Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Franciscus/kladblok

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deze pagina gebruik ik om nieuwe artikelen even op te bergen en te bewerken, vóórdat ik ze als bijdrage op Wikisage zet. Ook kan ik hier enkele geheugensteuntjes kwijt.
Franciscus 4 feb 2009 14:55 (UTC)

>> Paul Dukas ( 1865 - 1935 ) >
<< Maurice Ravel omstreeks 1925

A1)

Edward Elgar omstreeks 1925
rel=nofollow

}}





Olivier Messiaen

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Olivier Messiaen omstreeks 1955

Olivier Prosper Messiaen (Avignon, 10 december 1908Clichy la Garenne, 27 april 1992) was een Franse componist en organist die vooral vernieuwing zocht in het ritme. Hij groeide op in het Parijs van de Groupe des Six1).


In ons land kent men vooral zijn orgelwerken La nativité du Seigneur (1935) en de pianostukken over religieuze onderwerpen als Visions de l’Amen voor twee piano’s en Vingt Regards sur l’enfant Jésus. Hier in Nederland heeft vooral zijn Quator pour la Fin du Temps grote bekendheid gekregen.


1) Groupe des Six : Groep van zes componisten in Parijs. De kern van deze groep werd gevormd door Arthur Honneger en Darius Milhaud. Verder bestond deze groep uit : Germaine Tailleferre, Louis Durey, Francis Poulenc en George Auric. Zij lieten elkaar vrij in hun opvatttingen. Hun grote inspirator was Jean Cocteau.

Beginjaren

Olivier Messiaen was leerling aan het Conservatoire te Parijs bij Marcel Dupré voor orgelimprovisaties en bij Paul Dukas voor compositie. Hij was een uitstekende leerling en wist diverse prijzen te bemachtigen, zoals een eerste prijs voor compositie.
Uit zijn eerste jaren als componist stammen de orkestwerken : Le Banquet eucharistique (1927-1928; onuitgegeven), Fugue in d (1928; onuitgegeven), Simple chant d'une âme (1930), Les Offrandes oubliées (1930), Le Tombeau resplendissant (1930), Hymne au Saint-Sacrement (1932) en L'Ascension (1932-1933). Ook componeerde hij in die tijd een aantal werken voor orgel, als: Le banquet céleste (1928), L'Hôte aimable des âmes (1928; onuitgegeven), Offrande au Saint Sacrement (1928-1930), Prélude (1929), Apparition de l'église éternelle (1932) en Diptyque (1930).
Uit deze indrukwekkende lijst van composities wordt wel duidelijk, dat Messiaen een vruchtbaar componist was, met een zeer religieuze inslag.

Verdere ontwikkelingen

In 1938 werd Messiaen organist van de de Église de la Sainte-Trinité te Parijs; een functie die hij tot zijn dood in 1992 volhield. Hij werd tevens leraar aan de Schola Cantorum en was in 1936 medeoprichter van de groep La jeune France; een groep componisten die zich bezig hield met sublieme ritmen en harmonieën.
De muziek van Messiaen is voor een groot deel gebaseerd zich op oude oosterse ritmen, maar bevat ook veel natuurnabootsingen zoals vogelzang. Zijn aandacht voor de oosterse muziek ging ver en diep, maar zijn werken hadden altijd Westerse kwaliteiten. Hij nam oosterse modi over en ritmische formules uit middeleeuwse Hindoetraktaten of de klanken van de Balinese gamelan. Messiaen vond, dat ritme het belangrijkste aspect van de muziek was. Het ritmisch repertoire van hem is dan ook zeer uitgebreid. Niet alleen Hindoeritmes maar ook metrische patronen van de klassieke Griekse poëzie.

Vernieuwingen

Messiaen voelde zich een moderne Franse componist, die vooral in het ritme vernieuwing zocht. Hij wilde niets te maken hebben met de afstandelijke elegantie van Poulenc en de nieuwe Strawinsky. Zijn doel was, terug te keren naar de menselijke waarden die hij wilde bereiken met een rijke, modale harmoniek. Messiaen ontwikkelde een persoonlijke muzikale taal die hij uiteenzette in zijn Traité de mon langage musical. Daarin zijn vooral melodische en ritmische vernieuwingen te onderscheiden. Vooral wat betreft ritme introduceerde hij ingewikkelde structuren uit Griekenland, India en het Verre Oosten en hanteerde hij diverse eigen innovaties. De meeste grote composities van Messiaen zijn exegeses van de katholieke leer : de opstanding van het lichaam in Les Corps glorieux voor orgel en in Et expecto ressurectionem mortuorem voor blazers en slagwerk, de mysteriën van de goddelijkheid van Christus in L’ascension en in het oratorium La transfiguration de Notre Seigneur Jésus-Christ.
In 1939, kort na het voltooien van het orgelwerk Les Corps glorieux, ging Messiaen het Franse leger in. In 1940 werd hij als krijgsgevangene in Stalag VIII-A in Görlitz ondergebracht. Hier componeerde hij zijn Quator pour la Fin du Temps, dat hij met drie andere gevangenen met uiterst primitieve middelen in 1941 zijn premiere liet beleven.


Quatuor pour la Fin du Temps

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Quatuor pour la Fin du Temps
Componist Olivier Merssiaen
Soort compositie Kwartet in acht delen
Gecomponeerd voor Viool, klarinet, cello en piano
Gecomponeerd in 1941
Première 15 januari 1941
Duur ca 50 minuten
Oeuvre Oeuvre van Olivier Messiaen
Bezoek ook Dorp Luisterrijk

In 1939, kort na het voltooien van het orgelwerk Les Corps glorieux, ging Messiaen het Franse leger in. In het jaar daarop werd hij als krijgsgevangene in Stalag VIII-A in Görlitz ondergebracht. Hier ontstond zijn Quator pour la Fin du Temps, dat met uiterst primitieve middelen op 15 januari 1941 voor de eerste keer uitvoerde.
Quator pour la Fin du Temps - gecomponeerd voor viool, klarinet, violoncel en piano - kan worden beschouwd als een poging om ook in de uiterste nood het geloof en de hoop te bewaren.
Het kwartet bij de première werd gevormd door Jean Le Boulaire ( violist ), Henri Akoka ( klarinettist ), Etienne Pasquier ( cellist ) en Olivier Messiaen ( piano ).

Apocalyps

Quator pour la Fin du Temps is geïnspireerd op citaten uit het 10e hoofdstuk van de Openbaring ( Apocalyps ). Het is enige profetische boek in het Nieuwe Testament en bevat visioenen die de schrijver - de apostel Johannes - zag op het eiland Patmos waarheen hij wegens zijn geloof was verbannen.
De centrale gedachtengang bij in het kwartet van Messiaen wordt gevormd door de tegenstelling tussen tijd en eeuwigheid en de tijdloosheid. In het voorwoord van de compositie schreef Messiaen hierover :

Quatuor pour la Fin du Temps, en hommage à l’Ange de l’ Apocalypse, qui lève la main vers le ciel en disant : Il n’y aura plus de Temps,

wat betekent:

Kwartet voor het einde der tijden, als eerbetoon aan de Engel van de Apocalyps die zijn rechterhand naar de hemel liet wijzen en die sprak  :

Er blijft geen tijd meer over.

Opbouw van het werk

Het werk bestaat uit acht delen, namelijk :

1. Liturgie de cristal
2. Vocalise, pour l’Ange qui annonce la fin du temps
3. Abîme des oiseaux
4. Intermède
5. Louange à l’Eternité de Jésus
6. Danse de la fureur, pour les sept trompettes
7. Fouillis d’arcs-en-ciel, pour l'Ange qui annonce la fin du Temps
8. Louange à l’Immortalité de Jésus
  • Liturgie de cristal : De vogels ontwaken : een merel en een nachtegaal soleren hoog in de bomen, opgeroepen door de flageolettonen van de cello en het tjilpen van de viool. De klarinet lijkt hier te improviseren.
  • Vocalise, pour l'Ange qui annonce la fin du temps : Vocalise voor de Engel die het einde der tijden aankondigt.
Met krachtige tonen, wordt de engel geïntroduceerd die de regenboog omspant, en die krachtig zijn voeten in de zee en op aarde plaatst. Messiaen spreekt hier al over gekleurde akkoorden , wat in zijn latere werk nog verder zou worden uitgewerkt.
  • Abime des oiseaux : Een solo voor de klarinet. Hier stelt een afgrond de tijd voor met zijn droefheid en zijn vermoeidheid. De vogels als tegenpool van de tijd, zijn ons verlangen naar het licht, de sterren en de regenboog.
  • Intermède : Een scherzo, in opzet anders van karakter dan de andere delen, maar toch sterk hiermee verbonden.
  • Louange à l'Eternité de Jésus : Deze loftuiting aan Jezus van Nazareth wordt hier gekoppeld aan het Woord; het Woord waarmee het Evangelie van Johannes begint. Het is een deel waarin de cello soleert en de piano begeleidt.
  • Danse de la fureur, pour les sept trompettes : Een zeer ritmische compositie en ook het meest karakteristieke gedeelte van het kwartet. De vier instrumenten spelen en symboliseren eenstemmig de trompetten, zoals beschreven in de Apocalyps waar de zevende Engel de trompet steekt.
  • Fouillis d’arcs-en-ciel, pour l'Ange qui annonce la fin du Temps : De gekleurde harmonieën uit het tweede deel worden hier in het zevende deel ook weer aangewend om de Engel te symboliseren die in macht en majesteit door de regenboog omgeven is.
  • Louange à l’Immortalité de Jésus : Het laatste deel van het kwartet lijkt een extatische ontlading te zijn van de viool naar hogere sferen waar de eeuwige vrede heerst.

Externe links

  • In ons land doet vooral de uitvoering door Vera Beths, George Pieterson, Anner Bijlsma en Reinbert de Leeuw, zeer veel recht aan de intentie die Olivier Messiaen met dit werk moet hebben beoogd.
  • Liturgie de cristal op YouTube