Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Johanna Budwig

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Johanna Budwig (Essen, Pruissen, Duitsland, 30 september 1908 – Freudenstadt, Baden-Württemberg, 19 mei 2003) was een Duitse biochemicus en schrijfster. Zij was doctor in natuurkunde en scheikunde, en werkte als apotheker. Ze is vooral bekend voor het dieet dat zij op basis van haar onderzoek van vetzuren ontwikkelde en dat volgens haar hypothesen nuttig zou zijn bij het bestrijden van kanker.

Leven

Johanna Budwig werd geboren op 30 september 1908 als dochter in het gezin van de mecanicien Hermann Budwig en zijn echtgenote Elisabeth. In haar geboortejaar werd hoger onderwijs in Duitsland toegelaten voor vrouwen. Na het overlijden van Johanna’s moeder in 1920, vond de familie dat Hermann niet goed genoeg voor Johanna kon zorgen, en werd zij naar het weeshuis gestuurd. Dit kwam als een shock, maar deze omstandigheden mocht zij wel gratis naar school. Ook Hermann overleed.

Toen ze zestien jaar was, was de oorlog voorbij. Het land begon aan de wederopbouw en zij besloot zij zich als leerlinge aan te sluiten bij de Diaconissenorde in Kaiserswerth, een lutherse werk- en woongemeenschap naar het voorbeeld van de katholieke kloosterorden, met de wens om ooit natuurwetenschapper te worden. Na de middelbare school ging zij naar de Universiteit in Koningsbergen (nu Kaliningrad). Een jaar later wisselde zij naar Münster. Daar kwam zij in contact met prof. dr. Hans-Paul Kaufmann, die internationaal bekend is wegens zijn onderzoek op het gebied van oliën en vetten.

In juli 1939 behaalde ze haar doctortitel in de Natuurwetenschappen (dus Natuurkunde en Scheikunde). Vanaf 1 augustus 1939 en tijdens de volgende oorlogsjaren werkte zij opnieuw in het Diaconissenhuis te Kaiserswerth en kreeg daar de leiding over de apotheek. Wegens herhaaldelijke meningsverschillen met de nieuwe leidinggevenden van de orde, besluit zij deze in 1948 te verlaten. Ze keerde daarom terug naar het wetenschappelijke werk met prof. dr. Kaufmann in Noordrijn-Westfalen. Prof. Kaufmann liet in zijn privéwoning een laboratorium inrichten, waarvan zij gebruik maakte. Methoden om oliën en vetten in hun elementen op te splitsen en te onderzoeken ontbraken in die tijd nog. Budwig ontwikkelt daarom de papierchromatografie, een werkwijze waarmee het aandeel aan vetzuren zelfs in de geringste hoeveelheden kan worden vastgesteld. Zo is de weg vrij voor het onderzoek van meervoudig onverzadigde vetzuren. Uit onderzoek bleek het belang van deze meervoudig onverzadigde vetzuren, maar ook de schadelijke werking van chemisch veranderde vetten, de zogenaamde transvetten. Johanna Budwig stelde de aanwezigheid daarvan vast in hoog verhitte oliën en in margarine, die destijds zo geprezen werd als ’gezond’. Door haar onvermoeibare conflicten met politiek en voedingsindustrie over de schadelijkheid van transvetzuren, moest zij haar positie als chef-adviseur voor geneesmiddelen en vetten aan het Bondsinstituut voor Vetonderzoek (Bundesinstitut für Fettforschung) in 1951 opgeven. Onder druk van de industrielobby kon ze geen verder betaald wetenschappelijk onderzoek doen.

Daarom schreef ze zich in 1955 in om in Göttingen geneeskunde te studeren en zette het wetenschappelijk onderzoek privé verder. Een jaar later kon zij aan de hand van proefnemingen op laboratoriumdieren de verschillende uitwerkingen van omega-3-vetzuren op het organisme aantonen. Omdat zij op verschillende terreinen getraind was, kon zij de gegevens vanuit de uiteenlopende wetenschappelijke invalshoeken bekijken. Hierdoor kon zij snel resultaten bereiken, wat echter het ongeloof en de jaloezie van haar wetenschappelijke omgeving in de hand werkte.

Zij zag de groeiende trend in beschavingsziekten als een gevolg van een gebrek aan natuurlijke, meervoudig onverzadigde vetzuren in de voeding. Ze begon daarom te werken aan een voedingswijze, gebaseerd op de toen nog niet bewezen hypothesen van de Nobelprijswinnaar dr. Otto Warburg over het ontstaan van dikkedarmkanker, en op gegevens uit haar onderzoek: de Öl-Eiweiß-Kost (olie- en proteïnerijke voeding). Lijnzaad (of lijnolie), rijk aan omega-3-vetzuren, speelde hierin een belangrijke rol, evenals kwark. Andere dierlijke producten waren niet toegelaten. Met succes behandelde zij patiënten, hoofdzakelijk met natuurlijke voeding.

Tot op hoge leeftijd hield zij toespraken over het belang van meervoudig onverzadigde vetzuren voor de gezondheid, tot in Tokio, Chicago, Stockholm, Venetië, Rome, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland.

Zij overleed op 19 mei 2003 op 94-jarige leeftijd aan de complicaties van een dijbeenhalsbreuk.

Erkenningen

  • Zeven keer genomineerd voor de Right Livelihood Award (1979) (in de omgangstaal ook bekend als de Alternatieve Nobelprijs)

Werken

  • H. P. Kaufmann, J. Budwig: Zur Biologie der Fette V: Die Papier-Chromatographie der Blutlipoide, Geschwulstproblem und Fettforschung, Chemischen Landes-Untersuchungsamt Nordrhein-Westfalen und dem Deutschen Institut für Fettforschung, Münster in Westfalen. Artikel verschenen in: Fette und Seifen nr. 54, 1952, p. 156–165.
  • Die elementare Funktion der Atmung in ihrer Beziehung zu autoxydablen Nahrungsstoffen, Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1956.
  • Krebs – ein Fettproblem, richtige Wahl und Verwendung der Fette, Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1956.
  • Das Fettsyndrom: Die fundamentale Bedeutung der Fette und anderer Lipide, in eigen beheer uitgegeven, 1959.
  • Die Auswirkungen des Fettstoffwechsels auf die Funktion der Sinnesorgane; tekstgedeelte uit: Das Fettsyndrom. Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1959.
  • Öl-Eiweiß-Kost, Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1965.
  • Kosmische Kräfte gegen Krebs, Elektronen-Biologie, Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1966.
  • Laserstrahlen gegen Krebs, Resonanz-Phänomene als Anti-Entropie-Faktor des Lebens, Hyperion-Verlag, Freiburg im Breisgau 1968.
  • Der Tod des Tumors, 2 delen, in eigen beheer uitgegeven, 1977.
  • Fotoelemente des Lebens, auch zur Überwindung der Erkrankung an Krebs, Resch, Innsbruck 1979.
  • Krebs, das Problem und die Lösung, Sensei-Verlag, Kernen 2000.

Weblinks

rel=nofollow
 
rel=nofollow