Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Franciscus/kladblok 2: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 4: Regel 4:
| naam            = François-Adrien Boieldieu
| naam            = François-Adrien Boieldieu
| afbeelding      = Léo Delibes.jpg
| afbeelding      = Léo Delibes.jpg
| onderschrift    = François-Adrien Boieldieu omtrent 1888, Parijs
| onderschrift    = François-Adrien Boieldieu omstreeks 1888, Parijs
| volledigenaam  = François-Adrien Boieldieu  
| volledigenaam  = François-Adrien Boieldieu  
| handtekening    =  
| handtekening    =  
Regel 53: Regel 53:
  |overlijdensjaar =1834
  |overlijdensjaar =1834
}} was een Franse componist van [[romantische muziek]].  
}} was een Franse componist van [[romantische muziek]].  
 
==Opera==
=François-Adrien Boieldieu=
Boieldieu's vader - Jacques François Adrien Boieldieu - was secretaris bij de aartsbisschop van Rouen, zodat het voor de hand lag, dat François-Adrien van de koorleider Urbain Cornonnier muziekles kreeg. Later kreeg hij ook nog onderricht van de organist Charles Broche van de Kathedraal Notre-Dame te Rouen. 
 
<br/>Boieldieu had al heel jong een grote voorliefde voor de opera. De favoriete opera aan het einde van de achttiende eeuw was in Rouen de ''Opéra Comique''.  
Frans componist. Geboren in Rouen 16 december 1775, gestorven 8 oktober te  Varennes-Jarcy, departement Seine-et-Oise (bij Parijs), 8 oktober 1834)
<br/>Zijn eerste opera's maakte Boieldieu op libretti van zijn vader.  
 
* In 1793 schreef hij: ''La fille coupable'' (Het schuldige meisje), in twee aktes, die op 2 november 1793 in Théâtre des Arts in Rouen in première ging.  
Had les van Urbain Cornonnier en later van de organist Charles Broche van de Kathedraal Notre-Dame te Rouen. Boieldieu's vader - Jacques François Adrien Boieldieu - was secretaris bij de aartsbisschop van Rouen en het is dus niet verwonderlijk, dat François-Adrien van de koorleider muziekles kreeg. Als kind had hij al een grote voorliefde voor de opera. De favoriete opera aan het einde van de achttiende eeuw was in Rouen de opéra comique. De eerste opera's op libretti van zijn vader. Opera's als 1793  La fille coupable (Het schuldige meisje) 2 aktes 2 november 1793, Rouen, Théâtre des arts  Jacques François Adrien Boieldieu  
* In 1795 voltooide hij ''Rosalie et Myrza'' in drie 3 aktes, die op 28 oktober 1795 in Théâtre des Arts in Rouen in première ging.  
1795 Rosalie et Myrza 3 aktes 28 oktober 1795, Rouen, Théâtre des arts  Jacques François Adrien Boieldieu  
==Parijs==
 
Boieldieu reisde naar Parijs waar zijn opera ''Le Calife de Bagdad'' in 1800 een doorslaand succes had. Toch vond hij, dat er nog veel te leren viel over de muziek. Hij werd leerling van [[Luigi Cherubini]] om onder meer [[Contrapunt|contrapunt]] te studeren. Daar werd hij ook bevriend met [[Étienne Nicolas Méhul]] en andere componisten.  
 
<br/>In Parijs schreef hij nog meer opera's. Tot 1831 - dus bijna tot aan zijn dood - bleef Boieldieu opera's schrijven, waaronder uitblinkers als: ''Jean de Paris'' en ''La Dame blanche''.  
Ging naar Parijs waar zijn opera ''Le Calife de Bagdad'' in 1800 een doorslaand succes had. Toch vond Boieldieu dat er nog veel te leren viel over de muziek. Hij werd leerling van [[Luigi Cherubini]] om onder meer [[Contrapunt|contrapunt]] te studeren. Daar werd hij ook bevriend met [[Étienne Nicolas Méhul]] en andere componisten. In Parijs schreef hij nog meer opera's. Tot 1831 - dus bijna tot aan zijn dood - bleef Boieldieu opera's schrijven, waaronder uitblinkers als: ''Jean de Paris'' en ''La Dame blanche''. Hij ontving de Légion d'honneur in 1820.
<br/>Zijn in 1802 gesloten huwelijk met danseres Cotilde Malfreuroy bleek niet erg gelukkig, en hij vertrok in 1803 naar St. Petersburg waar hij in 1804 tot dirigent werd benoemd aan het Tsarenhof. Acht jaar later keerde hij terug naar Parijs, en werd daar in 1817 leraar compositie aan het Conservatoire national supérieur de musique als opvolger van Étienne Nicolas Méhul. In 1820 ontving hij de Légion d'honneur voor zijn verdiensten als componist en docent.
In 1802 Boieldieu married dancer Clotilde Mafleurai. The marriage fell apart after just a few months, and Boieldieu left Paris for Russia in 1803, taking a post as conductor of the Imperial Opera. Boieldieu remained separated from Clotilde until her death in 1827, at which point he married the singer Jeanne Phillis-Bertin, with whom he had been carrying on a long-standing affair.
<br/>Hoewel zijn reputatie grotendeels gebaseerd is op zijn opera's, componeerde Boieldieu ook andere werken. Onder hen was zijn harpconcert in C, geschreven in 1800-1801, dat een van de meesterwerken van het harprepertoire uitmaakt.
 
<br/>Boieldieu leefde verder gescheiden van zijn vrouw Clotilde tot haar dood in 1827, waarna hij trouwde met de zangeres Jeanne Phillis-Bertin, met wie hij al een lang lopende verhouding had gehad. In 1817 werd hij lid van het '''Instituut'''.
<br/>Aangezien hij geregeld ziek was, leefde hij in deze tijd veel in zijn landhuis in Villeneuve-Saint-Georges, in het departement Val-de-Marne en componeerde hij heel weinig.  
<br/>Zijn in 18.. gesloten huwelijk met danseres Cotilde Malfreuroy bleek niet erg gelukkig, en hij vertrok in 1803 naar St. Petersburg waar hij in 1804 tot dirigent werd benoemd aan het Tsarenhof. Acht jaar later keerde hij terug naar Parijs, en werd daar in 1817 leraar compositie aan het Conservatoire national supérieur de musique als opvolger van Étienne Nicolas Méhul.  
==Tegenslag==
Hoewel zijn reputatie grotendeels gebaseerd is op zijn opera's, componeerde Boieldieu ook andere werken. Onder hen was zijn harpconcert in C, geschreven in 1800-1801, dat een van de meesterwerken van het harprepertoire uitmaakt.
Door de Julirevolutie in 1830 verloor Boieldieu in één keer al zijn betrekkingen. De Julirevolutie was een revolutie die door de middenklasse in Frankrijk tegen koning Karel X werd gevoerd.  
 
<br/>Door het bankroet van de Opera Comique en de verbanning van Karel X - van wie hij een toelage had - brachten hem in financiële problemen. Om uit deze misère te komen, kreeg hij van Adolphe Thiers - die premier was in 1836, 1840 en 1848 - een staatspensioen van 6000 francs, wat nu ongeveer € 20.000 zou zijn.   
 
<br/>Korte tijd na zijn financiële en maatschappelijke problemen werd hij ernstig ziek en verloor geleidelijk aan het vermogen om te spreken, ongetwijfeld als gevolg van kanker van het strottenhoofd, en kreeg hij tuberculose, waaraan hij op 8 oktober in 1834 overleed.  
 
<br/>Hij werd vanuit zijn landhuis in Varennes-Jarcy begraven op de begraafplaats '''Père-Lachaise''' in Parijs, maar zijn hart werd op 13 november bijgezet op de monumentale begraafplaats van Rouen in een door de stad aangeboden tombe.  
Omdat hij ziek was leefde hij in deze tijd veel in zijn landhuis in Villeneuve-Saint-Georges, in het departement Val-de-Marne en componeerde hij heel weinig. in 1817 Lid van het Instituut.
==Nageslacht==
Door de Julirevolutie verloor Boieldieu al zijn betrekkingen. De Julirevolutie was een revolutie die in 1830 door de middenklasse in Frankrijk tegen koning Karel X werd gevoerd.  
Zijn zoon Adrien (1816-1883), opgeleid aan het conservatorium onder zijn vader, was ook een componist. Zijn kleindochter, de pianiste Louise Boieldieu, dochter van Adrien Boieldieu en Fanny Defourneaux, trouwde met de componist Émile Durand. Émile Durand (16 February 1830 – 7 May 1903) was een muziekwetenschapper, docent en componist. Hij kreeg meer bekendheid door zijn publicaties dan door zijn als composities.
Bankroet van de Opera Comique en de verbanning van Karel X - van wie hij een toelage had - brachten hem in financiële problemen. Om uit deze misère te komen kreeg hij van Adolphe Thiers - die premier was in 1836, 1840 en 1848 - een staatspensioen van 6000 francs.   
He gradually lost the ability to speak, no doubt due to cancer of the larynx.
Daarop werd hij erg ziek en kreeg hij tuberculose, waaraan hij op 8 oktober in 1834 overleed. Hij werd vanuit zijn landhuis in Varennes-Jarcy begraven op de begraafplaats Père-Lachaise in Parijs en zijn hart werd op 13 november bijgezet op de monumentale begraafplaats van Rouen in een door de stad aangeboden tombe.  
 
Zijn zoon Adrien (1816-1883), opgeleid aan het conservatorium onder zijn vader, was ook een componist.Zijn kleindochter, de pianiste Louise Boieldieu, dochter van Adrien Boieldieu en Fanny Defourneaux, trouwde met de componist Émile Durand. Émile Durand (16 February 1830 – 7 May 1903) was een muziekwetenschapper, docent en componist. Hij kreeg meer bekendheid door zijn publicaties dan door zijn als componsities.

Versie van 7 feb 2019 17:26

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.

François-Adrien Boieldieu

rel=nofollow

François-Adrien Boieldieu (Rouen, 16 december 1775Varennes-Jarcy, departement Seine-et-Oise (bij Parijs),, 8 oktober 1834) was een Franse componist van romantische muziek.

Opera

Boieldieu's vader - Jacques François Adrien Boieldieu - was secretaris bij de aartsbisschop van Rouen, zodat het voor de hand lag, dat François-Adrien van de koorleider Urbain Cornonnier muziekles kreeg. Later kreeg hij ook nog onderricht van de organist Charles Broche van de Kathedraal Notre-Dame te Rouen.
Boieldieu had al heel jong een grote voorliefde voor de opera. De favoriete opera aan het einde van de achttiende eeuw was in Rouen de Opéra Comique.
Zijn eerste opera's maakte Boieldieu op libretti van zijn vader.

  • In 1793 schreef hij: La fille coupable (Het schuldige meisje), in twee aktes, die op 2 november 1793 in Théâtre des Arts in Rouen in première ging.
  • In 1795 voltooide hij Rosalie et Myrza in drie 3 aktes, die op 28 oktober 1795 in Théâtre des Arts in Rouen in première ging.

Parijs

Boieldieu reisde naar Parijs waar zijn opera Le Calife de Bagdad in 1800 een doorslaand succes had. Toch vond hij, dat er nog veel te leren viel over de muziek. Hij werd leerling van Luigi Cherubini om onder meer contrapunt te studeren. Daar werd hij ook bevriend met Étienne Nicolas Méhul en andere componisten.
In Parijs schreef hij nog meer opera's. Tot 1831 - dus bijna tot aan zijn dood - bleef Boieldieu opera's schrijven, waaronder uitblinkers als: Jean de Paris en La Dame blanche.
Zijn in 1802 gesloten huwelijk met danseres Cotilde Malfreuroy bleek niet erg gelukkig, en hij vertrok in 1803 naar St. Petersburg waar hij in 1804 tot dirigent werd benoemd aan het Tsarenhof. Acht jaar later keerde hij terug naar Parijs, en werd daar in 1817 leraar compositie aan het Conservatoire national supérieur de musique als opvolger van Étienne Nicolas Méhul. In 1820 ontving hij de Légion d'honneur voor zijn verdiensten als componist en docent.
Hoewel zijn reputatie grotendeels gebaseerd is op zijn opera's, componeerde Boieldieu ook andere werken. Onder hen was zijn harpconcert in C, geschreven in 1800-1801, dat een van de meesterwerken van het harprepertoire uitmaakt.
Boieldieu leefde verder gescheiden van zijn vrouw Clotilde tot haar dood in 1827, waarna hij trouwde met de zangeres Jeanne Phillis-Bertin, met wie hij al een lang lopende verhouding had gehad. In 1817 werd hij lid van het Instituut.
Aangezien hij geregeld ziek was, leefde hij in deze tijd veel in zijn landhuis in Villeneuve-Saint-Georges, in het departement Val-de-Marne en componeerde hij heel weinig.

Tegenslag

Door de Julirevolutie in 1830 verloor Boieldieu in één keer al zijn betrekkingen. De Julirevolutie was een revolutie die door de middenklasse in Frankrijk tegen koning Karel X werd gevoerd.
Door het bankroet van de Opera Comique en de verbanning van Karel X - van wie hij een toelage had - brachten hem in financiële problemen. Om uit deze misère te komen, kreeg hij van Adolphe Thiers - die premier was in 1836, 1840 en 1848 - een staatspensioen van 6000 francs, wat nu ongeveer € 20.000 zou zijn.
Korte tijd na zijn financiële en maatschappelijke problemen werd hij ernstig ziek en verloor geleidelijk aan het vermogen om te spreken, ongetwijfeld als gevolg van kanker van het strottenhoofd, en kreeg hij tuberculose, waaraan hij op 8 oktober in 1834 overleed.
Hij werd vanuit zijn landhuis in Varennes-Jarcy begraven op de begraafplaats Père-Lachaise in Parijs, maar zijn hart werd op 13 november bijgezet op de monumentale begraafplaats van Rouen in een door de stad aangeboden tombe.

Nageslacht

Zijn zoon Adrien (1816-1883), opgeleid aan het conservatorium onder zijn vader, was ook een componist. Zijn kleindochter, de pianiste Louise Boieldieu, dochter van Adrien Boieldieu en Fanny Defourneaux, trouwde met de componist Émile Durand. Émile Durand (16 February 1830 – 7 May 1903) was een muziekwetenschapper, docent en componist. Hij kreeg meer bekendheid door zijn publicaties dan door zijn als composities.