Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pest (ziekte)

Uit Wikisage
Versie door Phernambucq (overleg | bijdragen) op 6 nov 2008 om 08:30 (bron wikipedia 5-11-2008)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer

De pest is een ziekte die van de 14e tot de 19e eeuw in Europa veelvuldig, bij vlagen epidemisch en zelfs pandemisch, voorkwam en enorme aantallen slachtoffers maakte. De belangrijkste vormen van de pest zijn builenpest en longpest. Men schat dat de Zwarte Dood (1347-1351) een derde van alle Europeanen doodde, toen enkele tientallen miljoenen.

Geschiedenis

Al in de Griekse oudheid heersten epidemieën van een onbekende ziekte die later als pest is aangeduid; in de mythologie was het Apollo die deze ziekte met zijn pijlen verspreidde. De aanname dat het bij al deze epidemisch voorkomende ziekten om de pest ging is evenwel waarschijnlijk incorrect.

Men neemt aan dat het de echte pest was die in de Zwarte Dood (1347-1351) zoveel slachtoffers maakte. Ook in latere eeuwen zijn er nog pandemieën van de pest geweest.

Overigens is geenszins geheel zeker dat het bij al deze epidemieën, en zelfs de Zwarte Dood, inderdaad de ziekte betrof die wij tegenwoordig pest noemen — het is al heel lang geleden, direct bewijs is natuurlijk niet meer voorhanden en ziektebeschrijvingen uit die tijd leggen de nadruk op allerlei symptomen die naar ons tegenwoordige idee niet specifiek zijn voor pest. Analyse van verspreidingspatronen en besmettingswegen heeft diverse andere mogelijkheden opgeworpen, vooral met betrekking tot Afrikaanse virale hemorrhagische koortsen, zoals het Ebolavirus, het Marburgvirus of het Hantavirus.

Vermoed wordt dat de oorsprong van de ziekte in Mongolië ligt, zeker is in ieder geval dat de kiem van de ziekte in Azië ligt. In Europa werd de pest voor het eerst geconstateerd in Italië, en vervolgens verspreidde de ziekte zich met de klok mee: Frankrijk, Spanje, Engeland (in 1348), Duitsland, Noorwegen (in 1349 in Bergen door een schip met graan uit Engeland) en tenslotte Rusland rond 1351.

Het aantal slachtoffers van deze pandemie wordt geschat op 25 tot wel 30 à 40 miljoen. Een groot aantal streken werd vrijwel volledig ontvolkt. Veel overlevenden vluchtten en verspreidden hiermee de ziekte nog verder. Andere overlevenden koelden hun woede en frustratie op de joden, die in mindere mate door de ziekte getroffen zouden worden. Dit veroorzaakte de mythe dat joden de pest opzettelijk over Europa zouden hebben gebracht, door putten en bronnen te vergiftigen. Georganiseerde pogroms waren het gevolg.

In Nederland kwamen pestepidemieën tot in de zeventiende eeuw regelmatig voor. De laatste uitbraak was in 1668.

In de Tweede Wereldoorlog heeft het Japanse leger de pest als een biologisch wapen gebruikt. In Mantsjoerije werden burgers en krijgsgevangenen opzettelijk met de ziekte geïnfecteerd. De effecten werden bestudeerd en de slachtoffers werden soms bij bewustzijn ontleed. Ook werden besmette vlooien onder de Chinezen verspreid. Uiteindelijk zouden ongeveer 200.000 Chinezen hierdoor aan de ziekte overlijden.

Er is lang gedacht dat ratten en de vlooien die ze met zich meedroegen de verspreiders waren van de ziekte, tegenwoordig zijn er ook theorieën dat de ziekte door de lucht verspreid werd. In dat geval kan het niet gegaan zijn om de bacterie Yersinia pestis, waarvan met zekerheid aangetoond is dat rattenvlooien en in enkele gevallen ook mensenvlooien, de verspreiders waren.

Symptomen

Mensen raken besmet door een beet van een geïnfecteerde rattenvlo. In de eerste 2-7 dagen treden rillerigheid, koorts en hoofdpijn op. Na korte tijd raken de lymfeklieren van het slachtoffer geïnfecteerd; dat gaat gepaard met vervloeiing en abcesvorming, de 'builen' van de builenpest. In sommige gevallen kan de bacterie ook de longen van de patiënt infecteren, die krijgt dan een andere variant van de ziekte: de longpest.

Hoesten en bloed ophoesten treden op. Alleen de longpest kan (door hoesten) worden overgedragen van mens op mens; elke besmetting van de builenpest wordt veroorzaakt door de vlo van de huisgebonden rat. De bacterie kan zich ook in het bloed gaan vermenigvuldigen wat leidt tot sepsis en intracutane bloedingen (paarse plekken). In dit stadium is de patiënt ten dode opgeschreven behalve als vroegtijdig met intraveneuze antibiotica wordt gestart. In enkele gevallen is aannemelijk gemaakt dat beten door mensenvlooien de ziekte hebben overgebracht, maar de bacterie overleeft hierin niet lang en dit is niet de normale besmettingsweg.

Pestepidemieën in het verleden

In het begin van de jaartelling is reeds sprake van pestepidemieën. De ziekte wordt echter vaak verward met pokken of andere dodelijke grote epidemieën. Ook in het oude China werden epidemieën vermeld. Zekerheid over de diagnose is uit de klassieke beschrijvingen echter vaak niet te krijgen.

Mythen

Straf van God

Eeuwenlang heeft men geen idee gehad waar de pest vandaan kwam. Was het het water? Besmette lucht? Vergif? Of een vloek van God? Godsdienstige dwepers (Flagellanten) dachten door zelfkastijding de duivel en daarmee de pest uit te drijven. Ze trokken halfnaakt over straat terwijl ze zichzelf met zwepen op hun rug sloegen.

De Joden

Dankzij de Joodse reinigingswetten werden Joden minder snel ziek. Ook gebruikten de Joden geen water uit de openbare putten. Mede daardoor werden ze er van verdacht het water in de openbare putten te hebben vergiftigd. Met name de Joodse wijk van Straatsburg viel heel erg op, omdat hier slechts 5% van de bevolking slachtoffer werd. Dit was te danken aan de reinigigingswetten uit het oude testament die door de Joodse arts Balavignus consequent werden doorgevoerd. In plaats van dat de maatregelen van Balavignus werden overgenomen, werd hij net zo lang gemarteld totdat hij "bekende" de waterputten te hebben vergiftigd. Hierna zijn talloze pogroms uitgevoerd in heel Europa, met tienduizenden Joodse slachtoffers. In de steden Bazel, Frankfurt, Straatsburg en Keulen werd de totale Joodse bevolking uitgemoord.

Bedorven lucht

Lange tijd heeft men ook gedacht dat de pest werd verspreid door 'bedorven en besmette lucht'. In de straten brandde men tonnen met pek en soms ook kruiden. De rook moest de besmette lucht verdrijven. Vanaf de 16e eeuw verschijnen er zogenoemde pesthuizen, waar pestlijders werden ondergebracht, vaak samen met leprozen en dollen (krankzinnigen). De pesthuizen bevonden zich buiten of aan de rand van de stad. Men wilde de zieken immers afzonderen van de rest.

De pestlijders werden verzorgd door een pestmeester, ook wel snaveldokter genoemd. Een pestmeester droeg een lange jas en een masker dat leek op een pinguïnbek. Dit masker was gevuld met kruiden (o.a. jeneverbessen en het boerenwormkruid) om de kwade dampen tegen te gaan. Veel toegepaste behandelingen bij pestlijders waren zweetkuren, aderlatingen, klisteren en het uitsnijden van pestbuilen. Deze middelen haalden niets uit, het ging immers om een bacterie waar alleen antibiotica tegen helpt. Omdat er wel pestlijders genazen, achtte men behandeling toch zinvol.

Zinloze maatregelen

Hoewel artsen en bestuur machteloos waren, kondigde men wel voortdurend maatregelen af. Alle gebaseerd op verkeerde veronderstellingen, maar dat zou pas achteraf blijken. Zo moest er in Amsterdam in 1534 aan elk huis waar iemand aan de pest overleden was zes weken lang een bos stro worden gehangen. Op die manier konden voorbijgangers zien dat in dat huis pest heerste en het huis vermijden. In 1602 werden pruimen, spinazie en komkommers verboden net als het bewaren van de bladeren van wortels en radijzen, omdat men dacht dat de besmetting daarop het meest hechtte. Ook het al eerder genoemde branden van pek en kruiden en het branden van zwavel in een vuurkorf had geen enkele zin.


Bacterie

De verwekker, de bacterie Yersinia pestis, wordt overgebracht door vlooien van ratten op mensen: een vlo die eerst besmet bloed zuigt, en daarna een mens bijt, brengt daarmee de bacterie over.

Na de verdringing van de zwarte rat door de bruine rat kwam er (in West-Europa althans) een einde aan deze ziekte, dat was rond 1670. Wereldwijd komt de pest nog wel voor, met name in India is rond de millenniumwisseling (2000) nog een epidemietje geconstateerd. De ziekte is - bij tijdige diagnose - met antibiotica tegenwoordig wel goed te behandelen.

De pest is het bekendste voorbeeld van een zoönose, een ziekte die van dieren op mensen wordt overgedragen.

Resistentie

Mensen van wie het CCR5-gen gemuteerd is, door het ontbreken van 32 baseparen in het DNA, zijn resistent voor HIV. Dit gen wordt CCR5 delta-32 genoemd. Mensen die niet met de pest besmet waren, zouden ook door dit gen beschermd zijn en de ziekte daardoor hebben overleefd. Door dit selectiemechanisme zouden West-Europeanen vaker drager zijn van dit gen, waardoor ze meer kans hebben immuun te zijn tegen HIV.

Onderzoekers van het Scripps Research Institute hebben echter aangetoond dat muizen met het delta-32 gen niet immuun waren tegen de pest. Zij opperden dat er een andere ziekte in de middeleeuwen was, die er voor zorgde dat delta-32 meer kans op voortbestaan in de populatie had, waarschijnlijk was die ziekte pokken.

Taalgebruik

In de Nederlandse taal is het woord pesten etymologisch van de pest afgeleid. Ergens de pest in hebben betekent ergens erg boos over zijn. Vroeger werd dit afgekort tot ergens de P in hebben, omdat men van mening was dat men niet met de pest mocht spotten.

Zie ook

Trivia

Literatuurverwijzingen

Bronnen:

  1. D.F. Rijkels: Agnosis en Diagnosis, over pestilentiën in het Romeinse keizerrijk. Proefschrift, Leiden 2005.
  1. º Shuker, K. (2006). Draken. Een geïllustreerde geschiedenis. Kerkdriel: Librero. ISBN 9057647044