. Zo hadden ze een knielvermogen van 8-10 centimeter en een bruin isolatiedoek om tocht tegen te gaan. Verder hadden ze een geïntegreerde zij[[filmkast]], vandaalbestendige Vordereggerbankjes en was het tomaatrode kleurenschema gewijzigd met witte deuren.


Doornummeren vanaf 570 was niet mogelijk door de aanwezigheid van de laatste vijf Zweden (574, 576, 577, 580 en 581) en de midi's 585-591, vandaar dat de geledes tot 520-544 werden genummerd; hiermee begon de traditie van het achteruitnummeren.
De 520, bijgenaamd ''Antilope'', werd op 25 juni 1987 feestelijk gepresenteerd in gezelschap van de 576. Tot februari 1988 kwamen de overige exemplaren in dienst; aanvankelijk zonder goedkeuringssticker van de Rijksdienst voor het wegverkeer, zoals bleek bij politiecontrole op lijn 15 (Sloterdijk) en 48 (Drentestraat). De 541-544 waren telbussen; de 537-540 werden een jaar later ook als zodanig verbouwd.


De 520, bijgenaamd Antilope, werd op 25 juni 1987 feestelijk gepresenteerd in gezelschap van de 576; de volgende dag begon hij als eerste van vier bussen op lijn 48. De 522 en de 521 kwamen pas 21 juli en 11 augustus; ze gingen van start op lijn 15.
De 536 verbleef eind juli 1988 in Utrecht voor proefritten. Daarna schafte het GVU een eerste serie van 18 B88 geledes (501-518) aan.


Daarna kwam de levering pas echt op gang; de 525, 523, 527 en de 528 verschenen 3, 12, 16 en 17 september, waarvan laatstgenoemde op lijn 48 debuteerde. De 524 en de 529 begonnen allebei op 18 september; de 528, 530 en de 531 op 18, 19 en 20 september.
In afwachting van eigen geledes leende garage Zuid in het weekeinde drie wisselwagens voor lijn 62 (zaterdag) en 8 (zondag) plus nachtdienst op lijn 75/76.


In oktober kwamen slechts de 532 (de 10e) en de 533 (de 29e); zij hadden hoger geplaatste drukknoppen en later werden die van hun voorgangers aangepast.
Eind 1988 verhuisden de 530-533 voor een paar maanden naar Noord omdat de chauffeurs aldaar ook weleens met de nieuwe geledes wilde rijden in plaats van de oude Mercedessen en de impopulaire MAN-geledes. Ze bleven daar tot aan de komst van hun gestileerde broers 505-519.


Door de politie werd bij een controle op lijn 15 bij Sloterdijk en bij lijn 48 in de Drenthestraat geconstateerd dat de nieuwe gelede bussen niet waren voorzien van een goedkeuringssticker van de Rijksdienst voor het wegverkeer. Gevolg de bussen moesten naar West en worden geruild tegen standaards. Daarna kregen ze alsnog de juiste stickers.
Voorafgegaan door de 527, 529 en de 532 werd de 524 hersteld van de zware schade die hij 12 oktober 1989 als lijn 15 bij de [[Haarlemmerweg]] / [[Einsteinweg]] opliep toen hij tegen een vrachtwagen botste.


Vervolgens kwamen de 534-538 op 5, 7, 14, 21 en 27 november in dienst; de 536 begon met groepsvervoer en werd al snel tot lesbus verbouwd. Op 10 december 1987 maakte de 539 z'n opwachting terwijl de 540 op 1 januari 1988 van start ging.
De 520-523 en de 527 werden als eerste verbouwd tot bussen met gesloten instap. In de zomer van 1991 kwamen ze tijdelijk naar Zuid voor dienst op lijn 59 en 69 (ex-8); bij terugkeer in West werden ze uitsluitend op lijn 48 ingezet.
 
Hekkensluiters waren de telbussen 541-544 die 6, 22, 23 januari en 10 februari in dienst kwamen: de 542 en de 544 begonnen op lijn 48.
 
Eind juli 1988 verbleef de 536 in Utrecht voor proefritten. Daarna schafte het GVU 18 Volvo/Den Oudsten B88 geledes aan (501-518).
 
Behalve op lijn 15 en 48 werden er drie wisselwagens geleend aan Zuid voor nachtdienst op lijn 75/76; daarnaast reden ze op lijn 62 (zaterdag) en 8 (zondag) waarna ze weer inrukten naar West. Toen Zuid eigen geledes kreeg kwam deze regeling te vervallen.
 
Net als in 1975 wilden de Noordchauffeurs ook weleens met nieuwere wagens rijden (Volvo's in plaats van de oude Mercedessen en de impopulaire MAN-geledes die tijdens de opening van een nieuw personeelshuisje van lijn 32 en aansluitend bezoek aan garage Noord als nieuwe bus werden bestempeld). Eind 1988, na lang aandringen, was het dan zover en kwamen de 530-533 naar Noord. Lang bleven ze er niet want met de komst van hun gestileerde broers 505-519 in het voorjaar van 1989 gingen ze direct weer terug naar West.
 
De 529, 527 en de 532 waren hem voorgegaan, en op 12 oktober 1989 moest ook de 524 eraan geloven; tijdens dienst op lijn 15 bij de Haarlemmerweg/Einsteinweg botste hij tegen een vrachtwagen en raakte zwaar beschadigd. In de nacht van 16 op 17 oktober werd de 524 naar Hainje gebracht en na keuring hersteld; in februari 1990 kwam hij weer in dienst.
 
Een maand eerder werden de 537-540 voorbereid op hun ombouw tot telbussen.
 
In juni 1991 trokken de 520-523 tijdelijk naar Zuid voor dienst op lijn 59 en 69 (ex-8), vandaar dat ze werden verbouwd tot bussen met gesloten instap. In juli kwam ook de 527 over. Bij terugkeer in West werden ze uitsluitend op lijn 48 ingezet. Ondertussen ging de 536 naar Berkhof met aanrijdingsschade.


Vanaf september 1991 werd het gesloten-instap-regime ook op lijn 15 ingevoerd en kreeg de rest van de serie klaphekjes bij de uitgangen. In 1992 werden ze van airconditioning voorzien.
Vanaf september 1991 werd het gesloten-instap-regime ook op lijn 15 ingevoerd en kreeg de rest van de serie klaphekjes bij de uitgangen. In 1992 werden ze van airconditioning voorzien.


Toen de geledes ook op lijn 18, 21 en 22 (laatste twee aanvankelijk in het weekeinde) kwamen te rijden gingen de 520-523 weer in de Bijlmergarage logeren (de 210-217 waren verplicht met vakantie gegaan); naast lijn 59 en 69 verschenen ze ditmaal ook op andere Zuid-lijnen (onder andere 60/61). De lijnfilms waren uitgebreid met deze nummers van dezelfde typografie als de trams.
Toen de geledes ook op lijn 18, 21 en 22 (laatste twee aanvankelijk in het weekeinde) kwamen te rijden gingen de 520-523 weer in de Bijlmergarage logeren; ditmaal als invallers voor de CSA 1's 210-217 die in zomeropleg stonden. Naast lijn 59 en 69 verschenen ze ditmaal ook op andere Zuid-lijnen (onder andere 60/61).
 
In 1993 werd de 529 tijdens dienst op lijn 21 in de Raadhuisstraat door tram 669 (lijn 13) geramd.
 
In 1994 kregen de bussen nieuwe films met een kleiner lettertype. Gedurende de rest van de jaren negentig werden de geledes ook op lijn 19 en 45 ingezet.
 
In de zomer van 1996 stond de gehele serie buiten dienst omdat de filters van de aircondition volledig verstopt waren met bloesemblaadjes. Hierdoor raakte het interieur ernstig vervuild.
Lijn 15 reed tijdelijk met standaards.


Met ingang van de winterdienst keerden de 520-544 terug met nieuwe filters en airco. Een aantal wagens waren hun isolatiedoek kwijtgeraakt.
De 529 van lijn 21 werd in 1993 in de [[Raadhuisstraat]] door tram 669 van [[tramlijn 13 (Amsterdam)|lijn 13]] geramd.


Naar het voorbeeld van de trams en de nieuwe Jonckheeren 156-173 kregen ze in 1999 een stabalkon achter in en verdwenen de lijn en richting films op zij en achter.Aan de voorzijde kregen ze een nieuwe lijn en richtingfilm.
Gedurende de rest van de [[jaren negentig]] werden de geledes ook op lijn 19 en 45 ingezet. In de zomer van 1996 stond de gehele serie buiten dienst om voorzien te worden van nieuwe filters en airco; de oude filters waren volledig verstopt met [[bloesem]]blaadjes waardoor het interieur vervuild raakte. Bij een aantal wagens werd het isolatiedoek verwijderd. Lijn 15 reed tijdelijk met standaards.


Met de komst van de lagevloerbussen 556-585 in 2001 was het afgelopen; de 521, 523, 524, 531, 534, 535, 539 en de 542 reden hun afscheidsritten op lijn 15 die van nu af aan uitsluitend met Jonckheeren reed. De 520, 522 en de 527 zwaaiden af op lijn 18, en de 529 op lijn 21. De 520, 525, 527, 529, 531, 532, 534, 535, 539 en de 542 gingen de volgende dag buiten dienst, maar een paar dagen later maakten de 525 en de 532 hun rentree.
In 1999 kregen de 520-544 een stabalcon achterin en een nieuwe lijn- en richtingfilm in de pet; de extra filmkasten kwamen te vervallen.


De 543 werd op 13 juni voor het laatst op lijn 19 ingezet; vier dagen later ging hij terzijde met een gebroken krukas. De 526 (lijn 314) en de 528 (lijn 21) namen 19 en 21 juni afscheid; ook zij gingen er uit met een defect (de 528 ging direct aan de kant). De 538 reed 6 juli z'n laatste rit op lijn 21.
Met de komst van de gelede Jonckheeren 556-585 in 2001 was het afgelopen; de 520-524-529, 531, 532, 534, 535, 537, 539, 540, 542 en de 543 (waarvan 526 en 528 defect, en 543 een gebroken krukas) gingen als eerste buiten dienst. De 525 en de 532 kwamen echter terug voor een toegift; samen met de 530, 533, 536, 538, 541 en de 544 bleven ze tot 16 juli in dienst op lijn 18 en 21.
 
Bleven er nog acht wagens over die tot 16 juli in dienst waren op lijn 18 (525, 533, 544) en 21 (530, 532, 536, 538, 541).


Op 31 juli werd de serie verkocht aan Kleijn-Bova Vuren; de 521, 525-531, 533-536, 538, 541 en de 544 konden meteen vertrekken, de 522-524, 532, 537, 539, 540, 542 en de 543 volgden 2 augustus.
Op 31 juli werd de serie verkocht aan Kleijn-Bova Vuren; de 521, 525-531, 533-536, 538, 541 en de 544 konden meteen vertrekken, de 522-524, 532, 537, 539, 540, 542 en de 543 volgden 2 augustus.
Regel 509: Regel 349:
De 520 bleef in Amsterdam en werd vanaf 17 augustus 2001 jeugdhonk (The Buzz) van stichting Dock in Geuzenveld.
De 520 bleef in Amsterdam en werd vanaf 17 augustus 2001 jeugdhonk (The Buzz) van stichting Dock in Geuzenveld.


De 521 begon een tweede leven bij AOC Terra en werd daarvoor wit geschilderd. Hij staat nu werkloos op het terrein van VDL.
De 521 werd wit geschilderd voor zijn tweede leven bij AOC Terra. Hij staat nu werkloos op het terrein van VDL.


De 522 en de 537 traden in dienst bij ER Tours en vervoerden voornamelijk bezoekers van discotheek Brothers in [[Bunnik (gemeente)|Bunnik]].
De 522 en de 537 traden in dienst bij ER Tours en vervoerden voornamelijk bezoekers van discotheek Brothers in [[Bunnik (gemeente)|Bunnik]].
Regel 521: Regel 361:
De 540 en de 541 kwamen bij Milot te rijden en werden ingezet voor versterkingsritten op [[Connexxion]]-lijnen tussen de [[Zuid-Hollandse Eilanden]] en Rotterdam Zuidplein. De 541 is nu in dienst van Taxicentrale Vlissingen en rijdt voornamelijk als discobus.
De 540 en de 541 kwamen bij Milot te rijden en werden ingezet voor versterkingsritten op [[Connexxion]]-lijnen tussen de [[Zuid-Hollandse Eilanden]] en Rotterdam Zuidplein. De 541 is nu in dienst van Taxicentrale Vlissingen en rijdt voornamelijk als discobus.


Wat er van de rest is geworden is onbekend.
==Gelede bussen van buitenlandse bedrijven==
 
===Duitse MAN geledes===
==Tomaatrode CSA 3-bussen==
===Proefbussen===
====375 (DAF/Hainje ST2000)====
In 1987 werd een proefbus gepresenteerd van het ST2000-model; hij week af van zijn gelede Volvo-broers door de geplakte zijruiten en smalle tweevleugelige instap. Verder had hij moderne DAF-letters onderaan en het combi-embleem van Hainje boven.
 
De tournee langs de standaardsteden deed op 2 november 1987 Garage West aan; pas op 22 september 1988 werd de bus eigendom van het GVB. Genummerd achter de laatste CSA2-serie werd de 375 op 25 september gepresenteerd tijdens de open dag in Garage West.
 
Maar hij was nog niet uitgereisd want daarna ging de 375 voor proeven naar Duitsland en keerde via Hainje terug in Amsterdam; op 7 maart 1989 kwam ie dan eindelijk in dienst op lijn 21 met dezelfde films als de geledes 520-544.
 
De 375 bleef vijf jaar in dienst en reed op 23 februari 1994 z'n laatste rit op lijn 42; na z'n buitendienststelling in maart werd ie twee maanden later aan Turkije geschonken. Officieel was de 375 nog eigendom van het GVB maar werd pas jaren later stilzwijgend uit het bestand geschreven.
 
====397 (Volvo/Hainje ST2000)====
In 1987 nam het Groningse GVB drie [[Gemeentelijk_Vervoerbedrijf_Groningen#Stembussen|proefbussen]] in gebruik; een Mercedes (200), een DAF (20) en een Volvo (100). Die laatste, een tweedeurs 12 meterversie van de 520-544 reed van 2 oktober 1987 tot 11 april 1989 en ging vervolgens terug naar Nebim Den Haag.
 
Vanaf 14 juli werd hij door het GVB geleased en oorspronkelijk tot 5021 vernummerd (achter de MAN geledes); Oorspronkelijk had het GVB een optie op nog 11 van deze leasewagens (5022-5032) maar daar zag men door de levertijd vanaf. In plaats daarvan huurde men acht Groningse standaards uit 1975 (398-405). Op 15 augustus besloot men dan ook om de eenling 5021 achter zijn gestileerde broers 387-396 (ook tweedeurs) te nummeren. De 397 kwam de volgende dag in dienst vanuit Garage West met een afgeplakte filmkast; als snelloper werd hij op de 40-er lijnen ingezet. In december 1989 kreeg hij alsnog lijn- en richtingfilms van een buiten dienst gestelde MAN-gelede.
 
In de loop van de jaren 90 verhuisde de 397 naar Garage Noord voor hoofdzakelijke dienst op de Schiphollijnen; vandaar dat hij later matrixfilms kreeg. Na de buitendienststelling van de CSA 2's en zijn gelede broers 520-544 was de 397 de laatste tomaatrode bus. 11 maart 2002 reed hij zijn afscheidsrit op lijn 245 om twee dagen later buiten dienst te gaan; 24 mei 2002 werd hij naar Holland Lion gebracht.
 
 
==Gelede bussen van andere bedrijven==
===Duitse bussen===
====5000-5020 (MAN/Goppel)====
====5000-5020 (MAN/Goppel)====
In 1988 wilde het GVB nieuwe geledes aanschaffen ter vervanging van 20 in slechte onderhoudstoestand verkerende Mercedessen 545-569
In 1988 kreeg het GVB geen toestemming om nieuwe geledes aan te schaffen ter vervanging van twintig slecht onderhouden Mercedessen 545-569 (alleen de laatste vijf bleven in dienst). Vandaar dat men bij Beja Tours (GVB in samenwerking met Meering) 21 MAN/Goppel-geledes van het Duitse standaardmodel huurde.
(waarvan alleen de laatste vijf in dienst zouden blijven) maar wegens geen toestemming huurde men bij Beja Tours (GVB in samenwerking met Meering) 21 Duitse MAN/Goppel geledes.
 
De 890SG 3322-3326, 3328, 3330, 3336 (1974), 3331, 3332, 3334, 3335 (1975), 3338-3342 (1976), en de 192SG's 3343-3346 (1977) waren afkomstig van VAG [[Augsburg (stad)|Augsburg]] waar ze in 1986 overbodig werden toen er nieuw materieel instroomde. De Augsburgers stonden werkloos aan de kant bij MAN totdat MVG [[München]] 24 geledes verloor bij een garagebrand en ze vanaf 5 en 6 september 1987 weer voor een half jaar aan de bak kwamen.
 
En nu werden ze in vijf lichtingen door Meering-chauffeurs opgehaald voor hun derde carrière in Amsterdam; de eerste vijf exemplaren kwamen op 10 augustus 1988 aan en werden twee dagen later afgeleverd bij het GVB. De 3322 (tweede lichting) sneuvelde onderweg na een tussenstop buiten Stuttgart en arriveerde op 31 augustus, de dag van de laatste lichting, per dieplader; hij werd gedegradeerd tot plukbus. De derde lichting kwam op 24 augustus terwijl de komst van de 3343 tot 28 oktober op zich liet wachten.
 
Aanvankelijk stonden ze op het voormalige GEB-terrein aan de Haarlemmerweg voor aanpassing aan de Nederlandse normen (lees: weghalen van de bankjes uit de geleding), maar al snel werden ze geleidelijk naar Garage West gebracht waar ze stempelautomaten kregen, elektronisch bedienbare blauwe films (met alleen de lijnen 8, 18, 33, 48, 75 en 76) met dezelfde typografie als de snellopers en (op de reclameplekken na) hetzelfde kleurenschema kregen als de CSA2's (met achterop het logo van Beja Tours). De 3346 werd aan de zijkanten geheel rood geschilderd en op 1 september tot 5300 vernummerd.
 
Het was dus de bedoeling dat de rest in teruglopende volgorde de nummers 5301-5319 zou krijgen, maar al snel besloot men om daar van af te zien en ze gewoon tot 5001-5020 te nummeren (afgeleid van 501-520 maar administratief stonden ze te boek als 001-020). De 5300 werd op 4 september omgedoopt tot 5020.
 
Omdat het hier om gehuurde bussen ging werden ze niet voor de eigen 520-544 genummerd, en de midi CSA2's 585-591 en de nog af te leveren Volkswagens 575-583 hielden doornummering vanaf 570 tegen.
 
De 5000-5011 vielen op doordat de lijnfilm naast de richtingfilm zat. De 5000 kwam niet in dienst en de 5002 verkeerde in zo'n slechte staat dat ie net als de 3322 plukbus werd, waardoor er 19 dienstvaardige exemplaren overbleven.
 
Op 23 september werden de eerste twee exemplaren ingezet als lesbus, en op de avond van 4 oktober debuteerde de 5019 op vaste lijn 33; daarna volgden de Noordbussen 5016 (18 oktober), 5020 (21 oktober), 5015 (27 oktober), 5013, 5014 (allebei 28 oktober), 5018 (9 november) en 5012 (11 november).


Van de Zuidbussen begon de 5011 op 23 november met groepsvervoer en de 5007 twee dagen later op lijn 60/61. De 5009 en de 5017 begonnen op 26 november met nachtritten op lijn 75/76, net als de 5008 op 3 december; alleen plakte die er dienst op lijn 59 (zaterdag) aan vast. Daarnaast reden ze zondagsdiensten op lijn 8.
De 890SG's 3322-3326, 3328, 3330, 3336 (1974; met lijnfilm naast richtingfilm), 3331, 3332, 3334, 3335 (1975; idem), 3338-3342 (1976), en de 192SG's 3343-3346 (1977) waren afkomstig van VAG [[Augsburg (stad)|Augsburg]] waar ze in 1986 overbodig werden toen er nieuw materieel instroomde. De [[Augsburg (stad)|Augsburg]]ers stonden werkloos aan de kant bij MAN totdat ze in september 1987 weer voor een half jaar aan de bak kwamen doordat MVG [[München]] 24 geledes verloor bij een garagebrand.


De 5010 werd op 9 november op lijn 15 ingezet, maar omdat die niet kon worden gefilmd en de Westbussen voor lijn 48 waren bedoeld ging ie al snel naar Zuid en kreeg Noord de 5017.
In augustus 1988 werden ze in drie lichtingen (de 3343 kwam pas eind oktober) naar Amsterdam gehaald door Meering-chauffeurs. De 3322 uit de tweede lichting sneuvelde onderweg na een tussenstop buiten Stuttgart en werd na aankomst per dieplader tot plukbus gedegradeerd. Aangepast aan de Nederlandse normen (lees; weghalen van de bankjes uit de geleding) kregen ze in garage West stempelautomaten, elektronische lijn- en richtingfilms (met alleen de lijnen 8, 18, 33, 48, 75 en 76), hetzelfde kleurenschema als de 520-544 (met achterop het logo van Beja Tours) en in bovenstaande volgorde de nummers 5000-5020. De 3346 (volledig rode zijkanten) was eerst tot 5300 vernummerd.


De 5004, 5006 en de 5005 verschenen op 12, 16 en 21 december 1988 waarna de 5003 en de 5001 op 19 en 24 januari 1989 hun opwachting maakten.
De 5000 kwam niet in dienst en de 5002 werd vanwege zijn slechte staat de tweede plukbus; een jaar later werden ze allebei voor sloop afgevoerd. Bleven er 19 exemplaren over die tussen oktober 1988 en januari 1989 in dienst kwamen.


De MAN-wagens waren echter niet geliefd bij de chauffeurs, vooral omdat ze, met uitzondering van de 5016, geen volautomatische versnellingsbak hadden. Ze stonden enige tijd buiten dienst in Garage Noord omdat de chauffeurs weigerden om nog langer met dit materieel te rijden na dat de vier nieuwe Volvo's 530-533 waren overgekomen. Na enkele weken werden ze weer mondjesmaat ingezet waarbij de 5016 (automaat) de voorkeur genoot.
De Noordbussen (5012-5016, 5018, 5020) reden op lijn 33 en de Zuidbussen (5007-5009, 5011, 5017) op lijn 60/61, in het weekeinde op lijn 59 (zaterdag) en 8 (zondag), en in de nachtdienst op lijn 75/76. De 5017 vertrok in november 1988 naar Noord in ruil voor de 5010 uit West die slechts een dienst op lijn 15 (kon niet worden gefilmd) had gereden; de nog te arriveren 5001-5006 waren voor lijn 48 bedoeld.


De Augsburgers werden echter zo min mogelijk ingezet. Het indrukken van de kinderwagenknop (om de deuren langer open te houden) veroorzaakte nog weleens vertraging in de nachtdienst. Uiteindelijk kregen Zuid en Noord er genoeg van en werden ze naar West gestuurd waar de 5005 al op 10 februari 1989 de aftocht blies.
De in vergelijking met de Volvo's spartaanse MAN-geledes waren echter niet geliefd bij de chauffeurs en deze dreigden om niet nog langer met dit materieel te rijden, vooral omdat ze geen volautomatische versnellingsbak hadden (5016 uitgezonderd). Met de tijdelijke komst van de Volvo's 530-533 naar Noord gingen de [[Augsburg (stad)|Augsburg]]ers daar buiten dienst en leek het einde verhaal daar. Een paar weken later werden ze daar toch weer (mondjesmaat) ingezet waarbij de volautomatische 5016 de voorkeur genoot. Het indrukken van de kinderwagenknop (om de deuren langer open te houden) veroorzaakte nog weleens vertraging in de nachtdienst. Uiteindelijk kregen Noord en Zuid er genoeg van en werden ze naar West gestuurd in ruil voor een deel van de 21 overgebleven Mercedessen.


Dat gold ook voor een groot deel van de serie 63-110, en bij wijze van vervanging gingen de 5001, 5003, 5004 en de 5006-5020 extra diensten en spits- en middagritten rijden op lijn 18 (28 februari ook op lijn 19); vanaf 3 april volgde vaste inzet. Ondertussen kregen Noord en Zuid een deel van de 21 overgebleven Mercedessen die nog vanuit West reden.
De 5005 blies er al op 10 februari 1989 de aftocht, en dat gold ook voor een groot deel van de CSA 1's 63-110. Bij wijze van vervanging reden de 5001, 5003, 5004 en de 5006-5020 extra diensten en spits- en middagritten op lijn 18 en 19; vanaf 3 april volgde vaste inzet.


Na de buitendienststelling van volhouders 63, 68, 70, 108 en 109 in mei kampte het GVB met een materieeltekort en in afwachting van de CSA3-wagens 377-396 reden de MAN-geledes, samen met de Volkswagens, spitsdiensten op lijn 44/47; dit leverde een schril contrast op in vervoerscapaciteit.
Na de buitendienststelling van de volhouders 63, 68, 70, 108 en 109 in mei kampte het GVB met een materieeltekort; in afwachting van de CSA3-wagens 377-396 reden de MAN-geledes (verbouwd met grotere dakluiken) spitsdiensten op lijn 44/47, samen met de Volkswagens, spitsdiensten op lijn 44/47. Dit leverde een schril contrast op in vervoerscapaciteit.


Ondertussen veranderde de zit-/staanplaatsverhouding in 45-76 en werden er grotere dakluiken aangebracht.
De 5009 en de 5017-5020 (waarvan 5020 defect) gingen buiten dienst. De 5017 werd korte tijd magazijnwagen; 20 oktober 1989 ging hij samen met de 5005 en de 5009 naar de sloper.


Op 13 juni reed de 5009 z'n laatste rit op lijn 48, twee weken later gevolgd door de 5020 (defect). Tussendoor werden de 5000 en de 5002 op 20 juli naar de sloper gebracht.
Ondertussen vermaakte de rest zich met dienst op lijn 43 en 45 plus groepsvervoer. Met het aanbreken van de jaren 90 werden de resterende dertien voor zwemvervoer en RAI-pendeldiensten ingezet; ook keerden ze terug op lijn 8 en 18 en als wachtwagen.


De 5017 en de 5018 reden op 5 en 13 september hun laatste ritten op lijn 18 en 48; de 5017 werd in oktober onderdelenmagazijn maar dat baantje was slechts van korte duur, want de 20e werd ie samen met de 5005 en de 5009 naar de sloper gebracht.
Door de komst van de geledes 496-504 gingen de 5001, 5004, 5007, 5013 en de 5014 in april-mei 1990 buiten dienst; de 5001 werd een jaar later aan een particulier verkocht.


Ondertussen schoof de rest van lijn 18 en 44/47 naar lijn 43 en 45; daarnaast werden ze ingezet voor groepsvervoer. Op 28 november 1989 nam de 5019 afscheid op lijn 48; in december ging ie buiten dienst.
Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht maar ook ditmaal ging dat niet door en dus bleven de [[Augsburg (stad)|Augsburg]]ers bij het GVB. Door de komst van lijn 29 en de Schiphollijnen ontstond er een materieelgebrek en werden ze in augustus-september opgeknapt voor herindiensttreding.
 
Met het aanbreken van de jaren 90 werden de resterende dertien voor zwemvervoer en RAI-pendeldiensten ingezet; ook keerden ze terug op lijn 8 en 18 en als wachtwagen.
 
Door de komst van de geledes 496-504 gingen de 5004, 5007 en de 5014 in april 1990 buiten dienst; de 5001 en de 5013 volgden op 3 en 9 mei.
 
Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht maar ook ditmaal ging dat niet door en dus bleven ze bij het GVB. Door de komst van lijn 29 en de Schiphollijnen ontstond er een materieelgebrek en werden de 5003, 5006, 5011 en de 5015 vanaf 19 augustus opgeknapt voor herindiensttreding. De 5010, 5012, 5014 en de 5016 volgden een week later en vanaf 2 september kwamen de 5004, 5007 en de 5008 aan de beurt.


Ze reden weer vanuit alle garages, de verdeling was;
Ze reden weer vanuit alle garages, de verdeling was;
*Garage West: 5004, 5007, 5008, 5010, 5012, 5014, 5016 voor dienst op lijn 18 en 48.
* Garage Zuid: 5003, 5015 voor dienst op lijn 59, 60 en 62.
*Garage Noord: 5006, 5011
* Garage West: 5004, 5007, 5008, 5010, 5012, 5014, 5016 voor dienst op lijn 18 en 48.
*Garage Zuid: 5003, 5015 voor dienst op lijn 59, 60 en 62.
* Garage Noord: 5006, 5011


Daarnaast werden ze ingezet voor extra diensten en scholierenvervoer naar zwembaden.
Daarnaast werden ze ingezet voor extra diensten en scholierenvervoer naar zwembaden.


Ondertussen werd de 5013 op 19 september afgevoerd naar Berkhof Valkenswaard en te kijk gezet in de showroom. Dit resulteerde negen dagen later in een vierde leven bij Henk Lanting in Klazienaveen; blauw-grijs geschilderd zoals de CSA3's werd hij ingezet voor discovervoer tussen Harkstede en Groningen.
Ondertussen begon de 5013 via de showroom van Berkhof Valkenswaard een vierde leven bij Henk Lanting in [[Klazienaveen]]; blauw-grijs geschilderd zoals de CSA3's werd hij ingezet voor discovervoer tussen [[Harkstede]] en Groningen.


Op 9 oktober reed de 5014 z'n laatste rit op lijn 48; de 5012 deed dat twee weken later. Diezelfde maand ging de 5007 naar Zuid.
De 5007 ging in oktober naar Zuid; de 5003, 5006 en de 5011 werden in november verbouwd tot bussen met gesloten instap. De 5003, 5006, 5007, 5010, 5011, 5015 (defect) en de 5016 gingen eind november/begin december 1990 buiten dienst; de CSA 3-standaards 406-415 waren afgeleverd en de sneltram naar Amstelveen ging rijden. Doordat deze tijdelijk werd ingekort wegens kinderziektes kwamen de 5010 en de 5016 in februari 1991 weer in dienst op pendelbuslijn 51P. Daarna keerden ze in maart terug op lijn 48; samen met herintreders 5003 en 5011. Het Beja Tours-logo achterop kon er nu af omdat ze officieel eigendom van het GVB waren geworden.


In november werden de 5003, 5006 en de 5011, samen met de 513-517, tot gesloten-instapbussen verbouwd.
Ondertussen waren de 5004, 5006, 5008 en de 5017 (waarvan 5006 en 5017 defect) buiten dienst gegaan; de 5004 maakte echter een korte comeback doordat de 5011 op 29 maart bij de Radarweg een fatale dreun kreeg van CSA 1-wagen 201 van lijn 19.


Met de komst van de tweede lichting CSA3 standaards (406-415) en de opening van de Amstelveenlijnen gingen de 5010 en de 5016 op 1 december buiten dienst; daarna volgden de 5003, 5006, 5007 en de 5011. De 5015 reed op 3 december nog eenmaal groepsvervoer alvorens uitgeschakeld te worden door een defect.
Nadat ook de 5003 op 2 mei werd uitgeschakeld bleven alleen de 5010 en de 5016 over; laatstgenoemde was tot 5 juni in dienst, vijf dagen langer dan de 5010. De 5003, 5012, 5010, 5007, 5004, 5014, 5015, 5008 en de 5016 (maar ook plukbus 5020) vertrokken naar de MPK in [[Lodz]], Polen onder de nummers 1139-1149 (waarvan 1143-1147 twee open nummers). De 1148 (ex-5008) en de 1149 (ex-5016) gingen in 1994 buiten dienst; de rest hield het twee jaar langer vol waardoor de oudste wagens een leeftijd van 22 jaar bereikten.


Op 8 en 9 januari 1991 waren er de afscheidsritten van de 5006 (groepsvervoer) en de 5007 (lijn 48); ook zij gingen defect buiten dienst. De 5008 was op 25 januari voor het laatst op genoemde lijn te zien.
Ondertussen bleek de 5013 de bus met de meeste levens; op 14 september 1991 trad hij in dienst van de GEBO om daarna (via Berkhof) scholieren naar Antwerpen te vervoeren namens Scheldestroom in [[Ossendrecht]].


Doordat de sneltram tijdelijk was ingekort wegens kinderziektes kwamen de 5010 en de 5016 in februari weer in dienst op pendelbuslijn 51P.
===Franse Mercedes geledes===
====556-565 (Mercedes/Heuliez)====
In 1995 ging het GVB voor de derde keer op zoek naar tweedehands geledes; ditmaal om het materieeltekort op lijn 43, 45 en 48 op te vullen. Omdat deze lijnen door de komst van metrolijn 50 in 1997 zouden worden opgegeven vond men het niet verantwoord om nieuwe geledes aan te schaffen (iets dat pas in 2000 weer ter sprake kwam). Na de Zweedse Volvo's en de Duitse MAN's viel de keus nu op elf [[Frankrijk|Franse]] Mercedes/Heuliez-bussen die in 1980/1981 in dienst kwamen bij bij CFGTE [[Bordeaux (stad)|Bordeaux]].


Op 21 februari gingen de 5003 en de 5011 naar de Haarlemmerweg; de 5006, 5007 en de 5015 kregen een logeeradres aan de Ponthaven. De 5004 nam vier dagen later afscheid op lijn 48.
Medio 1995 kwamen de 8081, 8089, 8051-8056, 8058 en de 8059 naar Amsterdam. Ze werden aangepast aan de Nederlandse normen (andere ramen, dakluiken, zitplaatsindeling en Nederlandse opschriften bij de bedieningsknoppen) en voor- en achterop geschilderd terwijl de zijkanten tomaatrood werden beplakt ter voorbereiding op totaalreclame voor [[Tempo-Team (uitzendbureau)|Tempo Team Uitzendbureau]]. In genoemde volgorde kregen ze de nummers 556-565. De 8082 werd plukbus en in november 1996 naar de sloper gebracht.


Op 4 maart werden de 5010 en de 5016 tot gesloten-instapbussen verbouwd. Samen met herintreders 5003 en 5011 kwamen ze weer in dienst op lijn 48.
De 556-565 kwamen vanaf 18 september 1995 in dienst, en omdat het duwbussen waren met een starre achteras (nieuw voor het GVB) reden ze uitsluitend op lijn 48.


Inmiddels waren ze officieel eigendom van het GVB en kon het Beja Tours-logo achterop worden verwijderd.
Dat de Fransozen niet op strenge winters waren voorbereid werd begin 1997 duidelijk toen vijf exemplaren het begaven; vandaar dat het GVB een beroep deed op de Haagse CSA2's 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 513 (ex-356) en 514 (ex-357).


Op 29 maart werd de 5011 op de Radarweg geramd door de 201 van lijn 19 en raakte daardoor onherstelbaar beschadigd. Als vervanging kwam de 5004 nog even in dienst.
De 558 en de 561 hielden er voorjaar 1997 definitief mee op en gingen aan het eind van het jaar naar de sloper. De rest was tot eind mei in dienst en werd in de zomer opgelegd op het terrein van de verkeersleiding van de metro aan de [[Spaklerweg]].


Op 4 april vertrokken de 5012, 5007 en de 5008 naar de MPK in Lodz, Polen; ze werden in deze volgorde tot 1140, 1142 en 1148 vernummerd. De 5004, 5014 en de 5015 (en plukbus 5020) gingen ook mee en kregen drie van de nummers 1143-1147. Ze behielden hun GVB-kleuren. De 5001 werd op 23 mei aan een particulier verkocht.
Tussen 15 en 19 oktober 1997 kwam de toegift; de 556, 557, 559 en de 562-564 reden treinvervangende pendeldiensten op de [[Schiphollijn]] vanwege een grootscheepse buitendienststelling van een NS-baanvak.


Met de uitschakeling van de 5003 op 2 mei bleven alleen de 5010 en de 5016 over; hun afscheidsritten vonden plaats op 31 mei en 5 juni. De 5003 vertrok een dag eerder naar de MPK, de 5010 en de 5016 deden dat op 7 juni; ze werden in deze volgorde tot 1139, 1141 en 1149 vernummerd.
Daarna begonnen ze in 1998 een derde leven bij OTL in [[Oradea]], [[Roemenië]] onder de nummers 11-18. De Fransozen waren ook niet milleniumbestendig, want een jaar later verdwenen ze alsnog onder de sloophamer.


In 1994 gingen de 1148 en de 1149 buiten dienst; de rest hield het tot 1996 vol; de oudste exemplaren werden maar liefst 22 jaar.
==CSA 3-standaardbussen==
====375 (DAF/Hainje ST2000)====
In 1987 bouwde Hainje een CSA 3-proefbus met geplakte zijruiten en smalle instap (tweevleugelig). De 375 ging op tournee langs de standaardsteden en deed 2 november 1987 garage West aan; 25 september 1988 stond hij daar weer om gepresenteerd te worden als eigendom van het GVB. Pas na proefnemingen in Duitsland en een bezoek aan zijn bouwer kwam de 375 op 7 maart 1989 in dienst vanuit West op lijn 21.


Ondertussen bleek de 5013 de bus met de meeste levens; op 14 september 1991 trad hij in dienst van de GEBO om daarna (via Berkhof) scholieren naar Antwerpen te vervoeren namens Scheldestroom in Ossendrecht.
De 375 bleef vijf jaar in dienst (afscheidsrit; 23 februari 1994 lijn 42) en werd in mei 1994 aan Turkije geschonken. Pas jaren later werd de 375 stilzwijgend uit het bestand geschreven.


===Franse bussen===
====397 (Volvo/Hainje ST2000)====
====556-565 (Mercedes/Heuliez)====
In 1987 nam het Groningse GVB drie [[Gemeentelijk Vervoerbedrijf Groningen#Stembussen|proefbussen]] in gebruik; een Mercedes (200), een DAF (20) en een Volvo (100). Die laatste, een tweedeursbus met smalle instap, reed van 2 oktober 1987 tot 11 april 1989 en ging vervolgens terug naar Nebim Den Haag.
Daar er in 1995 voor 76 diensten maar 85 gelede bussen beschikbaar waren was er regelmatig sprake van materieelgebrek; zeker omdat ze ook nog gedeeltelijk in de nachtdienst reden, waardoor er standaards op gelede lijnen werden ingezet.
 
Uitbreiding met 10 tot 15 nieuwe geledes was daarom gewenst maar omdat lijn 48 (en ook lijn 43 en 45) in 1997 zouden worden opgeheven door de komst van metroringlijn 50 vond men het niet verantwoord om nieuwe bussen aan te schaffen omdat deze anders overbodig zouden worden in 1997 (Pas in 2000 kwamen nieuwe gelede bussen weer ter sprake).
 
Daarom ging het GVB voor de derde keer op zoek naar tweedehands geledes en kwam nu na Zweden en Duitsland in [[Frankrijk]] uit. Het werden elf Mercedes/Heuliez bussen die in 1980/1981 in dienst kwamen bij CFGTE [[Bordeaux (stad)|Bordeaux]].
 
Op 16 mei 1995 kwam de 8053 op proef voor onderzoek waarna alle wagens naar Castricum Trucks Winkel werden gebracht voor aanpassing aan de Nederlandse eisen; oftewel, ze kregen andere ramen, dakluiken en zitplaatsindeling. Bij de bedieningsknoppen werden Nederlandse opschriften aangebracht. Bij de Mercedes-dealer vond nacontrole plaats.
 
Tijdens de opknapbeurt werden de voor- en achterkant van de 8081, 8089, 8051-8056, 8058 en de 8059 geschilderd terwijl de zijkanten tomaatrood werden beplakt ter voorbereiding op totaalreclame voor Tempo Team Uitzendbureau. In genoemde volgorde kregen ze de nummers 556-565. De 8082 werd plukbus.


Vanaf 3 september werden er lesdiensten uitgevoerd (onder andere met de 565) waarna het tiental op 18 september in dienst kwam. Omdat het duwbussen waren met een starre achteras (wat voor het GVB nieuw was) reden de 556-565 uitsluitend op lijn 48. De 8082 werd in november 1996 naar de sloper gebracht.
Vanaf 14 juli 1989 werd de bus door het GVB geleased en tot 397 vernummerd (oorspronkelijk 5021). Een optie voor nog 11 van deze leasewagens (5022-5032 of 398-408) ging niet door vanwege de levertijd; in plaats daarvan huurde men [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)#398-405 (DAF SB201DKDL/Hainje)|acht Groningse standaards uit 1975 (398-405)]]. De 397 kwam 16 augustus 1989 in dienst vanuit garage West als snelloper op de 40-er lijnen; de filmkast bleef de eerste vier maanden afgeplakt.


Dat de Fransozen niet op strenge winters waren voorbereid werd begin 1997 duidelijk toen vijf exemplaren het begaven; vandaar dat het GVB een beroep deed op de Haagse CSA2's 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 513 en 514 (ex-356 en 357).
In de loop van de jaren 90 verhuisde de 397 naar garage Noord voor hoofdzakelijke dienst op de Schiphollijnen; vandaar dat hij later matrixfilms kreeg. Na de buitendienststelling van de CSA 2's en zijn gelede broers 520-544 was de 397 de laatste tomaatrode bus. 11 maart 2002 reed hij zijn afscheidsrit op lijn 245 om twee maanden later te worden afgevoerd.
 
Op 12 maart nam de 561 als eerste afscheid; de 558 volgde op 15 april en de 559 op 28 mei. Voor de rest floot het eindsignaal op 30 mei; de dag voor de opening van metrolijn 50.Met uitzondering van de defecte 558 en 561 werden ze in de zomer van 1997 opgelegd op het terrein van de verkeersleiding van de metro aan de Spaklerweg.
 
Door een grootscheepse buitendienststelling van een NS-baanvak werden de 556, 557, 559 en de 562-564 tussen 15 en 19 oktober 1997 ingezet als treinvervangende pendelbussen op de Schiphollijn.
 
Op 15 december 1997 werden de 558 en de 561 naar de sloper gebracht. De rest was vijf dagen eerder afgevoerd om in 1998 een derde leven te beginnen bij OTL in [[Oradea]], [[Roemenië]] onder de nummers 11-18. De Fransozen waren ook niet milleniumbestendig, want een jaar later verdwenen ze alsnog onder de sloophamer.


==Proefbussen==
==Proefbussen==
====376 (DAF/Den Oudsten)====
====376 (DAF/Den Oudsten B86)====
Tijdens de open dag in Garage West op 25 september 1988 werd naast de 375 ook de 376 gepresenteerd. Het ging hier om een lagevloerbus met verhoogd achtervlak zoals die ook in dienst was bij Westnederland Nieuwegein (in 1990 overgenomen door CN die bij een garagebrand zelf een proefbus verloor).
Als opvolger van de B79 ontwikkelde Den Oudsten de B86; een lagevloerbus met verhoogd achtervlak die onder meer in dienst was bij NZH en [[Westnederland]] [[Nieuwegein]]. De 376 werd tijdens de open dag in garage West op 25 september 1988 gepresenteerd en vanaf 3 februari 1989 door het GVB geleased; hij kwam in dienst vanuit West. Omdat de dubbele bankjes aan beide zijden en het smalle gangpad een obstakel vormden werd de 376 na verloop van tijd alleen nog op de 40-er lijnen ingezet. Ook reed hij op lijn 23 die op 28 september 1992 de afscheidsrit kreeg toegewezen. De 376 ging twee maanden later terug naar Den Oudsten en begon een tweede leven als bibliobus in Amersfoort. Hij is nog steeds actief.
 
De 376 werd vanaf 3 februari 1989 door het GVB geleased en kwam drie dagen later in dienst met zwarte driedelige lijnfilms en een blauwe richtingfilm zoals ook de MAN-geledes die hadden; z'n eerste klus was groepsvervoer.
 
De dubbele bankjes aan beide zijden en het smalle gangpad dat daardoor was ontstaan vormden een obstakel, en dus werd de 376 alleen nog ingezet op de 40-er lijnen. Daarnaast reed ie ook op lijn 23 die 28 september 1992 de afscheidsrit kreeg toegewezen. De 376 ging twee dagen later buiten dienst en keerde op 25 november terug naar Den Oudsten om van daaruit een tweede leven te beginnen als bibliobus in Amersfoort. Hij is nog steeds actief.


====584 (MAN/Hainje)====
====584 (MAN/Hainje)====
De 584 was een midi-tourbus; samen met Pausmobiel 576 was hij in november 1988 te zien tijdens Autobus RAI. In 1989 kwam hij in dienst vanuit Garage West op lijn 29 en als belbus en telefoonbus in Sloterdijk; vandaar dat hij over een autofoon beschikte. In december werd deze vervangen door een mobilofoon en een Vetaginstallatie.
De 584 was een midi-tourbus met autofoon; in november 1988 was hij te zien tijdens Autobus RAI naast ''Pausmobiel'' 576. In 1989 kwam hij in dienst vanuit garage West op lijn 29 en als belbus en telefoonbus in Sloterdijk.


In augustus 1990 kreeg de 584 een filmkast met geïntegreerde vermelding van lijnnummers en bestemmingen van hetzelfde lettertype als de trams; daarin was echter een klein foutje geslopen, lijn 42 ging namelijk naar 'solterdijk'.
De 584 verruilde aan het eind van dat jaar zijn autofoon voor een mobilofoon en een Vetag-installatie. In augustus 1990 kreeg de 584 een filmkast met geïntegreerde vermelding van lijnnummers en bestemmingen waaronder de foutieve vermelding '42 solterdijk'.


In maart 1994 reed de 584 op lijn 28P tussen [[Azartplein]] en KNSM Laan. In 1998 was het afgelopen en werd hij afgevoerd naar Berkhof.
De 584 reed in maart 1994 op [[Buslijn 28 (Amsterdam)#Lijn 28P|lijn 28P tussen Azartplein en KNSM Laan]] en was daarna nog vier jaar in dienst.


====592 (MAN/Van Hool)====
====592 (MAN/Van Hool)====
De 592 was een lagevloerbus met 23 zitplaatsen (10 vooruit, 13 achteruit) en werd oorspronkelijk geleverd als 377, maar op 11 december 1988 werd hij tot 500 vernummerd alvorens uit te komen bij 592. Hij was donkergroen en net als de 584 had ook deze bus richtingfilms van dezelfde typografie als de trams.
Eind 1988 huurde het GVB een MAN/Van Hool-lagevloerbus met 23 zitplaatsen (10 vooruit, 13 achteruit). De donkergroene proefbus werd oorspronkelijk als 377 genummerd, maar via 500 kwam men uit bij 592.


Op 16 januari 1989 kreeg de 592, die als proefbus was gebouwd, een vergunning voor drie maanden; de volgende dag kwam hij in dienst vanuit Garage West op de lijnen 19, 21 en 23 en reed aanvankelijk met witte kentekens.
De 592 kreeg een vergunning voor drie maanden; 17 januari 1989 kwam hij in dienst vanuit garage West (aanvankelijk met witte kentekens) op lijn 19, 21 en 23. Vanaf 18 maart verbleef hij in Noord voor hoofdzakelijke inzet op lijn 38 en (29 maart) spitsritten op lijn 34. Ten slotte kwam Zuidlijn 8 aan de beurt.


Op 18 maart ging de 592 naar Noord waar hij vooral op lijn 38 reed; de 29e werd gevuld met spitsritten op lijn 34. Daarna werd Zuid aangedaan voor dienst op lijn 8. 16 april zat het erop; hoewel het prettig rijden was en het interieur er ook goed uitzag werd de 592 als passagiersonvriendelijk ervaren, vooral door het hoogteverschil bij de bankjes. 12 mei ging hij retour.
Hoewel het prettig rijden was en het interieur er ook goed uitzag werd de 592 als passagiersonvriendelijk ervaren, vooral door het hoogteverschil bij de bankjes.


==Blauw-grijze gelede CSA 3-bussen==
==Gelede CSA 3-bussen met Duvedecfront==
====505-519 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
====505-519 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
Omdat de Volvo/Hainje-geledes 520-544 goed bevielen wilde het GVB meer van deze wagens bestellen. De Mercedessen waren, alhoewel pas 11 jaar oud, uit de gratie geraakt en in slechte onderhoudstoestand en ook de gehuurde MAN geledes waren niet erg geliefd.
De belangstelling voor de CSA 3 begon pas te lopen nadat deze werd gestileerd tot het Duvedec-model met grote filmkast, grote donkere grille en de nu prestigieuze geplakte zijruiten.
 
Aanvankelijk was er sprake van tien nieuwe Volvo-geledes die echter niet gekocht mochten worden omdat de [[gemeenteraad]] daarvoor geen toestemming gaf. Ze zouden daarom geleased worden via Volvo-dealer Nebim Den Haag.
 
Uiteindelijk mocht het GVB vijftien stuks kopen op voorwaarde dat deze na de [[vertramming lijn 15]] (nooit gebeurd) weer zouden worden verkocht; waarschijnlijk aan de RET waar sinds 1988 ook Volvo/Hainje-geledes (501-518) reden.
 
Deze waren de streekversie van de gestileerde ST2000 (Duvedec), herontworpen omdat het oorspronkelijke model weinig aftrek vond; Amsterdam kreeg de stadsversie zoals die ook in standaard-uitvoering bij Enhabo en Zuidooster in dienst was gekomen.


Ze hadden geplakte zijruiten, een grote filmkast, vierkante koplampen, een donkere grille met grote Volvo-letters erboven en een nieuw Hainje-embleem onder de voorruit. Verder introduceerden ze het nieuwe kleurschema (grijs-blauw met rode deuren) en de matrix ter vervanging van de filmrollen.
Ter vervanging van de slecht onderhouden Mercedessen uit 1977 en de impopulaire huurgeledes uit Augsburg, maar ook omdat de 520-544 goed bevielen, bestelde het GVB een vervolgserie van vijftien exemplaren (was eerst tien). De [[gemeenteraad]] stelde echter als voorwaarde dat deze na de [[vertramming lijn 15]] (nooit gebeurd) weer zouden worden verkocht; waarschijnlijk aan de RET waar sinds 1988 ook Volvo/Hainje-geledes (501-518) reden.
Het achteruitnummeren ging door want ze kregen de nummers 505-519.


Ze werden in Noord en Zuid geplaatst; de Noordbussen kwamen tussen 29 maart en 14 mei in dienst op lijn 33 (achtereenvolgens 505, 506, 508, 511, 514, 512, 507, 509) en 75 (510), de Zuidbussen begonnen tussen 7 en 22 april op lijn 8 (517) en 75 (516, 518, 519) en met lesdienst (515). Daarna kwamen ze ook op lijn 60/61 te rijden.
De 505-519 (het achteruitnummeren ging door) introduceerden het nieuwe kleurenschema (grijs-blauw met rode deuren) en de matrix ter vervanging van de filmrollen. Voorjaar 1989 kwamen ze in dienst vanuit Noord (505-512, 514) en Zuid (515-519); de Noordbussen reden op lijn 33 en de Zuidbussen op lijn 8, 60/61 en in de nachtdienst op lijn 75 en 76..


De 518 en de 519 werden in mei tot telbussen verbouwd. De 513 verbleef in juni op een tentoonstelling van de UITP in [[Boedapest]] en kwam pas 3 juli in dienst vanuit Noord.
De 518 en de 519 werden in mei tot telbussen verbouwd. De 513 verbleef in juni op een tentoonstelling van de UITP in [[Boedapest]] en kwam pas 3 juli in dienst vanuit Noord.


West leek het nakijken te hebben, maar kreeg in de zomer van 1989 een voorsmaakje toen de Zuidbussen versterking kwamen bieden op lijn 15 en 48 vanwege een personeelstekort.
In verband met een personeelstekort reden de Zuidbussen in de zomer van 1989 versterkingsritten op lijn 15 en 48.


In januari 1990 werden ook de 516 en de 517 tot telbussen verbouwd, waarop de 518 en de 519 met de 513 en de 514 werden geruild.
Omdat ook de 516 en de 517 (januari 1990) van telapparatuur waren voorzien gingen de 518 en de 519 naar Noord (in ruil voor de 513 en de 514) waar ze net als de 505-512 tot gesloten-instap-bussen werden verbouwd met grote stickers ''Uitsluitend voor instappen'' op de deuren.


Op 13 en 14 januari 1990 werd de Noordploeg tot gesloten instap-bussen verbouwd; op de deuren werden grote stickers aangebracht 'Uitsluitend voor instappen'. Lijn 33 reed op zaterdag met onder andere de 566 en de 567, en op zondag met standaards.
Lijn 33 reed op zaterdag geleed en op zondag met standaards.


De Zuidbussen 513-517 volgden 3 september; deze schoven in de nachtdienst van lijn 77 naar lijn 76 en bleven op lijn 75. Daarnaast reden ze spitsdiensten op lijn 173; de matrixen kwamen hierbij goed van pas aangezien er in de filmrollen geen driedelige cijfers voorkwamen.
De 513-517 uit Zuid volgden op 3 september; deze schoven in de nachtdienst van lijn 77 naar lijn 76 en bleven op lijn 75. Daarnaast reden ze spitsdiensten op [[Buslijn 199 (Amsterdam)#Lijn 173|CN-lijn 173]] omdat het door de matrixen mogelijk was driedelige lijncijfers voor te filmen.


De 507 reed tijdens dienst op lijn 77 tegen het viaduct van het Muiderpoortstation aan nadat de chauffeur door een passagier was afgeleid. Bij herstel kreeg de 507 kleine Volvo-letters onder de voorruit; dit maakte hem tot de 64 van z'n serie.
De 507 werd met kleine Volvo-letters hersteld nadat hij als lijn 77 tegen het viaduct van het [[Muiderpoortstation]] aanreed doordat de chauffeur door een passagier was afgeleid.


In mei 1993 werd lijn 69 (ex-8) overgedragen aan CN en vertrokken de 513-517 (maar ook de 499-502) uit de Bijlmergarage. De serie werd herverdeeld tussen West (505-511) en Noord (512-519).
Bij de overdracht van lijn 69 (ex-8) aan CN in mei 1993 verdwenen alle CSA 3-geledes uit Zuid en werd de serie herverdeeld tussen West (505-511) en Noord (512-519). De 505-511 bleven beschikbaar voor de nachtlijnen 75, 76 en 77.
De Westbussen bleven beschikbaar voor de nachtlijnen 75, 76 en 77.


Om toch weer over eigen geledes te kunnen beschikken werd lijn 22 in 1994 teruggehaald en kwam de hele serie vanuit Zuid te rijden.
Om toch weer over eigen geledes te kunnen beschikken werd lijn 22 in 1994 (na negen jaar exploitatie met Westbussen) teruggehaald en kwam de hele serie vanuit Zuid te rijden.


In de loop der jaren verloren de meeste wagens het bruine isolatiedoek in de geleding. Soms was het doek helemaal los gedraaid wat niet zo verwonderlijk was daar ze bevestigd waren met vleugelmoeren.
In de loop der jaren verloren de meeste wagens het bruine isolatiedoek in de geleding. Soms was het doek helemaal los gedraaid wat niet zo verwonderlijk was daar ze bevestigd waren met vleugelmoeren.
Regel 705: Regel 480:
Medio 2000 gingen de 505-519 voor een jaar naar West en kwamen de 471-485 naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken.
Medio 2000 gingen de 505-519 voor een jaar naar West en kwamen de 471-485 naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken.


Bij terugkeer was het de bedoeling dat ze na een paar maanden zouden worden vervangen door de tweede serie Jonckheer geledes 445-469; maar door uitstel bleven ze nog een jaar in Zuid als oudste wagens. Naast lijn 22 reden de 505-519 ook op lijn 59 en 67 (Amstelstation-Wetenschapscentrum Watergraafsmeer); incidenteel verschenen ze ook op de tijdelijk ondergebrachte lijn 37.
Bij terugkeer was het de bedoeling dat ze na een paar maanden zouden worden vervangen door de tweede serie Jonckheer-geledes 445-469; maar door uitstel bleven ze nog een jaar in Zuid als oudste wagens. Naast lijn 22 reden de 505-519 ook op lijn 59 en [[Buslijn 67 (Amsterdam)#Lijn 67 II|lijn 67 (Amstelstation-Wetenschapscentrum Watergraafsmeer)]]; incidenteel verschenen ze ook op de tijdelijk ondergebrachte [[Buslijn 37 (Amsterdam)#Lijn 37 II|lijn 37]].


Op 3 juli 2002 reed de 509 z'n laatste rit op lijn 22; uitgeschakeld door een defect ging ie 16 augustus officieel buiten dienst.
De 509 raakte defect in de zomer van 2002 defect en ging 16 augustus officieel buiten dienst.


In november kwamen dan eindelijk de 445-469 in dienst en trokken de meeste wagens, na twaalf jaar netto Bijlmerdienst, naar West voor de afvalrace. Tussen 4 november en 18 december reden acht bussen bussen hun afscheidsritten op lijn 18 (512, 507), 21 (511, 505, 516, 508, 506) en 313 (518).
In november kwamen dan eindelijk de 445-469 in dienst en trok het merendeel van de serie, na twaalf jaar netto Bijlmerdienst, geleidelijk naar West waar acht bussen (505-508, 511, 512, 516, 518) binnen de kortste keren hun afscheidsritten reden.


De 506 reed de dag voor zijn afscheid (16 december 2002) nog vanuit Zuid (lijn 59) waar de 519 als enige achterbleef.
De 519 bleef in Zuid maar kwam begin 2003 naar West waar inmiddels ook de 510, 514 en de 515 buiten dienst waren gegaan. De 519 reed 17 maart zijn laatste rit op lijn 313 waarna de 517 als laatste nog tien dagen in dienst bleef. De 510, 517 en de 519 stonden tot 29 mei 2004 op het achterterrein; zwaar gehavend werden ze, net als de rest, afgevoerd.


Op 15 januari 2003 konden de 510 en de 514 nog eenmaal op lijn 19 en 21 worden aangetroffen; laatstgenoemde ging diezelfde dag nog met de 505, 516 en de 518 naar het opslagterrein.
Op 15 januari 2003 konden de 510 en de 514 nog eenmaal op lijn 19 en 21 worden aangetroffen; laatstgenoemde ging diezelfde dag nog met de 505, 516 en de 518 naar het opslagterrein.


De 519 verhuisde als laatste naar West om er 17 maart zijn afscheidsrit op lijn 313 te rijden; de 515 stond sinds 5 maart (ochtendspitsdienst lijn 36) opgeslagen waarna de 517 tot 27 maart (lijn 21) in dienst bleef. Samen met de 510 en de 519 stond hij tot 29 mei 2004 op het achterterrein van West; zwaar gehavend werden ze toen met de rest afgevoerd.
Onder andere de 506, 508 (of 510), 511-513, 515, 517 en de 519 gingen met de 499 en de ex-[[Enhabo]]-standaards 504 en 509 (NZH/Connexxion 1954 en 1959) naar het autobuskerkhof in Capelle. De 516 en de 519 eindigden als plukbus.
 
onder andere de 506, 508 (of 510), 511-513, 515, 517 en de 519 gingen met de 499 en hun 12 meter NZH-broers 1954 en 1959 (ex-Enhabo 504 en 509) naar het autobuskerkhof in Capelle. De 516 en de 519 eindigden als plukbus.


====496-504 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
====496-504 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
Omdat ook de 505-519 een succes waren besloot men speciaal voor lijn 48 nog een nieuwe serie geledes aan te schaffen (inclusief dubbele bankjes). Ze werden echter niet gekocht maar geleased. Gezien hun lange staat van dienst (de 500-504 werden bijna zestien-en-een-half jaar tegen respektievelijk veertien, dertien-en-een half, vijftien, vijftien-en-een half en veertien voor de 520-544, 505-519, 486-495, 471-485 en de 545-555) is het waarschijnlijk dat ze later gekocht zijn.
Omdat ook de 505-519 een succes waren besloot men speciaal voor lijn 48 nog een nieuwe serie geledes aan te schaffen. De 496-504 (aanvankelijk geleased) hadden dubbele bankjes omdat lijn 48 als streeklijn werd beschouwd, maar ook vanwege het niet uitgevoerde plan om de samenwerking met CN op lijn 67 nieuw leven in te blazen (dit zou dan vijf extra wagens hebben opgeleverd in ruil voor evenzoveel CN-diensten op [[Buslijn 165/166|lijn 65/66]].
 
Dat de 496-504 (wederom achteruitgenummerd) dubbele bankjes hadden had meer redenen; lijn 48 werd als streeklijn beschouwd en daarnaast overwoog het GVB om weer met CN samen te werken op lijn 67. Het plan was om vijf extra wagens (zouden dan de 491-495 zijn geworden) aan te schaffen en dat CN evenzoveel diensten zou gaan rijden op lijn 65/66. De dienst op lijn 67 moest worden uitgebreid maar CN wilde geen nieuwe wagens aanschaffen naast de achttien DAF/Den Oudsten geledes 7942-7956 en 7974-7976. De hernieuwde samenwerking op lijn 65/66 en 67 ging uiteindelijk niet door omdat CN de voorkeur gaf aan de 18 jaar oude Stockholmse Volvo geledes 7844-7848.
 
Tussen 4 januari en 14 februari 1990 kwamen achtereenvolgens de 498, 500, 497, 496, 502, 504, 501, 503 en de 499 in dienst; naast lijn 48 kwamen ze ook op lijn op 15 te rijden.


In verband met hun verhuizing naar Noord (in omgekeerde volgorde) werden de 503 en de 504 op 17 november 1990 tot gesloten-instap-bussen verbouwd. De 496-502 volgden op 4 maart 1991; hiervan trokken de laatste vier naar Zuid voor dienst op lijn 69 en met de instroom van de 471-485 in 1992 kwamen ook de 496-498 over.
De 496-504 kwamen in januari-februari 1990 in dienst vanuit garage West op lijn 15 en 48.


In 1993 werd lijn 69 aan CN overgedragen en keerden de 496-502 terug naar de Jan Tooropstraat. Met de komst van de Volvo/Den Oudsten geledes 545-555 in Noord werden de 503 en de 504 overbodig en klopten ook zij weer aan bij West. Later werd het bruine isolatiedoek uit de geleding gehaald.
De 503 en de 504 werden op 17 november 1990 tot gesloten-instap-bussen verbouwd waarna ze naar Noord verhuisden. De 496-502 volgden op 4 maart 1991 alvorens dienst te gaan doen op Zuidlijn 69; de 496-498 bleven nog een jaar in West tot aan de instroom van de 471-485.


Halverwege de jaren 90 werden de 496 (blauw), 497 (geel), 498 (groen) en de 499 (geel) als Mover beplakt en herverdeeld tussen West en Noord. De 499 en de 502 kregen na aanrijdingsschade kleine Volvo-letters.
In 1993 keerde de serie terug naar de Jan Tooropstraat door de overdracht van lijn 69 aan CN en de komst van de B88-geledes 545-554 in Noord. Later werd het bruine isolatiedoek uit de geleding gehaald.


In 1999 verloren ze hun plakkers en de dubbele bankjes in het voorste gedeelte; ze werden herverdeeld tussen West (496-499) en Zuid (500-504).
Halverwege de jaren 90 werden de lage exemplaren tot Mover beplakt in de kleuren blauw (496), groen (498) en geel (497, 499). Ze werden herverdeeld tussen West en Noord en bleven drie jaar lang met dit uiterlijk rijden. De 499 en de 502 kregen bij schadeherstel kleine Volvo-letters.


De komst van de 445-469 betekende het begin van het einde; de 496 en de 498 reden 11 en 22 november 2002 hun afscheidsritten op lijn 18 en 19. Met de opening van IJburglijn 326 keerden de 500-504 terug naar Garage West; Zuid had nu geen CSA3's meer.
In 1999 verloren alle exemplaren hun dubbele bankjes en kwamen alle ex-Movers vanuit West te rijden; de 500-504 gingen naar Zuid.


De 497 reed 9 januari 2003 z'n laatste rit op lijn 21; 4 februari werd ie samen met de 496 naar Holland Lion gebracht. Van daaruit werden ze verkocht aan AMZ-Connexxion in Zeeland; ze werden groen geschilderd en vernummerd tot 373 en 374 (AMZ kent geen ESO-nummers).
De 496 en de 498 reden 11 en 22 november 2002 hun afscheidsritten op lijn 18 en 19. Ingaande de winterdienst in december keerden de 500-504 terug naar garage West en had Zuid geen CSA3's meer.


De 499 reed enkel nog dag- en spitsdiensten en werd 17 mei 2004 voor het laatst op lijn 21 gesignaleerd. Twaalf dagen later ging ie samen met de 498 naar Holland Lion; de 499 staat nu als plukbus op het 'kerkhof' in Capelle.
De 496 en de 497 begonnen in 2003 een nieuw leven als de groene 373 en 374 in het veteranenteam van AMZ-Connexxion in Zeeland.


Bleven de 500-504 over als oudste wagens; ook zij reden voornamelijk dag- en spitsdiensten waarbij ze ook weer op lijn 15 werden ingezet. Op 26 mei 2006 nam de 503 afscheid op lijn 19 waarna het vijftal naar Zuid ging om hun noodlot af te wachten. Aangezien dat nog wel even duurde gingen de 500-502 metropendeldiensten draaien op lijn 53P naar Gaasperplas; ze deden dit tot 5 juni.
De 499 reed enkel nog dag- en spitsdiensten totdat hij eind mei 2004 buiten dienst ging. De 499 staat nu als plukbus op het 'kerkhof' in Capelle.


De 504 kon in augustus 2006 op nachtlijn 359 worden gesignaleerd waarna hij terugkeerde naar West en 12 september zijn laatste rit op lijn 268 reed. Een aantal exemplaren had toen meer dan een miljoen kilometer op de teller staan.
Bleven de 500-504 over als oudste wagens; ook zij reden voornamelijk dag- en spitsdiensten waarbij ze ook weer op lijn 15 werden ingezet. Eind mei 2006 gingen de 500-504 naar Zuid om hun noodlot af te wachten. Aangezien dat nog wel even duurde gingen de 500-502 tot 5 juni metrovervangende pendeldiensten draaien op lijn 53P naar [[Gaasperplas]].


De 503 en de 504 werden 25 september 2006 naar G. Pfeifer Groenlo gebracht; de 501 en de 502 gingen de volgende dag. De 500 kwam pas 3 november aan de beurt.
Nadat de 504 in augustus 2006 op nachtlijn 359 werd gesignaleerd keerde hij terug naar West om 12 september afscheid te nemen op lijn 268. Een aantal exemplaren had toen meer dan een miljoen kilometer op de teller staan.


De 503 en de 502 zijn een tweede leven begonnen in Varna, Bulgarije onder de nummers 7714 en 9066. De 500 is waarschijnlijk afgevoerd voor sloop, de 501 stond te koop bij een handelaar in Friesland en kwam op 20 december 2011 na meer dan vijf jaar in handen van de stichting [[BRAM]] die de bus wil opknappen en weer geschikt wil maken voor de (museum) dienst.
De 503 en de 502 zijn een tweede leven begonnen in [[Varna]], [[Bulgarije]] onder de nummers 7714 en 9066. De 500 is waarschijnlijk afgevoerd voor sloop. De 501 stond te koop bij een handelaar in [[Friesland]] en kwam op 20 december 2011 na meer dan vijf jaar in handen van de [[Amsterdamse museumbussen|stichting BRAM]] die de bus wil opknappen en weer geschikt wil maken voor de (museum) dienst.


====486-495 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
====486-495 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
Ter vervanging van 12 wagens 111-169 (werd uiteindelijk 17) bestelde het GVB nogmaals tien gelede bussen aan welke bestemd waren voor lijn 69 welke daardoor in frequentie werd gehalveerd. Dit waren de eerste na de overname van Hainje door Berkhof; ze hadden kleine Volvo-letters onder de voorruit, liggende ruitenwissers, andere interieurverlichtingskappen en andere matrixfilms met kleinere dikkere cijfers. Het bruine isolatiedoek in de geleding kwam te vervallen.
Ter vervanging van 17 wagens 111-169 (was eerst 12) bestelde het GVB nogmaals tien gelede bussen met streekinterieur. De 486-495 waren de eerste na de overname van Hainje door Berkhof (o.a. kleinere Volvo-letters en andere matrixfilms met kleinere dikkere cijfers). Ze waren bedoeld voor lijn 69 maar begonnen (in augustus-september 1991) vanuit garage West omdat de afvoerbussen daar vandaan kwamen en West de 498-502 doorschoof naar Zuid. De 486 was de 100e Volvo CSA3 en werd voorzien van grote stickers op de deurruiten.


De 486-495 (ook deze serie was weer achteruit genummerd) waren eigenlijk bedoeld voor Zuidlijn 69 maar begonnen vanuit West omdat de afvoerbussen daarvandaan kwamen en West de 498-502 doorschoof naar Zuid.
De 486, 487 en de 493 werden op 24 oktober 1993 ingezet voor voetbalpendeldiensten; na afloop van de wedstrijd vervoerden ze de Feyenoord-supporters linea recta van het Olympisch Stadion naar Rotterdam.


De 486 was de 100e Volvo CSA3 en werd voorzien van grote stickers op de deurruiten; 22 augustus 1991 begon hij op lijn 222, de 487 deed dat op lijn 15. De 488 verscheen zes dagen later op lijn 48.
De 489 kreeg bij schadeherstel grote Volvo-letters.


Ook de 489 (3 september), 490 (5 september) en de 491 (16 september) begonnen op lijn 222; die laatste twee combineerden dat met diensten als lesbus en op lijn 221. Tussendoor maakte de 492 op 15 september zijn debuut in de nachtdienst op lijn 74 en plakte er een rit op lijn 15 aan vast. Tenslotte kwamen op 20 september de 493-495; de 493 en de 494 op lijn 45, de 495 werd ingezet voor kindervervoer.
In 1999 verhuisde de serie, inmiddels voorzien van enkele bankjes aan de blinde zijde, naar Noord. De 489 en de 495 bleven nog een jaar in West.


De 486, 487 en de 493 draaiden op 24 oktober 1993 voetbaldiensten; na afloop van de wedstrijd vervoerden ze de Feijenoord-supporters linea recta van het Olympisch Stadion naar Rotterdam.
De 488 werd in februari 2006 uitgeschakeld door een defect; zijn achterbak leefde nog enige tijd voort als die van de 472 (met behoud van eigen binnennummer). Ingaande de zomerdienst werden de CSA 3's verleden tijd in Noord en gingen ze naar Zuid om daar hun noodlot af te wachten.


De 489 kreeg bij herstel van aanrijdingsschade grote Volvo-letters boven de radiateur.
De 486, 489 en de 490 wisten die nog af te wenden door tussen 27 mei en 5 juni metropendeldiensten te draaien op lijn 53P. Daarna trokken ze Westwaarts waar ze tot 22 juni op lijn 15 reden.


In 1999 kreeg de serie enkele bankjes om vervolgens naar Noord te verhuizen. De 489 en de 495 bleven nog een jaar in West.
De 486, 494, 493 en de 495 emigreerden naar [[Varna]], [[Bulgarije]] en werden in genoemde volgorde tot 9515, 9518, 9520 en 9522 vernummerd.
 
Op 14 februari 2006 reed de 488 z'n laatste rit op lijn 37; door een defect was het einde carrière, maar zijn achterbak leefde nog enige tijd voort als die van de 472 (met behoud van eigen binnennummer).
 
De 492 werd 23 mei voor het laatst op lijn 33 ingezet; drie dagen later waren er de afscheidsritten van de 493 (lijn 33), 494 (lijn 34), 487, 491 (allebei lijn 37) en de 495 (lijn 39). De CSA3's waren nu verleden tijd in Noord en gingen naar Zuid om daar hun noodlot af te wachten.
 
De 486, 489 en de 490 wisten die nog af te wenden door tussen 27 mei en 5 juni metropendeldiensten te draaien op lijn 53P waarna ze Westwaarts trokken voor dienst op lijn 15; 22 juni was het dan echt afgelopen.
 
Op 26 september 2006 werd de serie naar Groenlo gebracht (het voorste gedeelte van de 488 volgde 3 november); van daaruit emigreerden de 486, 494, 493 en de 495 naar Varna, Bulgarije en kregen ze in genoemde de nummers 9515, 9518, 9520 en 9522.


De 487, 490, 491 en 492 stonden in 2011 nog steeds te koop bij een handelaar in Friesland.
De 487, 490, 491 en 492 stonden in 2011 nog steeds te koop bij een handelaar in Friesland.
Wat er van de rest is geworden is onbekend.


====471-485 (466-470 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
====471-485 (466-470 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
[[Bestand:GVB 483 Amsterdam Centraal Station 13-01-2007 VP-04-JR.JPG|thumb|250px|De gelede Berkhof 483 op het Stationsplein van [[Station Amsterdam Centraal|Amsterdam Centraal]]. Duidelijk is te zien wat het voordeel is van lagevloerbussen.]]
[[Bestand:GVB 483 Amsterdam Centraal Station 13-01-2007 VP-04-JR.JPG|{{largethumb}}|De gelede Berkhof 483 op het Stationsplein van [[Station Amsterdam Centraal|Amsterdam Centraal]]. Duidelijk is te zien wat het voordeel is van lagevloerbussen.]]
[[Bestand:Huisstijl GVBA BUS.jpg|{{largethumb}}|Gelede bus 473 op de [[Prins Hendrikkade]] in de huisstijl grijs/donkerblauw met rode deuren uit de jaren negentig.]]


Begin 1992 werden de laatste vijftien gelede CSA3's geleverd als aanzet om door het meer inzetten van geledes te kunnen bezuinigen; het achteruitnummeren bereikte z'n verste punt.
Begin 1992 werden de laatste vijftien gelede CSA3's (wederom met streekinterieur) geleverd als aanzet om door het meer inzetten van geledes te kunnen bezuinigen; met de 471-485 bereikte het achteruitnummeren z'n verste punt.


Eigenlijk waren er 20 wagens besteld maar de gemeenteraad gaf maar toestemming voor 15 wagens zodat de 466-470 door het GVB moesten worden afbesteld. Daar de wagens al gebouwd waren werden ze uiteindelijk verkocht aan de BBA en kwamen daar als 821-825 in dienst.
Eigenlijk zouden er 20 wagens komen, maar op last van de gemeenteraad moesten de 466-470 door het GVB worden afbesteld. Daar de wagens al gebouwd waren werden ze uiteindelijk aan de BBA verkocht onder de nummers 821-825.


Op lijn 15 begonnen de 471 (18 februari), 478 (10 maart), 475, 481 (allebei 13 maart), 473, 477, 480 (alle drie 14 maart, waarvan de 477 op nachtlijn 71), 474 (15 maart) en de 476 (18 maart). De 472 kwam 11 maart op lijn 48 in dienst, de 479 en de 482 12 en 17 maart op lijn 45, en de 485 20 maart op lijn 44. Tenslotte debuteerden de 483 en de 484 op 23 maart met groepsvervoer.
De 471-485 kwamen in februari-maart 1992 in dienst vanuit garage West; naast lijn 15, de 40-er lijnen en nachtlijn 74 reden ze ingaande de zomerdienst ook op lijn 18 (officieel), 21 en 22 (zaterdag en zondag).


Nadat lijn 18 in het voorjaar grotendeels met gelede bussen reed werd het met ingang van de zomerdienst menens; ook lijn 21 en 22 gingen op zaterdag en zondag geleed rijden waardoor de serie (plus vijftien CSA3-standaards 416-435) 24 exemplaren van de vroegtijdig buitendienst gestelde 170-209 verving (per saldo bleven dus 6 standaards extra in dienst).
Net als de 486, 487 en de 493 werd ook de 480 ingezet voor de voetbalpendeldienst van 24 oktober 1993, om na afloop de Feyenoord-supporters naar Rotterdam te brengen.


Op 24 oktober 1993 werd de 480 ingezet voor stadionvervoer naar de wedstrijd Ajax-Feijenoord. Na afloop bracht hij samen met de 486, 487 en de 493 de supporters van laatstgenoemde club naar Rotterdam.
In 1999 kregen de 471-485 enkele bankjes aan de blinde zijde; medio 2000 gingen ze voor een jaartje naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken. Na hun terugkeer naar West zouden alleen de 471-477 daar blijven rijden; de rest (waarvan de 478 als laatste) streek in Noord neer.
 
In 1999 kregen de 471-485 enkele bankjes; medio 2000 gingen ze voor een jaartje naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken. Ze keerden uiteindelijk terug naar West, maar al snel streken de 479-485 in Noord neer; de 478 volgde later.


In mei 2005 werden ze omgeruild voor de Jonckheeren 455-463 uit West en verschenen ze weer op lijn 15 die sinds 2001 uitsluitend met de 556-585 reed. De 485 was de Jan Tooropstraat ontwend en ging weer naar Noord. Af en toe werd er een wagen aan Zuid geleend.
In mei 2005 werden ze omgeruild voor de Jonckheeren 455-463 uit West en verschenen ze weer op lijn 15 die sinds 2001 uitsluitend met de 556-585 reed. De 485 was de Jan Tooropstraat ontwend en ging weer naar Noord. Af en toe werd er een wagen aan Zuid geleend.


Op 30 maart 2006 werd de 472 tijdens dienst op lijn 18 bij de middentoegangsbrug van Centraalstation doorboord door tram 907 van lijn 24. De geleding en de achterbak waren zwaar beschadigd; de 472 dreigde als eerste van zijn serie te worden afgevoerd, maar de achterbak van de defecte 488 bood uitkomst. Beide helften kwamen in april weer in dienst met beide nummers aan de binnenzijde (aan de buitenzijde was de 488 wel vernummerd in 472 met blauwe cijfers).
De 472 van lijn 18 werd op 30 maart 2006 bij de middentoegangsbrug van Centraalstation doorboord door [[Amsterdamse gelede trams 11G en 12G|tram 907]] van [[Tramlijn 24 (Amsterdam)|lijn 24]] en raakte zwaar beschadigd in de achterbak. De 472 dreigde als eerste van zijn serie te worden afgevoerd, maar werd gered door de achterbak van de defecte 488. De nieuwe 472 kwam in april weer in dienst met beide nummers aan de binnenzijde (aan de buitenzijde was de 488 wel vernummerd in 472 met blauwe cijfers). Voorts was het display blijven hangen op "33".
Voorts was het display blijven hangen op "33".


De 485 reed op 26 mei z'n laatste rit op lijn 37; de rest zou ook buiten dienst gaan wegens overbodigheid doordat lijn 15 weer met standaards ging rijden, maar tussen 27 mei en 5 juni werden ze nog ingezet voor metropendeldiensten op lijn 53P.
In mei 2006 leek de serie door overbodigheid buiten dienst te gaan (lijn 15 ging weer met standaards rijden), maar werd tot 5 juni nog ingezet voor metrovervangende pendeldiensten op lijn 53P.


Daarna keerden de 473, 476-479, 481, 483 en de 484 terug in de normale dienst, inclusief de door capaciteitsproblemen geplaagde lijn 15 waarop de 481 op 8 juni z'n laatste rit reed; de 479 deed dat de volgende dag op lijn 21. De 477 en de 478 waren 22 juni de laatste geledes op lijn 15.
Daarna keerden de 473, 476-479, 481, 483 en de 484 terug in de normale dienst, inclusief de door capaciteitsproblemen geplaagde lijn 15. In september 2006 werden elf wagens afgevoerd.


De 475, 481 en de 482 werden op 25 september naar Pfeifer in Groenlo gebracht; de 471, 472, 474, 477-480 en de 485 kwamen de volgende dag aan de beurt. De 485, 477, 480, 482, 479, 474, 481, 472 en de 475 begonnen een tweede leven in Varna, Bulgarije; in genoemde volgorde kregen ze de nummers 7712, 7713, 7715, 8469, 8470, 8472, 8473, 9063 en 9064.
De 485, 477, 480, 482, 479, 474, 481, 472 en de 475 begonnen een tweede leven in [[Varna]], [[Bulgarije]]; in genoemde volgorde werden ze tot 7712, 7713, 7715, 8469, 8470, 8472, 8473, 9063 en 9064 vernummerd.


Bleven er vier wagens over (de 473,476,483 en de 484) die nog anderhalf jaar hun rondjes reden op de lijnen 18 en 21.
Bleven er vier wagens over (473, 476, 483, 484) die nog anderhalf jaar hoofdzakelijk hun rondjes reden op lijn 18 en 21. De 473 en de 476 hielden het daarbij uit tot 28 december 2007; eerstgenoemde had toen 990.000 kilometer op de teller staan, maar het negentien jaar oude record van [[Amsterdams busmaterieel (1966-1982)#1-45 (DAF SB200DKDL/Hainje)|CSA 1-wagen 13]] bleef ongebroken.


Met de komst van de nieuwe Citaro geledes namen de 483 en de 484 op 13 en 21 december 2007 afscheid op lijn 245 (Noord) en 21, de 476 en de 473 hielden het tot de 28e vol en reden hun laatste ritten op lijn 19 en 21.
De 471, 473 (die zijn noodlot in Zuid afwachtte), 476, 483 en de 484 werden in juni 2008 afgevoerd.


Laatstgenoemde had toen 990.000 kilometer op de teller staan, maar het negentien jaar oude record van de 13 bleef ongebroken; hij werd naar Garage Zuid gebracht om daar zijn noodlot af te wachten. De overige drie mochten gewoon in West van de buitenlucht genieten; de 476 op het achterterrein (samen met de 545), de 483 en de 484 op het zijterrein. Voorafgegaan door de 471 werden ze 2 juni 2008 afgevoerd voor sloop; vier dagen later was ook de tijd van de 473 gekomen.
==CSA 3-standaardbussen met Duvedecfront==
 
==Blauw-grijze CSA 3-bussen==
====377-386, 387-396 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
====377-386, 387-396 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)====
Ter vervanging van de laatste wagens 1-110 had men in 1988 een krediet voor 30 nieuwe standaards gekregen (376-405) en dacht men aan 30 lage vloer standaards van hetzelfde type als proefbus 375.
Aanvankelijk wilde het GVB 30 DAF-standaards bestellen zoals de 375, maar vanwege aanhoudende problemen met dit prototype werd de bestelling omgezet in 20 Volvo's met Duvedec-front en 10 minibusjes. De CSA 3-standaards waren smalle-instapbussen met enkelbladsvoor- en achterdeur die niet langer een dwarsgeplaatst voorbankje hadden. De 377-386 kwamen tussen 8 juli en 4 augustus 1989 in dienst vanuit garage West; ze begonnen grotendeels op lijn 26 maar ingaande de winterdienst 1989/1990 verschoof de hoofdinzet naar lijn 21 en de nachtdienst (als uiteindelijke vervangers van de CSA 2's). De 387-396 (waarvan 395 en 396 telbussen) waren snellopers in tweedeursuitvoering; ze kwamen in september 1989 in dienst op lijn 64, 68 en de Schiphollijnen. De 387 ging op 21 december 1989 op bezoek bij de Rheinbahn in [[Düsseldorf]].
Daar het prototype 375 echter zoveel problemen opleverde stagneerde de bestelling en vroeg men nu toestemming in afwachting van de ontwikkelingen met de 375 het krediet om te zetten en nu 20 Volvo standaards te mogen bestellen (waarvan 10 als snelloper) alsmede 10 minibusjes.


In navolging van de gelede 505-519 kwam toen een serie van 20 standaards die achter de proefbussen 375 en 376 werden genummerd; deze wagens vielen op door het vooruitgeplaatste (dubbele) voorbankje aan de instapzijde, en de enkelblads voor- en achterdeur die naar de middendeur toezwenkten.
De 377-386 reden medio 1990 op [[Buslijn 29 (Amsterdam)#Lijn 29 IV|de nieuwe Noordlijn 29]] totdat ze eind oktober werden afgelost door de 406-415. Daarna werd de 378 als eerste van een roetfilter voorzien.


Tussen 8 juli (een week na afvoer van de 63, 68, 70, 108 en de 109) en 4 augustus kwamen achtereenvolgens de 381, 382, 378, 380, 383, 379, 384-386 en de 377 in dienst; ze begonnen allemaal op lijn 26 behalve de 379 (lijn 23) en de 386 (lijn 18).
De 396 ging op 25 oktober 1991 naar TNO voor emissieproeven om gedurende november langs de standaardsteden te toeren; te beginnen in Nijmegen, de thuisstad van zijn DAF-toergenoot 604. Van 11 tot 14 november waren beide CSA 3's in Amsterdam; de 396 reed de eerste twee dagen op lijn 21 en daarna op lijn 18. Daarna ging de tournee langs ZO-Venlo en Utrecht dat slechts met een een DAF-proefbus (101) vertegenwoordigd was; van de grote vier waren Den Haag en Rotterdam helemaal afgehaakt. Via een tweede bezoek aan de TNO (29 november; samen met de 286) kwam de 396 op 17 december 1991 weer in dienst.
 
Speciaal voor lijn 64 en 68 werden de 387-396 als tweedeursbussen met liggende (uiteensproeiende) ruitenwissers geleverd; gedurende september kwamen achtereenvolgens de 387, 388, 391 (wachtwagen op Noordlijn 39), 390 ( wachtwagen op lijn 21), 392, 394, 396 (nachtlijn 72), 393, 389 en de 395 in dienst. Met uitzondering van de 387 (wachtwagen op lijn 15), 390, 391 (wachtwagen op lijn 21 en 39) en de 396 (nachtlijn 72) begonnen ze op lijn 68. De 395 en de 396 waren telbussen.
 
De driedeursbussen reden gedurende de winterdienst 1989/1990 hoofdzakelijk op lijn 21 en draaiden ook nachtdiensten; uiteindelijk namen ze die functie over van de CSA2's. In een poging de beroemde foto van de 106 te vervangen werd een exemplaar vastgelegd voor de nachtbusfolder; vergeefse moeite.
 
De tweedeursbussen werden naast lijn 64 en 68 ook op de Schiphollijnen ingezet. De 387 ging op 21 december 1989 op bezoek bij de Rheinbahn in Düsseldorf.
 
Medio 1990 reden de 377-386 op de nieuwe Noordlijn 29 totdat ze eind oktober werden afgelost door de 406-415. Daarna werd de 378 als eerste van een roetfilter voorzien.
 
De 396 ging op 25 oktober 1991 naar TNO voor emissieproeven om vervolgens op tournee te gaan met zijn Nijmeegse DAF-collega 604. De aftrap (1-7 november) vond plaats in de thuisstad van laatstgenoemde; 8 november kwamen ze aan in Amsterdam om 11 en 12 november op lijn 18 (604) en 21 (396) te rijden. De volgende twee dagen waren de rollen omgedraaid en verruilde de 604 zijn eigen zwarte films voor de blauwe van het GVB. Daarna ging de tournee langs ZO-Venlo (16-22 november) en Utrecht (die slechts over DAF-proefbus 101 beschikte). Op 29 november 1991 ging de 396 weer naar TNO (ditmaal samen met de 286) en kwam 17 december weer in dienst.


De 384 deed in 1993 mee aan het 80-jarig jubileum van [[Tramlijn 16 (Amsterdam)|tramlijn 16]].
De 384 deed in 1993 mee aan het 80-jarig jubileum van [[Tramlijn 16 (Amsterdam)|tramlijn 16]].


Rond 1996/97 werden de 377 (geel), 379 (blauw), 383 (geel) en de 384 (blauw) als Mover beplakt en kwam een aantal wagens vanuit Noord te rijden.
Rond 1996/'97 verhuisden een aantal wagens naar Noord; vier werden tot Mover beplakt in de kleuren geel (377, 383) en blauw (379, 384) en reden drie jaar met dit uiterlijk. De 382 was een van de schadegevallen die met kleine Volvo-letters werd hersteld.


De 382 kreeg bij herstel van aanrijdingsschade kleine Volvo-letters; andere slachtoffers kregen die ook of raakten ze zelfs kwijt.
Met de invoering van het Schiphol Sternet in 2000 verdween de hele serie door overbodigheid uit West om dag- en spitsdiensten te rijden in Noord en Zuid.


In 2000 verloren de Moverwagens hun plakkers en met de invoering van het Schiphol Sternet verdween de hele serie, wegens overbodig, uit West om dag- en spitsdiensten te rijden in Noord en Zuid; de 391 en de 395 werden verhuurd aan Vermaat in Hellevoetsluis.
De 391 en de 395 werden verhuurd aan Vermaat in [[Hellevoetsluis]], en met de komst van de echte (dus niet beplakte) Sternetserie 231-252 sloeg het laatste uur van de tweedeursbussen. Tussen juli en november 1991 reden ze hun afscheidsritten om pas in mei 2002 te worden afgevoerd. Of ze een tweede leven in binnen- of buitenland zijn begonnen of dat ze op de schroothoop zijn beland is onbekend.


Met de komst van de echte Sternetbussen (231-252) in 2001 sloeg het laatste uur van de tweedeursbussen. De 390 (Zuid) en de 388 (Noord) reden 6 en 9 juli hun afscheidsritten op lijn 37 en 38; de 391 en de 389 deden dat 28 en 29 augustus op lijn 28 en 310. Van de 387 en de 393-395 is de laatste inzet niet bekend. De 396 en de 392 hielden het vol tot 29 oktober (lijn 61) en 2 november (lijn 245).
De driedeursbussen bleven vanuit Noord rijden maar in het najaar van 2002 logeerden een aantal exemplaren in Zuid. Vanaf december 2002 werden ze hoofdzakelijk ingezet op de nieuwe [[IJburg]]lijn 326 in combinatie met de vanuit Zuid overgehevelde [[Buslijn 43 (Amsterdam)|lijn 43]]. Tussen januari en maart 2003 reden ze hun afscheidsritten, waarbij de 380, 383 en de 385 het langst in dienst waren. De Stadsdelen Osdorp en Slotervaart werden in september 2003 de nieuwe eigenaren van de 382 (met vergeelde deuren) en de 383.


Eind mei 2002 werden de 387, 393, 394 (23), 388, 390, 395 (24), 389, 391, 392 en de 396 (25) naar Holland Lion afgevoerd.
De 377-379 werden geplukt om onderdelen te leveren voor de laatste Jonckheeren 253-267; daarna werden ze net als de 380-381 en de 384-386 naar Womy afgevoerd.
Of ze een tweede leven in binnen- of buitenland zijn begonnen of dat ze op de schroothoop zijn beland is onbekend.


De driedeursbussen bleven vanuit Noord rijden maar in het najaar van 2002 logeerde een aantal exemplaren in Zuid. Vanaf december kwamen ze hoofdzakelijk op de nieuwe IJburglijn 326 (gekoppeld aan de vanuit Zuid overgehevelde lijn 43) te rijden. Voor de 377 en de 378 was dit echter van korte duur, want op 27 en 29 januari 2003 reden ze hun afscheidsritten; de 377 deed dat op lijn 38.
De 378 (voorzien van Berkhof-embleem) en de 385 (wit met behoud van wagenparknummer en stadswapen) emigreerden naar [[Charkov]], [[Oekraïne]]. De 386 belandde in Chimkent, [[Kazachstan]], maar kon 9 maart 2006 weer bij de [[Westhaven]] worden gesignaleerd. Ook het Russische avontuur van de 380 en de 384 bleek een mislukking aangezien ze in januari 2007 alweer in de verkoop werden gegooid.
 
De rest was nog twee maanden in dienst; de afscheidsdata waren 7 maart (379), 25 maart (383, 384), 26 maart (381, 386) en 31 maart (380, 382, 385). De 382 en de 383 werden op 9 en 22 september overgedragen aan Stadsdelen Osdorp en Slotervaart; de 382 kreeg gele deuren.
 
De 380, 381 en de 384-386 werden op 15 oktober naar Womy gebracht; de 377-379 stonden eerst hun onderdelen af aan de laatste serie Jonckheeren (253-267) alvorens ook die kant op te gaan (respectievelijk 18 en 21 november 2003, en 8 januari 2004).
 
De 378 en de 385 emigreerden naar Charkov, Oekraïne; de van een Berkhof-embleem voorziene 385 werd witgeschilderd en behield z'n wagenparknummer en stadswapen. De 386 belandde in Chimkent, Kazachstan, maar hield het er niet lang vol; op 9 maart 2006 werd ie bij Westhaven gesignaleerd. Ook het Russische avontuur van de 380 en de 384 bleek een mislukking aangezien ze in januari 2007 alweer in de verkoop werden gegooid.


====406-415 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
====406-415 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
Ter vervanging van 10 wagens 111-169 dacht het GVB aan de aanschaf van tien MAN NL 202 3 deurs lagevloerbussen.Omdat deze niet op korte termijn konden worden geleverd schafte het GVB in 1990 toch maar weer een vervolgserie van tien Volvo standaards aan voor dienst op lijn 29 en de Schiphollijnen; de 406-415 (genummerd achter de Groningers 398-405) verschilden van de 377-386 doordat de Volvo-letters dichter bij de rand stonden, en aan de rand van de instapzijde prijkte het Berkhof-embleem. Verder hadden ze een andere matrix met kleinere dikkere cijfers en meer letters, liggende ruitenwissers en een Vecom-installatie. Met 35% minder uitstoot voldeden ze aan de milieunorm.
Na de 377-396 wilde het GVB eigenlijk driedeurs-lagevloerbussen van het type MAN NL 202 aanschaffen naar voorbeeld van de NZH 2017. Maar omdat het motorvermogen voor het GVB te zwak bleek besloot men in 1990 toch weer een serie Volvo-standaards ter vervanging van tien CSA 1-wagens 111-169 aan te schaffen. De 406-415 droegen inmiddels het embleem van Berkhof en hadden een andere matrix met kleinere dikkere cijfers en meer letters, maar ook een Vecom-installatie. Met 35% procent minder uitstoot voldeden ze aan de milieunorm.


De 406 en de 409 begonnen 20 oktober en 2 november 1990 met groepsvervoer; in de tussenliggende periode (28 oktober-28 november) kwamen de 408, 407 en de 410-415 in dienst op lijn 29, 36, 220 en 245.
Hoewel de afvoerbussen afkomstig waren uit West en Zuid waren de 406-415 voor Noord bedoeld; ze kwamen er in oktober-november 1990 in dienst op lijn 29 en de Schiphollijnen. In maart 1992 werden ze van dubbele bankjes voorzien waarna ze met lijn 29 naar garage Zuid verhuisden. Het onderhoud vond echter nog wel plaats in Noord, waarbij er dan een wisselwagen uit de serie 416-432 aanwezig was.


In maart 1992 werden de 406-415 van dubbele bankjes voorzien. Met lijn 29 verhuisden ze naar Garage Zuid waar ze vanaf 1994 ook op lijn 60S kwamen te rijden. Het onderhoud vond echter nog wel plaats in Noord, waarbij er dan een ruilwagen uit de serie 416-432 aanwezig was.
De 415 reed in de zomer van 1992 twee weken op proef in de lijndienst in de Deense plaats [[Aarhus (stad)|Aarhus]]. Een chauffeur en monteur van het GVB gingen mee.


In de zomer van 1992 reed de 415 twee weken op proef in de lijndienst in de Deense plaats [[Aarhus (stad)|Aarhus]]. Een chauffeur en monteur van het GVB gingen mee.
Vanaf 1994 kwam de serie ook op lijn 60S te rijden.


In 1999 verloren ze hun dubbele bankjes en werden ze vaste wagens op lijn 39, 43 en 59 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren. Een aantal wagens verloren ook hun Volvo-letters en Berkhof-embleem.
In 1999 verloren de 406-415 hun dubbele bankjes en werden ze vaste wagens op lijn 39, 43 en 59 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren.


In december 2002 verhuisde de serie samen met lijn 65/165 naar Garage West waar het einde al snel in zicht kwam; tussen 28 januari en 18 februari 2003 reden acht wagens hun afscheidsritten op lijn 18 (409), 23 (413, 411; in deze volgorde), 36 (406), 48 (410, 408), 64 (414) en 68 (415). Daarna werden de 413-415 opgeslagen.
In december 2002 trok de serie naar garage West om af te bouwen op de meeverhuisde [[Buslijn 165/166|lijn 65/165]]. Tussen 28 januari en 11 mei 2003 reden ze hun afscheidsritten waarbij de 412 het langst in dienst was; de 413-415 werden opgeslagen. Aanvankelijk zouden er na de komst van de Jonckheeren 253-267 vijf exemplaren in dienst blijven, maar omdat er voldoende geledes beschikbaar waren voor lijn 37 was er minder behoefte aan standaards en werd de serie in het najaar afgevoerd.


Aanvankelijk zouden er na de komst van de 253-267 vijf exemplaren in dienst blijven maar door het aanhouden van de 500-504 en het feit dat de 556-585 maar 25 wagens 520-544 hadden vervangen had men de beschikking over 10 geledes meer waardoor lijn 37 geleed kon rijden en men dus minder standaards nodig had.
Vier wagens zochten de Russische kou op; ze werden verdeeld tussen [[Sint-Petersburg]] (407), [[Kemerovo]] (408-410) en [[Charkov]], [[Oekraïne]] (415).
 
Daardoor werd de hele serie afgevoerd en werden de 407 en de 412 de finalisten; nadat de 407 er 4 maart (lijn 36) mee ophield reed de 412 nog tot 11 mei (lijn 23). En ook voor hem gold 'de laatsten worden de eersten' want op 15 oktober werd ie naar Womy gebracht; de 407, 413 en de 414 kwamen de volgende dag aan de beurt. In november volgden de 406, 410, 415 (18), 408 (20), 411 (21) en de 409 (24).
 
De 407-410 zochten de Russische kou op en werden verdeeld tussen Sint-Petersburg (407) en Kemerovo (408-410). De 415 ging de straten van Cherkov, Oekraïne verkennen.


====416-435 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
====416-435 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
In 1991 werd er een derde serie besteld ter vervanging van de laatste 22 wagens van de serie 111-169.
In 1991 kwam er een derde serie van twintig CSA 3's; de 416-435 (met kleine Volvo-letters en nieuw[e] interieur[verlichtingskappen]) zouden oorspronkelijk de laatste 22 exemplaren 111-169 vervangen, maar in de praktijk waren dat de laatste vijf (125, 149, 153, 157, 162) plus vijftien wagens 170-209.
 
Daar inmiddels de 10 geledes 486-495 al 17 exemplaren hadden vervangen verving de serie in de praktijk de laatste vijf kleinepetbussen (125, 149, 153, 157, 162). Voorts werden 15 wagens uit de serie 170-209 overbodig en op elfjarige leeftijd al buiten dienst gesteld.
 
De 416-435 hadden andere interieurverlichtingskappen dan hun voorgangers en kleine Volvo-letters onder de voorruit; in feite waren dit de DOL-bussen onder de CSA3's.
 
Tussen 20 december 1991 en 3 maart 1992 kwamen ze in dienst vanuit Garage Noord op lijn 29 (419, 417, 422), 32 (428), 34 (420, 435), 35 (429, 431, 433), 36 (418, 423, 425, 432), 37 (416, 421, 426), 38 (424, 427, 430) en 220 (434).
 
De 433-435 verhuisden binnen de kortste keren naar West voor dienst op lijn 64 en 68. Zuid kreeg vijf wisselwagens omdat het onderhoud van hun nieuwe aanwinsten 406-415 nog in Noord plaatsvond; ze gingen nachtdiensten draaien en op 4 oktober 1992 werd onder andere de 423 ingezet om de slachtoffers van de Bijlmerramp te vervoeren.
 
In 1994 werd lijn 35 aan de oude lijn 28 gekoppeld (er kwam een nieuwe spitslijn 28) waardoor er sprake was van een korte en een lange lijn 35; vandaar dat de 416-432 (maar ook de lagevloerbussen 004-006) vaste wagens werden. Na verloop van tijd verwaterde deze regeling en ging lijn 35 ook weer met filmbussen rijden (naderhand kwam de korte lijn 35 weer te vervallen).


In 1997 verhuisden de lage exemplaren naar West waar ze twee jaar later vaste wagens werden op lijn 23 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren. Ook bij lijn 59 was dit het geval, en naast de 406-415 kwamen ook de 416 en de 417 vanuit Zuid te rijden; later volgden de 431 en de 432. De 425-430 bleven Noordbussen.
Ze begonnen tussen 20 december 1991 en 3 maart 1992 vanuit garage Noord. De 433-435 verhuisden binnen de kortste keren naar West voor dienst op lijn 64 en 68. Vijf wisselwagens gingen naar Zuid (dit in verband met het onderhoud van de 406-415) voor nachtdiensten; de 423 was een van de exemplaren die op 4 oktober 1992 werd ingezet om de slachtoffers van de [[Bijlmerramp]] te vervoeren.


In december 2002 kwam er een eind aan de Zuid-jaren van de CSA3's; de 416 en de 417 gingen samen met lijn 65/165 naar West, de 431 en de 432 trokken met lijn 43 (herkoppeld van lijn 39 aan IJburglijn 326) naar Noord. Vanaf 2003 was de verdeling;
De 416-432 werden vanaf 1994 vaste wagens op lijn 35 die aan [[Buslijn 28 (Amsterdam)#Lijn 28 I|de oude lijn 28]] was gekoppeld waardoor er geruime tijd sprake was van een korte en een lange lijn 35. Na verloop van tijd verwaterde deze regeling en ging lijn 35 ook weer met filmbussen rijden.


*Garage West: 416, 417, 420-424, 431, 432
In 1997 verhuisden de 416-424 naar West waar ze twee jaar later vaste wagens werden op lijn 23 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren. Ook bij lijn 59 was dit het geval, vandaar dat de 416 en de 417 (later gevolgd door de 431 en de 432 uit Noord) vanuit Zuid kwamen te rijden.


*Garage Noord: 418, 419, 425-430, 433-435
Deze garage verhuisde in twee fases van de Bijlmer naar het industriegebied [[Overamstel]], en in december 2002 verdwenen de CSA 3's uit Zuid. De 416 en de 417 keerden terug naar West met lijn 65/165; de 431 en de 432 gingen weer naar Noord met lijn 43 die nu in combinatie reed met [[IJburg]]lijn 326.


De 377-386 en de 406-415 waren nog maar net buiten dienst of de 416-ers konden zich opmaken voor hun afscheid; de 417 reed al op 27 mei 2003 z'n laatste rit op lijn 48. De overige Westbussen reden tussen 12 en 16 december 2003 hun afscheidsritten op lijn 19 (424), 36 (418), 64 (425, 421), 68 (420, 422) en 232 (419). De afvoer was mogelijk door de komst van de 001-003 en de 004-006.
Vanaf 2003 was de verdeling;
* Garage West: 416, 417, 420-424, 431, 432
* Garage Noord: 418, 419, 425-430, 433-435


De Noordbussen namen afscheid tussen 31 januari en 4 mei op lijn 33 (429, 423), 34 (428) en 38 (427); de 426 reed 26 maart nog als wachtwagen.
De 417 reed 27 mei 2003 zijn afscheidsrit op lijn 48; de overige Westbussen bleven in dienst tot aan de komst van de Citaro's 001-003 en 004-006 in december. De Noordbussen namen afscheid tussen 31 januari en 4 mei 2004.


De 422 werd op 20 juli eigendom van de MUSA, de 420, 423, 424, 426 en de 428 gingen vanaf 2 augustus bij Milot Reizen aan de slag en werden onder andere ingezet voor treinvervangende pendeldiensten. De tot 91 vernummerde 428 bleef er niet lang en emigreerde naar Havana, Cuba; hij rijdt er in het wit met blauw/groene bumpers.
De 422 werd op 20 juli eigendom van de [[Amsterdamse museumbussen|MUSA]]; de 420, 423, 424, 426 en de 428 gingen vanaf 2 augustus bij Milot Reizen aan de slag en werden onder andere ingezet voor treinvervangende pendeldiensten. De tot 91 vernummerde 428 zou vervolgens naar Havana, Cuba zijn vertrokken in een witte uitmonstering met blauw/groene bumpers.


Officieel waren ook de 416 en de 430-435 buiten dienst gegaan maar binnen de kortste keren maakten ze hun comeback (alleen de 435 bleef binnen); die van de 431 duurde het kortst met een afscheidsrit op 24 september (lijn 38) en een afvoer naar Holland Lion op 15 oktober. De 418 volgde 17 december 2004.
De 416 en de 430-435 kwamen na de zomervakantie weer in dienst; de 431 hield het slechts vol tot 24 september (lijn 38) waarna de 432 tot 5 juli 2005 (lijn 232) vanuit West reed. De 435 werd 8 december 2005 afgevoerd zonder een keer te zijn ingezet.


13 juni 2005 was de dag waarop ook de 417, 419, 421, 425, 427 en de 429 naar Holland Lion trokken om te wachten op wat komen ging. De 432 reed 5 juli z'n laatste rit op lijn 232 om tien dagen later met zijn seriegenoten te worden herenigd. De 435 werd pas 8 december 2005 weggebracht.
Bleven de 416, 430, 433 en de 434 over voor dienst op de omgeleide lijn 48 (zelfde verhaal als lijn 23 en 59) en de 230-er lijnen in Sloterdijk. ze werden de langstrijdende CSA 3-standaards en gingen in mei 2006 op veertienjarige leeftijd buiten dienst.


Bleven de 416, 430, 433 en de 434 over; om dezelfde reden als lijn 23 en 59 werden ze vaste wagens op de omgeleide lijn 48 en bleven daarnaast hun rondjes rijden op de 230-er lijnen in Sloterdijk. 22 en 26 mei 2006 reden ze hun laatste ritten op lijn 232 (433, 430), 237 (416) en 239 (434). Met veertien jaar dienst waren ze de langstrijdende CSA3-standaards (een half jaar langer dan de 377-386).
De 433, 430 en de 434 begonnen een tweede leven bij Transtriumf [[Varna]] ([[Bulgarije]]) onder de resepctievelijke nummers 8471, 9062 en 9065. De 417 (nieuwe nummer onbekend) ging ook mee.


Op 29 november 2006 werden ze naar Pfeifer Groenlo gebracht; de 433, 430 en de 434 begonnen een tweede leven bij Transtriumf Varna (Bulgarije) en kregen in genoemde volgorde de nummers 8471, 9062 en 9065. De 417 ging ook mee; zijn nieuwe nummer is nog niet bekend.
De 431 leeft nog en leek verzekerd van een museumstatus zoals de 422; samen met de Bikbus (ex-GVU 386) en het [[Amsterdamse museumbussen|MUSA]]-materieel stond hij jarenlang opgeslagen in een loods op het [[NDSM]]-terrein maar het is onbekend waar hij nu verblijft. Waar de andere MUSA-bussen inmiddels nieuwe eigenaren hebben gevonden heeft er zich voor de 422 nog geen koper aangemeld.


De 431 leeft nog en is op weg om museumbus naast de 422 te worden; samen met de Bikbus en het MUSA-materieel stond hij opgeslagen in een loods op het NDSM-terrein maar het is onbekend waar hij nu verblijft.
====(436-450 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====
In 1992 zouden er dertig nieuwe bussen (436-465) komen; vijftien CSA 3's en vijftien [[Den Oudsten B88]]-en zoals de Maastrichtse 800-serie (dit omdat de productie van de CSA 3 zou worden stopgezet). De bussen waren al klaar maar moesten worden afbesteld omdat het GVB geen toestemming had gekregen van de gemeenteraad om ze aan te schaffen; hierdoor raakten de nummers 436-444 na tien jaar voorgoed in onbruik. De CSA 3's werden uiteindelijk voor een lagere prijs aan de BBA verkocht onder de nummers 471-485 (ESO-nummers 4685-4699).


====(436-450 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)====  
==Duvedec-streekbussen==
Op de begroting van 1992 stond een aanschaf vermeld van 30 nieuwe bussen (436-465); aangezien de productie van de CSA3 zou worden stopgezet zou Berkhof er nog maar 15 bouwen.De overige 15 zouden dan gebouwd worden volgens het B88 model Volvo/Den Oudsten, zoals de Maastrichtse 800-en.
===Connexxionbussen===
Door het GVB werden ze zonder dat er al toestemming van de gemeenteraad was bij Berkhof en Den Oudsten besteld en toen de gemeenteraad daarna geen toestemming gaf de wagens te bestellen waren ze bij Berkhof al klaar maar moesten door het GVB worden afbesteld.
 
Uiteindelijk verkocht Berkhof ze aan de BBA die zo op goedkope wijze het wagenpark kon vernieuwen omdat Berkhof met de wagens in zijn maag zat en de prijs liet zakken.Ze werden daar in de gele huiskleur geschilderd met oranje schotplaten met een blauwe band en kregen de nummers 471-485.Hiervan werd de 479 (ESO-nummer 4693) op 25 juli 2002 gefotografeerd op BBA lijn 159 voor het station van Den Bosch. Was deze wagen aan het GVB geleverd dan had ie het sinds 1982 in onbruik geraakte nummer 444 gekregen.
 
===Connexxion huurbussen===
====4858...4882 (Volvo B10M KF5500/Berkhof Europa 2000)====
====4858...4882 (Volvo B10M KF5500/Berkhof Europa 2000)====
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
Tussen 1992 en 1994 schafte de NZH 100 wit-/gele Duvedec streekstandaards aan (79 Volvo's, 21 DAFs); hiervan dienden de laatste 56 als verse olie in de voormalige Enhabo- en CN-garages. De in Zuid/Amstel III geplaatste bussen hadden op lijn 69/169 dezelfde rol als destijds de 1601-1612 op lijn 65, 66 en 67 en werden na de overgang naar Connexxion grotendeels groen geschilderd.
In september 2000, toen genoemde lijnen tot 66 en 199 waren vernummerd en met Jonckheeren gingen rijden, huurde het GVB drie exemplaren (inclusief chauffeur) voor tramvervangende pendeldiensten op lijn 13P tussen Geuzenveld en het Sloterparkbad.


Precies een jaar later keerden ze terug naar Connexxion en bleven tot december 2005 in dienst op de lijnen in Amsterdam; daarna gingen ze elders afbouwen (onder andere in Den Haag als Randstadrailbussen en in Almere).
Naast de gewone CSA 3's kwamen er ook Duvedec-streekbussen; de NZH schafte tussen 1992 en 1994 100 wit-gele exemplaren aan (79 Volvo's, 21 DAF's) waarvan de laatste 56 in de voormalige [[Enhabo]]- en CN-garages begonnen. In 2000, toen NZH inmiddels in Connexxion was opgegaan en de meeste Duvedec's groen werden geschilderd, huurde het GVB drie wagens (inclusief chauffeur) voor tramvervangende pendeldiensten op [[Tramlijn 13 (Amsterdam)|lijn 13P tussen Geuzenveld en het Sloterparkbad]]. Een jaar later gingen ze terug naar Connexxion om tot december 2005 op de lijnen in Amsterdam te blijven rijden; daarna gingen ze afbouwen in o.a. Almere en Den Haag (als Randstadrailbussen).


==B88 bussen==
==B88-bussen==
====(451-465 afbesteld; Volvo/Den Oudsten B88)====
====(451-465 afbesteld; Volvo/Den Oudsten B88)====
De resterende 15 wagens zouden worden gebouwd bij den Oudsten volgens het B88 model zoals de 800-en van de stadsbus Maastricht.
De resterende vijftien wagens die het GVB zou aanschaffen waren van het Den Oudsten B88-model zoals de 800-en van Stadsbus Maastricht. Ook de 451-465 waren al volop in aanbouw toen ze moesten worden afbesteld; in plaats van de productielijn te sluiten besloot men voor de continuïteit nu op voorraad te bouwen, waarna twaalf van de afbestelde wagens uiteindelijk onder de nummers 486-497 aan de naar op koopjes op zoek zijnde BBA werden verkocht. Waarschijnlijk heeft Den Oudsten de laatste drie wagens niet meer gebouwd.
Toen het GVB de wagens moest afbestellen van de gemeenteraad waren ze al volop in aanbouw bij Den Oudsten.Die firma wilde de productielijn voor de continuïteit ondanks de afbestelling niet sluiten en besloot nu op voorraad te bouwen.


Uiteindelijk werden 12 van de afbestelde wagens door de BBA gekocht die zo op goedkope wijze haar wagenpark kon vernieuwen en ze kwamen daar in dienst in de gele huiskleur onder de nummers 486-497.
Door de afbestelling liep het GVB ook een optie mis voor nog eens twintig B88 Volvo's (onbekend welke nummers die dan gehad zouden hebben omdat de 466 als gelede bus was gepland) waardoor er dan 100 Volvo-standaards aanwezig zouden zijn die in onderhoud goedkoper en efficiënter konden worden onderhouden dan de CSA-2 DAF's standaards 253-343.
Waarschijnlijk heeft Den Oudsten de laatste 3 wagens niet meer gebouwd.
 
Het GVB zou na deze levering nog een optie hebben gehad voor nog eens 20 Volvo B 88 standaards (onbekend welke nummers die dan gehad zouden hebben omdat de 466 als gelede bus was gepland) omdat Volvo het GVB voorhield dat bij ten minste 100 Volvo standaards (wat dan het geval zou zijn) het onderhoud veel goedkoper en efficiënter zou zijn en het GVB dan kon besparen op kosten van duur onderhoud aan de CSA-2 standaards 253-343.De gemeenteraad besliste echter anders. 
 
In plaats van de 30 nieuwe standaards werden er uiteindelijk 76 standaards afgevoerd terwijl er in 1991 en 1992 25 geledes (471-495) waren ingestroomd.(oorspronkelijk zouden er 30 komen 466-495).


===Oostenrijk huurbussen===
===Oostenrijk huurbussen===
====212-215 (Volvo B10M/Den Oudsten B88)====
====212-215 (Volvo B10M/Den Oudsten B88)====
In 1991 nam het Maastrichtse stadsvervoerbedrijf SM een serie B88-standaards in dienst; in 2005 begonnen de 801, 808, 809 en de 811 in deze volgorde verder een tweede leven als de witbeplakte Oostenrijk-bussen 212-215. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer en [[IBM]] pendeldiensten van en naar [[Henk Sneevlietweg (metrostation)|metrostation Henk Sneevlietweg]]. Vanwege werkzaamheden sprongen ze ook bij op lijn 9P tussen Muiderpoortstation en Diemen Sniep.
De Stadsbus Maastricht nam in 1991 een serie B88-standaards in dienst; de 801, 808, 809 en de 811 begonnen in 2005 in deze volgorde een tweede leven als de witbeplakte Oostenrijk-bussen 212-215. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer en [[IBM]] pendeldiensten van en naar [[Henk Sneevlietweg (metrostation)|metrostation Henk Sneevlietweg]]. Vanwege werkzaamheden sprongen ze ook bij op [[Tramlijn 9 (Amsterdam)|lijn 9P tussen Muiderpoortstation en Diemen Sniep]].


==Gelede B88 bussen==
==Gelede B88-bussen==
====545-555 (Volvo/Den Oudsten B88)====
====545-555 (Volvo/Den Oudsten B88)====
[[Bestand:GVB 416 Amsterdam CS 02-12-2005.JPG|thumb|250px|De inmiddels verdwenen 550 in de avond op het Stationsplein van Amsterdam Centraal op 2 december 2005. Links staat de 416, die ook al weg is.]]
[[Bestand:GVB 416 Amsterdam CS 02-12-2005.JPG|{{largethumb}}|De inmiddels verdwenen 550 in de avond op het Stationsplein van Amsterdam Centraal op 2 december 2005. Links staat de 416, die ook al weg is.]]


Na de afbestelling van de 436-465 bleef er toch nog geld over voor elf nieuwe geledes zodat per saldo 76 standaards waren vervangen door 36 geledes. Deze B88 Volvo/Den Oudsten-bussen waren eigenlijk voor het GVU bedoeld (waar ze dan de nummers 576-586 zouden hebben gekregen) maar i.v.m. opgelegde bezuinigingen had dit bedrijf de serie afbesteld.
Het GVU nam tussen 1989 en 1992 75 B88-geledes (501-575) in dienst; ook dit bedrijf kreeg bezuinigingen opgelegd waardoor de laatste elf (die dan de nummers 576-586 zouden hebben gekregen) moesten worden afbesteld. En dus gingen ze naar het GVB dat na de afbestelling van de 436-465 nog geld over had voor elf nieuwe geledes; hierdoor konden 76 standaards door 36 geledes worden vervangen.


Omdat de Haagse gasbussen 460-462 het achteruitnummeren als 460-470 in de weg stonden werd er na zes jaar weer vooruitgenummerd na de 544.
De 545-555 (er werd weer vooruitgenummerd) werden aangepast met doorlopende voordeurruiten en kleinere matrixfilms dan de eigen CSA 3's en kwamen in de zomer van 1993 in dienst vanuit garage Noord. De 546 en de 548 begonnen echter vanuit West op lijn 15 en 227, en gedurende het eerste jaar reden de B88-en als Noordbussen op lijn 48. In 1994 verschenen ze incidenteel op de Zuidlijnen 22 (ondanks de grotere dode hoek en de smalle straten in de [[Spaarndammerbuurt]]) en 59 uit Zuid. Desondanks bleven ze twaalf jaar lang trouw vanuit Noord hun rondjes rijden op de lijnen 33, 34 en (vanaf 15 december 2002) 37.


De 545-555 leken op hun Utrechtse broers, hadden daarom een kleine filmkast (de Utrechtenaren hadden nog geen matrix) waarin echter toch een matrix werd ingebouwd met echter vrij kleine cijfers en letters vergeleken met de eigen Berkhof Volvo's.Verder hadden ze doorlopende deurruiten zoals de CSA3's .Ook werd het wagennummer voorin aangeduid met een zwart bordje met witte cijfers (gebruikelijk bij streekbussen).
De 545-555 gingen in mei 2006 buiten dienst omdat men dacht dat de 55 Jonckheer-geledes voldoende waren, maar via een pendeldienst naar de RAI begonnen ze in juni aan hun tweede ronde. Na korte tijd vanuit West op lijn 15 te hebben gereden gingen ze naar Zuid voor dienst op lijn 22, [[Buslijn 40 (Amsterdam)#Lijn 40 II|40]] en [[Buslijn 47 (Amsterdam)#Lijn 47 II|47]]; na de zomer bleven ze hier rijden als wisselwagens uit Noord. De 554 en de 555 bleven echter in West voor dienst op lijn 18 en 21 maar kwamen af en toe op bezoek in Noord.


De serie kwam in juli (552, 547, 545, 549, 554, 555, 550, 548) en augustus (546, 553) in dienst vanuit Garage Noord, alhoewel de 546 en de 548 op Westlijnen 15 en 227 begonnen.
Ondanks dat er van de concessiegever geen hogevloerbussen meer mochten worden ingezet kreeg het GVB toestemming om tot eind 2007 met de 545-555 te blijven rijden. De 550-552 bliezen al in de aanloop naar de zomerdienst de aftocht; de 550 werd oefenobject bij de brandweer in Amstelveen waarna hem hetzelfde lot trof als de 551 en de 552 (die na zijn buitendienststelling in slechte staat was opgelegd).


Gedurende het eerste jaar kwam daar ook lijn 48 bij; vanuit Noord. In 1994 verschenen ze soms op lijn 22 en 59 uit Zuid; hierbij had lijn 59 de voorkeur boven lijn 22 omdat de dode hoek bij deze wagens groter was dan de andere geledes en lijn 22 met name in de Spaarndammerbuurt door smalle straten reed en er dan gevaarlijke situaties konden ontstaan.
De 545 verhuisde naar West waar lijn 19 ingaande de winterdienst 2007-2008 nog net met B88-en mocht rijden. Van de overige exemplaren reed de 546 als laatste zijn afscheidsrit in de nachtdienst op lijn 354. Hiermee kwam er een eind aan de C4-wagenparkcijfers en de in 1981 ingevoerde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan'.


Vervolgens bleven ze twaalf jaar lang trouw vanuit Noord op lijn 33 en 34 rijden. Vanaf 15 december 2002 kwam daar ook de uit Zuid teruggekeerde lijn 37 bij.
De 545 (achterterrein; samen met de 476), 546 en de 554 (zijterrein) stonden in garage West te wachten op hun vertrek naar de opslagplaats. De rest (547-549, 553, 555) deed dat op de openluchtstalling van Zuid.


In mei 2006 gingen de 545-555 buiten dienst omdat men dacht dat de 55 Jonckheer geledes voldoende waren; maar al spoedig werden ze weer op een pendeldienst voor de RAI ingezet en gingen ze in juni naar West voor dienst op lijn 15. Lang duurde dit niet en al snel stroomden ze door naar Zuid waar ze op lijn 22, 40 en 47 kwamen te rijden. Na dit zomerverblijf keerden de 545-553 gedeeltelijk terug op het oude nest; gedeeltelijk want ze vielen onder de nieuwe samenwerkingsregeling met Zuid (tien wisselwagens verblijven in Overamstel). De 554 en de 555 bleven echter in West voor dienst op lijn 18 en 21 maar kwamen af en toe op bezoek in Noord.
Een comeback in de zomer van 2008 op [[Buslijn 59 (Amsterdam)#Lijn 59P|de metrovervangende pendelbuslijn 59P]] ging niet door omdat ze toen al waren geplukt en afgevoerd. De 546 begon een tweede leven in Varna, Bulgarije onder het nummer 9571.
 
Ingaande 2007 mochten door het GVB door de concessiegever geen hoge vloerbussen meer worden ingezet maar in afwachting van de nieuwe Citaro's kreeg men toch toestemming om tot eind 2007 met de vijftien resterende hoge vloer geledes te blijven rijden.
De 551 (14 december 2006) en de 550 (15 februari 2007) reden hun afscheidsritten op lijn 33; de 552 (1 juni) deed dat op lijn 22 en werd daarna in slechte staat opgelegd. De 550 werd 14 juni naar Brandweer in Amstelveen gebracht, maar de vele oefeningen eisten hun tol en uiteindelijk werd ie alsnog gesloopt. Voor de 551 (19 juni) en de 552 (21 november) kwam het laatste oordeel in Zaandam.
 
De 545-549 en de 553-555 bleven nog ruim een jaar in dienst: de verdeling was toen:
*Garage West: 554,555
*Garage Noord/Zuid: 545-549,553
 
In december 2007 vonden de afscheidsritten plaats; de 547 (lijn 37) en de 549 (lijn 33) vanuit Noord, de 548 en de 553 (lijn 249/22) vanuit Zuid, de 554, 545 en de 555 (lijn 21) vanuit West. De 546 mocht zich aan het eind van het jaar tot winnaar uitroepen met nachtdienst op lijn 354, en hiermee kwam er een eind aan de in 1981 ingevoerde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan' en het C4-cijfertype.
 
De 545 stond samen met de 476 op het achterterrein van Garage West te wachten op zijn vertrek naar de opslagplaats. De 546 en de 554 deden dat op het zijterrein. De 547-549, 553 en de 555 werden naar Garage Zuid gebracht om daar van de buitenlucht te genieten.
 
Het was de bedoeling dat ze in de zomer van 2008 hun comeback zouden maken op pendelbuslijn 59P (ingesteld vanwege groot onderhoud aan de metrotunnel) maar in maart besloot men om ze te plukken en af te voeren. De 545, 546 en de 554 gingen 2 juni als eerste naar Pfeifer Groenlo; de 548, 549 en de 553 kwamen de volgende dag aan de beurt, en 6 juni vertrokken ook de 547 en de 555. De 546 begon een tweede leven in Varna, Bulgarije onder het nummer 9571.


===GVU/Oostenrijk huurgeledes===
===GVU/Oostenrijk huurgeledes===
====501...575 (218-221; Volvo/Den Oudsten B88)====
====501...575 (218-221; Volvo/Den Oudsten B88)====
Eind jaren 90/begin jaren 00 kwamen de echte Utrechtenaren een paar keer naar Amsterdam voor treinvervangende pendeldiensten tussen station Sloterdijk en Centraal Station. Ook pendelden ze tijdens Sail 2000 over en weer naar het IJ. Na hun buitendienststelling in 2006 begonnen de 502, 501, 504 en de 511 een tweede leven bij touringcarbedrijf Oostenrijk. Ze werden witbeplakt en in genoemde volgorde tot 218-221 vernummerd. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer maar ook voor metrovervangende pendeldiensten op lijn 54P, zoals in juli 2007 toen de metro zonder stroom zat.
Eind jaren 90/begin jaren 00 kwamen de echte Utrechters een paar keer naar Amsterdam voor treinvervangende pendeldiensten tussen station Sloterdijk en Centraal Station. Ook pendelden ze tijdens Sail 2000 over en weer naar het IJ. Na hun buitendienststelling in 2006 begonnen de 502, 501, 504 en de 511 een tweede leven bij touringcarbedrijf Oostenrijk. Witbeplakt en al werden ze in genoemde volgorde tot 218-221 vernummerd. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer maar ook voor metrovervangende pendeldiensten op lijn 54P, zoals in juli 2007 toen de metro zonder stroom zat.


==Toerbussen van andere bedrijven==
==Shuttlebussen==
===Vermaat bussen===
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van Centraal Nederland|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
====5219, 5234, 5237-5242, 5275====
In 1988 huurde het GVB acht bussen van Vermaat in [[Hellevoetsluis]]; de 234, 237-242 en de 275 werden in de 5200-serie genummerd en deden dienst op lijn 41, 42 en 44. Inzet op lijn 40, zoals gepland, was niet mogelijk daar de tourbussen te hoog
waren voor het viaduct van de koelwatering nabij de Basisweg en er een bus was komen vast te zitten.
Ze werden voorzien van een betaaltafel en lijnaanduiding geschiede door middel van plakkaten op de voor en achterruit.
Bij een defect of onderhoud kwam tijdelijk de 219 enkele malen over als vervanging vanuit Hellevoetsluis.


====5043====
===Bova-bussen===
In 1989 huurde het GVB Meering bus 43. Hij kreeg bij het GVB het nummer 5043.
 
==Shuttlebussen van andere bedrijven==
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van Centraal Nederland|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
===CN bussen===
====5214, 5217 (DAF/Bova FVD 12200 Futura)====
====5214, 5217 (DAF/Bova FVD 12200 Futura)====
In het kader van het Duizend Bussenplan lanceerden GVB en CN de Shuttlebus naar Amsterdam-Zuidoost; speciaal hiervoor nam CN 26 DAF/Bova-wagens uit 1980-1982 over van de OAD en liet deze verbouwen bij genoemde carrosseriebouwer en in Garage Zeist; ze kregen een grijs luxe interieur met verstelbare vliegtuigstoelen, een koffiebar, garderobe achter de bestuurder en een niet-rookgedeelte achterin. Ook werden ze donkergrijs geschilderd en in willekeurige volgorde tot 200-225 vernummerd.
In het kader van het Duizend Bussenplan lanceerden GVB en CN de Shuttlebus naar Amsterdam-Zuidoost; deze werd uitgevoerd met 26 DAF/Bova-wagens uit 1980-1982 die CN van de OAD had overgenomen en bij genoemde carrosseriebouwer in willekeurige volgorde liet transformeren tot de luxe donkergrijze 200-225 (verstelbare vliegtuigstoelen, een koffiebar, garderobe achter de bestuurder en een niet-rookgedeelte achterin).


Bij de opening van lijn 264 (Station Bijlmer-Alphen aan de Rijn) op 6 april 1988 reed Minister Smit-Kroes van Verkeer en Waterstaat met een Shuttlebus door de wasstraat. Het GVB had echter nog geen eigen materieel en huurde de 214 en de 217 (ex-OAD 176 en 179); officieel werden ze tot 021 en 022 genummerd (waarschijnlijk afgeleid van 5021 en 5022) maar uiteindelijk koos men voor 5214 en 5217. 11 april maakten ze hun GVB-debuut op lijn 280 naar Bos en Lommerplein.
Bij de opening van lijn 264 (Station Bijlmer-Alphen aan de Rijn) op 6 april 1988 reed Minister Smit-Kroes van Verkeer en Waterstaat met een Shuttlebus door de wasstraat. Het GVB had echter nog geen eigen materieel en huurde de 214 en de 217 (ex-OAD 176 en 179) die vanaf 11 april op lijn 280 naar [[Bos en Lommerplein]] gingen rijden, en ingaande de winterdienst op [[Almere]]lijn 281; via 021 en 022 werden ze tot 5214 en 5217 genummerd.


Het onderhoud vond plaats bij CN waardoor er vijf wisselwagens aanwezig waren; de afwezigheid van de (5)214 werd achtereen volgens opgevuld door de (5)218 (ex-OAD 187; 21 april), (5)215 (ex-OAD 177; 27/28 april) en de (5)209 (ex-OAD 160).
Het onderhoud vond plaats bij CN waardoor er een aantal wisselwagens aanwezig waren; (5)209 (ex-OAD 160), (5)211 (ex-OAD 164), (5)215 (ex-OAD 177) en (5)218 (ex-OAD 187). Een van de (5)210-ers werd 6 mei van de weg gehaald omdat de benodigde papieren en de keuringssticker ontbraken; CN werd toen op het matje geroepen. De (5)211 had in november en december 1988 twee invalbeurten voor zowel de 5214 als de 5217.


Op 6 mei werd de 521? van de weg gehaald omdat ie geen keuringssticker had en ook de benodigde papieren ontbraken; CN werd toen op het matje geroepen.
Twee jaar later was het de (5)232 (ex-Lanting 24) die werd overgehaald toen de 5217 defect raakte.


Tussen 3 en 7 november 1988 verving de (5)211 (ex-OAD 164) zowel de 5214 als de 5217; tussen 5 en 13 december ging ie op herhaling. Ondertussen werd Almerelijn 281 in het leven geroepen.
Door de komst van de Volvo/Berkhof-wagens 023-032 werden de 5214 en de 5217 van hun luxueuze trekjes ontdaan en tot spitsdiensten gedegradeerd; 22 maart 1991 reden ze hun afscheidsritten op lijn 280. Na terugkeer bij CN bleven ze nog een jaar in dienst waarna de gehele serie werd afgevoerd.


Tussen 4 september en 18 oktober 1990 viel de (5)232 (ex-Lanting 24) in voor de defect geraakte 5217.
===Excellencebussen===
====033-036 (Volvo/Berkhof Excellence)====
Ook de NZH deed mee aan het Shuttlebus-project, maar dan met Volvo's van het Excellence-model dat eveneens een luxe interieur had met dichte achterzijde, vliegtuigstoelen, garderobe (achter de bestuurderscabine) en een koffiebar; alleen de staanplaatsen ontbraken. In afwachting van de eigen Shuttles 023-032 huurde het GVB in september 1990 de 286, 283, 285 en de 284; in genoemde volgorde kregen ze de nummers 033-036 (officieel 596-599) als zwarte cijfers op witte stickers. Waarschijnlijk is die extra 0 ontstaan omdat de computer geen een- of tweecijferige getallen kan verwerken, en ook om dubbeltellingen met metro's, sneltrams en IJveren te voorkomen. De 033-036 reden vanaf 17 september tien weken lang op de Schiphollijnen; de 036 was op 19 november 1990 (lijn 246) het langst in dienst.


Door de komst van de Volvo/Berkhof-wagens 023-032 werden de 5214 en de 5217 van hun luxeuze trekjes ontdaan en gedegradeerd tot spitsdiensten; 22 maart 1991 reden ze hun afschridsritten op lijn 280. Vier dagen later gingen ze terug naar CN om in 1992 te worden afgevoerd.
====023-032 (Volvo/Berkhof Excellence)====
[[Bestand:GVB 024 VJ-48-VB Stichting BRAM.jpg|{{largethumb}}|De GVB 024 als museumbus van [[Amsterdamse museumbussen|stichting BRAM]].]]


===NZH bussen===
De eigen Excellences (met filmrollen en driedelige lijnfilms in plaats van de nu gebruikelijke matrixborden) waren speciaal voor de Schiphol- en directlijnen aangeschaft; de 023-026 (achteruitnummering) kwamen in november 1990 in dienst.
====033-036 (Volvo/Berkhof)====
In afwachting van de eigen Shuttles 023-032 huurde het GVB vanaf 14 september 1990 de NZH-wagens 286, 283, 285 en 284; officieel kregen ze de nummers 596-599 maar uiteindelijk werden ze in genoemde volgorde tot 033-036 vernummerd (voorzien van witte stickers met zwarte cijfers). De 035 en de 036 begonnen 17 september op lijn 221 en 246, de 033 en de 034 begonnen allebei op lijn 247.


In november 1990 kwamen de 023-032 en was het alweer voorbij voor de huurlingen. De 033 (lijn 222), 035 (lijn 246) en de 034 (lijn 247) reden 15 november hun afscheidsritten en gingen meteen terug naar de NZH. De 036 (lijn 246) bleef tot 19 november bij het GVB.
De 028 en de 029 verloren in juni 1991 hun koffiebar en de 032 reed 27 februari 1992 als koopavondextra op [[Buslijn 38 (Amsterdam)|lijn 38]].


===NZH bussen===
De 028 begon op 9 november 1990 met groepsvervoer; de 024 en de 027 kwamen 16 november in dienst op lijn 221, de 023 op lijn 247. De 025 debuteerde 19 november op lijn 246, net als de 026 op 22 november; de 029 begon toen op lijn 245, de 030 deed dat de 27e. Ten slotte kwamen de 032 en de 031 3 en 4 november 1990 in dienst op lijn 246. De 037-030 werden in 1993-1994 grijs-blauw geschilderd.
====596-599 (DAF/Den Oudsten)====
In 1990 huurde het GVB de hybride volfrontsemitoers 6620, 6619, 6621 en 6622 die in deze volgorde tot 596-599 werden vernummerd; tien weken lang deden ze dienst op de Schiphollijnen. Terug bij hun eigen bedrijf werden ze bij NZH Travel ondergebracht en tot 619-622 vernummerd.


==Shuttlebussen==
In [[Enhabo]]-stijl werd de rest vanaf 1998 regelmatig door TTS-gehuurd voor GVB-diensten met eigen chauffeurs. De 023-026, 031 en de 032 werden in het nieuwe kleurenschema wit-blauw geschilderd en klusten bij in opdracht van Flevo Ferries. Ze werden op 13 februari 2001 eigendom van TTS maar bleven nog bij het GVB. De 023-026, 028 en de 029 reden in mei hun afscheidsritten; de 027 en de 030-032 waren tot september in dienst en begonnen een tweede leven in [[Viljandi]], [[Estland]] bij het bedrijf Mulgi Reisid.
====023-032 (Volvo/Berkhof)====
Speciaal voor de Schiphol- en directlijnen schafte het GVB in 1990 een serie van tien Volvo/Berkhof Excellences aan. Ze waren donkergrijs en hadden een luxe interieur met vliegtuigstoelen, garderobe (achter de bestuurderscabine) en een koffiebar. De achterzijde was dicht, er waren geen staanplaatsen en in tegenstelling tot de CSA3's hadden ze de oude vertrouwde filmrollen en een driedelige lijnfilmkast zoals de streekbussen.


Net als met de geledes werd ook hier de achteruitnummering toegepast, en wel voor de NZH-huurbussen 033-036. Waarschijnlijk is die extra 0 ontstaan omdat de computer van het GVB geen een- of tweecijferige getallen kan verwerken, en ook om dubbeltellingen met metro's, sneltrams, ponten en IJveren te voorkomen.
De 023-026, 028 en de 029 werden in 2003/2004 teruggeleend voor spits- en Shuttlediensten. Nadat ze overbodig werden door de komst van nieuw materieel begon de 024 een derde leven bij Milot Reizen onder het nummer 62 en kwam, met behoud van zijn GVB-films, bij het GVU terecht. Vernummerd tot 419 ging hij vanaf 2009 voor het project Museum voor de Klas rijden met lichtblauwe totaalreclame. Nadat de 419 in juni 2012 afscheid nam bij het GVU werd de bus overgenomen door [[Amsterdamse museumbussen|stichting BRAM]] die hem te zijner tijd weer terug zal veranderen in de grijze Shuttle 024.


De 028 begon op 9 november 1990 met groepsvervoer; de 024 en de 027 kwamen 16 november in dienst op lijn 221, de 023 op lijn 247. De 025 debuteerde 19 november op lijn 246, net als de 026 op 22 november; de 029 begon toen op lijn 245, de 030 deed dat de 27e. Tenslotte kwamen de 032 en de 031 3 en 4 november 1990 in dienst op lijn 246.
Een van de eerste HOV-projecten is hiermee voor het museum behouden.


In juni 1991 verloren de 028 en de 029 hun koffiebar.
==Toerbussen van andere bedrijven==
===Vermaatbussen===
====5219, 5234, 5237-5242, 5275====
In 1988 huurde het GVB acht bussen van Vermaat in [[Hellevoetsluis]]; de 234, 237-242 en de 275 (genummerd in de 5200-serie) werden voorzien van een betaaltafel en lijnnummerplakkaten op de voor- en achterruit. Ze deden dienst op lijn 41, 42 en 44; op lijn 40 werden de toerbussen niet ingezet omdat ze te hoog waren voor het viaduct van de koelwatering nabij de Basisweg en er een bus vast kwam te zitten.


Op 27 februari 1992 reed de 032 als koopavondextra op lijn 38.
De (5)219 kwam enkele malen over vanuit Hellevoetsluis als invaller bij defect of wisselwagen bij onderhoud.


Op 17 juni 1993 werd de 029 als eerste grijs-blauw geschilderd; de 030 volgde 29 juni en de 027 op 16 oktober. De 028 kwam 2 januari 1994 aan de beurt.
====5043====
 
In 1989 huurde het GVB bus 43 van Meering die in de 5000-serie werd genummerd.
Vanaf 1998 werden de Shuttles regelmatig door TTS-gehuurd voor GVB-diensten met eigen chauffeurs.
 
Toen de Jonckheeren zich een meerderheidspositie verwierven werden de 023-026, 031 en de 032 wit-blauw geschilderd. Bijklussen deden ze in opdracht van Flevo Ferries.
 
Op 13 februari 2001 werden de 023-026, 028 en de 029 eigendom van TTS maar bleven voorlopig nog bij het GVB; de 024 en de 029 reden 17 en 18 mei hun afscheidsritten op lijn 220, de 023, 028 (22 mei), 025 en de 026 (23 mei) op lijn 581. 11 juni gingen ze dan echt naar TTS.
 
Bleven de 027 en de 030-032 over; nadat de 030 6 september afscheid nam op lijn 220 waren de 032 (lijn 220), 031 (lijn 280) en de 027 (lijn 282) tot 14 september in dienst.


De 027 en de 030 werden op 26 oktober 2001 naar Bus & Coach Trade Geldrop gebracht; de 031 en de 032 kwamen 9 november aan de beurt. Allemaal begonnen ze een tweede leven in Viljandi, Estland, alwaar ze in dienst kwamen van Mulgi Reisid.
==Overige Berkhofbussen==
 
In 2003/2004 werden de 023-026, 028 en de 029 teruggeleend voor spits- en Shuttlediensten. Nadat ze overbodig werden door de komst van nieuw materieel begon de 024 een derde leven bij Milot Reizen alwaar hij onder het nummer 62 werd herenigd met de 420-ers. Daarna werd de 024 eigendom van GVU; vernummerd tot 419 en nog steeds in bezit van z'n GVB-films. Hier kreeg de wagen in 2009 een lichtblauwe totaalreclame voor het project Museum voor de Klas waar deze bus voor ging rijden. In juni 2012 reed de 419 voor het laatst bij het GVU. Stichting BRAM kon de bus overnemen en zal hem t.z.t. weer als GVB 024 in de grijze Shuttle kleuren brengen. Een van de eerste HOV projecten is hiermee voor het museum behouden.
 
==Blauw-grijze Berkhofbussen==
===Aardgasbussen===
===Aardgasbussen===
====001-003 (MAN/Berkhof ST2000NLF)====
====001-003 (MAN/Berkhof ST2000NLF)====
Met de jaren 90 brak er een periode van destandaardisatie aan; veel bedrijven gingen op zoek naar een eigen identiteit, en naast de invoer van een nieuw kleurenschema werd (met wisselend succes) het ene bustype na het andere uitgeprobeerd.
In 1990, toen de CSA3 nog volop in productie was, ontwierp Berkhof de ST2000NLF; een lagevloerbus met in de voorruit geïntegreerde filmkast, klapdeuren (in plaats van zwenkdeuren) en een verhoogd achtergedeelte. Het GVB wilde na de komst van de Hagenezen 460-462 meer proeven met aardgas en lpg doen, en bestelde zes proefbussen.


Toen de CSA3 nog volop in productie was ontwierp Berkhof de ST2000NLF, een lagevloerbus met in de voorruit geïntegreerde filmkast, klapdeuren (in plaats van zwenkdeuren) en een verhoogd achtergedeelte; dit type kwam bij onder andere Stadsbus Maastricht (Volvo's) in dienst en ook GVB toonde belangstelling, vooral omdat het na de komst van de Hagenezen 460-462 meer proeven met aardgas en LPG wilde doen.
De 001-003 waren aardgasbussen met bult bovenop; ze werden 31 oktober 1993 gepresenteerd tijdens een pendeldienst op lijn 28P naar de Y-markt; de 001 droeg de opschriften 'Stil', 'Schoon', 'Laag'. Na testritten op lijn 64 en 68 kwamen ze 28 februari 1994 officieel in dienst; eerst op lijn 28 en daarna ook op andere Westlijnen, inclusief de op 5 juni overgehevelde lijnen 36 (ex-Noord) en 63 (ex-Zuid).


En dus werden er zes bussen besteld (drie aardgas, drie LPG) die vanaf 001 werden genummerd. De 001, als aardgasbus herkenbaar aan de bult bovenop, werd 31 oktober 1993 gepresenteerd tijdens een pendeldienst op lijn 28P naar de Y-markt en was voorzien van de opschriften 'Stil', 'Schoon', 'Laag'. De 001-003 werden tijdens proefritten op lijn 64 en 68 gefilmd voor een item in het televisieprogramma ''[[Blik op de weg|Blik op de Weg]]'', uitgezonden op 22 november.
De 001 van lijn 23 figureerde eind 1994/begin 1995 op de achtergrond in een aflevering van de televisieserie ''[[Vrouwenvleugel]]''.


28 februari (001, 002) en 1 maart 1994 (003) kwamen ze dan officieel in dienst op lijn 28; al snel werd er uitgebreid naar andere Westlijnen, inclusief de op 5 juni overgehevelde lijnen 36 (ex-Noord) en 63 (ex-Zuid). Eind 1994/begin 1995 figureerde de 001 tijdens dienst op lijn 23 bij Haarlemmermeerstation in een aflevering van de televisieserie ''[[Vrouwenvleugel]]''.
De ST2000NLF werd niet de beoogde opvolger van de CSA3 en door de komst van de Jonckheeren in 1998 werden de 001-003 al snel overbodig. De 002 werd in november 1999 uitgevlagd, de 001 en de 003 reden in februari 2000 hun afscheidsritten op lijn 23 en 44. Ze gingen meteen buiten dienst maar door een materieeltekort (GVB zette geledes in als treinvervangende pendelbussen op de [[Schiphollijn]]) maakten ze 24 maart een eenmalige comeback op lijn 44 (003), 64 (001) en 314 (002). De 001-003 stonden tot 18 april op reserve en vertrokken in september naar Hongarije.


De ST2000NLF werd niet de beoogde opvolger van de CSA3 en door de komst van de Jonckheeren in 1998 werden de 001-003 al snel overbodig. De 002 werd in november 1999 uitgevlagd, de 001 en de 003 reden 3 en 8 februari 2000 hun afscheidsritten op lijn 23 en 44. Ze gingen meteen buiten dienst maar door een materieeltekort (GVB zette geledes in als treinvervangende pendelbussen op de Schiphollijn) keerden ze 24 maart nog een keer terug op lijn 44 (003), 64 (001) en 314 (002). Tot 18 april stonden de 001-003 nog op reserve waarna ze op 5 september naar Hongarije vertrokken voor een hereniging met de 004-006.
===Lpg-bussen===
 
===LPG bussen===
====004-006 (MAN/Berkhof ST2000NLF)====
====004-006 (MAN/Berkhof ST2000NLF)====
De 004-006 hadden als LPG bussen twee tubevormige tanks op het dak en werden in Garage Noord geplaatst. Tussen 24 februari (006), 11 maart (004) en 14 maart 1994 (005) kwamen ze in dienst op lijn 38; daarna verschenen ze ook op lijn 32, 34, 35 (ingaande de winterdienst 1994/1995) 37 en 245. Vanaf 1998 reden de 004-006 hoofdzakelijk op SWAB-lijn 581 tussen [[Station Amsterdam Bijlmer ArenA|station Bijlmer]] en Haarlem totdat ze door de komst van de Jonckheeren overbodig werden. Ze verhuisden naar West waar ze tot mei 1999 dienst deden als lesbus. 8 juli werden ze naar Mobil in [[Debrecen]], [[Hongarije]] gebracht om uiteindelijk in dienst te treden van stadsvervoerbedrijf SZKT in Sziget alwaar ze na verloop van tijd legergroen werden geschilderd. De 005 verdween in 2007 onder de sloophamer; op [[YouTube|Youtube]] wordt hem de laatste eer bewezen.
De 004-006 waren lpg-bussen met twee tubevormige tanks op het dak; ze kwamen in februari-maart 1994 in dienst op lijn 38 en verschenen daarna ook op lijn 32, 34, 35, 37 en 245. Vanaf 1998 reden de 004-006 hoofdzakelijk op SWAB-lijn 581 tussen [[Station Amsterdam Bijlmer ArenA|station Bijlmer]] en Haarlem totdat ze door de komst van de Jonckheeren overbodig werden. De 004-006 verhuisden naar West waar ze tot mei 1999 dienst deden als lesbus. In juli werden ze naar Mobil in [[Debrecen]], [[Hongarije]] gebracht om uiteindelijk in dienst te treden van stadsvervoerbedrijf SZKT in [[Sziget]] alwaar ze na verloop van tijd legergroen werden geschilderd. De 005 verdween in 2007 onder de sloophamer; op [[YouTube|Youtube]] wordt hem de laatste eer bewezen.


===Wit-gele NZH huurbus===
===NZH huurbus===
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
{{Zie hoofdartikel|Busmaterieel van NZH (1931-1947)|Busmaterieel van NZH (1947-1967)|Busmaterieel van NZH (1967-1987)|Busmaterieel van NZH (1987-1999)}}
====007 (Dennis Lance/Berkhof ST2000NLE)====
====007 (Dennis Lance/Berkhof ST2000NLE)====
Ook de NZH experimenteerde met de ST2000NLF, en de 10-metervariant ST2000NLE waarvan vier bussen (6377-6380) werden aangeschaft. Het GVB huurde er een die tot 007 werd genummerd en vanaf 9 december 1996 voor een paar maanden op lijn 64 reed; voorzien van opgeplakt lijnnummer en bestemming op blauwe ondergrond. Als NZH-bus ging hij in 1999 mee naar Connexxion om er een paar jaar later door overbodigheid te worden afgevoerd.
Ook de NZH experimenteerde met de ST2000NLF en de 10-metervariant ST2000NLE, waarvan vier bussen (6377-6380) werden aangeschaft. Het GVB huurde er een die vanaf 9 december 1996 voor een paar maanden op lijn 64 reed; onder het nummer 007 en met blauwe lijn- en bestemmingsplakkaten. De NZH-bus ging in 1999 mee naar Connexxion om er een paar jaar later door overbodigheid te worden afgevoerd.


==Speciale bussen==
==Speciale bussen==
===Tuinbussen===
===Tuinbussen===
In de jaren '80 en '90 werd door het GVB een 2 tal ''tuinbusjes'' gereden die van 1 april tot en met 31 oktober reden. Eén vanaf het eindpunt van lijn 21 in [[Geuzenveld (tuinstad)|Geuzenveld]] naar de tuincomplexen [[Tigeno]] en (nieuw) [[Bijenpark]] in de [[Eendracht (Amsterdam)|Eendrachtspolder]] en één van het metrostation Gaasperplas naar de volkstuincomplexen Carolus Linnaeus en Frankendael in [[Driemond]]. Ook was de telefoonbus in Sloterdijk beschikbaar als tuinbus naar Volkstuinpark De Bretten.
In de jaren 80 en 90 werd door het GVB een 2 tal ''tuinbusjes'' gereden die van 1 april tot en met 31 oktober reden. Eén vanaf het eindpunt van lijn 21 in [[Geuzenveld (tuinstad)|Geuzenveld]] naar de tuincomplexen Tigeno en (nieuw) [[Bijenpark]] in de [[Eendracht (Amsterdam)|Eendrachtspolder]] en één van het metrostation Gaasperplas naar de volkstuincomplexen Carolus Linnaeus en Frankendael in [[Driemond]]. Ook was de telefoonbus in Sloterdijk beschikbaar als tuinbus naar Volkstuinpark De Bretten.


Het GVB leverde hiervoor 2 Volkswagenbusjes uit het bedrijfswagenpark en verzorgde het onderhoud en betaalde de brandstof. De volkstuinen leverde de chauffeurs.
Het GVB leverde hiervoor 2 Volkswagenbusjes uit het bedrijfswagenpark en verzorgde het onderhoud en betaalde de brandstof. De volkstuinen leverde de chauffeurs.
Regel 1.075: Regel 753:


==Bronnen==
==Bronnen==
*Voormalig maandblad het Openbaar vervoer (1982-1998)
* Voormalig maandblad het Openbaar vervoer (1982-1998)
*Weekblad d'Amsterdamse tram (1982-1998)
* Weekblad d'Amsterdamse tram (1982-1998)


==Externe link==
==Externe links==
* [http://www.gvb.nl/ Website van GVB]
* [http://www.gvb.nl/ Website van GVB]
* [http://beeldbank.amsterdam.nl/beeldbank/indeling/grid?q_searchfield=autobus+amsterdam Amsterdamse bussen op de Beeldbank Amsterdam]


{{Commons|Bus}}
{{Appendix}}
{{Commonscat|Buses in Amsterdam|Bussen in Amsterdam}}
{{Navigatie busmaterieel Amsterdam}}
{{Navigatie busmaterieel Amsterdam}}


{{DEFAULTSORT:Amsterdams Busmaterieel}}
[[Categorie:Amsterdamse bus]]
[[Categorie:Amsterdamse bus]]
<!--Belachelijk lang artikel vol NE trivia met zinnen als ''De 291 en de 292 gingen op 1 oktober naar Den Haag om de opening van tramlijn 2 bij te wonen'', ''Hoewel het prettig rijden was en het interieur er ook goed uitzag werd de 592 als passagiersonvriendelijk ervaren, vooral door het hoogteverschil bij de bankjes'' (puur POV) en ''De 292 stond tijdens Sail 1985 (1-5 augustus) op de Piet Heinkade als radiowagen voor uitzendingen van de Ziekenomroep''. Er staan zelfs hoofdartikelverwijzingen in het artikel, dus dit is niet eens alle informatie. Met welk doel zou iemand op zo´n artikel terechtkomen, en zal hij de gezochte informatie kunnen vinden? Artikel dient flink ingekort te worden en moet encyclopedisch relevant worden. Dat is het in deze vorm niet. Dit is een hobby van een select aantal gebruikers, te vergelijken met ''De oudste mens''-kolder.| -->

Versie van 27 feb 2015 22:42

Dit artikel gaat over het Amsterdams busmaterieel in de periode 1982-1998. Nummers tussen haakjes wil zeggen dat bussen zijn vernummerd of afbesteld.

CSA 2-standaardbussen

Proefbus

201 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Als opvolger van de wijnrode CSA 1-standaardbus werd de tomaatrode CSA 2 ontwikkeld. Hainje bouwde in 1982 een proefbus op het chassis van de voor RET bedoelde 925 (welk nummer gebruikt werd voor de 928) die nog het interieur van de CSA 1 had maar al wel met de harde Soweto-bankjes achterin was ingericht.

De 201 werd gepresenteerd tijdens Autobus RAI (1-13 februari 1982) en ging van 13 april tot 13 juli op tournee langs de standaardsteden; 26 april kwam hij naar Amsterdam. De 201 reed bijna een week lang vanuit de garages West, Zuid/Oost en Noord; 7 mei kwam hij terug om bij te tanken voor zijn bezoekjes aan Den Haag, Groningen, Nijmegen, Maastricht, Breda en Dordrecht.

Na afloop van de tournee werd de 201 vernummerd tot 139; in de jaren 90 werd hij ingezet voor personeelsvervoer tijdens uitstapjes van de RET Hengelsportvereniging.

In 2003 begon de 201 een derde carrière als mobiele natuurreservaat tussen Rotterdam Centraal en Biënnale; daarna werd hij verkocht aan een particulier en verbleef hij een tijdje in de haven van het eens door tweedeurs Mercedes/Hainje-standaards gedomineerde Dordrecht. Vervolgens werd de zwaargehavende (!) 201 opnieuw in de verkoop gezet.

Eigen bussen

253-257, 258-344 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Vanaf 1983 werden de CSA2's geleverd aan de standaardsteden. Tot 1987 nam het GVB twee series van in totaal 122 exemplaren in dienst.

De 253-257 eigenlijk bedoeld als onderdeel van de CSA 1-serie 210-252, maar uiteindelijk besloot men om deze als CSA2-proefbussen te bouwen.

In mei 1983 werden ze afgeleverd; met uitzondering van de 254 (stond nog bij DAF voor proefnemingen) begonnen ze als lesextra's vanuit Noord (253, 255), West (256) en Zuid (257). De 256 was daarbij de enige CSA 2 die op integratielijn 67 reed; deze werd met ingang van de zomerdienst volledig uitgevoerd door Centraal Nederland.

Naar goed gebruik kwamen ze officieel in dienst vanuit West op lijn 15, 18 en 21.

De 253 onderbrak daarvoor een tournee die 3 juni van start was gegaan; met behoud van eigen films reed hij bij BBA Tilburg (proefritten en dienst op lijn 7), GVU in Utrecht (als 1253 vanwege de tien jaar oude 253; o.a. op lijn 2) en twee weken bij de RET in Rotterdam (vanuit garage Noord op 30, lijn 32, 35 en 38, en vanuit garage Zuid op lijn 52, 76, 77 en 78).

De instroom van de overige exemplaren (258-344) verliep moeizaam vanwege problemen met de ZF-versnellingsbak en zou pas in het najaar eindelijk op gang komen. De 281 stond 27 augustus op de IAS (Internationale Autobus Show) met zijn nachtkooi die ook bij de 282, 283, 285 en de 286 werd aangebracht.

Diverse exemplaren introduceerden blauwe lijn- en richtingfilms waarbij het groen van de integratiebestemmingen kwam te vervallen. Tot begin jaren 90 werden deze ook bij de rest aangebracht plus het merendeel van de CSA 1's 170-209/210-252.

De 291 en de 292 gingen op 1 oktober naar Den Haag om de opening van tramlijn 2 bij te wonen.

Vanwege een onvolkomenheid in de motoropstelling stonden de 259-262, 265, 267, 275, 288, 289, 293 en de 294 in garage Oost als opslagbussen, maar op 17 oktober werden ze ongekeurd en wel op lijn 8 ingezet omdat de Zuidbussen hun garage niet konden verlaten vanwege de CN-staking.

Bij de herhaling op 4 november verschenen ze ook op lijn 56, 59, 60, 61 en 62; lijn 8 reed de volgende dag met de Westbussen 263 en 269 die verder stonden te wachten om aan proeven met andere bankjes (onder andere die van de sneltram Utrecht-Nieuwegein) te worden onderworpen.

De 301 volgde het voorbeeld van zijn 17 jaar oude nummergenoot door 1 januari 1984 (in plaats van de voor 31 december 1983 geplande wissel) op lijn 21 te beginnen. Bij de eerste ritten van de overige bussen was een grote rol weggelegd voor lijn 23.

De 309 en de 310 waren hun tijd ver vooruit; de 309 had een een ingebouwde routekaart waarbij de haltes met een lampje werden aangegeven, en bovenin hing een dwarsbalk met digitale afroep. In 2001 werden de Combino-trams hiermee uitgerust. De 310 had tot het eind van het jaar achterop de bestuurderscabine een beeldscherm dat reclamefilmpjes en de haltenamen weergaf. Beide wagens werden alleen op lijn 15, 18, 19, 21, 23 en 26 ingezet.

De 340 verbleef van 19 tot 23 maart in Den Haag voor proefritten.

De 344 was een semi-tourbus met smalle instap en luxe interieur; hij had geen middendeur en filmkast. 10 mei debuteerde hij met groepsvervoer.

De 277-280, 295-305 (waarvan de 295-300 in Zuid) en de 326-335 (waarvan de 326-331 in Noord) werden telbussen.

De 260-263 werden tot snellopers (90 km/h) verbouwd om vanaf 4 juni spitsdiensten te rijden op de VAD-lijnen 150 en 152 van Amstelstation naar Almere. VAD wilde geen nieuw materieel en personeel inzetten vanwege de komst van de Flevolijn en deed naast GVB ook een beroep op CN; de eigen bussen werden gereden door NS-machinisten.

's Nachts stonden ze in de VAD-garage in Almere en overdag in Zuid waar het onderhoud plaatsvond. Van daaruit werden drie wagens op de eigen lijnen ingezet en stond er een op wacht.

Ook de 266-269 werden in juni-juli tot snelloper verbouwd met dubbele bankjes aan de blinde zijde (de 260-263 en de 266 kregen deze later).

Op 21 juni werden de ochtendspitsdiensten uitgebreid met versterkingsritten op lijn 15 (vanaf 18 november 1985 lijn 8) naar Haarlemmermeerstation en kwam een wagen vanuit garage Oost te rijden. Drie maanden later werd het aantal diensten uitgebreid naar zeven.

De 310 en de 311 gingen op 24 juni naar Den Haag voor het 60-jarig jubileum van HTM Bus; dit werd gevierd tijdens een open dag.

De 284 en de 285 werden eind juni/begin juli afzonderlijk aan Schiphol verhuurd voor platform- en pendeldienst naar parkeerterrein P3. Daarna werden ze achtereenvolgens afgelost door de 255 en de 341-343 (dit vanwege de verbouwing van twee pieren).

Eind 1984/begin 1985 werden de stempelautomaten verwijderd vanwege het gesloten instap-regime.

In mei 1985 werd de 269 (laatste VAD-dienst; 17 april) toerbus in West en kregen de 338-343 een nachtkooi met inklapbaar afsluitschot. De zes nachtbussen werden verdeeld tussen Zuid (338, 339), Noord (340, 341) en West (342, 343). Aan het eind van het jaar kregen ook de 253-259 (inmiddels Zuidbussen), 275, 276, 306-325, 336 en de 337 een nachtkooi waardoor nu 39 exemplaren beschermd waren tegen geweld in de kleine uurtjes.

De 292 stond tijdens Sail 1985 (1-5 augustus) op de Piet Heinkade als radiowagen voor uitzendingen van de Ziekenomroep.

Door een materieeltekort kwam de 344 tussen september en december 1985 in de passagiersdienst terecht; hij verscheen op lijn 21 als wachtwagen en reed spitsdiensten op lijn 19, 40, 42 en 43.

Op 1 januari 1986 werd de samenwerking met VAD beëindigd en keerden de 260-268 terug naar West; ingaande de zomerdienst werden de 260-268 (waarvan de 260 verbouwd tot lesbus) vaste wagens op lijn 48 van Sloterdijk naar station Bijlmer (later ingekort tot Drentestraat / station Zuid).

Ook de 270-284 wedren tot snelloper verbouwd (waarvan de 270, 272-276 later dubbele bankjes kregen), maar dan voor dienst op lijn 64 (CN/GVB in samenwerking met Enhabo) van Amstelveen naar Zaandam via Sloterdijk. Drie GVB-diensten werden vanuit Zaandam door Enhabo-chauffeurs gereden met de wisselwagens 270-274.

Ondertussen ging de 294 naar Zuid als vervanger van de Noordwaarts getrokken 300, en was de 344 voorzien van een toerinterieur en lijn-/richtingfilmkast.

In verband met de kandidaatstelling van Amsterdam voor de Olympische Spelen van 1992 werd de 292 in juni blauw met Olympische ringen beschilderd en tot 1992 vernummerd. Tram 795, de enige blokkendoos met korte deurruiten kreeg hetzelfde jasje; 10 juli werden ze op de Dam gepresenteerd waarna de 1992 meteen op lijn 18 verscheen.

Nadat de Spelen op 17 oktober aan Barcelona werden toegewezen (in plaats van Amsterdam) verloren bus en tram hun Olympische ringen maar behielden ze hun blauwe kleur. De 1992 werd themabus van het nieuwe winkelcentrum de Amsterdamse Poort en ging dienst doen vanuit garage Zuid. Vanaf 24 november 1986 reed hij als vaste wagen op lijn 63 die langs alle winkelcentra in het hoogbouwgedeelte van de Bijlmer reed. 9 maart 1987 kreeg de bus weer officieel zijn oude nummer (292) en werden de reclame-opschriften gewijzigd tot 'AMSTERDAM'.

Ondertussen kreeg de 341 een Voith-versnellingsbak en werden de 275 en de 276 als nachtbussen afgelost door de 261-264, 285-291 en de 294.

In het kader van 'Amsterdam Culturele Hoofdstad van 1987' werd de 275 in mei tot regenboogkleurige kunstbus beschilderd. Een maand later volgde de onthulling waarna de 275 voor twee dagen naar Brussel ging in verband met het 30-jarig jubileum van het Verdrag van Rome; hij reed er op stadslijn 67 van de MIVB en behield zijn beschildering tot begin 1988.

De 264 van lijn 64 werd op 28 oktober 1987 bij de Thorbeckeweg in Zaandam letterlijk een kopje kleiner gemaakt door een busje dat de vrije busbaan overstak; ook hield hij er chassisschade aan over. De 264 dreigde als eerste CSA2 te worden gesloopt, maar werd uiteindelijk toch heropgebouwd. Ook de 278, 279 en de 299 (dakscheuren) werden hersteld van zware schade; de 278 kreeg daarbij een lichtkrant achterop de bestuuderscabine die in 1988-1989 ook bij de 260, 277, 281, 282, 303 en de 305 werd aangebracht. De 285 verving de 279 als snelloper.

Naar het voorbeeld van KAV-themabus 49 werd de 304 in oktober in de kleuren van Bo-Mij/Bo-Rent beschilderd.

De 278 werd op 11 november ingezet om de genodigden van een besloten bijeenkomst in de Zeemansclub te vervoeren. Hij werd ter plekke gestolen en later teruggevonden in Beverwijk. De 260 verloor in maart 1989 zijn dubbele bankjes, en ook de 278 werd snelloper-af.

De 309 werd na schadeherstel bij Hainje in revisie genomen en in het nieuwe kleurenschema grijs-blauw-met-rode-deuren geschilderd. 11 november kwam de vernieuwde 309 in dienst op lijn 18. De 301 en de 302 gingen vanaf december 1989 als volgende in de revisie die ruim een half jaar duurde waarbij de nooddeur (te roestig) door een plastic hamertje werd vervangen zoals de 345-374; alleen de 309 zou daarmee blijven rijden. Gedurende 1990 kwamen 25 bussen aan de beurt waarbij sommige exemplaren niet werden geschilderd maar beplakt; 277, 256, 253, 325, 312, 291, 335, 337, 334, 281, 314, 324, 260, 343, 339, 285, 311, 260, 286, 333, 342, 254, 304, 292 en 257.

De 277, behandeld in eigen beheer, reed de eerste elf dagen (17-28 februari 1990) met licht- in plaats van donkerblauwe schortplaten. De 260 figureerde tijdens zijn verbouwing (2 juli-2 oktober 1990) in een aflevering van De Uitdaging waarvoor een NZH-bus werd gedoneerd.

Op 30 november 1990 ging de sneltram naar Amstelveen rijden en trokken de Zuidbussen massaal naar West (de 299 ging naar Noord); de blauwe 292 ging na overplaatsing in revisie toen ook de 304 van zijn Bo-Rent-jasje werd ontdaan. Alleen de 295-298 bleven Zuid trouw; ze werden nu bijgestaan door de 260-269 en de 280-282.

In 1991 werden veertien bussen behandeld; achtereenvolgens 261, 264, 344, 328, 288, 255, 295, 273, 266, 259, 271, 287, 338, 280.

In september 1991 verhuisden de 253-259 en de 337-339 naar Noord; de 253-257 kregen als eerste van hun serie vandaalbestendige Vorderegger-bankjes zoals de CSA 3-geledes 520-544. Alleen de 262, 264-266, 285, 287, 297, 301, 302 en de 314 bleven met bruine bankjes rijden.

De laatste zestien revisieklanten in 1992 waren; 336, 316, 265, 275, 298, 267, 315, 278, 272, 262, 310, 331, 305, 263, 303 en 332.

De 269 en de 282 waren al van hun nooddeur ontdaan maar bleven rood; vanwege de bezuinigingen moest de revisie worden stopgezet en omdat het GVB geen toestemming kreeg om nieuwe standaards aan te schaffen besloot men tot vroegtijdige afvoer van de slechtste, niet-gereviseerde, exemplaren. Tussen 7 mei en 5 augustus reden de eerste 34 hun afscheidsritten; 14 Noordbussen (261, 263, 267, 268, 284, 299, 300, 313, 317, 319-323), 19 Westbussen (273-275, 279, 282, 283 290, 293, 303, 306, 307-309, 326, 330, 338, 340-342) en slechts 1 Zuidbus (296).

De 330 was met negen jaar en twaalf dagen het kortst in dienst.

De 322, 341, 320, 323, 326, 338, 340, 329, 342, 308 en de 321 emigreerden naar Casablanca en werden er in deze volgorde tot 3500-3511 vernummerd. In Marokko werden de wagens in de eigen bedrijfskleur geschilderd en voorzien van een conducteurszitplaats achterin. Ook de 306, 307, 309, 313, 317 en de 319 begonnen een tweede leven in het buitenland (bestemming onbekend).

Omdat Zuid nu nog maar drie CSA-2's (295, 297, 298) over had kwamen begin 1994 de Noordwagens 312, 314-316 en 331-335 over.

De 298, 327 en de 329 werden in juni opgelegd; waar de 298 een jaar later naar de sloper werd gebracht kwamen de 327 (november 1994) en de 329 (februari 1995) weer in dienst. Als laatste vertegenwoordigers van de Zuidploeg uit 1984 vertrokken de 295 en de 297 naar Noord. Van alle CSA2's hebben zij het langst (tien jaar) in de Bijlmer gereden.

De 253-256 werden op 2 september afgevoerd tweede leven te beginnen in Split, Kroatië; ontplakt en al kregen ze in willekeurige volgorde de nummers 31...37. De 296 (24), 284 (42) en zevende exemplaar (38) gingen gingen ook mee. De 31 en de 37 waren tot 2007 in dienst.

De 301 van lijn 19 werd 4 oktober bij de kruising Antwerpenbaan / Laan van Vlaanderen door tram 832 van lijn 2 geramd en raakte zodanig beschadigd dat hij zo krom als een hoepel werd. Een museumstatus zoals de oude 301 kon hij nu definitief vergeten. Net als destijds met CSA 1 319 werd het chassis in garage West gesloopt terwijl het restant op de schroothoop in Zaandam eindigde.

Bleven er nog 49 exemplaren over, waarvan vijf (269, 276, 318, 327, 329) nog zontomaten waren en elf (262, 264-266, 285, 287, 295, 297, 301, 302, 314) nog de oude bruine bankjes hadden. De verdeling was toen:

  • Garage West: 260, 269-272, 276-278, 280, 281, 285-289, 291, 292, 294, 302, 304, 305, 310, 311, 327-329, 336, 337, 339, 343.
  • Garage Noord: 257-259, 262, 264-266, 295, 297, 318, 324, 325.
  • Garage Zuid: 312, 314-316, 331-335.

De 272, 277, 280, 286 en wederom de 327 gingen vanaf juni 1995 in zomeropleg.

De 271 werd als nieuwe bosbus beschilderd en de 312 verhuisde naar West.

De 333 en de 335 van lijn 59 werden in april 1997 allebei uitgeschakeld door aanrijdingen met geledes; respectievelijk NZH 7952 van ex-CN-lijn 174 en CSA 3 500 van lijn 15. De 305 en de 308 werden hun vervangers.

De 312 van lijn 64 maakte 23 augustus bij de Louwesweg een fatale botsing met tram 730 van lijn 2. De 312 werd meteen afgevoerd met een uitgezaagd front, en ook de verre van oerdegelijke luchtwagens zagen wederom een zwakke broeder uit beeld verdwijnen.

De 276 ging eind augustus buiten dienst met chassisscheuren en werd vlak voor zijn afvoer aan kleurproeven onderworpen; eerst in het crème van de CAFLOC's van metrolijn 50, daarna in het wit-blauw dat in 1998 door de Jonckheerbussen werd ingevoerd. De resterende CSA 2's zouden niet meer worden overgeschilderd.

Na een derde verplichte vakantie kwam de 327 weer in dienst en werd hij een goede tweede achter CSA 1 213) als bus met de meeste comebacks.

Met ingang van de winterdienst 1998-1999 verdween de serie uit Zuid; de 305 en de 314-316 gingen buiten dienst door de komst van de Jonckheeren 101-155 en de 328, 331, 332 en de 334 verhuisden naar Noord. Ook daar was de afvoer in volle gang gezet en net als de 257, 259, 262, 264-266, 286, 287, 294, 295, 297, 318 en de 325 reed de 328 er binnen de kortste keren zijn afscheidsrit. Bij de Westbussen waren het de 269-272, 277, 280, 281, 285, 292, 304, 310, 311, 327 en de 329 die afzwaaiden.

De 305 emigreerde naar Rabat, Marokko (als 398) en de 314 naar Burgas, Bulgarije. De 324 werd verkocht aan een particulier in Vlissingen en is daar anno 2011 nog steeds aanwezig. De 325 ging in 2003 (na vier jaar wachten) naar Angola.

Ingaande de winterdienst 1999-2000 waren er nog maar acht exemplaren over; 331, 332, 334, 336, 337, 339, 343, 344. De 330-ers reden vanuit Noord, de 340-ers reden vanuit West maar kregen al snel versterking van de 331 en de 332. Tussen 18 februari en 24 maart 2000 reden ze hun afscheidsritten waarna ze via opslag werden afgevoerd. De 334 en de 339 begonnen een tweede leven Tanzania.

De 344 bleef als enige in Amsterdam en werd op 13 februari 2001 eigendom van de verzelfstandigde toerafdeling TTS. Onder zijn toepasselijke nieuwe nummer 2001 bleef de 344 in dienst totdat hij op 20 mei 2003 aan een particulier werd doorverkocht.

345 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Na de afbestelling van mini-VIP 592 (zie aldaar) werd in 1986 een tweede toerbus gebouwd op chassis dat voor de HTM was bedoeld. De 345 had in tegenstelling tot de 344 wel een filmkast maar geen achterdeur; deze verschillen zouden worden rechtgetrokken.

De 345 begon 2 juni 1986 vanuit garage West op lijn 48 (waarvoor hij twee dagen eerder infobus was) en werd vanwege een materieeltekort op de lijnen 40-44 en 47 ingezet; in 1988 kwam daar ook Shuttlebuslijn 281 bij, eerst als reserve en vanaf 6 november 1989 vaste wagen (naast de 344).

Met de komst van de Shuttles 023-026 in 1990 ging de 345 weer tour- en versterkingsritten ritten (onder andere lijn 44) rijden.

Gereviseerd en wel keerde hij 26 juni 1991 terug op lijn 281 in het grijs-blauwe kleurenschema.

Daarna pendelde de 345 heen en weer tussen Noord en West met tour-, spits- en sneldiensten; slechts bij hoge uitzondering werd hij op de normale lijnen ingezet.

Bij de oprichting van Tour & Travel Service ging de 345 in Enhabo-stijl GVB-diensten draaien met TTS-chauffeurs. Dit bedrijf ging uiteindelijk zelfstandig verder en nam de wagen op 13 februari 2001 over; de 345 werd vernummerd tot 2345 maar bleef nog in Noord en reed 20 april zijn afscheidsrit op lijn 38. Na een opknapbeurt volgde 11 juni de definitieve overgang; de 2345 bleef echter GVB-diensten draaien totdat hij op 25 mei 2003 werd doorverkocht.

In mei 2011 werd de 345 aangetroffen bij een touringcarbedrijf in Roelofarendsveen tussen touringcars en enkele oude streekstandaards; de bus verbleef hier al geruime tijd. Het bedrijf Van der Voet dat de 345 te koop had staan ging halverwege 2012 failliet en op 5 september 2012 werd de 345 geveild, waarna de wagen bij een particulier in Boskoop terecht kwam.

346-374 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Bestand:GVB 373 Stichting BRAM Utrecht Centraal Busstation Oost.jpg
Bus 373.
Bestand:GVB 373 Stichting BRAM Interieur.JPG
Bus 373, interieur.

Met een jaar vertraging kreeg het GVB in 1986 toestemming tot de aanschaf van 30 nieuwe CSA 2's; dit werden er uiteindelijk 29 omdat de 375 als CSA 3/ST2000-proefbus zou worden gebouwd.

De 346-374 introduceerden oranje instapstangen (speciaal voor de slechtzienden) en het noodraam met plastic hamer (Streng verboden hier uit te stappen werd vanaf nu Bij nood raam inslaan); voortaan was de middendeur bruikbaar als nooduitgang. Ze kwamen tussen januari en maart 1987 in dienst vanuit garage West (346-354) en garage Noord (355-374). De 348 begon echter vanuit Noord terwijl de 370 en de 372 het tegenovergestelde deden.

De 346-348 werden in maart tot snelloper verbouwd voor dienst op lijn 64 en 68; in juni kregen ze vandaalbestendige Vorderegger-bankjes.

De 349 werd ook snelloper en was tevens lesbus naast de 350-353.

De 346 van lijn 68 werd 9 augustus 1987 tijdens de ochtendspits bij station Sloterdijk gestolen en teruggevonden in Emmeloord door een oplettende VAD-chauffeur.

In 1988-1989 kregen de 346, 350 en de 353 een lichtkrant-/infodisplay en werden ook de 347, 348 en de 354 tot lesbus verbouwd.

De 351 werd hersteld van de zware schade die hij 7 juli 1989 in de ochtendspits bij Basisweg / Radarweg opliep door een botsing met een vrachtwagen.

Als eerste CSA 2 werd de 352 eind augustus 1989 in het nieuwe kleurenschema grijs-blauw-met-rode-deuren geschilderd; de rest zou rood blijven omdat de grote revisie, die het merendeel 253...344 had gekregen, eind 1992 moest worden stopgezet vanwege de bezuinigingen.

In 1990 kreeg de serie (nieuwe) vandaalbestendige bankjes.

De 355-374 verhuisden in 1991 naar de hoofdgarage in de Jan Tooropstraat; de 355-357 bleven er niet lang, want aan het eind van het jaar reden ze hun afscheidsritten op lijn 18 en 23. Na een opknapbeurt werden ze begin 1992 aan de HTM verkocht onder de nummers 512-514; in ruil kwamen de 500, 501 en de 504 (gasbussen-met-vlinderuiterlijk) naar Amsterdam om dienst te doen als de 460-462.

De 358-374 kwamen begin 1994 naar Zuid; wederom ter vervanging van oudere soortgenoten.

De 513 (ex-356) en de 514 (ex-357) werden in september 1996 door de HTM tijdelijk verhuurd aan de NOVIO in Nijmegen en keerden daarna op 13 januari 1997 tijdelijk terug naar Amsterdam omdat de Franse huurgeledes van lijn 48 het door de winterkou lieten afweten; tien dagen waren ze weer in dienst bij hun oorspronkelijke eigenaar. De 512 (ex-355) bleef in Den Haag waar hij begin 1999 met onherstelbare schade naar de sloper werd gebracht.

De 353 werd van 27 januari tot 18 februari aan het GVU verhuurd toen soortgenoot 45 overkwam voor proeven met een geknikt stuur.

De 358 en de 359 waren al teruggekeerd naar West, en met de instroom van de Jonckheeren eind 1998/begin 1999 verhuisden de 360-369 naar Noord in ruil voor tien wisselwagens 130...155. De 370-374 bleven als laatste CSA 2's nog een jaar in Zuid en met de komst van de Jonckheeren gingen ze terug naar West.

Alle wagens haalden de eindstreep; tussen april en juli 2000 gingen ze buiten dienst (370 als laatste) waarna ze via het GVB-terrein aan de Van der Madeweg naar Womy werden gebracht voor doorverkoop.

De 372 kreeg een baantje als sleepbus en werd na zijn afvoer (23 april 2001) oefenobject bij Politie Amsterdam Amstelland alwaar hij ingefilmd half als lijn 18, half als lijn 19 nabij de Rozenoordbrug tot eind 2011 werd gebruikt. Inmiddels is de 372 door de Jonckheer 189 vervangen en staat hij, vierentwintig jaar na zijn aflevering (waarvan dertien jaar in actieve dienst), te wachten op wat komen gaat.

De 373 schitterde op 16 september in de jubileumparade van het 100-jarige GVB en werd op 2 oktober eigendom van de MUSA. In 2011 werd de wagen door een particulier overgenomen die hem begin 2012 onderbracht bij de collectie van de stichting BRAM.

De 348 werd discobus op Texel en werd in de zomer van 2009 gefotografeerd; witgeschilderd, ingefilmd als lijn '69 Jelleboog-Den Burg' en nog altijd met Vordereggerbankjes. De 364 werd gebruikt als een mobiele kantine bij Hoogovens Beverwijk. De 347, 349, 351, 354, 356, 360 en de 366 begonnen een tweede leven bij het Bulgaarse bedrijf Burgasbus. De filmkasten werden afgeplakt met een gemerkte sticker, maar verder behielden ze hun identiteit; de 354 kreeg echter een hoekiger voorruit. Op internet staan filmopnamen van de 349.

De 346, 352, 353, 358, 361-363, 365 en de 367-369 werden eind mei 2001 tijdelijk teruggehaald omdat de ex-Sternetwagens werden ingezet op ringlijn 55/56 (A/B) t.b.v. de renovatie van de A10. Ze werden vanuit alle garages ingezet (reserve 368 uitgezonderd); de verdeling was:

  • Garage Zuid: 346, 352, 353 voor daldienst op lijn 61
  • Garage West: 358, 362, 363, 365, 367, 369 voor daldienst op lijn 15 en 19.
  • Garage Noord: 361 voor daldienst op lijn 35.

De 365 en de 367 verhuisden al snel naar Noord waar de 361 werd binnengehouden, net als de 346 uit Zuid; tussen 6 en 11 juni gingen er vijf wagens buiten dienst; 353, 363, 365, 367 en een defecte 369 buiten dienst. Bleven er nog maar drie exemplaren (352, 358, 362) over waarvan de 352 uit Zuid (lijn 43) en de 362 uit West (lijn 64) in de normale dienst reden; de Westbussen hielden het bijna een week langer vol dan de 352.

Ook de 353 kwam bij Burgasbus terecht waar de 351 werd doorverkocht aan Karnobut als rood-witte stadsbus op lijn 1; alleen de waarschuwingsstickers betreffende het rookverbod en de maximumsnelheid, en de vervaagde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan!' herinneren nog aan zijn GVB-verleden.

De 365 emigreerde naar Moa, Cuba en na hun buitendienststelling bij de HTM vertrokken de 513 (ex-356) en de 514 (ex-357) naar Willemstad op Curaçao waar ze een crèmekleurig jasje kregen. Naar verluidt is de bouwplaat van de 513 verwisseld met die van de tot partybus verbouwde HTM 474.

De 346, 352 en de 367-369 kwamen per 1 januari 2003 weer in actie als huurbussen van Arriva dat de concessie kreeg van het vervoer in de Drechtsteden maar nog geen nieuw materieel had. Het vijftal, vernummerd tot 0001, 0002 en 0004-0006, werd in garage Papendrecht voor dienst op lijnen naar onder meer Rotterdam en Utrecht.

Na drie maanden (april 2003) zat het erop en werden ze via Van Vliet Trucks in Nieuwegein naar Angola geëxporteerd met BBA 235 en GVBG 87.

CSA 2-standaardbussen van andere bedrijven

Schipholbus

6 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Na vijf CSA 1's nam Schiphol ook een CSA2 in dienst (in 1986 gevolgd door de Neoplan tweerichting-bussen 20-22 met deuren aan beide zijden).

GVU-bus

45 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Het GVB huurde in januari 1997 de GVU 45 voor proeven met een geknikt stuur. De 45 begon 28 januari vanuit garage West op lijn 23 maar ging al snel naar Noord waar hij drie weken later zijn afscheidsrit reed. Na zijn buitendienststelling bij GVU begon de 45 een tweede leven in Sokulov, Rusland.

HTM-bussen

460-462 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Als onderdeel van een samenwerkingsverband met de RET en het Groningse GVB werden de 500, 502 en de 504 in 1989 op eenjarige leeftijd tot gasbussen verbouwd en voorzien van een vlinderuiterlijk om het milieu-aspect te benadrukken. Vergezeld door GVBG 16 en een Rotterdamse soortgenoot toerde het drietal langs de standaardsteden.

Het GVB was enthousiast en nam begin 1992 de gasbussen over in ruil voor de 355-357; de 500, 502 en de 504 werden in genoemde volgorde tot 460-462 vernummerd om aan te geven dat het hier niet om gewone wagens ging.

De 462 was 5 juni te zien tijdens de milieumarkt op de Dam, maar omdat het tankstation bij garage Noord vertraging opliep kwam het drietal pas begin juli in dienst op lijn 34 en 35.

De Hagenezen produceerden minder stikstofdioxide en minder lawaai; maar ook dit voordeel had z'n nadeel, want met hun elf gastanks konden ze niet meer dan 250 a 290 kilometer rijden. Daarom reden ze hoofdzakelijk op lijn 31, en vanaf september 1994 ook op lijn 28 naar KNSM-eiland. Daarnaast deden ze dienst als lesbus.

In 1999 verhuisden de 460-462 naar Garage West waar ze eveneens als spits- en lesbussen reden. Datzelfde jaar nog gingen ze buiten dienst, maar doordat het GVB gelede bussen inzette tijdens een treinvervangende pendeldienst op de Schiphollijn haalden ze nog net het jaar 2000.

De 460-462 werden aan de BBA verkocht maar kwamen er niet in dienst; ze verbleven jarenlang in de centrale werkplaats in Breda voor hun terugbouw tot dieselbus en werden uiteindelijk doorverkocht aan Brunna Reizen (die de 461 in het wit stak) voor versterkingsritten op de Hermes-lijnen in Heerlen.

436...486 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Van de Haagse CSA 2's was snelloper 448 (80 km/h) in januari 1984 (vijf maanden voordat de eerste serie in dienst kwam) te zien op de Autobus RAI. Dertien jaar later werden de 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 356 en 357 (vernummerd tot 513 en 514) door het GVB (terug)gehuurd voor dienst op de 40-er lijnen omdat de Franse geledes 556-565 geen koude temperaturen waren gewend. De 486 hield het maar negen dagen vol; de 436 en de 440 bleven tot het eind van de maand.

Nadat de Mercedes O405-bussen het Haagse straatbeeld hadden overgenomen kwamen diverse exemplaren richting Amsterdam voor hun tweede levens; zo stond de 472 in 2000 op het buitenterrein van garage West als de veelkleurige 9999. De 453 (vernummerd tot 1), 471, 473 en de 475 traden begin jaren 00 in dienst van tourbedrijf Meering in Duivendrecht. Voorzien van dubbele streekbusbankjes werden ze hoofdzakelijk ingezet voor zwemvervoer naar het Sportfondsenbad in Oost totdat ze in 2007 werden afgelost door de ex-Hermes Alliances.

De 459 werd na zijn knalrode dagen bij Van der Horn aan Amsterdam geschonken als jongerenbus; zonder interieur, volgespoten met graffiti en voorzien van het opschrift Chillbus. Inmiddels is de 459 naar Den Haag teruggekeerd in een geel uiterlijk.

RET-bus

310 (DAF SB201DKDL/Hainje)

Ook de (latere) Rotterdammers werden als 300-en genummerd. Hiervan werd de 310 na buitendienststelling aan Stichting Romeo geschonken. In 2010 maakte hij een uitstapje naar Amsterdam, ingefilmd als lijn 70 met kleinepetfilms van het GVB.

CSA 2-midibussen

585-591 (592 afbesteld; Neoplan/Hainje)

Bestand:GVB Amsterdam Bus Huisstijl GVU Afscheidsexcursie 30 november 2013.jpg
Bus 590.
Bestand:GVB 590 Stichting BRAM Interieur.JPG
Bus 590, interieur.

In 1984 kwam er een mini-versie van de CSA2 met dezelfde bruine bankjes. Ter vervanging van de Mercedes micro's 581-584 bestelde het GVB zeven exemplaren. De 585 werd op 28 maart 1984 aan de pers voorgesteld, daarna (1 april) kwamen de eerste vijf exemplaren in dienst op de tot 30 terugvernummerde lijn 90.

Net als hun voorgangers waren zij ook eigenlijk te groot voor de wegen in Landelijk Noord; de 585 raakte twee keer (20 april en 23 mei) te water.

De 590 en de 591 waren nog niet gereed, maar werden wel tentoongesteld tijdens Autobus RAI (19-23 september 1984). Daarna werd de 590 bij Neoplan Pilsting (Duitsland) aan proefnemingen onderworpen. Beide wagens kwamen pas in 1985 in dienst.

Een achtste wagen (592) was gepland als tour- en VIP-bus maar die werd afbesteld en vervangen door grote broer 345.

Naast lijn 30 werden de CSA2's ook enige tijd ingezet op lijn 45 en 56 welke laatste Zuidlijn in de spits met versterkingsbussen uit Noord reed.

De 591 verbleef vanaf 17 juli drie maanden bij Enhabo voor dienst op de 90-er lijnen. tot 17 oktober Verder waren er uitleenbeurten De 591

De 587 werd op 28 augustus werd de 587 uitgewisseld met Volkswagenbus 7083 van CN. De 587 reed vanuit garage Zuid/Amstel III op de semi-standaardlijnen 148 en 149 van station Zuid naar Uithoorn / Aalsmeer. Een week later later gaf de 587 het stokje door aan de 590 om via een gezamenlijk vervolgbezoek te worden afgelost door de 585.

Met de komst van de Volkswagens 575-583 werden de Neoplans overbodig in Noord en trokken ze eind 1988 naar Zuid; ze reden er spitsdiensten op (achtereenvolgens) lijn 49 en 46 waar ze echter te klein voor waren. Daarna reden ze op lijn 8; eerst als pendelbus (afwijkende route in verband met werkzaamheden), vervolgend werden het extra diensten.

In 1989 verhuisden de CSA2's naar West waar ze, in afwachting van de Volvo-standaards 377-386, op lijn 26 werden ingezet.

Na drie maanden buiten dienst te hebben gestaan gingen de 585-591 in oktober op noodreserve waarbij de 587 meeste invalbeurten op zijn conto schreef en de 591 in augustus-september de Ajax-selectie vervoerde. De 585, 587 en de 591 kwamen eind 1989/begin 1990 weer in dienst; de 588 werd pluk- en magazijnwagen.

De 590 werd op 24 mei 1990 als chauffeurshokje aan het Olympisch Stadion gebruikt tijdens de pendeldienst naar het Van Gogh museum. Hij werd echter gekaapt door joyriders die tegen een lantaarnpaal en een pomp aan knalden, en pas in juli hersteld. De 591 nam zolang zijn plaats in.

Opgeknapt en wel werden de 585, 586 en de 588 per 15 juni aan de RET verhuurd, met aanvankelijk behoud van hun eigen films. Ze reden vanuit garage Noord op ringlijn 42 rondom de Kralingse Plas, en later ook de 30-er lijnen.

Tussen augustus en oktober 1990 gingen ook de 587, 589 (die nog een vakantiebaantje had als kaartverkoophokje op de Meeuwenlaan voor bezoekers van Camping Vliegenbos), 590 en de 591 naar de RET nadat de 586 defect was teruggekeerd.

Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht, maar dat ging niet door omdat de RET niet tevreden was over de Neoplans. In april 1991 werden ze per dieplader teruggestuurd om niet meer in dienst te komen. De 586 en de 589 werden plukbus in garage Noord; de 587 ging weliswaar op reserve, maar kampte met defecten en herstel was te duur. De 585, 588, 590 en de 591 werden in juni bij Berkhof Valkenswaard ingeleverd voor doorverkoop.

De 590 vertrok drie maanden later naar Geleen om namens Guus Baggen twee jaar lang ouderenvervoer te verzorgen. De 588 emigreerde in december naar Suriname, met RET-logo en al. De rest (585-587, 589, 591) ging op 8 januari 1992 naar Bovo Tours om via een bemiddelaar te worden doorverkocht. De 585 eindigde bij de Haven van Vlissingen als personeelsbus; de 587 werd geplukt.

De 590 keerde na zijn buitendienststelling bij Guus Baggen terug naar Amsterdam; op 24 november 1993 werd hij overgedragen aan de MUSA die hem tijdelijk grijs-blauw schilderde vanwege het misverstand dat het GVB hem terug zou huren. De 590 werd na sluiting van de MUSA met de 373 door een particulier aangekocht en is sinds 20 december 2011 in handen van de stichting BRAM.

Volkswagen minibussen

Zie Busmaterieel van Centraal Nederland (deel 2) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Enhabo-huurbus

402 (Volkswagen LT/Den Oudsten)

In 1985 ontwikkelde Den Oudsten een minibus op Volkswagenchassis met enkelbladsdeur en geplakte zijruiten.

Enhabo nam in 1986 twee van deze Pausmobieltjes (401, 402) in dienst. Het GVB huurde de 402 toen de 591 van 15 juli tot 21 oktober 1987 op de Enhabo-lijnen reed.

Bij de overname door NZH in 1991 werd het tweetal geel geschilderd en vernummerd tot 7080 en 7081. Drie jaar later, toen NZH ook het voormalig Maarse & Kroon-gebied van CN overnam, werden ze aan Midnet verkocht.

De 402 maakt thans deel uit van de collectie van Nationaal Openbaar Vervoermuseum te Ouwsterhaule en heeft inmiddels een nieuwe motor.

CN-bus

7083 (Volkswagen LT/Den Oudsten)

Ook CN kreeg een serie Pausmobieltjes die in garage Zuid/Amstel III begonnen. Het GVB huurde in augustus-september 1987 de 7083 voor dienst op lijn 30. In 1993 streek de serie in het voormalig NBM-gebied neer; een jaar later volgde de overgang naar Midnet.

De 7083 ging er al snel buiten dienst en verhuisde naar België; in november 2008 werd hij aangekocht door stichting Bever en overgedragen aan Stichting Nationaal Openbaar Vervoermuseum te Ouwsterhaule.

Eigen bussen

575-583 (Volkswagen LT/Den Oudsten)

Omdat de experimenten met de Volkswagenbusjes van Enhabo (402) en CN (7083) goed bevielen schafte het GVB in 1988 een eigen serie Pausmobieltjes aan; ze werden voor de CSA 2's (in plaats van achter) als 575-583 genummerd.

De eerste zes exemplaren werden in oktober 1988 geleverd; de 575 (in november tentoongesteld tijdens Autobus RAI) en de 576 reden vanuit garage Zuid op telefoonbuslijn 62+; de 577-580 reden vanuit garage Noord op lijn 30.

De 579 werd in 1989 tot snelloper verbouwd en als tourbus gebruikt (onder meer voor ritten naar het buitenland) tot aan de komst van de 584. Tijdens de levering van de 11G en 12G trams verzorgde de 579 het personeelsvervoer tussen de CW Remise Tollensstraat en de BN-fabriek in Brugge.

Vlak voor de komst van de CSA 3's 377-396 reed er zo nu en dan een minibus op lijn 44/47, soms gevolgd door een gelede MAN-bus.

Met grote vertraging kwamen de 581-583 pas in juli-augustus 1989 in dienst. Ze hadden matrixfilms zoals de nieuwe CSA 3's/ST2000's en een automatische versnellingsbak; tussen najaar 1989 en voorjaar 1990 werden de overige wagens aangepast.

De 581 en de 582 gingen naar Noord en de 583 naar West voor dienst op de kortstondige servicelijn 29 tussen Osdorp en Slotervaart en daarna lijn 40, 41 en 42. Tijdens Sail 1990 deden diverse exemplaren dienst als kantinebus.

Bij de opening van de sneltram op 30 november 1990 gingen de Zuidbusjes op de lijnen 46 en 60+ (naar Schepenbergweg, dus niet de gewone lijn 60 of de sneldienst) rijden. Vanaf 1991 reden ze op lijn 66 naar het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer omdat de Oosterringdijk geen 12-meter wagens toeliet. In 1994 werden ze ingezet op integratielijn 149 naar Uithoorn.

Een wagen van lijn 60+ werd in 1998 met onherstelbare schade afgevoerd. De rest volgde met de komst van de MAN midi's 010-015 en werd in september bij Berkhof ingeruild voor doorverkoop. De 583 werd eigendom van de firma Castricum Winkel; momenteel staat hij te koop in Uithoorn.

Gelede CSA 3-bussen

520-544 (Volvo/Hainje ST2000)

In 1986 werd de ST2000 (de officiële benaming van de CSA 3) geïntroduceerd; een knielbus waarin trekjes waren verwerkt van de B79.

Het GVB bestelde 25 Volvo-geledes voor lijn 15 en 48 die nog datzelfde jaar hadden moeten verschijnen; de 520-544 (waarmee de traditie van het achteruitnummeren begon) werden pas in de zomer van 1987 afgeleverd om de goede ervaringen met de Stockholmers 570-581 erin te kunnen verwerken. Zo hadden ze een knielvermogen van 8-10 centimeter en een bruin isolatiedoek om tocht tegen te gaan. Verder hadden ze een geïntegreerde zijfilmkast, vandaalbestendige Vordereggerbankjes en was het tomaatrode kleurenschema gewijzigd met witte deuren.

De 520, bijgenaamd Antilope, werd op 25 juni 1987 feestelijk gepresenteerd in gezelschap van de 576. Tot februari 1988 kwamen de overige exemplaren in dienst; aanvankelijk zonder goedkeuringssticker van de Rijksdienst voor het wegverkeer, zoals bleek bij politiecontrole op lijn 15 (Sloterdijk) en 48 (Drentestraat). De 541-544 waren telbussen; de 537-540 werden een jaar later ook als zodanig verbouwd.

De 536 verbleef eind juli 1988 in Utrecht voor proefritten. Daarna schafte het GVU een eerste serie van 18 B88 geledes (501-518) aan.

In afwachting van eigen geledes leende garage Zuid in het weekeinde drie wisselwagens voor lijn 62 (zaterdag) en 8 (zondag) plus nachtdienst op lijn 75/76.

Eind 1988 verhuisden de 530-533 voor een paar maanden naar Noord omdat de chauffeurs aldaar ook weleens met de nieuwe geledes wilde rijden in plaats van de oude Mercedessen en de impopulaire MAN-geledes. Ze bleven daar tot aan de komst van hun gestileerde broers 505-519.

Voorafgegaan door de 527, 529 en de 532 werd de 524 hersteld van de zware schade die hij 12 oktober 1989 als lijn 15 bij de Haarlemmerweg / Einsteinweg opliep toen hij tegen een vrachtwagen botste.

De 520-523 en de 527 werden als eerste verbouwd tot bussen met gesloten instap. In de zomer van 1991 kwamen ze tijdelijk naar Zuid voor dienst op lijn 59 en 69 (ex-8); bij terugkeer in West werden ze uitsluitend op lijn 48 ingezet.

Vanaf september 1991 werd het gesloten-instap-regime ook op lijn 15 ingevoerd en kreeg de rest van de serie klaphekjes bij de uitgangen. In 1992 werden ze van airconditioning voorzien.

Toen de geledes ook op lijn 18, 21 en 22 (laatste twee aanvankelijk in het weekeinde) kwamen te rijden gingen de 520-523 weer in de Bijlmergarage logeren; ditmaal als invallers voor de CSA 1's 210-217 die in zomeropleg stonden. Naast lijn 59 en 69 verschenen ze ditmaal ook op andere Zuid-lijnen (onder andere 60/61).

De 529 van lijn 21 werd in 1993 in de Raadhuisstraat door tram 669 van lijn 13 geramd.

Gedurende de rest van de jaren negentig werden de geledes ook op lijn 19 en 45 ingezet. In de zomer van 1996 stond de gehele serie buiten dienst om voorzien te worden van nieuwe filters en airco; de oude filters waren volledig verstopt met bloesemblaadjes waardoor het interieur vervuild raakte. Bij een aantal wagens werd het isolatiedoek verwijderd. Lijn 15 reed tijdelijk met standaards.

In 1999 kregen de 520-544 een stabalcon achterin en een nieuwe lijn- en richtingfilm in de pet; de extra filmkasten kwamen te vervallen.

Met de komst van de gelede Jonckheeren 556-585 in 2001 was het afgelopen; de 520-524-529, 531, 532, 534, 535, 537, 539, 540, 542 en de 543 (waarvan 526 en 528 defect, en 543 een gebroken krukas) gingen als eerste buiten dienst. De 525 en de 532 kwamen echter terug voor een toegift; samen met de 530, 533, 536, 538, 541 en de 544 bleven ze tot 16 juli in dienst op lijn 18 en 21.

Op 31 juli werd de serie verkocht aan Kleijn-Bova Vuren; de 521, 525-531, 533-536, 538, 541 en de 544 konden meteen vertrekken, de 522-524, 532, 537, 539, 540, 542 en de 543 volgden 2 augustus.

De 520 bleef in Amsterdam en werd vanaf 17 augustus 2001 jeugdhonk (The Buzz) van stichting Dock in Geuzenveld.

De 521 werd wit geschilderd voor zijn tweede leven bij AOC Terra. Hij staat nu werkloos op het terrein van VDL.

De 522 en de 537 traden in dienst bij ER Tours en vervoerden voornamelijk bezoekers van discotheek Brothers in Bunnik.

De 523 werd aan Taxicentrale Middelburg verkocht en tot 22 vernummerd; hij kwam er in goed gezelschap terecht want ook Volvo/Jonckheere-gelede 7854 van VAD/Midnet (vernummerd tot 17) was daar een tweede leven begonnen.

Ook de 525 streek neer in Zeeland, en wel in Vlissingen als infobus voor Watertoerisme De Schelde.

De 526 werd op 2 juli 2005 in een blauwe kleur aangetroffen op de kade in Den Helder bij de boot naar Texel.

De 540 en de 541 kwamen bij Milot te rijden en werden ingezet voor versterkingsritten op Connexxion-lijnen tussen de Zuid-Hollandse Eilanden en Rotterdam Zuidplein. De 541 is nu in dienst van Taxicentrale Vlissingen en rijdt voornamelijk als discobus.

Gelede bussen van buitenlandse bedrijven

Duitse MAN geledes

5000-5020 (MAN/Goppel)

In 1988 kreeg het GVB geen toestemming om nieuwe geledes aan te schaffen ter vervanging van twintig slecht onderhouden Mercedessen 545-569 (alleen de laatste vijf bleven in dienst). Vandaar dat men bij Beja Tours (GVB in samenwerking met Meering) 21 MAN/Goppel-geledes van het Duitse standaardmodel huurde.

De 890SG's 3322-3326, 3328, 3330, 3336 (1974; met lijnfilm naast richtingfilm), 3331, 3332, 3334, 3335 (1975; idem), 3338-3342 (1976), en de 192SG's 3343-3346 (1977) waren afkomstig van VAG Augsburg waar ze in 1986 overbodig werden toen er nieuw materieel instroomde. De Augsburgers stonden werkloos aan de kant bij MAN totdat ze in september 1987 weer voor een half jaar aan de bak kwamen doordat MVG München 24 geledes verloor bij een garagebrand.

In augustus 1988 werden ze in drie lichtingen (de 3343 kwam pas eind oktober) naar Amsterdam gehaald door Meering-chauffeurs. De 3322 uit de tweede lichting sneuvelde onderweg na een tussenstop buiten Stuttgart en werd na aankomst per dieplader tot plukbus gedegradeerd. Aangepast aan de Nederlandse normen (lees; weghalen van de bankjes uit de geleding) kregen ze in garage West stempelautomaten, elektronische lijn- en richtingfilms (met alleen de lijnen 8, 18, 33, 48, 75 en 76), hetzelfde kleurenschema als de 520-544 (met achterop het logo van Beja Tours) en in bovenstaande volgorde de nummers 5000-5020. De 3346 (volledig rode zijkanten) was eerst tot 5300 vernummerd.

De 5000 kwam niet in dienst en de 5002 werd vanwege zijn slechte staat de tweede plukbus; een jaar later werden ze allebei voor sloop afgevoerd. Bleven er 19 exemplaren over die tussen oktober 1988 en januari 1989 in dienst kwamen.

De Noordbussen (5012-5016, 5018, 5020) reden op lijn 33 en de Zuidbussen (5007-5009, 5011, 5017) op lijn 60/61, in het weekeinde op lijn 59 (zaterdag) en 8 (zondag), en in de nachtdienst op lijn 75/76. De 5017 vertrok in november 1988 naar Noord in ruil voor de 5010 uit West die slechts een dienst op lijn 15 (kon niet worden gefilmd) had gereden; de nog te arriveren 5001-5006 waren voor lijn 48 bedoeld.

De in vergelijking met de Volvo's spartaanse MAN-geledes waren echter niet geliefd bij de chauffeurs en deze dreigden om niet nog langer met dit materieel te rijden, vooral omdat ze geen volautomatische versnellingsbak hadden (5016 uitgezonderd). Met de tijdelijke komst van de Volvo's 530-533 naar Noord gingen de Augsburgers daar buiten dienst en leek het einde verhaal daar. Een paar weken later werden ze daar toch weer (mondjesmaat) ingezet waarbij de volautomatische 5016 de voorkeur genoot. Het indrukken van de kinderwagenknop (om de deuren langer open te houden) veroorzaakte nog weleens vertraging in de nachtdienst. Uiteindelijk kregen Noord en Zuid er genoeg van en werden ze naar West gestuurd in ruil voor een deel van de 21 overgebleven Mercedessen.

De 5005 blies er al op 10 februari 1989 de aftocht, en dat gold ook voor een groot deel van de CSA 1's 63-110. Bij wijze van vervanging reden de 5001, 5003, 5004 en de 5006-5020 extra diensten en spits- en middagritten op lijn 18 en 19; vanaf 3 april volgde vaste inzet.

Na de buitendienststelling van de volhouders 63, 68, 70, 108 en 109 in mei kampte het GVB met een materieeltekort; in afwachting van de CSA3-wagens 377-396 reden de MAN-geledes (verbouwd met grotere dakluiken) spitsdiensten op lijn 44/47, samen met de Volkswagens, spitsdiensten op lijn 44/47. Dit leverde een schril contrast op in vervoerscapaciteit.

De 5009 en de 5017-5020 (waarvan 5020 defect) gingen buiten dienst. De 5017 werd korte tijd magazijnwagen; 20 oktober 1989 ging hij samen met de 5005 en de 5009 naar de sloper.

Ondertussen vermaakte de rest zich met dienst op lijn 43 en 45 plus groepsvervoer. Met het aanbreken van de jaren 90 werden de resterende dertien voor zwemvervoer en RAI-pendeldiensten ingezet; ook keerden ze terug op lijn 8 en 18 en als wachtwagen.

Door de komst van de geledes 496-504 gingen de 5001, 5004, 5007, 5013 en de 5014 in april-mei 1990 buiten dienst; de 5001 werd een jaar later aan een particulier verkocht.

Het was de bedoeling dat ze zouden worden verkocht maar ook ditmaal ging dat niet door en dus bleven de Augsburgers bij het GVB. Door de komst van lijn 29 en de Schiphollijnen ontstond er een materieelgebrek en werden ze in augustus-september opgeknapt voor herindiensttreding.

Ze reden weer vanuit alle garages, de verdeling was;

  • Garage Zuid: 5003, 5015 voor dienst op lijn 59, 60 en 62.
  • Garage West: 5004, 5007, 5008, 5010, 5012, 5014, 5016 voor dienst op lijn 18 en 48.
  • Garage Noord: 5006, 5011

Daarnaast werden ze ingezet voor extra diensten en scholierenvervoer naar zwembaden.

Ondertussen begon de 5013 via de showroom van Berkhof Valkenswaard een vierde leven bij Henk Lanting in Klazienaveen; blauw-grijs geschilderd zoals de CSA3's werd hij ingezet voor discovervoer tussen Harkstede en Groningen.

De 5007 ging in oktober naar Zuid; de 5003, 5006 en de 5011 werden in november verbouwd tot bussen met gesloten instap. De 5003, 5006, 5007, 5010, 5011, 5015 (defect) en de 5016 gingen eind november/begin december 1990 buiten dienst; de CSA 3-standaards 406-415 waren afgeleverd en de sneltram naar Amstelveen ging rijden. Doordat deze tijdelijk werd ingekort wegens kinderziektes kwamen de 5010 en de 5016 in februari 1991 weer in dienst op pendelbuslijn 51P. Daarna keerden ze in maart terug op lijn 48; samen met herintreders 5003 en 5011. Het Beja Tours-logo achterop kon er nu af omdat ze officieel eigendom van het GVB waren geworden.

Ondertussen waren de 5004, 5006, 5008 en de 5017 (waarvan 5006 en 5017 defect) buiten dienst gegaan; de 5004 maakte echter een korte comeback doordat de 5011 op 29 maart bij de Radarweg een fatale dreun kreeg van CSA 1-wagen 201 van lijn 19.

Nadat ook de 5003 op 2 mei werd uitgeschakeld bleven alleen de 5010 en de 5016 over; laatstgenoemde was tot 5 juni in dienst, vijf dagen langer dan de 5010. De 5003, 5012, 5010, 5007, 5004, 5014, 5015, 5008 en de 5016 (maar ook plukbus 5020) vertrokken naar de MPK in Lodz, Polen onder de nummers 1139-1149 (waarvan 1143-1147 twee open nummers). De 1148 (ex-5008) en de 1149 (ex-5016) gingen in 1994 buiten dienst; de rest hield het twee jaar langer vol waardoor de oudste wagens een leeftijd van 22 jaar bereikten.

Ondertussen bleek de 5013 de bus met de meeste levens; op 14 september 1991 trad hij in dienst van de GEBO om daarna (via Berkhof) scholieren naar Antwerpen te vervoeren namens Scheldestroom in Ossendrecht.

Franse Mercedes geledes

556-565 (Mercedes/Heuliez)

In 1995 ging het GVB voor de derde keer op zoek naar tweedehands geledes; ditmaal om het materieeltekort op lijn 43, 45 en 48 op te vullen. Omdat deze lijnen door de komst van metrolijn 50 in 1997 zouden worden opgegeven vond men het niet verantwoord om nieuwe geledes aan te schaffen (iets dat pas in 2000 weer ter sprake kwam). Na de Zweedse Volvo's en de Duitse MAN's viel de keus nu op elf Franse Mercedes/Heuliez-bussen die in 1980/1981 in dienst kwamen bij bij CFGTE Bordeaux.

Medio 1995 kwamen de 8081, 8089, 8051-8056, 8058 en de 8059 naar Amsterdam. Ze werden aangepast aan de Nederlandse normen (andere ramen, dakluiken, zitplaatsindeling en Nederlandse opschriften bij de bedieningsknoppen) en voor- en achterop geschilderd terwijl de zijkanten tomaatrood werden beplakt ter voorbereiding op totaalreclame voor Tempo Team Uitzendbureau. In genoemde volgorde kregen ze de nummers 556-565. De 8082 werd plukbus en in november 1996 naar de sloper gebracht.

De 556-565 kwamen vanaf 18 september 1995 in dienst, en omdat het duwbussen waren met een starre achteras (nieuw voor het GVB) reden ze uitsluitend op lijn 48.

Dat de Fransozen niet op strenge winters waren voorbereid werd begin 1997 duidelijk toen vijf exemplaren het begaven; vandaar dat het GVB een beroep deed op de Haagse CSA2's 436, 440, 486 en de ex-Amsterdammers 513 (ex-356) en 514 (ex-357).

De 558 en de 561 hielden er voorjaar 1997 definitief mee op en gingen aan het eind van het jaar naar de sloper. De rest was tot eind mei in dienst en werd in de zomer opgelegd op het terrein van de verkeersleiding van de metro aan de Spaklerweg.

Tussen 15 en 19 oktober 1997 kwam de toegift; de 556, 557, 559 en de 562-564 reden treinvervangende pendeldiensten op de Schiphollijn vanwege een grootscheepse buitendienststelling van een NS-baanvak.

Daarna begonnen ze in 1998 een derde leven bij OTL in Oradea, Roemenië onder de nummers 11-18. De Fransozen waren ook niet milleniumbestendig, want een jaar later verdwenen ze alsnog onder de sloophamer.

CSA 3-standaardbussen

375 (DAF/Hainje ST2000)

In 1987 bouwde Hainje een CSA 3-proefbus met geplakte zijruiten en smalle instap (tweevleugelig). De 375 ging op tournee langs de standaardsteden en deed 2 november 1987 garage West aan; 25 september 1988 stond hij daar weer om gepresenteerd te worden als eigendom van het GVB. Pas na proefnemingen in Duitsland en een bezoek aan zijn bouwer kwam de 375 op 7 maart 1989 in dienst vanuit West op lijn 21.

De 375 bleef vijf jaar in dienst (afscheidsrit; 23 februari 1994 lijn 42) en werd in mei 1994 aan Turkije geschonken. Pas jaren later werd de 375 stilzwijgend uit het bestand geschreven.

397 (Volvo/Hainje ST2000)

In 1987 nam het Groningse GVB drie proefbussen in gebruik; een Mercedes (200), een DAF (20) en een Volvo (100). Die laatste, een tweedeursbus met smalle instap, reed van 2 oktober 1987 tot 11 april 1989 en ging vervolgens terug naar Nebim Den Haag.

Vanaf 14 juli 1989 werd de bus door het GVB geleased en tot 397 vernummerd (oorspronkelijk 5021). Een optie voor nog 11 van deze leasewagens (5022-5032 of 398-408) ging niet door vanwege de levertijd; in plaats daarvan huurde men acht Groningse standaards uit 1975 (398-405). De 397 kwam 16 augustus 1989 in dienst vanuit garage West als snelloper op de 40-er lijnen; de filmkast bleef de eerste vier maanden afgeplakt.

In de loop van de jaren 90 verhuisde de 397 naar garage Noord voor hoofdzakelijke dienst op de Schiphollijnen; vandaar dat hij later matrixfilms kreeg. Na de buitendienststelling van de CSA 2's en zijn gelede broers 520-544 was de 397 de laatste tomaatrode bus. 11 maart 2002 reed hij zijn afscheidsrit op lijn 245 om twee maanden later te worden afgevoerd.

Proefbussen

376 (DAF/Den Oudsten B86)

Als opvolger van de B79 ontwikkelde Den Oudsten de B86; een lagevloerbus met verhoogd achtervlak die onder meer in dienst was bij NZH en Westnederland Nieuwegein. De 376 werd tijdens de open dag in garage West op 25 september 1988 gepresenteerd en vanaf 3 februari 1989 door het GVB geleased; hij kwam in dienst vanuit West. Omdat de dubbele bankjes aan beide zijden en het smalle gangpad een obstakel vormden werd de 376 na verloop van tijd alleen nog op de 40-er lijnen ingezet. Ook reed hij op lijn 23 die op 28 september 1992 de afscheidsrit kreeg toegewezen. De 376 ging twee maanden later terug naar Den Oudsten en begon een tweede leven als bibliobus in Amersfoort. Hij is nog steeds actief.

584 (MAN/Hainje)

De 584 was een midi-tourbus met autofoon; in november 1988 was hij te zien tijdens Autobus RAI naast Pausmobiel 576. In 1989 kwam hij in dienst vanuit garage West op lijn 29 en als belbus en telefoonbus in Sloterdijk.

De 584 verruilde aan het eind van dat jaar zijn autofoon voor een mobilofoon en een Vetag-installatie. In augustus 1990 kreeg de 584 een filmkast met geïntegreerde vermelding van lijnnummers en bestemmingen waaronder de foutieve vermelding '42 solterdijk'.

De 584 reed in maart 1994 op lijn 28P tussen Azartplein en KNSM Laan en was daarna nog vier jaar in dienst.

592 (MAN/Van Hool)

Eind 1988 huurde het GVB een MAN/Van Hool-lagevloerbus met 23 zitplaatsen (10 vooruit, 13 achteruit). De donkergroene proefbus werd oorspronkelijk als 377 genummerd, maar via 500 kwam men uit bij 592.

De 592 kreeg een vergunning voor drie maanden; 17 januari 1989 kwam hij in dienst vanuit garage West (aanvankelijk met witte kentekens) op lijn 19, 21 en 23. Vanaf 18 maart verbleef hij in Noord voor hoofdzakelijke inzet op lijn 38 en (29 maart) spitsritten op lijn 34. Ten slotte kwam Zuidlijn 8 aan de beurt.

Hoewel het prettig rijden was en het interieur er ook goed uitzag werd de 592 als passagiersonvriendelijk ervaren, vooral door het hoogteverschil bij de bankjes.

Gelede CSA 3-bussen met Duvedecfront

505-519 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)

De belangstelling voor de CSA 3 begon pas te lopen nadat deze werd gestileerd tot het Duvedec-model met grote filmkast, grote donkere grille en de nu prestigieuze geplakte zijruiten.

Ter vervanging van de slecht onderhouden Mercedessen uit 1977 en de impopulaire huurgeledes uit Augsburg, maar ook omdat de 520-544 goed bevielen, bestelde het GVB een vervolgserie van vijftien exemplaren (was eerst tien). De gemeenteraad stelde echter als voorwaarde dat deze na de vertramming lijn 15 (nooit gebeurd) weer zouden worden verkocht; waarschijnlijk aan de RET waar sinds 1988 ook Volvo/Hainje-geledes (501-518) reden.

De 505-519 (het achteruitnummeren ging door) introduceerden het nieuwe kleurenschema (grijs-blauw met rode deuren) en de matrix ter vervanging van de filmrollen. Voorjaar 1989 kwamen ze in dienst vanuit Noord (505-512, 514) en Zuid (515-519); de Noordbussen reden op lijn 33 en de Zuidbussen op lijn 8, 60/61 en in de nachtdienst op lijn 75 en 76..

De 518 en de 519 werden in mei tot telbussen verbouwd. De 513 verbleef in juni op een tentoonstelling van de UITP in Boedapest en kwam pas 3 juli in dienst vanuit Noord.

In verband met een personeelstekort reden de Zuidbussen in de zomer van 1989 versterkingsritten op lijn 15 en 48.

Omdat ook de 516 en de 517 (januari 1990) van telapparatuur waren voorzien gingen de 518 en de 519 naar Noord (in ruil voor de 513 en de 514) waar ze net als de 505-512 tot gesloten-instap-bussen werden verbouwd met grote stickers Uitsluitend voor instappen op de deuren.

Lijn 33 reed op zaterdag geleed en op zondag met standaards.

De 513-517 uit Zuid volgden op 3 september; deze schoven in de nachtdienst van lijn 77 naar lijn 76 en bleven op lijn 75. Daarnaast reden ze spitsdiensten op CN-lijn 173 omdat het door de matrixen mogelijk was driedelige lijncijfers voor te filmen.

De 507 werd met kleine Volvo-letters hersteld nadat hij als lijn 77 tegen het viaduct van het Muiderpoortstation aanreed doordat de chauffeur door een passagier was afgeleid.

Bij de overdracht van lijn 69 (ex-8) aan CN in mei 1993 verdwenen alle CSA 3-geledes uit Zuid en werd de serie herverdeeld tussen West (505-511) en Noord (512-519). De 505-511 bleven beschikbaar voor de nachtlijnen 75, 76 en 77.

Om toch weer over eigen geledes te kunnen beschikken werd lijn 22 in 1994 (na negen jaar exploitatie met Westbussen) teruggehaald en kwam de hele serie vanuit Zuid te rijden.

In de loop der jaren verloren de meeste wagens het bruine isolatiedoek in de geleding. Soms was het doek helemaal los gedraaid wat niet zo verwonderlijk was daar ze bevestigd waren met vleugelmoeren.

Medio 2000 gingen de 505-519 voor een jaar naar West en kwamen de 471-485 naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken.

Bij terugkeer was het de bedoeling dat ze na een paar maanden zouden worden vervangen door de tweede serie Jonckheer-geledes 445-469; maar door uitstel bleven ze nog een jaar in Zuid als oudste wagens. Naast lijn 22 reden de 505-519 ook op lijn 59 en lijn 67 (Amstelstation-Wetenschapscentrum Watergraafsmeer); incidenteel verschenen ze ook op de tijdelijk ondergebrachte lijn 37.

De 509 raakte defect in de zomer van 2002 defect en ging 16 augustus officieel buiten dienst.

In november kwamen dan eindelijk de 445-469 in dienst en trok het merendeel van de serie, na twaalf jaar netto Bijlmerdienst, geleidelijk naar West waar acht bussen (505-508, 511, 512, 516, 518) binnen de kortste keren hun afscheidsritten reden.

De 519 bleef in Zuid maar kwam begin 2003 naar West waar inmiddels ook de 510, 514 en de 515 buiten dienst waren gegaan. De 519 reed 17 maart zijn laatste rit op lijn 313 waarna de 517 als laatste nog tien dagen in dienst bleef. De 510, 517 en de 519 stonden tot 29 mei 2004 op het achterterrein; zwaar gehavend werden ze, net als de rest, afgevoerd.

Op 15 januari 2003 konden de 510 en de 514 nog eenmaal op lijn 19 en 21 worden aangetroffen; laatstgenoemde ging diezelfde dag nog met de 505, 516 en de 518 naar het opslagterrein.

Onder andere de 506, 508 (of 510), 511-513, 515, 517 en de 519 gingen met de 499 en de ex-Enhabo-standaards 504 en 509 (NZH/Connexxion 1954 en 1959) naar het autobuskerkhof in Capelle. De 516 en de 519 eindigden als plukbus.

496-504 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)

Omdat ook de 505-519 een succes waren besloot men speciaal voor lijn 48 nog een nieuwe serie geledes aan te schaffen. De 496-504 (aanvankelijk geleased) hadden dubbele bankjes omdat lijn 48 als streeklijn werd beschouwd, maar ook vanwege het niet uitgevoerde plan om de samenwerking met CN op lijn 67 nieuw leven in te blazen (dit zou dan vijf extra wagens hebben opgeleverd in ruil voor evenzoveel CN-diensten op lijn 65/66.

De 496-504 kwamen in januari-februari 1990 in dienst vanuit garage West op lijn 15 en 48.

De 503 en de 504 werden op 17 november 1990 tot gesloten-instap-bussen verbouwd waarna ze naar Noord verhuisden. De 496-502 volgden op 4 maart 1991 alvorens dienst te gaan doen op Zuidlijn 69; de 496-498 bleven nog een jaar in West tot aan de instroom van de 471-485.

In 1993 keerde de serie terug naar de Jan Tooropstraat door de overdracht van lijn 69 aan CN en de komst van de B88-geledes 545-554 in Noord. Later werd het bruine isolatiedoek uit de geleding gehaald.

Halverwege de jaren 90 werden de lage exemplaren tot Mover beplakt in de kleuren blauw (496), groen (498) en geel (497, 499). Ze werden herverdeeld tussen West en Noord en bleven drie jaar lang met dit uiterlijk rijden. De 499 en de 502 kregen bij schadeherstel kleine Volvo-letters.

In 1999 verloren alle exemplaren hun dubbele bankjes en kwamen alle ex-Movers vanuit West te rijden; de 500-504 gingen naar Zuid.

De 496 en de 498 reden 11 en 22 november 2002 hun afscheidsritten op lijn 18 en 19. Ingaande de winterdienst in december keerden de 500-504 terug naar garage West en had Zuid geen CSA3's meer.

De 496 en de 497 begonnen in 2003 een nieuw leven als de groene 373 en 374 in het veteranenteam van AMZ-Connexxion in Zeeland.

De 499 reed enkel nog dag- en spitsdiensten totdat hij eind mei 2004 buiten dienst ging. De 499 staat nu als plukbus op het 'kerkhof' in Capelle.

Bleven de 500-504 over als oudste wagens; ook zij reden voornamelijk dag- en spitsdiensten waarbij ze ook weer op lijn 15 werden ingezet. Eind mei 2006 gingen de 500-504 naar Zuid om hun noodlot af te wachten. Aangezien dat nog wel even duurde gingen de 500-502 tot 5 juni metrovervangende pendeldiensten draaien op lijn 53P naar Gaasperplas.

Nadat de 504 in augustus 2006 op nachtlijn 359 werd gesignaleerd keerde hij terug naar West om 12 september afscheid te nemen op lijn 268. Een aantal exemplaren had toen meer dan een miljoen kilometer op de teller staan.

De 503 en de 502 zijn een tweede leven begonnen in Varna, Bulgarije onder de nummers 7714 en 9066. De 500 is waarschijnlijk afgevoerd voor sloop. De 501 stond te koop bij een handelaar in Friesland en kwam op 20 december 2011 na meer dan vijf jaar in handen van de stichting BRAM die de bus wil opknappen en weer geschikt wil maken voor de (museum) dienst.

486-495 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)

Ter vervanging van 17 wagens 111-169 (was eerst 12) bestelde het GVB nogmaals tien gelede bussen met streekinterieur. De 486-495 waren de eerste na de overname van Hainje door Berkhof (o.a. kleinere Volvo-letters en andere matrixfilms met kleinere dikkere cijfers). Ze waren bedoeld voor lijn 69 maar begonnen (in augustus-september 1991) vanuit garage West omdat de afvoerbussen daar vandaan kwamen en West de 498-502 doorschoof naar Zuid. De 486 was de 100e Volvo CSA3 en werd voorzien van grote stickers op de deurruiten.

De 486, 487 en de 493 werden op 24 oktober 1993 ingezet voor voetbalpendeldiensten; na afloop van de wedstrijd vervoerden ze de Feyenoord-supporters linea recta van het Olympisch Stadion naar Rotterdam.

De 489 kreeg bij schadeherstel grote Volvo-letters.

In 1999 verhuisde de serie, inmiddels voorzien van enkele bankjes aan de blinde zijde, naar Noord. De 489 en de 495 bleven nog een jaar in West.

De 488 werd in februari 2006 uitgeschakeld door een defect; zijn achterbak leefde nog enige tijd voort als die van de 472 (met behoud van eigen binnennummer). Ingaande de zomerdienst werden de CSA 3's verleden tijd in Noord en gingen ze naar Zuid om daar hun noodlot af te wachten.

De 486, 489 en de 490 wisten die nog af te wenden door tussen 27 mei en 5 juni metropendeldiensten te draaien op lijn 53P. Daarna trokken ze Westwaarts waar ze tot 22 juni op lijn 15 reden.

De 486, 494, 493 en de 495 emigreerden naar Varna, Bulgarije en werden in genoemde volgorde tot 9515, 9518, 9520 en 9522 vernummerd.

De 487, 490, 491 en 492 stonden in 2011 nog steeds te koop bij een handelaar in Friesland.

471-485 (466-470 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)

Bestand:GVB 483 Amsterdam Centraal Station 13-01-2007 VP-04-JR.JPG
De gelede Berkhof 483 op het Stationsplein van Amsterdam Centraal. Duidelijk is te zien wat het voordeel is van lagevloerbussen.
Bestand:Huisstijl GVBA BUS.jpg
Gelede bus 473 op de Prins Hendrikkade in de huisstijl grijs/donkerblauw met rode deuren uit de jaren negentig.

Begin 1992 werden de laatste vijftien gelede CSA3's (wederom met streekinterieur) geleverd als aanzet om door het meer inzetten van geledes te kunnen bezuinigen; met de 471-485 bereikte het achteruitnummeren z'n verste punt.

Eigenlijk zouden er 20 wagens komen, maar op last van de gemeenteraad moesten de 466-470 door het GVB worden afbesteld. Daar de wagens al gebouwd waren werden ze uiteindelijk aan de BBA verkocht onder de nummers 821-825.

De 471-485 kwamen in februari-maart 1992 in dienst vanuit garage West; naast lijn 15, de 40-er lijnen en nachtlijn 74 reden ze ingaande de zomerdienst ook op lijn 18 (officieel), 21 en 22 (zaterdag en zondag).

Net als de 486, 487 en de 493 werd ook de 480 ingezet voor de voetbalpendeldienst van 24 oktober 1993, om na afloop de Feyenoord-supporters naar Rotterdam te brengen.

In 1999 kregen de 471-485 enkele bankjes aan de blinde zijde; medio 2000 gingen ze voor een jaartje naar Zuid voor proeven met lekvrij tanken. Na hun terugkeer naar West zouden alleen de 471-477 daar blijven rijden; de rest (waarvan de 478 als laatste) streek in Noord neer.

In mei 2005 werden ze omgeruild voor de Jonckheeren 455-463 uit West en verschenen ze weer op lijn 15 die sinds 2001 uitsluitend met de 556-585 reed. De 485 was de Jan Tooropstraat ontwend en ging weer naar Noord. Af en toe werd er een wagen aan Zuid geleend.

De 472 van lijn 18 werd op 30 maart 2006 bij de middentoegangsbrug van Centraalstation doorboord door tram 907 van lijn 24 en raakte zwaar beschadigd in de achterbak. De 472 dreigde als eerste van zijn serie te worden afgevoerd, maar werd gered door de achterbak van de defecte 488. De nieuwe 472 kwam in april weer in dienst met beide nummers aan de binnenzijde (aan de buitenzijde was de 488 wel vernummerd in 472 met blauwe cijfers). Voorts was het display blijven hangen op "33".

In mei 2006 leek de serie door overbodigheid buiten dienst te gaan (lijn 15 ging weer met standaards rijden), maar werd tot 5 juni nog ingezet voor metrovervangende pendeldiensten op lijn 53P.

Daarna keerden de 473, 476-479, 481, 483 en de 484 terug in de normale dienst, inclusief de door capaciteitsproblemen geplaagde lijn 15. In september 2006 werden elf wagens afgevoerd.

De 485, 477, 480, 482, 479, 474, 481, 472 en de 475 begonnen een tweede leven in Varna, Bulgarije; in genoemde volgorde werden ze tot 7712, 7713, 7715, 8469, 8470, 8472, 8473, 9063 en 9064 vernummerd.

Bleven er vier wagens over (473, 476, 483, 484) die nog anderhalf jaar hoofdzakelijk hun rondjes reden op lijn 18 en 21. De 473 en de 476 hielden het daarbij uit tot 28 december 2007; eerstgenoemde had toen 990.000 kilometer op de teller staan, maar het negentien jaar oude record van CSA 1-wagen 13 bleef ongebroken.

De 471, 473 (die zijn noodlot in Zuid afwachtte), 476, 483 en de 484 werden in juni 2008 afgevoerd.

CSA 3-standaardbussen met Duvedecfront

377-386, 387-396 (Volvo/Hainje ST2000 Duvedec)

Aanvankelijk wilde het GVB 30 DAF-standaards bestellen zoals de 375, maar vanwege aanhoudende problemen met dit prototype werd de bestelling omgezet in 20 Volvo's met Duvedec-front en 10 minibusjes. De CSA 3-standaards waren smalle-instapbussen met enkelbladsvoor- en achterdeur die niet langer een dwarsgeplaatst voorbankje hadden. De 377-386 kwamen tussen 8 juli en 4 augustus 1989 in dienst vanuit garage West; ze begonnen grotendeels op lijn 26 maar ingaande de winterdienst 1989/1990 verschoof de hoofdinzet naar lijn 21 en de nachtdienst (als uiteindelijke vervangers van de CSA 2's). De 387-396 (waarvan 395 en 396 telbussen) waren snellopers in tweedeursuitvoering; ze kwamen in september 1989 in dienst op lijn 64, 68 en de Schiphollijnen. De 387 ging op 21 december 1989 op bezoek bij de Rheinbahn in Düsseldorf.

De 377-386 reden medio 1990 op de nieuwe Noordlijn 29 totdat ze eind oktober werden afgelost door de 406-415. Daarna werd de 378 als eerste van een roetfilter voorzien.

De 396 ging op 25 oktober 1991 naar TNO voor emissieproeven om gedurende november langs de standaardsteden te toeren; te beginnen in Nijmegen, de thuisstad van zijn DAF-toergenoot 604. Van 11 tot 14 november waren beide CSA 3's in Amsterdam; de 396 reed de eerste twee dagen op lijn 21 en daarna op lijn 18. Daarna ging de tournee langs ZO-Venlo en Utrecht dat slechts met een een DAF-proefbus (101) vertegenwoordigd was; van de grote vier waren Den Haag en Rotterdam helemaal afgehaakt. Via een tweede bezoek aan de TNO (29 november; samen met de 286) kwam de 396 op 17 december 1991 weer in dienst.

De 384 deed in 1993 mee aan het 80-jarig jubileum van tramlijn 16.

Rond 1996/'97 verhuisden een aantal wagens naar Noord; vier werden tot Mover beplakt in de kleuren geel (377, 383) en blauw (379, 384) en reden drie jaar met dit uiterlijk. De 382 was een van de schadegevallen die met kleine Volvo-letters werd hersteld.

Met de invoering van het Schiphol Sternet in 2000 verdween de hele serie door overbodigheid uit West om dag- en spitsdiensten te rijden in Noord en Zuid.

De 391 en de 395 werden verhuurd aan Vermaat in Hellevoetsluis, en met de komst van de echte (dus niet beplakte) Sternetserie 231-252 sloeg het laatste uur van de tweedeursbussen. Tussen juli en november 1991 reden ze hun afscheidsritten om pas in mei 2002 te worden afgevoerd. Of ze een tweede leven in binnen- of buitenland zijn begonnen of dat ze op de schroothoop zijn beland is onbekend.

De driedeursbussen bleven vanuit Noord rijden maar in het najaar van 2002 logeerden een aantal exemplaren in Zuid. Vanaf december 2002 werden ze hoofdzakelijk ingezet op de nieuwe IJburglijn 326 in combinatie met de vanuit Zuid overgehevelde lijn 43. Tussen januari en maart 2003 reden ze hun afscheidsritten, waarbij de 380, 383 en de 385 het langst in dienst waren. De Stadsdelen Osdorp en Slotervaart werden in september 2003 de nieuwe eigenaren van de 382 (met vergeelde deuren) en de 383.

De 377-379 werden geplukt om onderdelen te leveren voor de laatste Jonckheeren 253-267; daarna werden ze net als de 380-381 en de 384-386 naar Womy afgevoerd.

De 378 (voorzien van Berkhof-embleem) en de 385 (wit met behoud van wagenparknummer en stadswapen) emigreerden naar Charkov, Oekraïne. De 386 belandde in Chimkent, Kazachstan, maar kon 9 maart 2006 weer bij de Westhaven worden gesignaleerd. Ook het Russische avontuur van de 380 en de 384 bleek een mislukking aangezien ze in januari 2007 alweer in de verkoop werden gegooid.

406-415 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)

Na de 377-396 wilde het GVB eigenlijk driedeurs-lagevloerbussen van het type MAN NL 202 aanschaffen naar voorbeeld van de NZH 2017. Maar omdat het motorvermogen voor het GVB te zwak bleek besloot men in 1990 toch weer een serie Volvo-standaards ter vervanging van tien CSA 1-wagens 111-169 aan te schaffen. De 406-415 droegen inmiddels het embleem van Berkhof en hadden een andere matrix met kleinere dikkere cijfers en meer letters, maar ook een Vecom-installatie. Met 35% procent minder uitstoot voldeden ze aan de milieunorm.

Hoewel de afvoerbussen afkomstig waren uit West en Zuid waren de 406-415 voor Noord bedoeld; ze kwamen er in oktober-november 1990 in dienst op lijn 29 en de Schiphollijnen. In maart 1992 werden ze van dubbele bankjes voorzien waarna ze met lijn 29 naar garage Zuid verhuisden. Het onderhoud vond echter nog wel plaats in Noord, waarbij er dan een wisselwagen uit de serie 416-432 aanwezig was.

De 415 reed in de zomer van 1992 twee weken op proef in de lijndienst in de Deense plaats Aarhus. Een chauffeur en monteur van het GVB gingen mee.

Vanaf 1994 kwam de serie ook op lijn 60S te rijden.

In 1999 verloren de 406-415 hun dubbele bankjes en werden ze vaste wagens op lijn 39, 43 en 59 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren.

In december 2002 trok de serie naar garage West om af te bouwen op de meeverhuisde lijn 65/165. Tussen 28 januari en 11 mei 2003 reden ze hun afscheidsritten waarbij de 412 het langst in dienst was; de 413-415 werden opgeslagen. Aanvankelijk zouden er na de komst van de Jonckheeren 253-267 vijf exemplaren in dienst blijven, maar omdat er voldoende geledes beschikbaar waren voor lijn 37 was er minder behoefte aan standaards en werd de serie in het najaar afgevoerd.

Vier wagens zochten de Russische kou op; ze werden verdeeld tussen Sint-Petersburg (407), Kemerovo (408-410) en Charkov, Oekraïne (415).

416-435 (Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)

In 1991 kwam er een derde serie van twintig CSA 3's; de 416-435 (met kleine Volvo-letters en nieuw[e] interieur[verlichtingskappen]) zouden oorspronkelijk de laatste 22 exemplaren 111-169 vervangen, maar in de praktijk waren dat de laatste vijf (125, 149, 153, 157, 162) plus vijftien wagens 170-209.

Ze begonnen tussen 20 december 1991 en 3 maart 1992 vanuit garage Noord. De 433-435 verhuisden binnen de kortste keren naar West voor dienst op lijn 64 en 68. Vijf wisselwagens gingen naar Zuid (dit in verband met het onderhoud van de 406-415) voor nachtdiensten; de 423 was een van de exemplaren die op 4 oktober 1992 werd ingezet om de slachtoffers van de Bijlmerramp te vervoeren.

De 416-432 werden vanaf 1994 vaste wagens op lijn 35 die aan de oude lijn 28 was gekoppeld waardoor er geruime tijd sprake was van een korte en een lange lijn 35. Na verloop van tijd verwaterde deze regeling en ging lijn 35 ook weer met filmbussen rijden.

In 1997 verhuisden de 416-424 naar West waar ze twee jaar later vaste wagens werden op lijn 23 omdat de vele verkeersdrempels een obstakel vormden voor de Jonckheeren. Ook bij lijn 59 was dit het geval, vandaar dat de 416 en de 417 (later gevolgd door de 431 en de 432 uit Noord) vanuit Zuid kwamen te rijden.

Deze garage verhuisde in twee fases van de Bijlmer naar het industriegebied Overamstel, en in december 2002 verdwenen de CSA 3's uit Zuid. De 416 en de 417 keerden terug naar West met lijn 65/165; de 431 en de 432 gingen weer naar Noord met lijn 43 die nu in combinatie reed met IJburglijn 326.

Vanaf 2003 was de verdeling;

  • Garage West: 416, 417, 420-424, 431, 432
  • Garage Noord: 418, 419, 425-430, 433-435

De 417 reed 27 mei 2003 zijn afscheidsrit op lijn 48; de overige Westbussen bleven in dienst tot aan de komst van de Citaro's 001-003 en 004-006 in december. De Noordbussen namen afscheid tussen 31 januari en 4 mei 2004.

De 422 werd op 20 juli eigendom van de MUSA; de 420, 423, 424, 426 en de 428 gingen vanaf 2 augustus bij Milot Reizen aan de slag en werden onder andere ingezet voor treinvervangende pendeldiensten. De tot 91 vernummerde 428 zou vervolgens naar Havana, Cuba zijn vertrokken in een witte uitmonstering met blauw/groene bumpers.

De 416 en de 430-435 kwamen na de zomervakantie weer in dienst; de 431 hield het slechts vol tot 24 september (lijn 38) waarna de 432 tot 5 juli 2005 (lijn 232) vanuit West reed. De 435 werd 8 december 2005 afgevoerd zonder een keer te zijn ingezet.

Bleven de 416, 430, 433 en de 434 over voor dienst op de omgeleide lijn 48 (zelfde verhaal als lijn 23 en 59) en de 230-er lijnen in Sloterdijk. ze werden de langstrijdende CSA 3-standaards en gingen in mei 2006 op veertienjarige leeftijd buiten dienst.

De 433, 430 en de 434 begonnen een tweede leven bij Transtriumf Varna (Bulgarije) onder de resepctievelijke nummers 8471, 9062 en 9065. De 417 (nieuwe nummer onbekend) ging ook mee.

De 431 leeft nog en leek verzekerd van een museumstatus zoals de 422; samen met de Bikbus (ex-GVU 386) en het MUSA-materieel stond hij jarenlang opgeslagen in een loods op het NDSM-terrein maar het is onbekend waar hij nu verblijft. Waar de andere MUSA-bussen inmiddels nieuwe eigenaren hebben gevonden heeft er zich voor de 422 nog geen koper aangemeld.

(436-450 afbesteld; Volvo/Berkhof ST2000 Duvedec)

In 1992 zouden er dertig nieuwe bussen (436-465) komen; vijftien CSA 3's en vijftien Den Oudsten B88-en zoals de Maastrichtse 800-serie (dit omdat de productie van de CSA 3 zou worden stopgezet). De bussen waren al klaar maar moesten worden afbesteld omdat het GVB geen toestemming had gekregen van de gemeenteraad om ze aan te schaffen; hierdoor raakten de nummers 436-444 na tien jaar voorgoed in onbruik. De CSA 3's werden uiteindelijk voor een lagere prijs aan de BBA verkocht onder de nummers 471-485 (ESO-nummers 4685-4699).

Duvedec-streekbussen

Connexxionbussen

4858...4882 (Volvo B10M KF5500/Berkhof Europa 2000)

Zie Busmaterieel van NZH (1931-1947), Busmaterieel van NZH (1947-1967), Busmaterieel van NZH (1967-1987) en Busmaterieel van NZH (1987-1999) voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Naast de gewone CSA 3's kwamen er ook Duvedec-streekbussen; de NZH schafte tussen 1992 en 1994 100 wit-gele exemplaren aan (79 Volvo's, 21 DAF's) waarvan de laatste 56 in de voormalige Enhabo- en CN-garages begonnen. In 2000, toen NZH inmiddels in Connexxion was opgegaan en de meeste Duvedec's groen werden geschilderd, huurde het GVB drie wagens (inclusief chauffeur) voor tramvervangende pendeldiensten op lijn 13P tussen Geuzenveld en het Sloterparkbad. Een jaar later gingen ze terug naar Connexxion om tot december 2005 op de lijnen in Amsterdam te blijven rijden; daarna gingen ze afbouwen in o.a. Almere en Den Haag (als Randstadrailbussen).

B88-bussen

(451-465 afbesteld; Volvo/Den Oudsten B88)

De resterende vijftien wagens die het GVB zou aanschaffen waren van het Den Oudsten B88-model zoals de 800-en van Stadsbus Maastricht. Ook de 451-465 waren al volop in aanbouw toen ze moesten worden afbesteld; in plaats van de productielijn te sluiten besloot men voor de continuïteit nu op voorraad te bouwen, waarna twaalf van de afbestelde wagens uiteindelijk onder de nummers 486-497 aan de naar op koopjes op zoek zijnde BBA werden verkocht. Waarschijnlijk heeft Den Oudsten de laatste drie wagens niet meer gebouwd.

Door de afbestelling liep het GVB ook een optie mis voor nog eens twintig B88 Volvo's (onbekend welke nummers die dan gehad zouden hebben omdat de 466 als gelede bus was gepland) waardoor er dan 100 Volvo-standaards aanwezig zouden zijn die in onderhoud goedkoper en efficiënter konden worden onderhouden dan de CSA-2 DAF's standaards 253-343.

Oostenrijk huurbussen

212-215 (Volvo B10M/Den Oudsten B88)

De Stadsbus Maastricht nam in 1991 een serie B88-standaards in dienst; de 801, 808, 809 en de 811 begonnen in 2005 in deze volgorde een tweede leven als de witbeplakte Oostenrijk-bussen 212-215. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer en IBM pendeldiensten van en naar metrostation Henk Sneevlietweg. Vanwege werkzaamheden sprongen ze ook bij op lijn 9P tussen Muiderpoortstation en Diemen Sniep.

Gelede B88-bussen

545-555 (Volvo/Den Oudsten B88)

Bestand:GVB 416 Amsterdam CS 02-12-2005.JPG
De inmiddels verdwenen 550 in de avond op het Stationsplein van Amsterdam Centraal op 2 december 2005. Links staat de 416, die ook al weg is.

Het GVU nam tussen 1989 en 1992 75 B88-geledes (501-575) in dienst; ook dit bedrijf kreeg bezuinigingen opgelegd waardoor de laatste elf (die dan de nummers 576-586 zouden hebben gekregen) moesten worden afbesteld. En dus gingen ze naar het GVB dat na de afbestelling van de 436-465 nog geld over had voor elf nieuwe geledes; hierdoor konden 76 standaards door 36 geledes worden vervangen.

De 545-555 (er werd weer vooruitgenummerd) werden aangepast met doorlopende voordeurruiten en kleinere matrixfilms dan de eigen CSA 3's en kwamen in de zomer van 1993 in dienst vanuit garage Noord. De 546 en de 548 begonnen echter vanuit West op lijn 15 en 227, en gedurende het eerste jaar reden de B88-en als Noordbussen op lijn 48. In 1994 verschenen ze incidenteel op de Zuidlijnen 22 (ondanks de grotere dode hoek en de smalle straten in de Spaarndammerbuurt) en 59 uit Zuid. Desondanks bleven ze twaalf jaar lang trouw vanuit Noord hun rondjes rijden op de lijnen 33, 34 en (vanaf 15 december 2002) 37.

De 545-555 gingen in mei 2006 buiten dienst omdat men dacht dat de 55 Jonckheer-geledes voldoende waren, maar via een pendeldienst naar de RAI begonnen ze in juni aan hun tweede ronde. Na korte tijd vanuit West op lijn 15 te hebben gereden gingen ze naar Zuid voor dienst op lijn 22, 40 en 47; na de zomer bleven ze hier rijden als wisselwagens uit Noord. De 554 en de 555 bleven echter in West voor dienst op lijn 18 en 21 maar kwamen af en toe op bezoek in Noord.

Ondanks dat er van de concessiegever geen hogevloerbussen meer mochten worden ingezet kreeg het GVB toestemming om tot eind 2007 met de 545-555 te blijven rijden. De 550-552 bliezen al in de aanloop naar de zomerdienst de aftocht; de 550 werd oefenobject bij de brandweer in Amstelveen waarna hem hetzelfde lot trof als de 551 en de 552 (die na zijn buitendienststelling in slechte staat was opgelegd).

De 545 verhuisde naar West waar lijn 19 ingaande de winterdienst 2007-2008 nog net met B88-en mocht rijden. Van de overige exemplaren reed de 546 als laatste zijn afscheidsrit in de nachtdienst op lijn 354. Hiermee kwam er een eind aan de C4-wagenparkcijfers en de in 1981 ingevoerde slogan 'Wilt U zitten? Ik kan staan'.

De 545 (achterterrein; samen met de 476), 546 en de 554 (zijterrein) stonden in garage West te wachten op hun vertrek naar de opslagplaats. De rest (547-549, 553, 555) deed dat op de openluchtstalling van Zuid.

Een comeback in de zomer van 2008 op de metrovervangende pendelbuslijn 59P ging niet door omdat ze toen al waren geplukt en afgevoerd. De 546 begon een tweede leven in Varna, Bulgarije onder het nummer 9571.

GVU/Oostenrijk huurgeledes

501...575 (218-221; Volvo/Den Oudsten B88)

Eind jaren 90/begin jaren 00 kwamen de echte Utrechters een paar keer naar Amsterdam voor treinvervangende pendeldiensten tussen station Sloterdijk en Centraal Station. Ook pendelden ze tijdens Sail 2000 over en weer naar het IJ. Na hun buitendienststelling in 2006 begonnen de 502, 501, 504 en de 511 een tweede leven bij touringcarbedrijf Oostenrijk. Witbeplakt en al werden ze in genoemde volgorde tot 218-221 vernummerd. Ze werden ingezet voor scholierenvervoer maar ook voor metrovervangende pendeldiensten op lijn 54P, zoals in juli 2007 toen de metro zonder stroom zat.

Shuttlebussen

Zie Busmaterieel van Centraal Nederland, Busmaterieel van NZH (1931-1947), Busmaterieel van NZH (1947-1967), Busmaterieel van NZH (1967-1987) en Busmaterieel van NZH (1987-1999) voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Bova-bussen

5214, 5217 (DAF/Bova FVD 12200 Futura)

In het kader van het Duizend Bussenplan lanceerden GVB en CN de Shuttlebus naar Amsterdam-Zuidoost; deze werd uitgevoerd met 26 DAF/Bova-wagens uit 1980-1982 die CN van de OAD had overgenomen en bij genoemde carrosseriebouwer in willekeurige volgorde liet transformeren tot de luxe donkergrijze 200-225 (verstelbare vliegtuigstoelen, een koffiebar, garderobe achter de bestuurder en een niet-rookgedeelte achterin).

Bij de opening van lijn 264 (Station Bijlmer-Alphen aan de Rijn) op 6 april 1988 reed Minister Smit-Kroes van Verkeer en Waterstaat met een Shuttlebus door de wasstraat. Het GVB had echter nog geen eigen materieel en huurde de 214 en de 217 (ex-OAD 176 en 179) die vanaf 11 april op lijn 280 naar Bos en Lommerplein gingen rijden, en ingaande de winterdienst op Almerelijn 281; via 021 en 022 werden ze tot 5214 en 5217 genummerd.

Het onderhoud vond plaats bij CN waardoor er een aantal wisselwagens aanwezig waren; (5)209 (ex-OAD 160), (5)211 (ex-OAD 164), (5)215 (ex-OAD 177) en (5)218 (ex-OAD 187). Een van de (5)210-ers werd 6 mei van de weg gehaald omdat de benodigde papieren en de keuringssticker ontbraken; CN werd toen op het matje geroepen. De (5)211 had in november en december 1988 twee invalbeurten voor zowel de 5214 als de 5217.

Twee jaar later was het de (5)232 (ex-Lanting 24) die werd overgehaald toen de 5217 defect raakte.

Door de komst van de Volvo/Berkhof-wagens 023-032 werden de 5214 en de 5217 van hun luxueuze trekjes ontdaan en tot spitsdiensten gedegradeerd; 22 maart 1991 reden ze hun afscheidsritten op lijn 280. Na terugkeer bij CN bleven ze nog een jaar in dienst waarna de gehele serie werd afgevoerd.

Excellencebussen

033-036 (Volvo/Berkhof Excellence)

Ook de NZH deed mee aan het Shuttlebus-project, maar dan met Volvo's van het Excellence-model dat eveneens een luxe interieur had met dichte achterzijde, vliegtuigstoelen, garderobe (achter de bestuurderscabine) en een koffiebar; alleen de staanplaatsen ontbraken. In afwachting van de eigen Shuttles 023-032 huurde het GVB in september 1990 de 286, 283, 285 en de 284; in genoemde volgorde kregen ze de nummers 033-036 (officieel 596-599) als zwarte cijfers op witte stickers. Waarschijnlijk is die extra 0 ontstaan omdat de computer geen een- of tweecijferige getallen kan verwerken, en ook om dubbeltellingen met metro's, sneltrams en IJveren te voorkomen. De 033-036 reden vanaf 17 september tien weken lang op de Schiphollijnen; de 036 was op 19 november 1990 (lijn 246) het langst in dienst.

023-032 (Volvo/Berkhof Excellence)

Bestand:GVB 024 VJ-48-VB Stichting BRAM.jpg
De GVB 024 als museumbus van stichting BRAM.

De eigen Excellences (met filmrollen en driedelige lijnfilms in plaats van de nu gebruikelijke matrixborden) waren speciaal voor de Schiphol- en directlijnen aangeschaft; de 023-026 (achteruitnummering) kwamen in november 1990 in dienst.

De 028 en de 029 verloren in juni 1991 hun koffiebar en de 032 reed 27 februari 1992 als koopavondextra op lijn 38.

De 028 begon op 9 november 1990 met groepsvervoer; de 024 en de 027 kwamen 16 november in dienst op lijn 221, de 023 op lijn 247. De 025 debuteerde 19 november op lijn 246, net als de 026 op 22 november; de 029 begon toen op lijn 245, de 030 deed dat de 27e. Ten slotte kwamen de 032 en de 031 3 en 4 november 1990 in dienst op lijn 246. De 037-030 werden in 1993-1994 grijs-blauw geschilderd.

In Enhabo-stijl werd de rest vanaf 1998 regelmatig door TTS-gehuurd voor GVB-diensten met eigen chauffeurs. De 023-026, 031 en de 032 werden in het nieuwe kleurenschema wit-blauw geschilderd en klusten bij in opdracht van Flevo Ferries. Ze werden op 13 februari 2001 eigendom van TTS maar bleven nog bij het GVB. De 023-026, 028 en de 029 reden in mei hun afscheidsritten; de 027 en de 030-032 waren tot september in dienst en begonnen een tweede leven in Viljandi, Estland bij het bedrijf Mulgi Reisid.

De 023-026, 028 en de 029 werden in 2003/2004 teruggeleend voor spits- en Shuttlediensten. Nadat ze overbodig werden door de komst van nieuw materieel begon de 024 een derde leven bij Milot Reizen onder het nummer 62 en kwam, met behoud van zijn GVB-films, bij het GVU terecht. Vernummerd tot 419 ging hij vanaf 2009 voor het project Museum voor de Klas rijden met lichtblauwe totaalreclame. Nadat de 419 in juni 2012 afscheid nam bij het GVU werd de bus overgenomen door stichting BRAM die hem te zijner tijd weer terug zal veranderen in de grijze Shuttle 024.

Een van de eerste HOV-projecten is hiermee voor het museum behouden.

Toerbussen van andere bedrijven

Vermaatbussen

5219, 5234, 5237-5242, 5275

In 1988 huurde het GVB acht bussen van Vermaat in Hellevoetsluis; de 234, 237-242 en de 275 (genummerd in de 5200-serie) werden voorzien van een betaaltafel en lijnnummerplakkaten op de voor- en achterruit. Ze deden dienst op lijn 41, 42 en 44; op lijn 40 werden de toerbussen niet ingezet omdat ze te hoog waren voor het viaduct van de koelwatering nabij de Basisweg en er een bus vast kwam te zitten.

De (5)219 kwam enkele malen over vanuit Hellevoetsluis als invaller bij defect of wisselwagen bij onderhoud.

5043

In 1989 huurde het GVB bus 43 van Meering die in de 5000-serie werd genummerd.

Overige Berkhofbussen

Aardgasbussen

001-003 (MAN/Berkhof ST2000NLF)

In 1990, toen de CSA3 nog volop in productie was, ontwierp Berkhof de ST2000NLF; een lagevloerbus met in de voorruit geïntegreerde filmkast, klapdeuren (in plaats van zwenkdeuren) en een verhoogd achtergedeelte. Het GVB wilde na de komst van de Hagenezen 460-462 meer proeven met aardgas en lpg doen, en bestelde zes proefbussen.

De 001-003 waren aardgasbussen met bult bovenop; ze werden 31 oktober 1993 gepresenteerd tijdens een pendeldienst op lijn 28P naar de Y-markt; de 001 droeg de opschriften 'Stil', 'Schoon', 'Laag'. Na testritten op lijn 64 en 68 kwamen ze 28 februari 1994 officieel in dienst; eerst op lijn 28 en daarna ook op andere Westlijnen, inclusief de op 5 juni overgehevelde lijnen 36 (ex-Noord) en 63 (ex-Zuid).

De 001 van lijn 23 figureerde eind 1994/begin 1995 op de achtergrond in een aflevering van de televisieserie Vrouwenvleugel.

De ST2000NLF werd niet de beoogde opvolger van de CSA3 en door de komst van de Jonckheeren in 1998 werden de 001-003 al snel overbodig. De 002 werd in november 1999 uitgevlagd, de 001 en de 003 reden in februari 2000 hun afscheidsritten op lijn 23 en 44. Ze gingen meteen buiten dienst maar door een materieeltekort (GVB zette geledes in als treinvervangende pendelbussen op de Schiphollijn) maakten ze 24 maart een eenmalige comeback op lijn 44 (003), 64 (001) en 314 (002). De 001-003 stonden tot 18 april op reserve en vertrokken in september naar Hongarije.

Lpg-bussen

004-006 (MAN/Berkhof ST2000NLF)

De 004-006 waren lpg-bussen met twee tubevormige tanks op het dak; ze kwamen in februari-maart 1994 in dienst op lijn 38 en verschenen daarna ook op lijn 32, 34, 35, 37 en 245. Vanaf 1998 reden de 004-006 hoofdzakelijk op SWAB-lijn 581 tussen station Bijlmer en Haarlem totdat ze door de komst van de Jonckheeren overbodig werden. De 004-006 verhuisden naar West waar ze tot mei 1999 dienst deden als lesbus. In juli werden ze naar Mobil in Debrecen, Hongarije gebracht om uiteindelijk in dienst te treden van stadsvervoerbedrijf SZKT in Sziget alwaar ze na verloop van tijd legergroen werden geschilderd. De 005 verdween in 2007 onder de sloophamer; op Youtube wordt hem de laatste eer bewezen.

NZH huurbus

Zie Busmaterieel van NZH (1931-1947), Busmaterieel van NZH (1947-1967), Busmaterieel van NZH (1967-1987) en Busmaterieel van NZH (1987-1999) voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

007 (Dennis Lance/Berkhof ST2000NLE)

Ook de NZH experimenteerde met de ST2000NLF en de 10-metervariant ST2000NLE, waarvan vier bussen (6377-6380) werden aangeschaft. Het GVB huurde er een die vanaf 9 december 1996 voor een paar maanden op lijn 64 reed; onder het nummer 007 en met blauwe lijn- en bestemmingsplakkaten. De NZH-bus ging in 1999 mee naar Connexxion om er een paar jaar later door overbodigheid te worden afgevoerd.

Speciale bussen

Tuinbussen

In de jaren 80 en 90 werd door het GVB een 2 tal tuinbusjes gereden die van 1 april tot en met 31 oktober reden. Eén vanaf het eindpunt van lijn 21 in Geuzenveld naar de tuincomplexen Tigeno en (nieuw) Bijenpark in de Eendrachtspolder en één van het metrostation Gaasperplas naar de volkstuincomplexen Carolus Linnaeus en Frankendael in Driemond. Ook was de telefoonbus in Sloterdijk beschikbaar als tuinbus naar Volkstuinpark De Bretten.

Het GVB leverde hiervoor 2 Volkswagenbusjes uit het bedrijfswagenpark en verzorgde het onderhoud en betaalde de brandstof. De volkstuinen leverde de chauffeurs.

Er was dus feitelijk sprake van een buurtbus.

Telefoonbussen

Tot in de jaren 70 was het gebruikelijk dat de industrielijnen 40 en 42 in de avonduren en het weekeinde (wel gecombineerd tot 1 lijn) gewoon altijd reden waarbij vele ritten dan leeg uitgevoerd werden.

In de jaren 80 werd daarom op deze lijnen een telefoonbus ingevoerd (ook wel belbus genoemd). De ritten werden nu alleen uitgevoerd als zich op station Amsterdam Sloterdijk een passagier aandiende. Kwam er geen passagier of werd er vanuit de bedrijven geen telefonische contact opgenomen met het GVB dan bleef de bus op station Amsterdam Sloterdijk staan.

Later was het ook mogelijk de telefoonbus te benutten voor ritten naar Sportpark Spieringhorn en Volkstuinpark De Bretten.

Ook op lijn 60+ en 62 was later tussen de spitsen sprake van een telefoonbus.

Vanaf 1993 werd de telefoonbus ook op lijn 30 in de avonduren ingevoerd wat thans nog steeds geschied samen met lijn 31 wanneer deze lijnen met stadsmobielbusjes rijden.

Bronnen

  • Voormalig maandblad het Openbaar vervoer (1982-1998)
  • Weekblad d'Amsterdamse tram (1982-1998)

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Bussen in Amsterdam op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Sjabloon:Navigatie busmaterieel Amsterdam