Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Indexbeleggen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Indexbeleggen is een vorm van passief vermogensbeheer waarbij het vermogen belegd wordt volgens de samenstelling van een aandelenindex of een andere financiële index. Men doet geen poging om een hoger rendement te behalen dan deze gekozen index die als benchmark fungeert.

Vormen van indexbeleggen

Met de enorme groei van indexbeleggen is ook de complexiteit van dit in essentie eenvoudige product toegenomen. In beginsel zijn er twee vormen van indexbeleggen:

  • Fysieke replicatie: bij deze vorm van indexbeleggen worden de effecten uit de onderliggende index gekocht om deze na te bootsen. Dit kan op twee manieren: door middel van ‘optimalisatie’ waarbij een indexfonds niet alle aandelen koopt, maar een selectie; of volledige fysieke replicatie waarbij het fonds alle aandelen koopt.
  • Synthetische replicatie: een fondsbeheerder kan ervoor kiezen niet de effecten uit de index te kopen, maar om een zogenaamde ‘swap’ aan te gaan. Een door de fondsbeheerder geselecteerde tegenpartij levert dan tegen een vergoeding het rendement van de index aan het indexfonds. Doorgaans gaat deze wijze van indexbeleggen gepaard met kredietrisico.

Actief versus passief vermogensbeheer

Indexbeleggen is een vorm van passief vermogensbeheer. De tegenhanger hiervan is actief vermogensbeheer waarbij geprobeerd wordt om de beste aandelen te selecteren om daarmee een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Dit kan gebeuren door particuliere beleggers of door professionele vermogensbeheerders. Ook beleggingsfondsen beheren het toevertrouwde vermogen met actief beleggen. Bij actief beleggen wordt er dus geprobeerd om de index die als benchmark fungeert te verslaan. Voorbeelden van indices zijn bijvoorbeeld de AEX Index, Dow Jones Industrial Index en MSCI Europe Index.

Bij deze vorm van beleggen wordt er een bepaalde index gevolgd. Bij passief beheerd vermogen probeert men niet om het beter te doen dan het marktgemiddelde. Het voordeel van deze methode is dat er geen dure fondsmanager en aandelenanalisten meer nodig zijn om de juiste effecten te selecteren. Deze besparing op de kosten komt ten goede aan het rendement. Uit vele wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat ongeveer 80% van de actief beheerde beleggingsfondsen de index die zij volgen, niet verslaan.[1] Het is overigens niet zo dat passief beleggen ook betekent dat het een afwachtende manier van beleggen is. Het nauwgezet volgen van het rendement van een index vereist verfijnde methoden en technieken.

Wie heeft er gelijk?

Er wordt al decennia lang onderzoek gedaan naar wat er beter is: actief of passief beleggen. Telkens trekken onderzoekers dezelfde conclusie: er is praktisch geen fondsmanager die het lukt de index op de lange termijn te verslaan. Alleen het percentage van de fondsmanagers dat het slechter doet dan de index verschilt: dat varieert van 75% tot 95%.

Steeds meer beleggers realiseren zich dat actief beleggen zelden tot nooit loont en kiezen daarom voor indexfondsen. Die groei is in de VS veel groter dan in Europa, waar banken en vermogensbeheerders halsstarrig vasthouden aan actief beheerde fondsen. Waarom? Omdat deze fondsen veel meer opleveren voor de banken en vermogensbeheerders dan indexfondsen. In de grafiek hierboven ziet u de groei van het vermogen onder beheer van indexfondsen. Het vermogen steeg in 2010 met 250 miljard dollar naar $1,25 biljoen.

De AFM stimuleert banken en vermogensbeheerders om – in het belang van hun klanten – indexbeleggen op te nemen in het productaanbod.

"Het verwachte rendement van de groep van actieve fondsen is lager dan dat van een index en van tevoren is niet tot nauwelijks te voorspellen welk fonds beter dan de index zal gaan presteren." (Bron: AFM (2011) De wetenschap over de resultaten van actief en passief beleggen)

Dat neemt niet weg dat er fondsen zijn die het over tientallen jaren substantieel beter doen dan de gangbare indices. Deze fondsen zijn veelal van waardebeleggers. Een bekend voorbeeld is het fonds van Warren Buffett.

Voordelen van indexbeleggen

Indexbeleggen kent een aantal voordelen ten opzichte van actief vermogensbeheer. Het passieve karakter van Indexfondsen geeft rust, omdat deze in tegenstelling tot actief beheerde fondsen niet proberen de index te verslaan. Naast rust biedt beleggen in Indexfondsen de volgende andere voordelen:

  • Indexbeleggen is overzichtelijk en eenvoudig
  • Indexbeleggingen zijn transparant qua kosten en beleggingen.
  • De kosten van indexbeleggen zijn lager dan van actief beheerde beleggingsfondsen. Indexproducten hebben geen fondsbeheerders en beleggingsanalisten nodig. Bovendien worden er minder transacties uitgevoerd.
  • Wetenschappelijk is aangetoond dat vrijwel niemand op langere termijn de index kan verslaan. Tachtig procent van de actieve managers verslaat zijn benchmark niet.

“De meeste beleggers, zowel institutionele als particuliere, zullen ontdekken dat het volgen van de financiële markten met minimale kosten de beste manier is om te beleggen. Wie dit pad volgt kan (na aftrek van beheer- en transactiekosten) zeker zijn van een hoger netto rendement dan dat van de grote meerderheid van professionele beleggers.” (Bron: Warren Buffett)

Nadelen van indexbeleggen

Er kleven verschillende nadelen aan indexbeleggen ten opzichte van actief vermogensbeheer.

  • Het is onmogelijk de gekozen benchmark te verslaan, deze ambitie geeft men op.
  • Ook een gespreide index (zoals de S&P 500 index) kan onderuit gaan. Een faillissement van een gehele index is echter onmogelijk.
  • Het volgen van de index zal niet altijd volledig lukken door technische factoren. Deze afwijking noemt men de tracking error en kan ontstaan door bijvoorbeeld de herweging van de index.
  • Er zijn inmiddels een enorme hoeveelheid indexfondsen (ook wel trackers of ETF's genoemd). Het is allang niet meer zo dat alle voordelen van indexbeleggen (transparant, door de spreiding een lager risico, lage kosten) gelden voor al deze ETF's. Dit maakt het steeds moeilijker zonder gedegen kennis eenvoudig te starten met indexbeleggen. Ook levert niet elke gevolgde index per definitie een goed rendement.
  • De verhandelbaarheid van indexfondsen kan soms beperkt zijn wat een aanzienlijk negatief effect op de prijsvorming van de belegging kan hebben. Startende indexfondsen met een beperkt geïnvesteerd vermogen kunnen dit probleem hebben.
  • Indexfondsen gaan met de mode mee en zijn daardoor soms onvoldoende gespreid. Zo bevatten achteraf gezien de gangbare indices tijdens de dotcom bubble in 1999 te veel internetaandelen.
  • Indexbeleggers zijn beperkt in hun mogelijkheden om hun beleggingen te selecteren op aspecten zoals duurzaamheid en ethisch gehalte.

Waar let je op bij indexbeleggen?

Met de opkomst van verschillende soorten indexfondsen is het raadzaam om bij de selectie onder andere te kijken naar de volgende zaken:

  • Tegenpartijrisico: in het geval van synthetische replicatie is er sprake van tegenpartijrisico, omdat je niet zeker bent dat de tegenpartij te allen tijde het beloofde rendement kan leveren. Om dit risico af te dekken, vraagt de fondsbeheerder onderpand aan de tegenpartij.
  • Dividendlekkage: in buitenlandse ETF's en indexfondsen loopt u een deel van het dividend mis doordat deze niet in Nederland gevestigd zijn. Hierdoor kunt u niet de ingehouden dividendbelasting terugvorderen/verrekenen bij de Nederlandse fiscus.
  • Securities lending (of counterparty risk): leent de aanbieder van indexbeleggen de aandelen of obligaties uit aan andere beleggers? Hier ontstaat een specifiek type van tegenpartijrisico: kan de belegger aan wie de aandelen zijn uitgeleend de effecten teruggeven binnen de afgesproken tijd? In het geval dit niet kan, ontstaat forse schade.
  • Welke kosten er gerekend worden. Bij synthetische replicatie: welke kosten worden gerekend voor de achterliggende ‘swap’?

Q1195348 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º (en) [1]
rel=nofollow
rel=nofollow