Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Teamim

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Teamim (Hebreeuws: טעמי המקרא ta‘amei ha-mikra of kortweg טעמים te‘amim; in het Jiddisch en Engels: trope) zijn tekens in de masoretische tekst van de Hebreeuwse Bijbel (Tenach), die aanvullend op de klinkertekens (nikoed) aan de consonanten worden toegevoegd om de muzikale voordracht of cantillatie van de Bijbeltekst in de joodse synagogediensten aan te geven. Ze heten daarom ook cantillatietekens.

Twee systemen

De cantillatietekens die voorkomen in de Hebreeuwse Masoretische tekst, heten ook de ’Tiberiaanse’ cantillatietekens. Deze naam is afgeleid van de plaatsnaam Tiberias in Galilea, waar de schriftgeleerden deze tekens gebruikten.

De tekens kunnen worden ingedeeld in twee systemen:

  • Het ene systeem wordt beschreven als het prosodische' (soms: prozaïsche) systeem en is het meest voorkomende. Deze tekens worden gebruikt in eenentwintig boeken van de תנ״ך, de Hebreeuwse Bijbel.
  • Een ander systeem, het poëtische systeem, komt voor in de boeken van de Psalmen, de Spreuken en het boek Job.

Hoewel de tekens van beide systemen identiek lijken, hebben ze een verschillende functie.

Geschiedenis

De teamim en de nikoed (de klinkertekens) werden in de middeleeuwen door de Masoreten vastgelegd (zie ook Hebreeuws alfabet). Sommige van deze tekens werden in de middeleeuwse handschriften van de Misjna gebruikt. Er zijn in totaal 48 verschillende teamim-tekens.

Het prosodische systeem: de teamim kaf-alef

De cantillatietekens van het prosodische systeem worden ook de teamim kaf-alef genoemd. De letters kaf en alef hebben samen de getalwaarde 21. Dit systeem wordt gebruikt in 21 van de boeken van de Hebreeuwse Bijbel (volgens de Hebreeuwse indeling).

Bijna alle teamim staan bij de beklemtoonde lettergrepen, zodat ze ook het woordaccent aangeven.

De teamim dienden oorspronkelijk als interpunctietekens en zijn daardoor ook voor het begrijpen van de tekst van belang. Door een verbindende of een scheidende betekenis geven ze de logische (syntactische) relaties in de zin aan, zoals komma’s, puntkomma’s en punten. Dikwijls gaat dat gepaard met een verandering van de klemtoon en de uitspraak van het woord waarbij deze tekens staan. Dit werd daarom eveneens schriftelijk vastgelegd, bijvoorbeeld door verlengde klinkers bij sterk scheidende teamim. Deze vormen worden pausale vormen genoemd, omdat zij tot verandering van de spreekpauzes leiden, bijvoorbeeld aan het einde van een zin.[1]

De belangrijkste teamim voor de weergave van de interpunctie zijn de „keizers” (sof pasoek aan het einde van een vers; atnach of etnachta in het midden van een vers) en de „koningen” (de eerste daarvan in het halfvers is meestal een saqef qaton en geeft het midden van het halfvers aan).

Het poëtische cantillatiesysteem: teamim emet

Het poëtische systeem heet ook de teamim emet. Emet (emeth) betekent ’waarheid’ en is een acroniem van de Hebreeuwse woorden voor de boeken Job, Psalmen, Spreuken.

De meeste tekens van het poëtische cantillatiesysteem lijken identiek aan de tekens van het prosodische systeem, maar hun functie is helemaal verschillend. Slechts enkele tekens worden op dezelfde manier gebruikt als in de rest van de Hebreeuwse Tenach. De verhalende delen aan het begin en het einde van het boek Job gebruiken het ’normale’, ’prosodische’ systeem, maar het hoofddeel van het boek gebruikt de poëtische cantillatie.

Zie ook

Verwijzingen

  1. º Wilhelm Gesenius, Hebräische Grammatik. Volledig herzien door Emil Kautzsch. Leipzig 1909. Georg Olms, Hildesheim en anderen. 1995, ISBN 3-487-00325-2.

Weblinks

rel=nofollow