Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bisdom: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Bisdom&oldid=51808911)
 
(LinkFix)
 
Regel 3: Regel 3:
Een '''bisdom''' of '''diocees''' is een kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder het bestuur van een lokale [[bisschop]] staat. Deze territoriale indeling wordt gebruikt in meerdere christelijke groeperingen, waaronder de [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-katholieke]], [[Orthodoxe Kerk|Orthodoxe]], [[Oudkatholieke Kerk|Oudkatholieke]], [[Anglicaanse Kerk|Anglicaanse]] en [[Evangelisch-Lutherse Kerk|Lutherse]] Kerk.
Een '''bisdom''' of '''diocees''' is een kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder het bestuur van een lokale [[bisschop]] staat. Deze territoriale indeling wordt gebruikt in meerdere christelijke groeperingen, waaronder de [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-katholieke]], [[Orthodoxe Kerk|Orthodoxe]], [[Oudkatholieke Kerk|Oudkatholieke]], [[Anglicaanse Kerk|Anglicaanse]] en [[Evangelisch-Lutherse Kerk|Lutherse]] Kerk.


Het woord komt half van ''bisschop'' ([[Grieks]]: επισκοπος ''epi-skopos'', letterlijk "op-zichter") en half van het [[suffix|achtervoegsel]] ''-dom''. Ook het woord ''diocees'' ([[Latijn]]: dĭœcēsĭs, van het Griekse ''διοίκησις'', dat "bestuur" betekent) is in zwang, maar minder gebruikelijk dan ''bisdom''. Het bijvoeglijke naamwoord is ''bisdommelijk''; ook ''diocesaan'' wordt gebruikt, vooral in [[Vlaanderen (hoofdbetekenis)|Vlaanderen]].
Het woord komt half van ''bisschop'' ([[Grieks]]: επισκοπος ''epi-skopos'', letterlijk "op-zichter") en half van het [[suffix|achtervoegsel]] ''-dom''. Ook het woord ''diocees'' ([[Latijn]]: dĭœcēsĭs, van het Griekse ''διοίκησις'', dat "bestuur" betekent) is in zwang, maar minder gebruikelijk dan ''bisdom''. Het bijvoeglijke naamwoord is ''bisdommelijk''; ook ''diocesaan'' wordt gebruikt, vooral in [[Vlaanderen]].


Een [[kerkprovincie]] kan uit een of meer bisdommen bestaan. Het belangrijkste bisdom is het [[aartsbisdom]] met aan het hoofd de [[aartsbisschop]]. Als binnen een kerkprovincie naast het aartsbisdom ook nog andere bisdommen vallen, worden deze [[Suffragaan bisdom|suffragane bisdommen]] (afhangend van het aartsbisdom) genoemd. In zo'n geval is de aartsbisschop ook [[metropoliet]]. Een bisdom wordt onderverdeeld in [[dekenaat|dekenaten]] met aan het hoofd een [[dekenaat|deken]]. Een dekenaat wordt weer onderverdeeld in [[parochie (kerk)|parochies]] met aan het hoofd een [[pastoor]]. Niet alle bisdommen kennen dekenaten. Een bisdom kan ook rechtstreeks onderverdeeld zijn in parochies.
Een [[kerkprovincie]] kan uit een of meer bisdommen bestaan. Het belangrijkste bisdom is het [[aartsbisdom]] met aan het hoofd de [[aartsbisschop]]. Als binnen een kerkprovincie naast het aartsbisdom ook nog andere bisdommen vallen, worden deze [[Suffragaan bisdom|suffragane bisdommen]] (afhangend van het aartsbisdom) genoemd. In zo'n geval is de aartsbisschop ook [[metropoliet]]. Een bisdom wordt onderverdeeld in [[dekenaat|dekenaten]] met aan het hoofd een [[dekenaat|deken]]. Een dekenaat wordt weer onderverdeeld in [[parochie (kerk)|parochies]] met aan het hoofd een [[pastoor]]. Niet alle bisdommen kennen dekenaten. Een bisdom kan ook rechtstreeks onderverdeeld zijn in parochies.

Huidige versie van 18 jun 2018 om 20:23

Zie Romeins diocees voor de wereldlijke betekenis van 'diocees' in het Romeinse Rijk.

Een bisdom of diocees is een kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder het bestuur van een lokale bisschop staat. Deze territoriale indeling wordt gebruikt in meerdere christelijke groeperingen, waaronder de Rooms-katholieke, Orthodoxe, Oudkatholieke, Anglicaanse en Lutherse Kerk.

Het woord komt half van bisschop (Grieks: επισκοπος epi-skopos, letterlijk "op-zichter") en half van het achtervoegsel -dom. Ook het woord diocees (Latijn: dĭœcēsĭs, van het Griekse διοίκησις, dat "bestuur" betekent) is in zwang, maar minder gebruikelijk dan bisdom. Het bijvoeglijke naamwoord is bisdommelijk; ook diocesaan wordt gebruikt, vooral in Vlaanderen.

Een kerkprovincie kan uit een of meer bisdommen bestaan. Het belangrijkste bisdom is het aartsbisdom met aan het hoofd de aartsbisschop. Als binnen een kerkprovincie naast het aartsbisdom ook nog andere bisdommen vallen, worden deze suffragane bisdommen (afhangend van het aartsbisdom) genoemd. In zo'n geval is de aartsbisschop ook metropoliet. Een bisdom wordt onderverdeeld in dekenaten met aan het hoofd een deken. Een dekenaat wordt weer onderverdeeld in parochies met aan het hoofd een pastoor. Niet alle bisdommen kennen dekenaten. Een bisdom kan ook rechtstreeks onderverdeeld zijn in parochies.

Bisdommen worden vernoemd naar de stad waar de bisschop resideert. Daarom is er bijvoorbeeld wel sprake van een Bisdom Rotterdam en niet van een bisdom Zuid-Holland. Soms heeft een bisdom een dubbele naam, zoals Bisdom Haarlem-Amsterdam of Bisdom Mechelen-Brussel. Dit gebeurt als binnen een bestaand bisdom een stad wordt bestempeld als hoofdstad van het land. Zo resideert de bisschop toch, zoals het ook gebruikelijk is, in de hoofdstad.

Er zijn zeven bisdommen binnen de Nederlandse Rooms-katholieke kerkprovincie: Groningen, Haarlem, Utrecht, Rotterdam, 's-Hertogenbosch, Breda en Roermond.

Zie ook