Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Griep

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Voor het tuingereedschap "griep", zie : greep)

Echte griep oftewel influenza is een ziekte die door het influenzavirus wordt veroorzaakt. Dit virus infecteert de luchtwegen. Veel mensen zeggen griep te hebben als ze in de winter of de herfst door een verkoudheid-achtige ziekte met wat koorts worden getroffen, maar hierbij gaat het meestal om een gewoon verkoudheidsvirus. Echte influenza leidt bij de meeste mensen tot aanzienlijke ziekteverschijnselen en een niet te verwaarlozen sterfte, vooral bij ouderen. Elk jaar krijgen ongeveer 80.000 Nederlanders griep. Tijdens een gemiddelde griepepidemie in de winter gaan er in Nederland 1000 tot 2000 personen direct aan de griep of aan de gevolgen ervan dood[1]. Slachtoffers vallen vooral in de risicogroepen: ouderen (ca. 90% van de sterfgevallen is 65 jaar of ouder) en personen met een chronische aandoening (bijvoorbeeld diabetes mellitus, hart- en longaandoeningen)[1].

Symptomen

Griep kan snel op komen zetten. Kenmerkende symptomen van griep zijn koorts, hoofdpijn, hoesten, keelpijn, spierpijn, verstopte neus, gevoel van zwakte en verlies van eetlust.[2]

Variatie in griepvirussen

Influenza is een seizoensgebonden epidemische ziekte, die in gebieden met een gematigd klimaat, tijdens de koudere maanden de kop opsteekt. In tropische en subtropische landen, komen infecties gedurende het hele jaar voor, met 1 of 2 keer per jaar een piek. Soms, met onregelmatige tussenpozen, is er een wereldwijde uitbraak, een grieppandemie. Analyse van het historisch bewijs, toont aan dat de pandemieën optreden met tussenpozen van zo’n 10-40 jaar.[3] Bij mensen wordt griep veroorzaakt door de influenza type A en B virussen. Daarnaast zijn er nog type C virussen, maar die veroorzaken een soort verkoudheid, voornamelijk bij kinderen. Type A veroorzaakt de meeste ziekte en sterfte. Influenza virussen worden ingedeeld op basis van een tweetal eiwitten aan hun oppervlak: hemagglutinine (HA of H) en neuraminidase (NA). Een zestiental HA-subtypen en negen NA-subtypen is bekend bij vogels. Bij mensen gaat het om 3 verschillende HAs en 2 NAs: HA1,2 en 3 en NA1 en 2. Voor griep bij mensen is vooral het HA eiwit van belang. Het HA zorgt ervoor dat het virus de cellen van geïnfecteerde personen kan binnendringen. De combinatie van het specifieke HA en NA geeft naam aan het subtype van het virus, bijvoorbeeld H1N1, H16N3 etc. [3][4]

De HA en NA eiwitten veranderen voortdurend. Dit is het gevolg van de onbetrouwbaarheid van RNA polymerases, de zogenaamde “antigenic drift”. Hierdoor verandert de aminozuurvolgorde van de HA en NA eiwitten, de functie van de eiwitten blijft onveranderd. Na het doormaken van een griep bouwt men afweer op tegen het betreffende subtype, maar door het continu veranderende virus, is de opgebouwde immuniteit niet in staat de gevolgen van een infectie compleet teniet te doen. Een volgende infectie met dat subtype zal minder ernstig verlopen, en maakt het mogelijk om met slechts 1 dosis te vaccineren. Bij personen zonder de opgebouwde afweer, met name kinderen, en in geval van een pandemie zal de griep heftiger zijn, en zijn meestal 2 doses van het vaccin nodig. De veranderingen in het virus zijn er de tevens de oorzaak van dat jaarlijks nieuwe vaccins tegen het virus moeten worden ontwikkeld. [3][5]

Pandemisch virus

De voorwaarden voor het optreden van een pandemisch virus zijn een nieuw HA (en mogelijk NA) subtype, een grote groep mensen met een gebrek aan in de loop der jaren opgebouwde immuniteit, en een virus dat efficiënt en aanhoudend van mens op mens kan overgaan. [6]
Zoals boven vermeld, zijn de influenza virussen onderhevig aan “antigenic drift”. Een ander proces, “antigenic shift”, kan een virus dusdanig veranderen dat het een grieppandemie kan veroorzaken. Dit proces treedt op als een persoon (of dier) door twee verschillende virussen is geïnfecteerd. Het genetisch materiaal van de twee virussen wordt gemixt. Het resulterende nieuwe virus is in staat onze afweer te omzeilen. De resulterende griep zal heftiger zijn en meer sterfte veroorzaken. Dit bleek dan ook uit analyse van de virussen, die de pandemieën van 1957 en 1968 veroorzaakten. In deze virussen bevond zich genetisch materiaal van zowel een humaan- als een vogelgriepvirus. De gemixte virussen kunnen afkomstig zijn van virussen, die endemisch zijn bij mensen, vogels of varkens. Varkens zijn van belang, omdat zij wellicht een tussenstation vormen voor vogelgriepvirussen, die via de varkens over kunnen gaan op de mens. [6]
De vatbaarheid van de bevolking voor nieuwe varianten van het griepvirus verandert langzaam door het uitsterven van immune mensen en het geboren worden van nieuwe mensen die nog niet immuun zijn.
Een succesvol virus moet na het mixen van het genetisch materiaal van de 2 virussen, van dier op mens kunnen overgaan en op mensen onderling. Benodigd hiervoor zijn de vorming van een nieuw PB-1 gen, en het behoud van het genetisch materiaal waardoor verspreiding tussen mensen onderling mogelijk is. [6]

Pandemieën

Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 zijn miljoenen mensen aan de Spaanse griep overleden. In 1957 heeft de Aziatische griep en in 1968 de Hongkonggriep gewoed, waarbij tienduizenden mensen kwamen te overlijden.[6] De Mexicaanse griep is sinds 11 juni 2009 volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) officieel een pandemie.

Vogelgriep

In 1997 bleek een variant van het griepvirus, zoals dat bij pluimvee voorkomt, in Hongkong in staat over te springen van vogels op mensen. De 17 personen die geïnfecteerd waren met dit virus in 1997 waren in contact geweest met besmet pluimvee. Vijf van hen kwamen aan de griep te overlijden. Het betrof de variant influenza A/H5N1, die zich gedurende de volgende 7 jaar verspreidde over Zuidoost-Azië. In 2006 had het virus ook Europa, Afrika, het Midden-Oosten en India bereikt. De uitbraken van 2003 en 2004 in Azië, Thailand en Vietnam waren groter dan die van 1997. In oktober 2006 meldde de Wereldgezondheidsorganisatie dat in 10 landen 256 personen waren geïnfecteerd, waarvan 59% kwam te overlijden.[7][4]De reden voor de plotselinge uitbraak is niet bekend. Waarschijnlijk hebben de toegenomen pluimveehouderij in Azië, evenals de slechte woonomstandigheden en contact met vogels, er aan bijgedragen. Analyse van het virus liet zien dat het grote genetische veranderingen had ondergaan. Dit agressieve virus werd ook aangetroffen bij trekvogels en het lijkt erop dat dit, evenals de toegenomen handel in pluimvee, bijdroeg aan de verspreiding van het virus. Alhoewel de meeste infecties met deze H5 virusvariant het gevolg waren van contact met pluimvee of pluimveeproducten, is er ook enig bewijs voor besmetting van mens op mens.[8] In de landen waar het H5N1 virus in pluimvee werd aangetroffen, heeft men maatregelen getroffen om de uitbraak beperkt te houden en het virus uit te roeien. Het gaat daarbij om zaken als het slachten en vernietigen van pluimvee; vaccinatie en het beperken van het personenverkeer. [9][10]

Preventie

Vaccinatie tegen griep is mogelijk, maar door het gemak waarmee het virus zich aanpast (door mutatie) moeten er elk jaar weer nieuwe vaccins worden ontwikkeld, en zal men jaarlijks een bezoekje aan de huisarts moeten brengen om een nieuwe griepprik te halen. De samenstelling van de nieuwe vaccins wordt gecoördineerd door de wereldgezondheidsorganisatie. Ze zijn werkzaam tegen de virussen waarvan men vermoedt dat ze het volgende jaar zullen toeslaan. Verstrekking van vaccins is in Nederland gratis voor mensen in risicogroepen, dat wil zeggen mensen voor wie het doormaken van een echte griep met een sterk verhoogd risico gepaard gaat.

Risicogroepen

  • personen van 60 jaar en ouder
  • mensen die een hartaanval gehad hebben, die hartklachten hebben (zoals hartritmestoornissen), of bepaalde hartoperaties hebben ondergaan
  • mensen met astma, COPD of longemfyseem
  • diabetespatiënten
  • in geval van nierziekte (niet nierstenen)
  • personen met steenpuisten, evenals hun gezinsleden
  • mensen die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan
  • mensen die door HIV zijn geïnfecteerd
  • mensen met een verminderde afweer, bijvoorbeeld door bepaalde hematologische kankers, cytostatica of bestraling
  • kinderen die langdurig aspirine en aanverwante salicylaten gebruiken
  • verstandelijk gehandicapten die in een instelling voor verstandelijk gehandicapten verblijven

Deze personen krijgen meestal in oktober een uitnodiging van de huisarts om de griepprik te komen halen.

Diagnose

De diagnose griep wordt veelal op basis van de klinische symptomen en de voorgeschiedenis gesteld. Eventueel is het mogelijk aan de hand van een uitstrijkje neus- of keelslijmvlies het virus zelf op te sporen en de diagnose te bevestigen.

Behandeling

Over het algemeen houden mensen geen restschade over aan het doormaken van de griep. Daarnaast is het meestal een 'self-limiting' infectie waar het immuunsysteem van het lichaam uiteindelijk zelf de oplossing voor vindt. Er is dus normaliter geen behandeling nodig, behalve dan uitzieken. In uitzonderingsgevallen kan het nodig zijn om toch te behandelen. Met name bij immuungecompromitteerde mensen, zoals patiënten die immuunsuppressiva slikken of patiënten met AIDS, kan het immuunsysteem niet opgewassen zijn tegen de infectie. Er kan dan behandeld worden met antivirale middelen.

Antivirale middelen :

Zie ook

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. 1,0 1,1 Landelijke Informatiestructuur Infectieziektenbestrijding
  2. º Eccles R. Understanding the symptoms of the common cold and influenza. Lancet Infect Dis. 2005;5:718-25
  3. 3,0 3,1 3,2 Hampson AW, Mackenzie JS. The influenza viruses. Med J Aust. 2006;185:S39-43.
  4. 4,0 4,1 Olsen B et al. Global patterns of influenza a virus in wild birds. Science. 2006;312:384-8.
  5. º Lofgren E et al. Influenza seasonality: underlying causes and modeling theories. J Virol. 2007;81:5429-36.
  6. 6,0 6,1 6,2 6,3 Lipatov AS et al.Influenza: emergence and control. J Virol. 2004;78:8951-9.
  7. º World Health Organization. Cumulative number of confirmed human cases of avian influenza A/(H5N1) reported to WHO. 16 October 2006.
  8. º Chen H, Smith GJ, Li KS, et al. Establishment of multiple sublineages of H5N1 influenza virus in Asia: implications for pandemic control. Proc Natl Acad Sci U S A 2006; 103: 2845-2850
  9. º Ellis T et al. Use of avian influenza vaccination in Hong Kong. Dev. Biol.2006 124:133–143.
  10. º Sims L. Avian influenza in Hong Kong 1997–2002. Avian Dis.2003 47:832–838
rel=nofollow
rel=nofollow