Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Een Vuile Egoïst

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 26 sep 2016 om 00:47 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Een_Vuile_Ego%C3%AFst&diff=cur&oldid=47438246 -1- TessT 11 sep 2016)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow
rel=nofollow

Thematiek

Het centrale thema is misantropie, de wens om als mens te mogen kiezen met welke mensen om te gaan en met welke niet.

Karakters en acteurs

in volgorde van opkomst
:

Samenvatting

Lionel, de hoofdpersoon, is een bewust misantroop, evenals zijn vriend pastoor Martin. Lionels trouwe bediende Victor begrijpt de behoeften van zijn meester en probeert hem te beschermen tegen de buitenwereld. Die buitenwereld bestaat uit Hélène, die een oogje op Lionel heeft en zich bij hem in de gunst wil werken door het verlenen van diensten waar hij niet om gevraagd heeft, hoewel hij niets van haar wilt hebben en uit Lionels moeder, Manouche, die graag bij hem in zou trekken. Het stuk laat zien hoe Lionel de ingrepen van de buitenwereld op zijn privacy probeert af te weren en hoe hij (bijna) struikelt, als hij zich onverwachts aangetrokken voelt tot een jonge vrouw, Evelyne, een egoïst, zoals hijzelf.

Decor

Het stuk speelt zich af in Lionels woonkamer, met rechts de toegang tot een onzichtbare hal waaraan de keuken en ook de deur naar buiten blijken te liggen. Links is er een trap naar boven. De gang boven is zichtbaar, er komen diverse kamers op uit.

Actes

Eerste Acte [1]

Introduceert de karakters. Victor, de bedachtzame butler, die voorheen acteur was en nu zijn nieuwe rol met overgave tot in de perfectie speelt. Hélène, een vrouw van middelbare leeftijd die uit eigen beweging nieuwe gordijnen heeft gemaakt voor een van Lionels kamers, namelijk die van Victor, en deze nu onuitgenodigd op komt hangen. Ik ben zo weer weg. Lionel, die geconfronteerd wordt met het probleem dat de zoon van zijn kokkin op kamers gaat, waardoor er in Lionels huis binnenkort een kamer vrijkomt. Hij besluit er een biljartkamer van te maken. Niet dat hij biljart speelt. Maar hij vreest dat een lege kamer Hélène of zijn moeder zal verleiden bij hem in te willen trekken.
Victor vertelt dat Hélène boven bezig is met de gordijnen. Lionel zegt dat hij een hekel heeft aan dit soort verplichtingen waarvan het onduidelijk is na hoeveel glimlachjes en complimentjes je ze hebt afbetaald. Hij zet vraagtekens bij de onzelfzuchtigheid van het soort altruïsme dat Hélène ten toon spreidt.

Onverwacht komt Lionels moeder op bezoek. Hij heeft haar tot nu toe uit zijn huis weg weten te houden door aldoor uitstapjes elders met haar te maken onder het mom dat zijn huis verbouwd werd. Nu komt ze toch. Ik hoef toch geen uitnodiging te hebben om mijn zoon te zien, zegt ze. Wat is het huis mooi, en groot, en af! zegt ze. Mijn hele appartement past op het terras alleen'. Ze vraagt Lionel een gunst voor zijn zus, namelijk of Lionel haar stiefdochter Evelyne in huis wilt nemen. Lionel weigert categorisch. Hélène vraagt van bovenaan de trap of Lionel haar even komt helpen met de gordijnen.
L:Nee
H:Maar waarom niet?
L:Als ik een stoffeerder in de arm had genomen, zoals ik wilde, dan had die me ook niet gevraagd om hem te helpen.
H:Dan vraag ik Victor wel eventjes.
L:Geen sprake van, ik wil niet dat mijn butler hier de dupe van wordt.
H:OK. Dan doe ik het wel alleen. Je moet wel begrijpen dat het dan langer duurt.
Als Hélène weer verder gaat met haar werk, kastijdt zijn moeder hem over zijn gedrag. Dan vraagt ze waarom Lionel niet met Hélène trouwt, die zoveel voor hem doet? Ook dat weigert hij.

Dokter Weber komt aan om Lionel de uitslag van de medische tests te geven. Hij vertelt over de problemen die zijn nieuwe vrouw Isabelle heeft.
Waarom trouw jij niet met Hélène? vraagt de dokter, Ze doet zo veel voor je. En ze lijdt onder de situatie.
Lionel weigert.
Als Weber weggaat komt Hélène naar beneden. Ze bespreekt de moeizame problemen van Weber met Lionel en probeert Lionel hem te hulp te laten schieten.
Nee, zegt Lionel.
Ze vraagt toch niet voor zichzelf, betoogt ze. Ze vraagt nooit iets voor zichzelf.
Nee, zegt Lionel, Dat hoeft niet. Jij vraagt voor Evelyne en Weber, zij vragen voor mijn moeder en die vragen weer voor jou. Als een goed geolied geheim genootschap, een maffia van altruïsten.

Tweede Acte[2]

Zelfde decor, 6 uur 's avonds. Lionel en zijn vriend pastoor Dominque Martin zitten na te tafelen en praten vol plezier over hun wederzijdse kokkinnen en diens families. Ook Dominique heeft een moeder die bij hem in wil trekken. Ook hij wil dat niet en bedenkt van alles om er onder uit te komen.

De bel gaat. Het zijn Hélène en Manouche. Manouche had aangeboden Hélène te helpen met de gordijnen. Ze gaan naar boven. Als Lionel afscheid neemt van Dominique gaat de bel opnieuw. Dokter Weber komt binnen. Er is een noodsituatie. Isabelle zijn vrouw, heeft een zelfmoordpoging gedaan. Hij zit met de kinderen. Je ziet Lionel verstrakken. Weber had de kinderen bij Lionel's moeder willen brengen of bij Hélène nu hij naar het ziekenhuis moet, maar die zijn niet thuis. Lionel belt naar boven en vraagt of zijn moeder naar beneden kan komen. We horen gerommel en een bons. Je moeder is van het trapje gevallen!', roept Hélène.

Weber diagnosticeert Manouche als hebbende een gekneusd stuitje. Er valt geen gips te zetten, ze mag niet bewegen. Ze moet blijven. Hélène blijft om voor haar te zorgen. De kinderen Weber zouden naar Manouche. Die is bij Lionel, dus de kinderen komen ook. In nog geen vijf minuten is Lionel zijn privacy kwijt door een invasie van mensen die hij niet om zich heen wilt hebben.
En waar moet ik slapen? vraagt Lionel, nadat Hélène de bedden heeft herverdeeld. Hij kan op een van de twee banken.
Blijf gerust, zegt Lionel tegen Dominique, wijzend op de andere bank. Er is nog plaats.
Als ik morgen geen mis had zou ik het zeker doen, zegt zijn vriend met enig leedvermaak. Dan wordt hij door Hélène gecharterd om de kinderen van Weber op te halen, en moet Lionel lachen om zijn zure gezicht. De pastoor en Weber gaan. Hélène gaat naar boven bedden opmaken.

Er wordt weer gebeld. Opnieuw een ongenode gast, een mooie jonge vrouw van een jaar of 18 die flauwvalt in zijn armen. Lionel roept om Hélène. Die herkent de vrouw als Evelyne de stiefdochter van Lionels zus, waar zijn moeder zich bezorgd om maakte en waarvoor ze een plaats had gezocht in Lionels huis.
Zodra ze haar ogen opent gooi ik haar eruit. zegt Lionel.
Dat arme kind, dat kun je niet maken, sputtert Hélène.
Evelyne wil niet naar huis. Het intrigeert Lionel. Hij biedt haar whiskey aan om bij te komen en stuurt Hélène weer naar boven. jij hebt het al druk genoeg.
Hélène sputtert dat ze echt niet denkt dat Evelyne kan blijven, en dat versterkt Lionel gevoel dat het wel een goed idee is.
Evelyne geeft toe dat ze maar deed of ze flauwviel, omdat ze wist dat ze anders nooit binnen zou komen. Hij heeft immers een naam.
Een vuile egoïst, neem ik aan?
Inderdaad. En zij had uit de verhalen over hem de indruk gekregen dat ze op elkaar leken. Vandaar dat ze naar hem toe was gevlucht. Hij was een persoon die zich niet met andere bemoeide, hij zou haar met rust laten, zich niet met haar bemoeien, en dat was precies wat ze wilde. Rust.
Hij lacht. Voor rust is hij voorlopig niet het goede adres.
En met mij erbij zou wel een beetje veel worden.
Er is altijd een andere oplossing. houdt hij haar zijn levensspreuk voor, zijn schild tegen mensen die hem proberen in te schakelen voor hun problemen.
Dat kan best zo zijn, maar ik zie hem niet. Wat ik van je vraag is dat je me helpt die oplossing te vinden.
Euh. Trouw met iemand, verzint hij.
Zou jij dat doen in mijn plaats?
Wat zou jij doen, in mijn plaats? riposteert hij. Een man die net een invasie over zich heen heeft gekregen.
Ze overtuigt hem dat ze niet is zoals de anderen, en dat de anderen dat heel goed weten. Als op commando komt Hélène naar beneden om Evelyne te vertellen dat ze moet gaan. Dat overtuigt Lionel.
Evelyne blijft hier.

Doek.

Derde Acte[3]

Zelfde decor, maar waar het eerst zeer schoon was en alles op zijn plaats lag, is het nu een chaos. Victor verhaalt Lionel over hoe de ravage tot stand kwam en merkt op dat mijnheer zijn moeder aanzienlijk minder ziek lijkt als mijnheer er niet is. Lionel, die inmiddels een week in een hotel slaapt, meldt dat hij er achter is dat zijn moeder met behulp van Hélène en dokter Weber al een week komedie speelt. In de tijd voor ze de grond raakte had ze haar plan klaar. Ze kon eindelijk bij hem intrekken. Ze riep de hulp in van Weber en Hélène die beide ook hun doel behaalden door mee te spelen. Allemaal onder het mom van altruïsme.
Evelyne had een brief gevonden die Manouche aan Evelyn's moeder schreef en waarin ze alles uitlegt. Lionel heeft die brief nu.
De maffia, roept Victor, Mijnheer had gelijk. (...) Ik neem aan dat mijnheer nu alles snel gaat oplossen?
Nee, dat is Lionel niet van plan. Hij wil het zichzelf laten oplossen, omdat hij hoopt daarmee een definitiever einde aan de invasie drang te maken dan met geweld van wapenen. Hij gaat de rol van de altruïst spelen.
Iedereen wil de mooie rol spelen, Victor. Ik heb mijzelf nu de mooie rol toebedacht.

De telefoon gaat. Dat is mijnheer zijn moeder, legt Victor uit, die belt voor haar ontbijt.
Lionel stuurt Victor weg. Niet reageren Je hebt me niet gezien.
Victor gaat naar de keuken, Lionel verbergt zich.
Ze komt wel. Ze komt niet. Ze komt wel.
Boven aan de trap verschijnt de oude vrouw, voorover gebogen, en roept met bibberende stem om Victor. Als hij niet verschijnt, richt ze zich op, zegt monter Hij is er niet! en loopt op rap tempo met groot gemak de trap af. Lionel heeft zijn bewijs.
Als Lionel haar aanspreekt valt ze weer in haar rol van zieke bejaarde. Lionel meldt dat hij weer thuis komt slapen.
Oh maar jongen ik kan nog echt niet...
Nee, nee, stelt hij haar gerust. U hoeft niet weg.
Oh, het is Hélène die weg gaat?
Nee, nee, niemand hoeft weg. Hij komt alleen terug. Hier slapen. Bij Evelyne op de andere bank.
Geloof je niet dat het veel beter zou zijn als wij Hélène haar vrijheid teruggaven? dring Manouche aan. Ze geeft aan dan Hélène moe is en kribbig doet.
Lionel doet verbaasd.
Ambroisine (de kokkin) heeft mij laten verstaan dat ze weggaat als Hélène hier nog langer blijft, zegt ze. Zijn moeder weet dat Lionel veel om zijn personeel geeft.
Zelfs al zou u het, flink als u bent, zonder Hélène kunnen stellen, de kinderen Weber hebben haar nodig, zegt Lionel. Hij voegt er aan toe, dat Hélène hem heeft verteld, dat de Isabelle, de moeder van de kinderen, nog minstens een maand rust moet houden.
Een MAAND! Even vergeet Manouche haar rol, in de ontzetting dat die vreselijke kinderen en Hélène nog een hele maand bij haar en Lionel zullen wonen.
Als ik er Weber een dienst mee bewijs... zegt Lionel, volledig in zijn altruïstische rol.
Dat doe je niet, dat doe je niet , integendeel. Hélène verwent de kinderen zo verschrikkelijk dat de Webers alleen maar in de grootste moeilijkheden komen als de kinderen weer thuiskomen, stelt zijn moeder. Hélène heeft zelf geen kinderen dus het is begrijpelijk dat ze geniet, geeft ze aan. Het is wel een beetje ... egoïstisch van haar, zegt ze dan.
Moeder gaat terug naar bed.

Lionel hoort Hélène terug komen. Hij legt de brief die Evelyne gevonden heeft in het zicht en verbergt zich weer.
Hélène komt binnen, blij dat er eindelijk niemand is. Ze belt Isabelle, de vrouw van Weber, en insinueert dat ze zwak klinkt, en dat het geen goed idee is dat ze de kinderen al terug neemt. Dan raak je zo weer overspannen. Je hebt een vreselijke schok gehad en je bent niet zo sterk als jij wel denkt.< br/> Dan vindt dan de brief van Manouche en leest hem geschokt. Wat onvoorzichtig van haar om dat te schrijven, stel je voor dat Lionel hem gevonden had Ze bergt hem op. Lionel stapt binnen.
Hélène praat over hoe moeilijk zijn moeder het heeft met de kinderen, hoe Evelyne niet op de kinderen lette waardoor het een chaos is, hoe Evelyne lang in bad zit en geld aftroggelt van zijn moeder.
Lionel lacht en gelooft het niet.
Ik kan echt niet zeggen dat de aanwezigheid van Evelyne hier in huis mij hindert, zegt hij.
Nee, nu nog niet, maar wel als zij er de oorzaak van is dat je personeel ervan door gaat. (...) Ze legt zoveel beslag op hun tijd dat ik aanvoel dat zij er binnenkort, maar dan ook zeer binnenkort, genoeg van zullen hebben. Ook zij kent zijn zwakke plek.
Lionel doet voorkomen alsof zijn moeder hem heeft voorgesteld weer thuis te komen slapen. in de woonkamer, bij Evelyne.
En hoelang gaat die situatie duren? vraagt ze.
Zolang mama hier is, vanzelfsprekend.
Vanzelfsprekend.
Als Lionel weg is overweegt Hélène haar opties. Zolang Manouche hier is.... Wat een geluk dat ik die brief gevonden heb.
Ze instrueert Victor om een kamerscherm neer te zetten.
Er wordt gebeld.
Ah, dat zal Evelyne zijn, zegt Hélène.
Welnee, mevrouw, beslist niet. Zij heeft de sleutel, zegt Victor.
Sinds wanneer?
Sinds mijnheer me gevraagd heeft haar de sleutel te geven.
Victor gaat af.
En dan te bedenken dat hij mij dat al vijf jaar lang weigert, de sleutel. Zonder deze toestand had ik hem nog niet gehad, moppert ze.
Victor komt binnen met een briesende dokter Weber.
Jij moet beslist niet helemaal in orde zijn, zegt hij tegen Hélène. Je hebt mijn vrouw weer aan de rand van een zenuwinzinking gebracht. Dankzij jou heeft ze weer net zulke huilbuien als eerst.
Maar ik heb niets gezegd, .... sputtert Hélène.
O nee, niets. Alleen maar dat ze er veel erger aan toe is dan ze denkt en dat het onverantwoordelijk is de kinderen weer bij haar te hebben. Weber haalt de kinderen met onmiddellijke ingang weer thuis. Hij wilt nooit meer met haar van doen hebben. Of Hélène alsjeblieft Lionel wilt bedanken. En zeg hem ook - dat ik hem begin te begrijpen.

Lionel komt naar beneden. Hélène vertelt hem dat zij Paul heeft overgehaald de kinderen weer thuis te halen.
Ik heb Paul gezegd dat zijn vrouw zich wel eens kon gaan inbeelden dat ze veel zieker is dan ze denkt als we de kinderen nog langer bij haar weghouden.
Hij prijst haar.
Ik heb het voornamelijk voor jou gedaan, zegt ze. Nou ja, ook wel een beetje voor mezelf. Ik geloof dat we er allebei behoefte aan hebben om samen te zijn, zonder kinderen om ons heen, zegt Hélène.
Nou ja, samen is natuurlijk maar betrekkelijk. Evelyne en mama zijn er ook nog.
Och ja, je moeder is er nog.
Hélène gaat met de brief naar boven, het is de beste koevoet om de moeder weg te krijgen. Die hecht te veel waarde aan haar beeld een goed mens te zijn om haar naam te willen bezoedelen, zeker niet in de ogen van haar zoon.
En Hélène, zegt Lionel, Ik dank je wel voor alles wat je doet.

Victor en Lionel spreken het samen door. Ze feliciteren elkaar dat de kinderen weg zijn.
Nou wil ik mijnheers enthousiasme natuurlijk niet afremmen, maar we moeten er natuurlijk wel rekening mee houden dat we in het gunstigste geval nog Mme. Bonneville (Hélène) en juffrouw Evelyne hier hebben, zegt Victor.
Jufffrouw Evelyne lijkt me niet zo'n probleem. Daar zorg ik wel voor.
Juist. En Mme Bonneville?
Ik denk dat Evelyne daarvoor zal zorgen.

Hélène verschijnt op de overloop boven.
Victor, je hoeft geen kamerscherm te gaan halen. Mijnheer slaapt vanavond weer in zijn eigen kamer.

Doek

Vierde Acte[4]

Die avond zouden Victor, pastoor Martin en Lionel een feestje hebben, omdat Victor vijf jaar in dienst is. Het gaat niet door, vertellen ze, omdat de dames er zijn.

Evelyne overtuigt Hélène te gaan. Ze doet alsof ze zelf ook gaat en dat ze gaat trouwen met een kapitein op de grote vaart. En ze legt uit dat Lionel van Hélène houdt, maar nooit met haar zal samenwonen. Want hij is net zo onafhankelijk als Evelyne. Dus Hélène kan hooguit een kapitein op de grote vaart achtige relatie met Lionel hebben. Nadat Evelyne weg is vraagt Hélène aan Victor ook haar koffer te pakken. Ze gaat.
Victor belt enthousiast de pastoor op dat het feest toch doorgaat.

Lionel komt thuis. Victor vertelt dat de dames weg zijn. Lionel is extatisch. Victor gaat naar de keuken.

Ik heb me niet meer zo gelukkig geveld sinds tien dagen. Tien lange dagen, verzucht Lionel, en hij opent de krant.
Evelyne komt binnen.
E: Goedenavond Lionel.
L: Evelyne. Heb je iets vergeten?
Evelyne had er niet op gerekend dat Victor zou geloven dat ze ging trouwen met een kapitein op de grote vaart en zou vertellen dat Evelyne ook weg was, noch op de vreugde van de mannen, en het volledige geloof van allen dat ze weg was.
L: Dus jij bent terug. En nog steeds met de bedoeling om te blijven?
E: Een poosje, ja.
L: Na tien dagen zijn we dus weer op hetzelfde punt aangeland. Jij doet een beroep op mijn gastvrijheid en ik heb niet de minste lust je die te verlenen.
E:In ieder geval constateer ik met plezier dat je je bekende openhartigheid nog niet hebt verloren.
L: Dus?
E: Tien dagen geleden was jij benieuwd hoe ik het aan zo leggen om mij doel te bereiken.
L: Ja.
E: En interesseert je dat vandaag niet meer?
L; Niet zo erg meer, nee, omdat ik je argumenten nu wel zo'n beetje ken. Jij zult het recht opeisen om aangehoord te worden.
E: En in mijn eigen belang wil ik je er dan wel op wijzen dat zonder mij, Hélène hier nog zou zijn. En dat ik er bovendien in geslaagd ben je op z'n manier van haar te verlossen dat je haar wanneer je maar wilt kunt laten terugkomen. En veel minder bemoeizuchtig dan vroeger.
L: Een uitstekend en door mij zeer gewaardeerd argument, maar helaas niet voldoende.
E: Dat - dacht ik al. Ik heb nog een heleboel andere in reserve.
L: O, maar daar twijfel ik niet aan. Jij zult ongetwijfeld zeggen dat jij de laatste tien dagen hebt bewezen anders te zijn dan de anderen. En dat deze periode voor jou een soort examen is geweest waarvoor jij meent geslaagd te zijn.
E: Wees eerlijk. Ben ik dat niet?
L: Het maakt niet veel verschil.
E: Waarom niet?
L: Wees niet ongerust. Het ligt niet aan jou, het ligt aan mij. Ik erken je kwaliteiten en ik ben bereid je een uitstekend getuigenschrift te geven. Maar wat zou je er aan hebben. Ik kan je, om in stijl te blijven, geen betrekking aanbieden.
E: Ben je er zeker van, Lionel, dat er vandaag of morgen niet een plaatsje vrij komt, dat ik kan innemen?
L: Absoluut zeker.
E: En toch geloof ik dat we het goed met elkaar zouden kunnen vinden.... Misschien zouden we het wel heel goed samen kunnen vinden.
L: Ik heb mij dus toch vergist.
E: Hoezo?
L: Ik had eraan gedacht dat je dit argument zou gebruiken om mijn weerstand te breken. Dat nam ik mijzelf eigenlijk kwalijk. Omdat ik je niet in staat achtte een dergelijk goedkoop handeltje te bedrijven. Ik heb me dus toch vergist. En daar ben ik eigenlijk blij om.
E: O Lionel wat heerlijk dat je dat zegt.
L: Ik geloof niet dat je me begrijpt.
E: Jij bent blij dat je je in mij vergist hebt omdat het dan makkelijker is een hekel aan mij te hebben. Want dat is zelfs nu nog niet zo eenvoudig, omdat je toch een klein beetje op me gesteld bent. Zo is het toch?
L: Alleen moet je verleden tijd gebruiken. ik was een beetje op je gesteld.
E: je hoeft helemaal niet teleurgesteld te zijn in mij. Het spijt me verschrikkelijk voor je, maar ik ben nooit van plan geweest dit gedeelte van jouw huis te ruilen voor jouw kamer.
L: O neem me niet kwalijk. Dan heb ik je verkeerd begrepen. Ik dacht ...
E: Dat ik je een voorstel deed?
L: Ja. Nou ja - euh - zo iets. Dat je - euh - toenadering zocht.
E: ja, dat was ook zo.
L: Waarom dan wel?
E: Waarom? Waarom? Jij die zo op nuances gesteld bent, jij wilt mij toch niet dwingen de puntjes op de i te zetten.
L: Ik geloof het wel ja,.
E: nou heel goed. Je hebt het zelf gewild. Ik ben een beetje verliefd op je.
L: Zo. ik had alles overzien, overdacht en overwogen, maar dit niet.
E: Ja maar ik heb niet gezegd dat ik vol van liefde ben en dat ik de rest van mijn leven verscheurd zal worden door een onbeantwoorde hartstocht.
L: Nee. Omdat je wist dat ik dat heel vervelend zou vinden en onmiddellijk op de vlucht zou zijn geslagen. Je hebt alleen maar gezegd dat je een beetje verliefd op mij bent, net genoeg om met te vertederen en me niet af te schrikken. We zouden allebei een beetje verliefd op elkaar zijn. Genoeg om gelukkig te zijn, maar niet genoeg om ongelukkig te zijn; genoeg om samen plezier te hebben, maar niet genoeg om verdriet te hebben; we zouden elkaar niets geven en niets van elkaar nemen; kortom we zouden samen zijn en toch elk onszelf blijven
E: Ja.
L: Jij bent niet mis, hè? En je hebt geen geluk dat je mij hebt getroffen. Met ieder ander zou het je gelukt zijn.
E: (verontwaardigd) Wat zou me gelukt zijn?
L: Het handig opgezette valletje. Praktisch. Zonder verplichtingen.
E: Geloof je niet dat ik verliefd op je ben?
L: Aha. Nu is het al geen beetje meer.
E: Nee, vanaf het moment dat ik jou aan me voelde ontsnappen was het geen beetje meer.
L: Jij, euh, windt er geen doekjes om, hè? Ik wist dat je mijn huis waardeerde, maar niet zo erg.
E: Jij denkt dat het mij nog maar altijd alleen om je huis, je positie en je geld gaat?
L: Stel je voor. Zo brutaal ben ik niet.
E: Als de zaken zo staan, blijft me nog maar een middel over om jou van mijn oprechtheid te overtuigen. Ik ga weg.
L: Inderdaad het enige middel, ja.
E: Dank je voor je instemming, dat maakt het wat makkelijker.
L: Dus - je gaat - weg?
E: Direct. Met spijt. Met heel veel spijt, maar zonder enige aarzeling.
L: Een fraaie geste, mijn complimenten.
E: Graag gedaan. Tussen jouw achting en mijn gemak was de keuze niet zo moeilijk.
L: Werkelijk niet?
E: Als je wist hoe makkelijk zou je misschien aarzelen om met te laten gaan.
[stilte]
L: Absoluut niet.
E: Maar Lionel, mag ik je nog 1 vraag stellen, de laatste? Ik zal weg gaan, ik zweer het, hoe het antwoord ook zal zijn.
L: Afgesproken.
E: Een eerlijk antwoord?
L: Ik beloof het je.
E: Als je nou wel gedacht had dat ik een beetje verliefd op je was, zou je me dan hier gehouden hebben?
L: Minder dan ooit.
E: Ben je zo bang voor me?
L: Wees tevreden (hij kust haar)
E: Dank je dat is een mooi afscheidscadeau.
Evelyne vertrekt.
L: Het kan niet! Het kan niet!
[stilte]
L: (wanhopig) Kon het werkelijk niet?
V: Nee mijnheer, het kon werkelijk niet.
L: Victor, ik heb behoefte aan je goedkeuring.
V: Dat begrijp ik. Maar, mijnheer heeft goed gedaan.
L: Juist Victor, zeg me dat ik goed heb gedaan. Zeg me dat ze loog, of tenminste zichzelf bedroog, of anders mij morgen belogen zou hebben. Zeg me dat het leven dat ik haar beschreef en dat ze scheen te accepteren, een leven tussen vriendschap en liefde in, niets anders is dan een sprookje voor volwassenen. Maar niet voor kinderen. Zeg me dat zo'n leven alleen maar een spel is en dat er soms bij alle spelen een verliezer moet zijn en dat die verliezer - - - Zeg me dat ze te jong is.
V: Goed mijnheer, dat zal ik u zeggen.
L: Maar zeg mij ook, Victor, dat wat ik haar niet heb gezegd. Dat ze op den duur was gaan verlangen naar haar kameraadjes, hun sportauto's, popmuziek, dansen en dat ik mijn dinertjes, mijn boeken en mijn vrienden was gaan missen. Maar zeg mij niet dat we allebei gehouden zouden hebben van Bach, van toneel, van comfort, de vrijheid, dat dat genoeg geweest zou zijn. Zeg me niet dat ze ouder was dan haar jaren.
V: Nee mijnheer, dat zeg ik u niet.
L: Wijs mij erop, Victor, dat de liefde vergankelijk is en dat het leven ons honderden andere dingen biedt om ons te verblijden en bezig te houden. Wijs mij erop dat al mijn ervaringen, dwaasheden en hartstochten de een na de ander gestorven zijn. Een ochtend dat ik mijn tanden poetste, een avond voor het televisiescherm. Wijs mij er op dat de mooiste en zuiverste gevoelens soms alleen maar ontstaan door een lichamelijke kleinigheid, een neus iets kleiner dan de andere, een huid is zachter dan de andere en taille iets slanker. (met licht overslaande stem:) Zeg me dat ze oud zal worden. Zij ook.
V: Goed mijnheer, daar wil ik u op wijzen.
L: Tenslotte, Victor, herinner mij eraan dat men in het leven datgene moet volbrengen waarvoor men geboren is. En dat het mijn taak is voor mijzelf te zorgen en niet voor anderen. Herinner mij eraan dat men de laatste dagen het getracht mij te dwingen het juiste pad te verlaten en dat de resultaten mij gelijk geven. Mijn moeder heeft ruzie met mevrouw Bonneville, mevrouw Bonneville heeft ruzie met dokter Weber, dokter Weber heeft moeilijkheden met zijn vrouw, en zijn vrouw heeft moeilijkheden met haar kinderen. En dat alles omdat men zich met mij heeft bemoeit. [Stilte] Evelyne zou ook moeilijkheden gekregen hebben. Herinner mij eraan Victor, dat ik niet geweten zou hebben hoe haar gelukkig te maken. En herinner mij eraan, dat ik een vuile egoïst ben. Voor haar bestwil. Dat ik haar moet vergeten.
V: Daar zal ik u graag aan herinneren.
L: Ik dank je Victor. het doet me zo goed om naar je te luisteren.
De bel gaat. Pastoor Martin komt voor het feestje. Victor gaat open doen. Victor af.
L: Vooral Victor, omdat je me niet gezegd hebt dat niets mij belet Evelyne zo nu en dan op de lunch te vragen.

Het feestje begin.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Francoise Dorin, Comme au theatre, La facture, Un sale egoiste - Julliard 1973 p. 349-403
  2. º Francoise Dorin, Comme au theatre, La facture, Un sale egoiste - Julliard 1973 p. 405-442
  3. º Francoise Dorin, Comme au theatre, La facture, Un sale egoiste - Julliard 1973 p. 443-478
  4. º Francoise Dorin, Comme au theatre, La facture, Un sale egoiste - Julliard 1973 p. 379-512
rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow