Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Lutherbijbel

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 5 feb 2013 om 21:40 (restjes)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Lutherbijbel is in de eerste plaats de Bijbelvertaling door dr. Maarten Luther en zijn medewerkers, en ook de diverse herdrukken en herzieningen ervan tot op heden.

Voorgeschiedenis

Als reactie op Luthers 95 stellingen dreigde paus Leo X Luther te excommuniceren als hij zijn stellingen niet zou herroepen. Luther verbrandde de pauselijke bul in het openbaar en publiceerde nog meer geschriften waarin hij de vorsten opriep om de kerk te hervormen. In 1521 volgde de excommunicatie door Leo X. Luther wierp tegen dat hij was veroordeeld zonder eerlijk proces, en werd vervolgens naar de Rijksdag te Worms ontboden. Hier werd Luther verhoord door keizer Karel V, de vorsten en de pauselijke nuntius.

Het resultaat was, dat over Luther de rijksban uitgesproken werd en zijn geschriften verboden werden. Luther verkeerde nu in levensgevaar.

Op de terugweg naar Wittenberg werd Luther ontvoerd. Maar de ontvoering was in scène gezet door keurvorst Frederik III van Saksen (’de Wijze’), die Luther zo buiten bereik van zijn vijanden liet brengen. Luther werd overgebracht naar het slot Wartburg, waar hij zijn baard liet groeien en zich Junker Jörg liet noemen.

In de Wartburg werkte Luther aan zijn vertaling.

Uitgaven

In september 1522 werd een eerste uitgave van het Nieuwe Testament gedrukt door Melchior Lotter te Wittenberg: ’het septembertestament’. Hoewel de kostprijs van anderhalve gulden in die tijd heel wat geld was, waren de 3000 gedrukte exemplaren snel uitverkocht en volgde in december al een nieuwe oplage: ’het decembertestament’. In deze tweede druk werden reeds verbeteringen aangebracht.

In oktober 1524 waren de Pentateuch, de historische boeken en de poëtische boeken klaar, in maart 1526 volgden de profetische boeken Jona en Habakuk, en in 1528 Zacharia en Jesaja.

De vertaling van het Nieuwe Testament werd in 1529 grondig herzien, met een definitieve bewerking in 1530. Ook aan het Oude Testament met daartussen de apocriefe boeken werd verder gewerkt en nu ook van kanttekeningen voorzien. In juni 1529 was het boek Wijsheid van Salomo klaar, in april 1530 Daniël. In juni volgde een becommentarieerde versie van Ezechiël 38 en 39. In 1531 werden de Psalmen volledig herwerkt en vorm gegeven.

De Wittenbergse drukker Hans Lufft drukte de boeken van de profeten in maart 1532. In januari 1533 was Jezus Sirach klaar en kort daarop het boek 1 Makkabeeën, dat in de tweede druk vergezeld ging van de toevoegingen aan Daniël: de verhalen over Susanna en over Bel en de draak.

In 1533 werden er voorbereidingen getroffen voor een volledige uitgave, waarin herzieningen zouden worden verwerkt op de vertaling van het Oude Testament (vooral op Genesis). Op de Michaelismesse te Leipzig, een handelsbeurs die in 1534 plaatsvond van 4 tot 11 oktober, werd de volledige uitgave gepresenteerd: 900 foliobladen, in zes delen, elk met een eigen titelpagina en eigen paginanummering: de Pentateuch, de historische boeken, de poëtische boeken, de profeten, apocriefen en het Nieuwe Testament.

De uitgave van 1545 was de laatste waaraan Luther zelf meewerkte.

Tekstuele basis

Luthers Bijbelvertaling was de eerste Duitse Bijbelvertaling die gebaseerd was op de Hebreeuwse en Griekse grondteksten in plaats van op de tekst van de Latijnse Vulgaat. Luther was de eerste die de Griekse tekstuitgave van Erasmus van Rotterdam uit 1519 gebruikte als grondtekst voor een Bijbelvertaling.

Het werd in de Lutherse overlevering sterk beklemtoond dat Luther zich afkeerde van de Latijnse Vulgaat en de Griekse grondtekst begon te gebruiken. Toch is ook de invloed van de Vulgaat merkbaar in Luthers Nieuwe Testament.

In Filippenzen 4:7 (LU) vertaalde hij: „Vnd der friede Gottes / welcher höher ist / denn alle vernunfft / beware ewre hertzen vnd sinne in Christo Jhesu.” (Nederlandse Lutherse vertaling: „En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, beware uwe harten en uwe gedachten in Christus Jezus.”

Deze zegenspreuk is van belang in de evangelisch-lutherse liturgie. Zelfs de moderne herziening van de Duitse Lutherbijbel uit 198 bewaart nog de tekstvorm uit de ouode Vulgaat. „Et pax Dei … custodiat corda vestra” (beware uw harten), terwijl de Nova Vulgata, gecorrigeerd volgens de Griekse tekst, luidt: „… custodiet corda vestra” (zal uw harten bewaren).

Ook bij het vertalen van de Hebreeuwse Bijbel maakte Luther gebruik van de Latijnse Vulgaat en de Septuaginta om de Hebreeuwse tekst te begrijpen.

Werkprocedure

Johannes Mathesius, een tijdgenoot van Luther, gaf in een preek rond 1564 de volgende beschrijving van het vertaalproject: Melanchthon bereidde de Septuagintatekst voor, Cruciger de Rabbijnenbijbel van Jakob Ben Chajim, en Bugenhagen de Vulgatatekst. „Daarop stelt deze voorzitter (Luther) een tekst voor en liet de stemmen rondgaan en luistert wat ieder te zeggen heeft”[1] Het ene boek na het andere werd gedurende een jarenlang werk vertaald. Men neemt aan dat er nog meer vakmensen medewerkers waren, bijvoorbeeld ook Caspar Aquila en Jacobus Lobelich senior.

Invloed op de Duitse taal

Reeds voor Luther waren er een aantal Duitse bijbelvertalingen in omloop. Maar dankzij de druktechniek kon Luthers vertaling tegen een betaalbare prijs in grote oplage worden geproduceerd.

Door de grote verspreiding van Luthers Bijbelvertaling was deze van uitzonderlijke betekenis voor de ontwikkeling van de Duitse taal. Heel wat formuleringen werden in het Duits (Nieuwhoogduits) opgenomen.

Luther kwam, terwijl hij als districtsvicaris van zijn kloosterorde onderweg was, in contact met Duitse mystieke geschriften. Hij was erg ingenomen met de prekenverzameling van Johann Tauler. Later vond hij een anoniem boekje „over het volmaakte leven”. Hij zag in deze werken voor het eerst de mogelijkheid om het Duits voor theologische doeleinden te gebruiken. In 1517 publiceerde hij twee theologische geschriften in zijn moedertaal, in 1518 reeds acht. Hij begint steeds vlotter om te gaan met de Duitse taal.

Dit gebeurt ook met de aanlopen die hij neemt voor het vertalen van de Bijbel. In 1517 geeft hij „Zeven Boetepsalmen” uit, een stroeve vertaling met latinismen in de zinsbouw.

Vertalers zagen het in die tijd als hun plicht om zoveel mogelijk woord voor woord te vertalen. Ook Luther stond oorspronkelijk op dat standpunt. Maar reeds in 1520 schrijft hij aan Spalatinus dat de vertaler zich vrij moet kunnen bewegen in zijn taal. Hij mag geen „gevangene van de tekst” zijn.

Sommige formuleringen uit Luthers vertaling gingen na verloop van tijd een eigen leven leiden als spreekwoorden. Omdat de uitdrukkingen van betekenis veranderden, komen ze soms in de moderne herziene uitgave van de Lutherbijbel niet meer voor.

Tot het verschijnen van de Statenvertaling in 1637 had de Lutherbijbel ook invloed op de ontwikkeling van het Nederlands. De Deux-Aes-vertaling uit 1562 en de reformatorische geschriften die in omloop waren, verrijkten het Nederlands met Duitse leenwoorden, zoals beledigen, beraadslagen, bestendig, bezoedelen, dankoffer, diefstal, evenbeeld, gelukzalig, heersen, heftig, huichelen, nederig, onderrichten, overweldigen en tuchigen.[2] Ook de boektitel hooglied werd bedacht door Luther (Hohelied) (in het Hebreeuws letterlijk Lied der Liederen).

Weblinks

  • Scans van Luthers vertaling van het Nieuwe Testament: uitgave 1522, 1530 online raadpleegbaar
  • (de) Martin Luther, september 1530, Sendbrief vom Dolmetschen Luthers brief waarin hij rekenschap aflegt over zijn vertaalmethode

Verwijzingen en noten

  1. º „Darauf proponieret dieser Präsident (Luther) einen Text und ließ die Stimmen herumgehen und höret, was ein jeder dazu zu reden hätte …”
  2. º Sjabloon:Jan W. de Vries, Roland Willemyns, Peter Burger, Het verhaal van een taal – Negen eeuwen Nederlands, Amsterdam, Prometheus, 1993, 1995. ISBN 90-5333-423-8 p. 248.