Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Onvolledige gedaanteverwisseling: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 19: | Regel 19: | ||
Als nimf [[aquatiel|aquatiele]] waterinsecten (zoals libellen- of haftenlarven) worden ook wel '''naiaden''' genoemd. Bij deze groepen is het verschil tussen het laatste larvale stadium en het volwassen dier aanzienlijk. | Als nimf [[aquatiel|aquatiele]] waterinsecten (zoals libellen- of haftenlarven) worden ook wel '''naiaden''' genoemd. Bij deze groepen is het verschil tussen het laatste larvale stadium en het volwassen dier aanzienlijk. | ||
{{commonscat|Nymphs (biology)|Nimfen}} | |||
[[Categorie:Dierlijke ontwikkeling]] | [[Categorie:Dierlijke ontwikkeling]] |
Huidige versie van 18 dec 2010 om 08:04
Onvolledige / onvolkomen gedaanteverwisseling is het verschijnsel dat een aantal soorten organismen indirect, in 'stappen' geslachtsrijp wordt, en niet in een enkele stap, zoals bij volledige gedaanteverwisseling of geleidelijk, zoals diersoorten met een embryonaal stadium (zoals de mens). Het betreft enkel meercellige dieren met een exoskelet, dus geleedpotigen. In het bijzonder een deel van de insecten, alle kreeftachtigen en alle spinachtigen. Een juveniel dat onvolledig van gedaante verwisselt, noemt men een nimf, het volwassen dier heet een imago.
Simpel gezegd betekent het dat het dier dat uit een ei komt al op het ouderdier lijkt, en door middel van vervellingen steeds betere aanpassingen verkrijgt, tot het geslachtsrijp wordt.
Het tegenovergestelde is volledige gedaanteverwisseling. Hierbij lijkt het juveniele dier niet op het imago en vinden eveneens vervellingen plaats, meestal vier of vijf, en daarna een popstadium, waarin een enkele, volledige gedaanteverwisseling plaatsvindt. Eenmaal uit de pop gekropen en opgedroogd verandert het dier niet meer. Volledige gedaanteverwisseling komt bij de meeste insectenordes voor.
Voorbeelden
Niet alle insecten kennen het nimf-stadium, alleen de wantsachtigen (Exopterygota). Onder deze groep vallen onder andere de sprinkhanen, echte libellen, wandelende takken, kakkerlakken, juffers, cicaden, plantenluizen en wantsen. Het aantal vervellingen hangt af van de soort, en komt zelden boven de tien. Hoewel de juveniele dieren moeilijk van de volwassenen te onderscheiden zijn, krijgen ze meestal per vervelling een paar extra kenmerken mee, zoals vleugels, kaken, bestekeling of beharing en meestal schut- balts- of schrikkleuren. Voorbeelden zijn :
- wandelende takken, bidsprinkhanen en sprinkhanen krijgen vleugels met felle kleuren;
- nimfen van de libel krijgen een kleur en vleugels, evenals haften en waterjuffers;
- staafwantsen (Ranatra) en waterschorpioenen (Nepa) krijgen schildvleugels en felrode dekvleugels, waarmee ze kunnen vliegen.
- cicadenimfen leven in schuim en krijgen later springpootjes en vleugels om snel weg te schieten.
Uitzonderingen
Sommige geleedpotigen, zoals teken, zijn bijzonder, omdat ze zowel een larve-stadium als een nimf-stadium kennen, maar wel altijd in deze volgorde. Ook zich in water voortplantende kreeftachtigen kennen een bijzonder extra stadium; de larven zijn vrijzwemmend en onderdeel van het zoöplankton, en zien er vaak heel anders uit dan de jonge, kleine krabbetjes en kreeftjes op het strand, hoewel deze nog geen imago zijn. Nadat de larve is veranderd in een kleine krab begint het nimfstadium. Het dier is dan nog niet geslachtsrijp, heeft nog geen beharing en de kleuren wijken nog sterk af van geslachtsrijpe dieren. Pas na een aantal vervellingen is het volwassen. Dit extra, larvale stadium bij zeedieren wordt ook wel trochofoor genoemd (trocho-larvea). Het komt ook voor bij slakken en andere weekdieren, zoals mosselen. Landbewonende kreeftachtigen zoals pissenbedden en schorpioenen kennen dit verschijnsel niet.
Als nimf aquatiele waterinsecten (zoals libellen- of haftenlarven) worden ook wel naiaden genoemd. Bij deze groepen is het verschil tussen het laatste larvale stadium en het volwassen dier aanzienlijk.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Nimfen op Wikimedia Commons.