Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Millennarisme
Chiliasme of millennarisme[1] (ook millenniumdenken) is een aanduiding voor het geloof dat er voor of na de wederkomst van Christus een duizendjarig vrederijk en/of een paradijs op aarde zal worden gevestigd. „Chiliasme” komt van het Oudgriekse woordΧίλιοι (chilioi, duizend). Het woord „millennarisme” is afgeleid van het Latijnse woord Millennium, dat duizend jaar betekent.
Men onderscheidt premillennarisme, de zienswijze dat we vóór het Millennium leven, en postmillennarisme, de opvatting dat we reeds na het millennium leven. Anderzijds bestaat ook de opvatting dat er geen Duizendjarig Rijk was of zal komen: het amillennarisme.
In recente lectuur worden de woorden chiliasme en millennarisme soms ook gebruikt voor gelijkaardige zienswijzen buiten het christendom.
Basis voor chiliasme
Het idee van een tijdelijk messiaans rijk kwam reeds voor in de joodse apocalyptische literatuur, zoals in 4 Ezra en 1 Henoch. Dit idee is sterk beïnvloed door het verlangen dat Israël weer als zelfstandige staat zou bestaan. Zo is er in 1 Henoch sprake van een periode van zeven weken. Na die de periode is er een tijdelijk Messiaans koninkrijk, gevolgd door een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Christelijk chiliasme
Het christelijk chiliasme is gebaseerd op de apocalyptische uitspraken in onder andere de bijbelboeken Daniël en Joël, maar vooral op de Openbaring van Johannes. Hierin speelt de profetie in Openbaring 20:1-6 een belangrijke rol.[2]
Verschillende vormen van chiliasme
Er bestaan binnen het christendom verschillende visies op het verband tussen de wederkomst van Jezus Christus in en het duizendjarig vrederijk. De belangrijkste stromingen zijn het premillennarisme, het amillennarisme en het postmillennarisme.
Premillennarisme
Het premillennarisme is een eindtijd-theologie die gelooft dat Jezus fysiek aanwezig zal zijn bij zijn wederkomst, voordat het duizendjarig vrederijk aanbreekt. Omdat Jezus beloofde dat hij zou terugkomen, verwachtte men rond het einde van de eerste eeuw dat het Duizendjarig Vrederijk waarvan in de bijbel sprake is, zou gaan aanbreken. Het premillennarisme is grotendeels gebaseerd op een letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-6. Deze profetie beschrijft Jezus’ wederkomst na een periode van geloofsvervolging. Satan wordt voor duizend jaar geketend in de diepte (abyssos), waarna hij voor korte tijd zal worden losgelaten. Deze periode zou voorafgaan aan het uiteindelijke laatste oordeel en de opstanding der gelovigen. De eerste kerkvaders geloofden in een letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-6. Justinus de Martelaar en Irenaeus van Lyon kwamen bekend te staan als de felste uitdragers van dit idee.
De eerste die de letterlijke uitleg in twijfel trok was Marcion. Deze werd door zijn ideeën door de meeste christenen beschouwd als een ketter. Ook Origenes trok het idee van het premillennarisme in twijfel: hij koos voor een literaire uitleg en spiritualiseerde vooral de wederkomst van Christus. Hij had echter geen grote invloed met deze uitleg. Dionysius van Alexandrië, een patriarch in de derde eeuw, hing het amillennarisme aan en overtuigde de kerken in zijn regio van de waarde daarvan.
Verschuiving naar amillennarisme onder invloed van Augustinus
Augustinus volgde aanvankelijk de zienswijze die destijds binnen het christendom gangbaar was: de geschiedenis in twee delen was opgedeeld: het tijdperk van de kerk, dat zesduizend jaar zou duren, en daarna het duizendjarig vrederijk.
Augustinus verschoof al snel richting het amillennarisme. Voor deze verschuiving zijn meerdere oorzaken genoemd:
- Een mogelijke reactie op de Donatisten. Zij hingen het premillennarisme aan. Augustinus, die als één van hun felste tegenstanders gold, wou elke eventuele connectie met hen vermijden.
- Een reactie op de sensatiebeluste sfeer die in zijn tijd rondom de eschatologie hing. Volgens sommige uitleggers was Jezus 5500 jaar na het ontstaan van de schepping gekruisigd. Nu het jaar 500 naderde, zou het duizendjarig vredesrijk dus zeer nabij zijn. Dit geloof ging gepaard met uitbundig gefeest. Augustinus wilde daar afstand van nemen. Onder invloed van sommige invloedrijke theologen uit zijn tijd, ontwikkelde Augustinus een voorkeur voor een allegorische interpretatie van het boek Openbaring.
Tijdens de middeleeuwen zou Augustinus’ theologie van het amillennarisme toonaangevend blijven. Ook veel van de reformatoren volgden zijn ideeën. Calvijn noemde het idee van premillennarisme in zijn Instituties „fictie” en „te kinderachtig en niet nodig of waard om te weerleggen”. Heinrich Bullinger deed het af als een „Joodse droom”. Andere christelijke groepen in die tijd, zoals de Hugenoten, de Anabaptisten en de Hussieten hingen wel het idee van premillennarisme aan. De Lutherse kerk veroordeelde deze leer officieel in de Confessie van Augsburg.
Toenemende invloed van het premillennarisme
Het premillennarisme werd in de 17e en 18e eeuw breed geaccepteerd onder de piëtisten in Duitsland. Hoewel theologen als Jonathan Edwards en Albrecht Bengel en het premillennarisme zelf niet volgden, kreeg het premillennarisme door hun ideeën meer invloed. Sommigen van deze theologen geloofden dat door het verval van de Rooms-katholieke kerk een hindernis werd weggenomen voor de bekering van de joden en het herstel van Israël als natie, iets wat werd gezien als een vereiste voor het aanbreken van het duizendjarig vrederijk.
In de 19e eeuw breidde het premillennarisme zich uit onder veel Engelse en Amerikaanse evangelischen, en zelfs Anglicanen. Dit ging gepaard met een sterke verwachting van de eindtijd en van Christus’ wederkomst. Via de First Great Awakening en de Second Great Awakening vond het premillennarisme haar weg binnen de Vergadering van gelovigen, Jehovah's getuigen, de Zevendedagsadventisten en de verschillende evangelische groepen, en later naar (groepen binnen) de pinksterbeweging en het fundamentalistisch christendom.
Het hedendaagse christenzionisme heeft zijn wortels in het 19e-eeuwse Britse premillennarisme en is, vooral na de Zesdaagse Oorlog in 1967, binnen rechtse, Republikeinse kringen in Amerika een grote invloed gaan uitoefenen op het aanjagen van het Israëlisch-Palestijns conflict. Veel christenzionisten zien het ontstaan van de staat Israël als een belangrijke bevestiging en voorwaarde van de naderende Eindtijd (Sizer, 2004).
Dispensationeel premillennarisme
Een aparte stroming binnen het premillennarisme is het dispensationeel premillennarisme, ook wel bekend als de bedelingenleer of dispensationalisme. Deze stroming had vooral tussen 1920 en 1970 veel invloed in de evangelische wereld. De oorsprong van de beweging ligt bij de Engelsman John Darby (1800-1882). Later kreeg de beweging ook veel invloed in de Verenigde Staten.
Het belangrijkste kenmerk van deze stroming is het opdelen van de geschiedenis in zeven tijdperken of ’dispensaties’. Dit zijn: 1. de bedeling van onschuld, tussen de schepping en de zondeval; 2. het geweten, tussen de zondeval en de zondvloed; 3. de regering van de mens, van de zondvloed tot de roeping van Abraham; 4. de belofte, van Abraham tot Mozes; 5. de wet, van Mozes tot de dood van Christus: 6. de gemeente, van de opstanding, tot vandaag; 7. het duizendjarige vrederijk.
Het huidige amillennarisme
Het ammillennarisme wordt breed gedragen in zowel de Oosters-orthodoxe kerk als de Rooms-katholieke kerk. Ook komt het veel voor bij de lutheranen, hervormden en anglicanen. Daarnaast kan het op steun rekenen bij een relatief grote minderheid van de evangelicale kerken. In ammillenaristische omgeving worden de woorden chiliasme en millennarisme dikwijls in een negatieve toon gebruikt, deels omdat oude bewegingen die als ketters werden beschouwd, (vb. de Donatisten) millenaristisch waren, anderzijds omdat sommige enthousiaste millenaristen in de reformatietijd tot extremen neigden.
Postmillennarisme
Het postmillennarisme is een interpretatie van Openbaring 20 die de tweede komst van Christus plaatst na het duizendjarig vrederijk. Volgens sommige geleerden bestond rond het jaar 1000 van onze jaartelling in christelijk Europa, met name in Frankrijk, de verwachting dat men het „einde der tijden” zou gaan beleven.[3] Het jaar 1000 ging bij velen echter onopgemerkt voorbij. Deze jaartelling, die gebaseerd was op wat Dionysius Exiguus en later de Eerwaarde Beda als het geboortejaar van Jezus Christus aannamen, was namelijk buiten de kloosters en de kerk nog niet algemeen verspreid.[4] Bij sommigen herleefde de verwachting van een grote gebeurtenis in het jaar 2000.
Het postmillennarisme staat haaks op het premillennarisme en, in minder mate, op het amillennarisme. De meeste aanhangers van het postmillennarisme geloven niet in een letterlijke duizend jaar, maar geloven dat het millennium een lange periode betekent. Wel leert deze interpretatie dat de gemeente kan bijdragen aan de vestiging van het Koninkrijk van God en de komst van het millennium door de hele wereld tot het christelijk geloof te brengen, vóórdat Jezus terugkeert. Het belangrijkste verschil met het amillennarisme is dat aanhangers van het postmillennarisme geloven dat er tijdens het millennium daadwerkelijk sprake van is van een reëel aanwezige regering, terwijl deze regering bij het amillennarisme alleen symbolisch wordt opgevat.
Er bestaan verschillende postmillennaristische meningen over de vraag wanneer Christus zal komen. De theologie die zich hier mee bezighoudt is de heerschappijtheologie. Varianten daarop zijn het Christian reconstructionism, de Kingdom Now theology en het Kinisme. Er zijn twee belangrijke stromingen binnen deze beweging. Volgens sommigen breekt het millennium pas aan wanneer christenen van boven af —door de overheid en maatschappelijke instituties— de samenleving hebben hervormd. De maatschappij moet bestuurd worden naar bijbelse maatstaven. Deze groepen geloven vaak niet in de scheiding van kerk en staat. Volgens een tweede opvatting, die haar wortels heeft bij de puriteinen, moet de maatschappij van onderuit veranderd worden door de bekering van mensen, door de verandering van persoonlijke leefstijl en ethiek naar en door de Bijbel.
Varia
- James Ussher baseerde zijn chronologie van de wereld op een millenniumtheorie waarin er precies duizend jaren waren verlopen tussen de verwoesting van de tempel en de geboorte van Jezus Christus.
- Door in hun propaganda te spreken van een "Duizendjarig rijk" knoopten de mystiek denkende nationaalsocialisten aan bij oude vormen van millenniumdenken.
Noten
|
Literatuur en bronvermelding
|