Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dekzandrug

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een dekzandrug is een opgestoven hoogte van dekzand. Het merendeel van deze hoogtes zijn ontstaan in de laatste ijstijd, het Weichselien (oud dekzand) en vaak nog wat verstoven aan het einde van de laatste ijstijd (jong dekzand). Wanneer dekzand in de historische periode (veelal in de Middeleeuwen) is verstoven, spreken we van stuifzand.

Vorming in de ijstijd

Het wijdverspreid voorkomen van dekzand in Nederland, Duitsland en de bodem van de Noordzee, hangt samen met het klimaat en de hydrologie in de laatste ijstijd. Er was schrale begroeiing in de laatste ijstijd (poolwoestijn, toendra). De ondergrond was toentertijd bevroren (permafrost), wat zorgde voor slechte afwatering van het vele sneeuwsmeltwater in de lente en grote zandbanken in beken en riviertjes. Over de met zeeijs bedekte noordelijke Atlantische Oceaan, de ijskappen van Schotland en Scandinavië en het omringende laagland woeien krachtige winden.

Dekzandruggen zijn langgerekt (km-lang, 100-m breed). Het dekzand reikt er tot enkele meters hoger dan de omgeving. Vaak zijn (aaneengeschakelde) paraboolvormen binnen de dekzandrug te herkennen. Dit geeft een indicatie voor de overheersende windrichting in de tijd van de vorming (veelal uit het noordwesten en zuidwesten). Met de klimaatsverbetering aan het begin van het Holoceen kwam vegetatie terug en verwaaide het dekzand niet langer en werd het windgegeselde landschap van de ijsstijd vastgelegd.

Begroeiing en bewoning na de ijstijd

De dekzanden zijn vrij arm (kalkloos) en daardoor ontwikkelden zich dunne Podzol-bodems in de begroeide dekzandruggen. Sinds de Bronstijd werden de dekzandgebieden vrijwel overal wel voor landbouw gebruikt - soms was dit roofbouw en bleven na enkele oogsten kale zand-akkers over die daarna verstoven. In oost en zuid Nederland liggen veel oude essen boven op dekzandruggen: dit zijn akkers die eeuwenlang ingebruik zijn gebleven en met mest werden opgehoogd. Archeologisch onderzoek richt zich vaak op de flanken van dekzandruggen omdat de mensen daar veelal woonden (akkers boven op de rug, weilanden langs beekjes tussen de ruggen - wonen er tussen in) en de bovengrond er vaak wat dikker is dan op de top en dus minder verstoord. Ook in nat West- en Noord-Nederland komt dekzand op enige diepte in de ondergrond voor ('overal waar geen rivieren of beken lagen'), vaak begraven door veen, rivierklei en zeeklei.

Zie ook