Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Marie Adrien Perk

Uit Wikisage
Versie door O (overleg | bijdragen) op 3 aug 2016 om 10:58 (https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Marie_Adrien_Perk&oldid=47136989 25 jul 2016)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Marie Adrien Perk.jpg
Marie Adrien Perk.

Marie Adrien Perk (Delft, 23 april 1834 - Amsterdam, 16 december 1916) was een Nederlands theoloog, predikant en schrijver.

Familie

Perk was lid van de familie Perk en de vader van de dichter Jacques Perk, een voorloper van de beweging van Tachtig in de Nederlandse literatuur. Hij is ook een grootvader van Edward Voûte, tijdens de Tweede Wereldoorlog burgemeester van Amsterdam.

Opleiding

Perk studeerde theologie aan de Universiteit Utrecht en werd proponent te Dordrecht, waar hij dertien jaar verbleef.

Loopbaan

Perk vertrok, na zijn periode te Dordrecht naar Breda en diende ten slotte vanaf 1872 te Amsterdam de Waalse gemeente. In Dordrecht trad Perk op als president van de door hem in het leven geroepen choleracommissie, gedurende de daar heersende epidemie van 1866 en 1867 en werd door hem de Vereniging tot verbetering der volksgezondheid opgericht; Perk was ook hiervan president. Daarnaast was hij lid van het bestuur van het departement Dordrecht der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en van de commissie voor de herhalings -en vervolgschool, secretaris van het genootschap Diversa sed Una, de Dordrechtse afdeling van de Hollandse Maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen en (vanaf 1863) algemeen voorzitter daarvan.

In Breda (1868-1872) was Perk medeoprichter en president van het Sint Nicolaas Comité; toen in 1870 het leger gemobiliseerd werd en vele gezinnen van militairen verlaten achterbleven gaf hij de aanzet tot het oprichten van het Comité ter ondersteuning van achtergelaten betrekkingen; op zijn voorstel werd de pastoor P.J. Werlen tot president benoemd. Verder was Perk medestichter en bestuurssectretaris van het Bredase Comité van het Rode Kruis; als zodanig volbracht hij met de president, admiraal Gerhard Christiaan Coenraad Pels Rijcken een moeizame reis naar Metz met een konvooi levens -en verplegingsmiddelen, onmiddellijk na de capitulatie van die vesting. Hij bleef hier op uitnodiging van het Nederlandse Hoofdcomité van het Rode Kruis enige tijd tot behartiging van de godsdienstige belangen van de protestantse zieke -en gewonden krijgslieden en schreef hierover een brochure Een bezoek aan Metz in 1870. Ontmoetingen en indrukken, opgedragen aan H.M. koningin Sophie der Nederlanden. Na zijn terugkeer hield Perk op verschillende plaatsen voordrachten over zijn verblijf te Metz en zijn werkzaamheden aldaar om geld op te halen voor de slachtoffers op het platteland van de oorlog, die van alles waren beroofd en wist 2.000 gulden bijeen te brengen.

Perk schreef een herdenkingsboek Een reunie en uitvaart, ter gelegenheid van de te Breda in 1871 gevierde herdenkingsfeesten, georganiseerd door de Vereniging het Metalen Kruis en de bij die gelegenheid plaats gehad hebbende plechtige overbrenging van het gebeente van de op de Citadel van Antwerpen gesneuvelde Nederlanders naar het kerkhof te Ginneken; hij schreef later bij de onthulling van het monument te Ginneken een Gedenkboek, waarvan de opbrengst bestemd was voor een monument ter ere van de te Atjeh gevallen militairen.

Te Amsterdam (vanaf 1872) was Perk gedurende drie jaar president der Vereniging tot veredeling van het Volksvermaak, later erepresident en voorzitter van de commissie voor de, in samenwerking met de Maatschappij voor de Werkenden Stand, georganiseerde kunstavonden en voordrachten voor het volk. Verder was hij medestichter en gedurende zes jaar president van de vereniging Floralia en droeg hij door correspondentie en opstellen in verschillende bladen en ook in de Nutsalmanak (1881) bij tot de uitbreiding der Floralia-beweging in het gehele land. Perk trad herhaalde malen op als algemeen secretaris van de Hollandse Maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen en was ook gedurende enige jaren president van de Amsterdamse afdeling van het Toneelverbond, later algemeen secretaris. Hij was medestichter van de in 1876 opgerichte Vereniging tot verbetering van het lot der blinden in Nederland; gedelegeerde (samen met Jaques Wertheim en Abraham Kuyper) van het comité voor de Transvaalse Zaken, waarbij hij de functie van vicepresident vervulde, en legde met de gedelegeerden van het Utrechts comité (professor P. Harting, Jacobus Anthonie Fruin, Gerard Jacob Theodoor Beelaerts van Blokland en Dr. H.F. Jonkman) de grondslagen van de Nederlandse-Zuid-Afrikaanse Vereniging.

Bij de in 1882 in Amsterdam gevierde Citadelfeesten was Perk vicepresident; hij schreef bij die gelegenheid de brochure Het laatste bedrijf, De Citadelfeesten te Amsterdam, uitgegeven op kosten van het Departement van Oorlog en uitgedeeld aan alle deelnemers aan die feesten. Sinds 1887 was hij voorzitter van de Algemene Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk en trad herhaaldelijk op als president der Waalse Commissie.

Ds. Perk was Ridder (1877) en later Officier (1885) in de Orde van de Eikenkroon.[1]

Werk als schrijver

M.A. Perk getekend door H.J. Haverman (1897)

Op letterkundig gebied verschenen van de hand van Perk verschillende opstellen in De Gids, De Tijdspiegel, Nederland, Leeskabinet, Tijdstroom, Europa, Elseviers Maandschrift, De Nederlandsche Spectator, Eigen Haard, de Portefeuille, Nieuw en Oud, Gustaaf Adolf, het tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap en het Bulletin de la Commission de l'Histoire des Eglises Wallonnes; verder in verschillende dag -en weekbladen, in almanakken en verzamelingen van stichtelijke literatuur.

Oeuvre (niet volledig)

  • 1860. Beknopte geschiedenis van het Protestantisme, een huis -en handboek. Met voorrede van Bernard ter Haar.
  • 1874. Strijders. Toespraak gehouden in het Kamp van Milligen in september 1874. Drie herdrukken.
  • 1876. De kerk en het toneel.
  • 1880. Schetsen uit Luxemburg. (later in het Frans vertaald, drie drukken).
  • 1882. In de Belgische Ardennen. (vier drukken).
  • 1885. Une visite à Mondorf-les-Bains. Luxembourg. Guide du Baigneur et du Touriste. (twee drukken).
  • 1885. La révocation de l'Edit de Nantes et ses conséquences pour les Eglises Wallonnes. Discours pour l'ouverture de la Réunion des Députés des Eglises Wallonnes à la Haye le 15 juin 1885.(later in het Nederlands vertaald).
  • 1886. De toneelarbeid van een non uit de tiende eeuw.
  • 1887. De troubadours.
  • 1888. Uit vervlogen eeuwen, in Oost en West.
  • 1888. De glorierijke terugkeer van de Waldenzen in hun valleien, na twee eeuwen herdacht.
  • 1892. Luxemburgiana.
  • ?. Zes jaren in Tripoli in Barbarijen. Uit de gedenkschriften van een Nederlandse vrouw.

Externe link

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Volgens het Nederland's Patriciaat was hij Commandeur in de Orde van de Eikenkroon en Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
rel=nofollow
rel=nofollow