Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Marten Rudelsheim: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(+)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:
Rudelsheim studeerde aan de [[Universiteit van Gent]] en doctoreerde in de [[Germaanse talen|Germaanse]] [[filologie]]. In [[1898]] verkreeg hij de [[België|Belgische]] nationaliteit.<ref>http://www.jodeninnederland.nl/id/P-1846</ref> In [[1900]] kreeg hij een betrekking bij de [[Stadsbibliotheek Antwerpen|Stadsbibliotheek van Antwerpen]]. Daar werd hij al spoedig benoemd tot hulpbibliothecaris.
Rudelsheim studeerde aan de [[Universiteit van Gent]] en doctoreerde in de [[Germaanse talen|Germaanse]] [[filologie]]. In [[1898]] verkreeg hij de [[België|Belgische]] nationaliteit.<ref>http://www.jodeninnederland.nl/id/P-1846</ref> In [[1900]] kreeg hij een betrekking bij de [[Stadsbibliotheek Antwerpen|Stadsbibliotheek van Antwerpen]]. Daar werd hij al spoedig benoemd tot hulpbibliothecaris.


Hij werd commissievoorzitter van de afdeling hoger onderwijs van het [[Algemeen-Nederlands Verbond|Algemeen Nederlandsch Verbond]] (tak Antwerpen).<ref>Het Volk – Christen werkmansblad}}, 10 september 1916, [https://hetarchief.be/nl/media/het-volk-christen-werkmansblad/O1jZ9uOGShJZqFNocJbESwZY?search=rudelsheim Manifest van den Hoogeschoolbond]</ref>
Hij werd commissievoorzitter van de afdeling hoger onderwijs van het [[Algemeen-Nederlands Verbond|Algemeen Nederlandsch Verbond]] (tak Antwerpen).<ref>{{ts.|Het Volk}} – Christen werkmansblad, 10 september 1916, [https://hetarchief.be/nl/media/het-volk-christen-werkmansblad/O1jZ9uOGShJZqFNocJbESwZY?search=rudelsheim Manifest van den Hoogeschoolbond]</ref>


Samen met S. Samson, eveneens een flamingant van joodse afstamming, richtte hij in 1910 in [[Antwerpen (stad) |Antwerpen]] de eerste volledig Nederlandstalige school voor secundair onderwijs in België op. Hij was secretaris van de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie<ref>{{ts. |Ons Land}}, 3 september 1916, [https://hetarchief.be/nl/media/ons-land/t1ELpRSGCJrPlU3ZSKPwKcX0?search=rudelsheim Intellektueel Vlaanderen begroet de Vlaamsche Hoogeschool]</ref> (opgeheven in 1914).
Samen met S. Samson, eveneens een flamingant van joodse afstamming, richtte hij in 1910 in [[Antwerpen (stad) |Antwerpen]] de eerste volledig Nederlandstalige school voor secundair onderwijs in België op. Hij was secretaris van de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie<ref>{{ts.|Ons Land}}, 3 september 1916, [https://hetarchief.be/nl/media/ons-land/t1ELpRSGCJrPlU3ZSKPwKcX0?search=rudelsheim Intellektueel Vlaanderen begroet de Vlaamsche Hoogeschool]</ref> (opgeheven in 1914).


Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] koos Rudelsheim met Samson de zijde van de activisten, die hoopten met de steun van de Duitse bezetter een Vlaamse staat te kunnen stichten. Rudelsheim werd een lid van de [[Raad van Vlaanderen]]. Hij was een voorstander van het invoeren van het Nederlands als voertaal aan de Universiteit van Gent. Hij stichtte in november 1917 de Volkshogeschool in de gebouwen van het Atheneum, met Jozef Van den Reeck (de vader van [[Herman Van den Reeck|Herman]])<ref>http://anet.be/record/isaarlh/au::24966/N</ref> als secretaris… en was tijdens de oorlog correspondent van de ''Nieuwe Courant''.<ref>{{ts.|Belgisch Dagblad}}, 19 december 1918,[https://hetarchief.be/nl/media/belgisch-dagblad/N2RVRFWdWPnRd5gdV57TV3a8?search=rudelsheim De jacht op activisten]</ref>
Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] koos Rudelsheim met Samson de zijde van de activisten, die hoopten met de steun van de Duitse bezetter een Vlaamse staat te kunnen stichten. Rudelsheim werd een lid van de [[Raad van Vlaanderen]]. Hij was een voorstander van het invoeren van het Nederlands als voertaal aan de Universiteit van Gent. Hij stichtte in november 1917 de Volkshogeschool in de gebouwen van het Atheneum, met Jozef Van den Reeck (de vader van [[Herman Van den Reeck|Herman]])<ref>http://anet.be/record/isaarlh/au::24966/N</ref> als secretaris… en was tijdens de oorlog correspondent van de ''Nieuwe Courant''.<ref>{{ts.|Belgisch Dagblad}}, 19 december 1918, [https://hetarchief.be/nl/media/belgisch-dagblad/N2RVRFWdWPnRd5gdV57TV3a8?search=rudelsheim De jacht op activisten]</ref>


Na de oorlog maakte de [[repressie]] geen uitzonderingen voor personen van Joodse afstamming. Net als andere activisten of hun sympathisanten, zoals de hoofdbibliothecaris [[Emanuel De Bom]], werd hij in december 1918 uit de Stadsbibliotheek verwijderd, en in februari 1919 uit zijn ambt ontslagen.
Na de oorlog maakte de [[repressie]] geen uitzonderingen voor personen van Joodse afstamming. Net als andere activisten of hun sympathisanten, zoals de hoofdbibliothecaris [[Emanuel De Bom]], werd hij in december 1918 uit de Stadsbibliotheek verwijderd, en in februari 1919 uit zijn ambt ontslagen.
Regel 50: Regel 50:
:''Uw naam, o Rüdelsheim, zal Dietschland nooit vergeten.''<ref name ="René De Clercq">[[René De Clercq]], ''De Noodhoorn''. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.; ''De Noodhoorn''. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.; ''De Noodhoorn'' uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p. [http://www.renedeclercq.be/TER%20NAGEDACHTENIS%20VAN%20DR,%20MARTEN%20RUDELSHEIM.htm (gedicht online)]</ref>
:''Uw naam, o Rüdelsheim, zal Dietschland nooit vergeten.''<ref name ="René De Clercq">[[René De Clercq]], ''De Noodhoorn''. Tweede uitgave, Tielt en Amsterdam 1927, 98 p.; ''De Noodhoorn''. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.; ''De Noodhoorn'' uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p. [http://www.renedeclercq.be/TER%20NAGEDACHTENIS%20VAN%20DR,%20MARTEN%20RUDELSHEIM.htm (gedicht online)]</ref>
==Verwijzingen==
==Verwijzingen==
<references/>
{{reflist}}
* [http://www.dbnl.org/tekst/_ver016197101_01/_ver016197101_01_0008.php Uit Groot-Mokum gewerd ons een offervaardig Flamingant, Marten Rudelsheim: Amsterdam 1873 – Antwerpen 1920 door Ger Schmook Lid van de Academie] in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1971
* [http://www.dbnl.org/tekst/_ver016197101_01/_ver016197101_01_0008.php Uit Groot-Mokum gewerd ons een offervaardig Flamingant, Marten Rudelsheim: Amsterdam 1873 – Antwerpen 1920 door Ger Schmook Lid van de Academie] in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1971
----
* http://www.jodeninnederland.nl/id/P-1846
{{Authority control|TYPE=p|ISAAR=au::16166|DBNL=rude001 |Wikidata=Q2047371|VIAF=308698921 |BPN=26818424}}
{{Authority control|TYPE=p|ISAAR=au::16166|DBNL=rude001 |Wikidata=Q2047371|VIAF=308698921 |BPN=26818424}}
{{DEFAULTSORT:Rudelsheim, Marten}}
{{DEFAULTSORT:Rudelsheim, Marten}}

Versie van 11 feb 2018 19:58

Marten Rudelsheim (Amsterdam, 25 april 1873Antwerpen, 10 september 1920) was een Vlaams publicist.

Leven

Rudelsheim werd geboren in Amsterdam als zoon van een Joodse vader: Bernard Rudelsheim (1837–1897), winkelier, en een Nederlandse moeder: Grietje Bierman (1838–), gehuwd in 1872.

Toen hij twaalf jaar was, vestigde het gezin zich in Antwerpen.

Na de lagere school in de Albertstraat ging hij, met een studiebeurs van het ’Duitsch Israëlitisch Comiteit’[1] naar het Koninklijk Atheneum, waar zijn Vlaamsgezindheid vorm kreeg.

Na kort te hebben gewerkt aan de scheepstimmerwerven van Cockerill in Hoboken, besloot hij toch maar verder te studeren.[1]

Rudelsheim studeerde aan de Universiteit van Gent en doctoreerde in de Germaanse filologie. In 1898 verkreeg hij de Belgische nationaliteit.[2] In 1900 kreeg hij een betrekking bij de Stadsbibliotheek van Antwerpen. Daar werd hij al spoedig benoemd tot hulpbibliothecaris.

Hij werd commissievoorzitter van de afdeling hoger onderwijs van het Algemeen Nederlandsch Verbond (tak Antwerpen).[3]

Samen met S. Samson, eveneens een flamingant van joodse afstamming, richtte hij in 1910 in Antwerpen de eerste volledig Nederlandstalige school voor secundair onderwijs in België op. Hij was secretaris van de Vlaamsche Hoogeschool-Commissie[4] (opgeheven in 1914).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog koos Rudelsheim met Samson de zijde van de activisten, die hoopten met de steun van de Duitse bezetter een Vlaamse staat te kunnen stichten. Rudelsheim werd een lid van de Raad van Vlaanderen. Hij was een voorstander van het invoeren van het Nederlands als voertaal aan de Universiteit van Gent. Hij stichtte in november 1917 de Volkshogeschool in de gebouwen van het Atheneum, met Jozef Van den Reeck (de vader van Herman)[5] als secretaris… en was tijdens de oorlog correspondent van de Nieuwe Courant.[6]

Na de oorlog maakte de repressie geen uitzonderingen voor personen van Joodse afstamming. Net als andere activisten of hun sympathisanten, zoals de hoofdbibliothecaris Emanuel De Bom, werd hij in december 1918 uit de Stadsbibliotheek verwijderd, en in februari 1919 uit zijn ambt ontslagen.

Rudelsheim werd veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Hij overleed in Antwerpen in de gevangenis in de Begijnenstraat. Vervolgens werd hij door Vlaams-nationalisten als held en martelaar beschouwd.

Hij lag begraven op het Schoonselhof op perk W. Het graf werd in 1997 geruimd.[7]

Familie

Hij trouwde op 17 december 1902 in Elsene met Alexandria Theodora Hanna Leon (1879–1914). Zij hadden een dochter.

Erkenningen

René De Clercq wijdde een gedicht aan hem:

Ter nagedachtenis van Dr. Marten Rüdelsheim
Mij, kranken banneling, valt het nieuws op ’t lijdensbed,
Dat Rüdelsheim in staatsgevang gestorven is,
Voor Vlaanderen. Helaas, zoo zullen velen sterven;
En telkens wordt ons arme Vlaandren rijk begraven.
O edele man, zoo fijn bezield met sterke gaven,
Bewonderd heb ik u ten Raad wel honderdwerven.
Gij spraakt, en wat in Holland onbedorven is,
De Liefde tot het Recht, was u de hoogste wet.
Tot voor uw rechters hebt gij kloek den eed herhaald
Voor Vlaanderens zelfstandigheid. Daar voelden wij
Eén man, eén woord, eén ziel, eén vrijheid, eén geweten.
O Martelaren, over uwe graven straalt
Het eerste nieuwe licht. Door u wordt Vlaandren vrij.
Uw naam, o Rüdelsheim, zal Dietschland nooit vergeten.[8]

Verwijzingen

rel=nofollow
rel=nofollow