Gebruiker:O/Aardappelen (kaartspel)

Aardappelen is een Antwerps kaartspel dat met 4 personen wordt gespeeld. Het spel bestaat uit twee rondes. Een eerste ronde heeft als doel zoveel mogelijk kaarten (aardappelen) te verzamelen die kunnen worden gebruikt in de tweede ronde (het finalespel). Het werd bedacht en uitgewerkt door VN, TVM, HVM & GD.

Spelregels

Het spel wordt gespeeld met 52 speelkaarten van een pak kaarten zonder jokers. De laagste kaart is de 1 en de hoogste is de heer

De eerste ronde

In de eerste ronde is het de bedoeling om zo veel mogelijk kaarten te verzamelen door spelletjes te winnen. Een spelletje wordt als volgt gespeeld:

De deler verdeelt eerst vier willekeurige kaarten aan de vier deelnemers. De speler links van de deler dient als eerste te melden of hij een hoge of een lage kaart bezit. De kaarten mogen niet worden getoond aan de deelnemers. Dit blijft zich herhalen tot het de beurt is aan de deler. De deler zelf dient dit niet te doen.

Vervolgens deelt de deler opnieuw vier willekeurige kaarten aan de vier deelnemers. Nu mogen de deelnemers geen melding maken of zijn een hoge of een lage kaart hebben gekregen.

Momenteel zijn er 8 kaarten in het spel. De deler dient nu te beslissen met wie hij/zij een team wilt vormen (een zogenaamde puree). Hij/zij kiest op basis van de kaarten die hij zelf bezit en de info die er in de eerste stap is verschaft een teamgenoot. Te samen zullen zij een hoge puree of een lage puree vormen. Een hoge puree betekent dat de het hoogste totaal wint; een lage puree houdt in dat het laagste totaal wint.

Wanneer een team (een puree) is gevormd, leggen de deler en zijn teamgenoot beide één kaart op tafel. De andere twee deelnemers doen hetzelfde.

Wanneer er voor een lage puree is gekozen, zal het team waarvan de som van de kaarten het laagst is het spel winnen. Indien voor een hoge puree is gekozen, zal het team waarvan de som van de kaarten het hoogste is het spel winnen. Indien de som gelijk is, worden de resterende kaarten die de deelnemers nog in de hand hebben bij in het spel betrokken om het winnende team te bepalen.

Nu een winnend team bekend is, mogen zij de kaarten bijhouden voor het finalespel. De deelnemer die het dichts bij de deler zit (kloksgewijs), mag kiezen welke kaarten hij/zij wilt bijhouden. Deze van het winnende team of deze van het verliezende team.

Dit bovenste herhaalt zicht tot er nog maar 4 kaarten over zijn in het kaartspel. Deze laatste vier kaarten worden opnieuw verdeeld onder de vier deelnemers. Nu wordt de hoogte/laagte van de kaart niet gemeld aan de overige deelnemers. De deler kiest meteen een teamgenoot om een puree mee te vormen. Dit is ook meteen zijn teamgenoot voor het finalespel.

Het finalespel

In het finalespel is het de bedoeling om als team (puree) om ter eerst 3 slagen te halen. Elke speler heeft een aantal kaarten (aardappelen) gewonnen in het eerste spel die hiervoor worden gebruikt. Het finalespel gaat als volgt:

De teams werden bepaald in de laatste beurt van de vorige ronde. Het team dat heeft verloren, mag als eerste beginnen en bepalen of er om een lage puree of hoge puree wordt gespeeld. Het team mag in een dergelijke discussie enkel de woorden “hoog” en/of “laag” gebruiken. Een lage puree betekent opnieuw dat het laagste totaal wint, een hoge puree betekent dat het hoogste totaal wint.

Het beginnende team leg als eerste twee kaarten (beide één kaart). Bij een hoge puree is het doel een zo hoog mogelijke som te behalen, bij een lage puree is het de bedoeling een zo laag mogelijke som te bekomen. Het team met de hoogste/laagste som, wint de slag.

Nadat het beginnende team de eerste twee kaarten legt, mag het tweede team hetzelfde doen. Het moet hierbij proberen een som te bekomen die gelijk is of lager/hoger dan de som van de tegenpartij.

Een binnen een team mag een speler altijd een eigen kaart gebruiken om deze op de kaart van de teamgenoot te leggen, indien men hierdoor een hogere/lagere som kan bereiken.

Bij een gelijke som, worden de kaarten uit het spel gehaald en start de slag opnieuw.