Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Harry Meinardi: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
({{wiu|1=lijkt nog niet erg af|2=2012|3=02|4=09}} http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Harry_Meinardi&oldid=29473415)
 
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Harry Meinardi''' ([[Nice]], [[20 februari]] [[1932]]) is een Nederlands [[buitengewoon hoogleraar]] in de [[Epileptisch insult|epileptologie]].  
'''Harry Meinardi''' ([[Nice]], (Frankrijk), [[20 februari]] [[1932]] – [[Den Haag]], [[20 december]] [[2013]])<ref>https://www.radboudumc.nl/personen/harry-meinardi</ref> was een Nederlands [[buitengewoon hoogleraar]] in de [[Epileptisch insult|epileptologie]].


== Biografie ==  
== Biografie ==  
Meinardi studeerde [[geneeskunde|medicijnen]] in [[Universiteit Leiden|Leiden]] en werd vervolgens assistent op het [[Laboratorium]] voor [[Endocrinologie]] van [[Andries Querido]]. Daar kwam hij in aanraking met ''Meer en Bos'', een instelling die in eerste instantie door de vereniging ''De Macht van het Kleine'' was opgericht om min-vermogende epilepsie-patiënten te verplegen. Hierdoor raakte hij geìnteresseerd in het onderzoek en een [[Holisme|holistische]] behandeling van epileptie. Meinardi specialiseerde zich tot [[zenuwarts]] en kon vervolgens, dankzij een beurs van het Rockefeller Instituut, in Amerika verder de [[biochemie]] bestuderen. Hij maakte een afspraak met de geneesheer-directeur van ''Meer en Bos'' en ''Bethesda Sarepta'', Albert Lorentz de Haas, om na zijn terugkeer uit [[Verenigde Staten|Amerika]] parttime in ''Meer en Bos'' en parttime in zijn kliniek te gaan werken. In het Rockefeller Instituut ging Meinardi [[substantie P]] isoleren uit hersenen om de structuur daarvan te bestuderen. Het lukte hem om uit de [[hypothalamus]] van geiten een [[peptide]] van 27 [[aminozuur|aminozuren]] te isoleren, dat farmacologisch aan de criteria van substantie P voldeed. Hij moest dit onderzoek beëindigen omdat hij door Dr. de Haas teruggeroepen werd naar Nederland.  
Meinardi studeerde [[geneeskunde|medicijnen]] in [[Universiteit Leiden|Leiden]] en werd vervolgens assistent op het [[Laboratorium]] voor [[Endocrinologie]] van [[Andries Querido]]. Daar kwam hij in aanraking met ''Meer en Bos'', een instelling die in eerste instantie door de vereniging ''De Macht van het Kleine'' was opgericht om min-vermogende epilepsie-patiënten te verplegen. Hierdoor raakte hij geìnteresseerd in het onderzoek en een [[Holisme|holistische]] behandeling van epilepsie. Meinardi specialiseerde zich tot [[zenuwarts]] en kon vervolgens, dankzij een beurs van het Rockefeller Instituut, in Amerika verder de [[biochemie]] bestuderen. Hij maakte een afspraak met de geneesheer-directeur van ''Meer en Bos'' en ''Bethesda Sarepta'', Albert Lorentz de Haas, om na zijn terugkeer uit [[Verenigde Staten|Amerika]] parttime in ''Meer en Bos'' en parttime in zijn kliniek te gaan werken. In het Rockefeller Instituut ging Meinardi [[substantie P]] isoleren uit hersenen om de structuur daarvan te bestuderen. Het lukte hem om uit de [[hypothalamus]] van geiten een [[peptide]] van 27 [[aminozuur|aminozuren]] te isoleren, dat farmacologisch aan de criteria van substantie P voldeed. Hij moest dit onderzoek beëindigen omdat hij door dr. de Haas teruggeroepen werd naar Nederland.


In diens instituut ging Meinardi vervolgens onderzoeken of het mogelijk zou zijn verschillende epileptiesyndromen te herkennen aan bepaalde biochemische karakteristieken, zoals een specifiek aminozuurpatroon in het bloed. Dit onderzoek gaf geen uitkomsten. Andere onderzoeken die Meinardi deed was naar patiënten die in aansluiting op een epileptische aanval meer last hadden dan anderen van het ontstaan van [[oedeem]] in en om de epileptische haard en naar het verband tussen intelligentieafname na een epileptische aanval. Zijn methode bij dit laatste onderzoek was om mensen die [[hersenletsel]] opliepen na de herstelfase psychonometrisch te onderzoeken en opnieuw als zij last kregen van epileptie (vaak voorkomend na hersenletsel); op dat moment zou de invloed van epileptie op [[cognitie]] gemeten kunnen worden. Meinardi werd vervolgens benoemd tot directeur van het Instituut voor Epileptiebestrijding en in 1985 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de epileptologie aan de [[Radboud Universiteit Nijmegen|Radboud Universiteit ]] te [[Nijmegen]]. Aldaar richtte hij de Nijmeegse epileptiewerkgroep (NEW) op, met als onderzoeksdoel onder meer de bijwerkingen van [[Anti-epilepticum|anti-epileptica]]. Hij was verder actief voor het ''Nederlands Tijdschrift voor Epileptologie'', voor de stichting ''Epilepsy Care Developing Countries'' en het steunen van verbetering van de epileptiebestrijding in [[Oost-Afrika]].
In diens instituut ging Meinardi vervolgens onderzoeken of het mogelijk zou zijn verschillende epilepsiesyndromen te herkennen aan bepaalde biochemische karakteristieken, zoals een specifiek aminozuurpatroon in het bloed. Dit onderzoek gaf geen uitkomsten. Andere onderzoeken die Meinardi deed was naar patiënten die in aansluiting op een epileptische aanval meer last hadden dan anderen van het ontstaan van [[oedeem]] in en om de epileptische haard en naar het verband tussen intelligentieafname na een epileptische aanval. Zijn methode bij dit laatste onderzoek was om mensen die [[hersenletsel]] opliepen na de herstelfase psychonometrisch te onderzoeken en opnieuw als zij last kregen van epilepsie (vaak voorkomend na hersenletsel); op dat moment zou de invloed van epilepsie op [[cognitie]] gemeten kunnen worden. Meinardi werd vervolgens benoemd tot directeur van het Instituut voor Epilepsiebestrijding en in 1985 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de epileptologie aan de [[Radboud Universiteit Nijmegen|Radboud Universiteit ]] te [[Nijmegen]]. Aldaar richtte hij de Nijmeegse epilepsiewerkgroep (NEW) op, met als onderzoeksdoel onder meer de bijwerkingen van [[Anti-epilepticum|anti-epileptica]]. Hij was verder actief voor het ''Nederlands Tijdschrift voor Epileptologie'', voor de stichting ''Epilepsy Care Developing Countries'' en het steunen van verbetering van de epilepsiebestrijding in [[Oost-Afrika]].


{{bron|bronvermelding=
{{bron|bronvermelding=
*[http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/2066/19063/1/19063_epilendef.pdf Afscheidsrede Professor Dr. H. Meinardi]
*[http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/2066/19063/1/19063_epilendef.pdf Afscheidsrede Professor Dr. H. Meinardi]
}}
}}
 
{{authorithy control |TYPE=p}}
{{DEFAULTSORT:Meinardi, Harry}}
{{DEFAULTSORT:Meinardi, Harry}}
[[Categorie:Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen]]
[[Categorie: Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen]]
[[Categorie: Nederlands medicus]]
[[Categorie: Geboren in 1932]]
[[Categorie: Overleden in 2013]]
[[Categorie: Overleden in Den Haag]]

Versie van 5 okt 2020 04:00

Harry Meinardi (Nice, (Frankrijk), 20 februari 1932Den Haag, 20 december 2013)[1] was een Nederlands buitengewoon hoogleraar in de epileptologie.

Biografie

Meinardi studeerde medicijnen in Leiden en werd vervolgens assistent op het Laboratorium voor Endocrinologie van Andries Querido. Daar kwam hij in aanraking met Meer en Bos, een instelling die in eerste instantie door de vereniging De Macht van het Kleine was opgericht om min-vermogende epilepsie-patiënten te verplegen. Hierdoor raakte hij geìnteresseerd in het onderzoek en een holistische behandeling van epilepsie. Meinardi specialiseerde zich tot zenuwarts en kon vervolgens, dankzij een beurs van het Rockefeller Instituut, in Amerika verder de biochemie bestuderen. Hij maakte een afspraak met de geneesheer-directeur van Meer en Bos en Bethesda Sarepta, Albert Lorentz de Haas, om na zijn terugkeer uit Amerika parttime in Meer en Bos en parttime in zijn kliniek te gaan werken. In het Rockefeller Instituut ging Meinardi substantie P isoleren uit hersenen om de structuur daarvan te bestuderen. Het lukte hem om uit de hypothalamus van geiten een peptide van 27 aminozuren te isoleren, dat farmacologisch aan de criteria van substantie P voldeed. Hij moest dit onderzoek beëindigen omdat hij door dr. de Haas teruggeroepen werd naar Nederland.

In diens instituut ging Meinardi vervolgens onderzoeken of het mogelijk zou zijn verschillende epilepsiesyndromen te herkennen aan bepaalde biochemische karakteristieken, zoals een specifiek aminozuurpatroon in het bloed. Dit onderzoek gaf geen uitkomsten. Andere onderzoeken die Meinardi deed was naar patiënten die in aansluiting op een epileptische aanval meer last hadden dan anderen van het ontstaan van oedeem in en om de epileptische haard en naar het verband tussen intelligentieafname na een epileptische aanval. Zijn methode bij dit laatste onderzoek was om mensen die hersenletsel opliepen na de herstelfase psychonometrisch te onderzoeken en opnieuw als zij last kregen van epilepsie (vaak voorkomend na hersenletsel); op dat moment zou de invloed van epilepsie op cognitie gemeten kunnen worden. Meinardi werd vervolgens benoemd tot directeur van het Instituut voor Epilepsiebestrijding en in 1985 benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de epileptologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Aldaar richtte hij de Nijmeegse epilepsiewerkgroep (NEW) op, met als onderzoeksdoel onder meer de bijwerkingen van anti-epileptica. Hij was verder actief voor het Nederlands Tijdschrift voor Epileptologie, voor de stichting Epilepsy Care Developing Countries en het steunen van verbetering van de epilepsiebestrijding in Oost-Afrika.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow

Sjabloon:Authorithy control