Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Watersnood van 1861: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(stukje herschrijven)
Regel 23: Regel 23:
In de hervormde kerk te Rossum vonden veel mensen een onderkomen. Velen vluchtten naar de stad Zaltbommel. Indien de dijken in Brakel en Zuilichem het niet hadden begeven, dan zou de stad [[Zaltbommel (stad)|Zaltbommel]] er door geteisterd zijn geweest. Het kwelwater stroomde er reeds door de straten. In de Sint-Maartenkerk begonnen graven te verzakken door het water. Nu werd Zaltbommel een opvangcentrum voor de vele vluchtelingen uit de Bommelerwaard.
In de hervormde kerk te Rossum vonden veel mensen een onderkomen. Velen vluchtten naar de stad Zaltbommel. Indien de dijken in Brakel en Zuilichem het niet hadden begeven, dan zou de stad [[Zaltbommel (stad)|Zaltbommel]] er door geteisterd zijn geweest. Het kwelwater stroomde er reeds door de straten. In de Sint-Maartenkerk begonnen graven te verzakken door het water. Nu werd Zaltbommel een opvangcentrum voor de vele vluchtelingen uit de Bommelerwaard.


Door de aanhoudende vorst waren het overstroomde land en de rivieren begaanbaar. Spoedig maakte men van Nederhemert naar Heusden een pad over het ijs. Over deze verkregen ''weg'' werd voedsel voor mens en dier aangevoerd, waardoor enige verlichting in de nood werd verkregen. Ook in de dorpen [[Andel (Nederland)|Andel]], [[Veen (Aalburg)|Veen]] en [[Wijk en Aalburg]] begon men zich zorgen te maken over een overstroming. Op vele plaatsen begon men bekistingen te maken om het water te keren. Men vreesde dat het water nog hoger zou komen, maar deze dorpen zijn voor een overstroming gespaard gebleven.
Door de aanhoudende vorst waren het overstroomde land en de rivieren begaanbaar. Spoedig maakte men van Nederhemert naar Heusden een pad over het ijs. Over deze verkregen ''weg'' werd voedsel voor mens en dier aangevoerd, waardoor de nood iets lichter werd. Ook in de dorpen [[Andel (Nederland)|Andel]], [[Veen (Aalburg)|Veen]] en [[Wijk en Aalburg]] begon men zich zorgen te maken over een overstroming. Op veel plaatsen werd begonnen met het maken van bekistingen om het water te keren. Men vreesde dat het water nog hoger zou komen, maar deze dorpen is uiteindelijk een overstroming bespaard gebleven.


De dorpen [[Bruchem]] en [[Kerkwijk]] hebben bijzonder veel te lijden gehad van de watervloed. Het hoge koor van de Nederlands hervormde kerk te Kerkwijk stond geheel onder water. Een boer zag over het ijs gaande 25 stuks vee onder zijn voeten verdronken liggen. Het vee kon niet weg komen vanwege het ijs. De bewoners van deze dorpen konden met veel gevaar zich redden. Allen moesten over het ijs heen een goed heenkomen zoeken. Naar de dijk vluchten kon hier niet, aangezien hier geen dijken zijn. Mensen stierven, door de koude bevangen.
De dorpen [[Bruchem]] en [[Kerkwijk]] hebben bijzonder veel te lijden gehad van de watervloed. Het hoge koor van de Nederlands hervormde kerk te Kerkwijk stond geheel onder water. Een boer zag over het ijs gaande 25 stuks vee onder zijn voeten verdronken liggen. Het vee kon niet weg komen vanwege het ijs. De bewoners van deze dorpen konden met veel gevaar zich redden. Allen moesten over het ijs heen een goed heenkomen zoeken. Naar de dijk vluchten kon hier niet, aangezien hier geen dijken zijn. Mensen stierven, door de koude bevangen.

Versie van 8 apr 2016 19:56

rel=nofollow

In januari 1861 overstroomden bij een watersnood grote delen van de Betuwe. Er waren een aantal dijken dijkdoorgebroken, onder andere bij Zuilichem in de Bommelerwaard. In totaal verdronken er 37 mensen.

Verloop

Omstreeks 1860 werd er na een koude periode voor het eerst drijfijs gezien op de Waal. Bij het dorp Vuren ontstond een ijsdam in deze rivier, waardoor het waterpeil begon te stijgen. Op donderdag 3 januari 1861 groeide de ongerustheid bij de bevolking over het nog steeds wassende water. In de nacht van zaterdag 5 januari, omstreeks 4 uur, ontstond er een doorbraak in de Waaldijk te Brakel nabij de korenmolen, waarna de Bommelerwaard volliep met ijs en water dat binnenkwam door de ruim 175 meter brede opening.

Het westelijk deel der Bommelerwaard liep onder water. In Brakel werden ongeveer 20 huizen dadelijk door het water verzwolgen. In Poederoijen bleef vrijwel geen enkel huis droog. Het huis van de toenmalige heer van Poederoijen diende als toevluchtsoord. Ongeveer 70 inwoners, die verder al hun bezittingen kwijt waren, vonden er een tijdelijk onderkomen.

In de nacht van zondag 6 op maandag 7 januari begaf ook de dijk te Zuilichem het, waarna het water tussen Zuilichem en Nieuwaal ongehinderd de rest van de Bommelerwaard in kon stromen. De Tielerwaard was gered, aangezien hier de dijken op sommige plaatsen zwakke plekken gingen vertonen. Doordat de Waaldijk op veel plekken scheuren ging vertonen achtte de bevolking de dijk als toevluchtsoord ook niet meer veilig. Men vluchtte naar de pastorie te Zuilichem, maar deze plek werd snel weer verlaten omdat het water aan weerszijden van dit huis over de dijk liep. De vloer in de gang begon te verzakken, waardoor ook dit huis ten prooi aan het water leek te vallen. Iedereen dacht enkel aan eigen lijfsbehoud. Tussen de twee openingen in de dijk lagen enkele boerderijen, maar het was onmogelijk deze te naderen.

Behalve in Brakel, Zuilichem en Poederoijen, was ook in het dorp Aalst de toestand ernstig door de watervloed. Het water liep hier maandagmorgen 7 januari over de dijk de huizen binnen. Het waterpeil bleef elk uur stijgen. In korte tijd stak alleen het dak van de polderwoningen nog boven water. Het vee raakte los en liep over de dijk tussen het huisraad en wat de arme bewoners in de haast nog hadden kunnen redden.

De dorpen Nederhemert, Well, Ammerzoden, Hedel, Rossum, en Gameren zijn wel langs dijken gebouwd, doch veel huizen waren toen al in de dorpspolders gebouwd. Dit had tot gevolg dat vele huizen geheel onder water kwamen te staan. Vele bewoners konden zich nog bijtijds in veiligheid stellen. Door het strenge vriesweer, kon men personen tussen de daken over de ijsschotsen zien lopen.

In de hervormde kerk te Rossum vonden veel mensen een onderkomen. Velen vluchtten naar de stad Zaltbommel. Indien de dijken in Brakel en Zuilichem het niet hadden begeven, dan zou de stad Zaltbommel er door geteisterd zijn geweest. Het kwelwater stroomde er reeds door de straten. In de Sint-Maartenkerk begonnen graven te verzakken door het water. Nu werd Zaltbommel een opvangcentrum voor de vele vluchtelingen uit de Bommelerwaard.

Door de aanhoudende vorst waren het overstroomde land en de rivieren begaanbaar. Spoedig maakte men van Nederhemert naar Heusden een pad over het ijs. Over deze verkregen weg werd voedsel voor mens en dier aangevoerd, waardoor de nood iets lichter werd. Ook in de dorpen Andel, Veen en Wijk en Aalburg begon men zich zorgen te maken over een overstroming. Op veel plaatsen werd begonnen met het maken van bekistingen om het water te keren. Men vreesde dat het water nog hoger zou komen, maar deze dorpen is uiteindelijk een overstroming bespaard gebleven.

De dorpen Bruchem en Kerkwijk hebben bijzonder veel te lijden gehad van de watervloed. Het hoge koor van de Nederlands hervormde kerk te Kerkwijk stond geheel onder water. Een boer zag over het ijs gaande 25 stuks vee onder zijn voeten verdronken liggen. Het vee kon niet weg komen vanwege het ijs. De bewoners van deze dorpen konden met veel gevaar zich redden. Allen moesten over het ijs heen een goed heenkomen zoeken. Naar de dijk vluchten kon hier niet, aangezien hier geen dijken zijn. Mensen stierven, door de koude bevangen.

De Bommelerwaard was een barre ijswoestijn geworden. Men zag niets anders dan ijs en een strak blauwe lucht, terwijl hier en daar enkele daken boven het ijs uitstaken. Deze toestand duurde tot eind januari, toen de dooi begon in te zetten. Spoedig daarop kon men beginnen met het herstel van de dijken.

Externe link

q2326468) op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronvermelding

rel=nofollow
rel=nofollow