Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Gebruiker:Franciscus/kladblok: verschil tussen versies
Regel 81: | Regel 81: | ||
==Opleiding== | ==Opleiding== | ||
<br/>In 1954 ging Arvo Pärt naar de ''Tallinna Muusikakeskkool'' ( Tallinn High School of Music ), waar hij muziektheorie, compositie, piano, muziekliteratuur studeerde en populaire muziek. Deze studie werd na korte tijd onderbroken wegens de verplichte militaire dienst, waarin hij in de fanfare klarinet en hobo speelde. Deze twee jaar werden door hem als ''lijden'' ervaren, waarbij hij ook nog een nierziekte opliep die zijn gezondheid gedurende meer dan tien jaar in gevaar bracht. | <br/>In 1954 ging Arvo Pärt naar de ''Tallinna Muusikakeskkool'' ( Tallinn High School of Music ), waar hij muziektheorie, compositie, piano, muziekliteratuur studeerde en populaire muziek. Deze studie werd na korte tijd onderbroken wegens de verplichte militaire dienst, waarin hij in de fanfare klarinet en hobo speelde. Deze twee jaar werden door hem als ''lijden'' ervaren, waarbij hij ook nog een nierziekte opliep die zijn gezondheid gedurende meer dan tien jaar in gevaar bracht. | ||
<br/>Hij keerde terug naar de ''Tallinna Muusikakeskkool'' voor het afstudeerjaar 1956-1957 en nam gemakkelijk alles op, met inbegrip van het [[serialisme]]. Hij toonde al snel een voor de hand liggend en natuurlijk talent voor het componeren. | <br/>Hij keerde terug naar de ''Tallinna Muusikakeskkool'' voor het afstudeerjaar 1956-1957 en nam gemakkelijk alles op, met inbegrip van het [[serialisme]]. Hij toonde al snel een voor de hand liggend en natuurlijk talent voor het componeren. | ||
<br/>Hij ging naar het conservatorium van Tallinn Eesti Muusikaakadeemia Estonian Academy of Music and Theatre in het najaar van 1957, waar hij studeerde bij Heino Eller. Verplichte programma's omvatten ook de politieke economie, de geschiedenis van de Communistische Partij en de "wetenschap van het atheïsme". | |||
Tegelijkertijd vond hij een baan als geluidstechnicus bij de Estse radio; een positie die hij bekleedde van 1958 tot 1967. | |||
<br/>In 1962 maakte één van zijn composities geschreven voor kinderkoor en orkest Our Garden 1959) hem bekend in de hele Sovjet-Unie, waardoor hij de gelegenheid mee te dingen naar de eerste prijs voor jonge componisten.In die periode was hij ook enige tijd muzikaal leider van het Tallinn Pioneer Theatre en componeerde hij muziek voor het theater, met name toneelstukken voor kinderen en marionetten.(Four Easy Piano Dances). | |||
Hij ontving ook veel opdrachten voor filmmuziek. Toen hij in 1963 afstudeerde aan het Conservatorium van Tallinn, was zijn professionele carrière als componist al goed op gang gekomen. | |||
==Eerste successen== | ==Eerste successen== | ||
Toen Arvo Pärt begon, gebruikte hij moderne technieken als [[dodecafonie]] en collage ook wel sampling <sup>2)</sup> genoemd. In de jaren zestig verschoof zijn productie naar Gregoriaanse en oude muziek. Vervolgens engageerde hij zich vooral voor sacrale muziek. Hij creëerde zijn eigen stijl, gebaseerd op oude componeerwerkwijzen om een nieuw wezenlijkheid te bereiken, waarbij de stem de hoofdrol speelt. Verwijzend naar het geluid van klokken, definieert hij zelf zijn stijl met de term "tintinnabuli". | Toen Arvo Pärt begon, gebruikte hij moderne technieken als [[dodecafonie]] en collage ook wel sampling <sup>2)</sup> genoemd. In de jaren zestig verschoof zijn productie naar Gregoriaanse en oude muziek. Vervolgens engageerde hij zich vooral voor sacrale muziek. Hij creëerde zijn eigen stijl, gebaseerd op oude componeerwerkwijzen om een nieuw wezenlijkheid te bereiken, waarbij de stem de hoofdrol speelt. Verwijzend naar het geluid van klokken, definieert hij zelf zijn stijl met de term "tintinnabuli". |
Versie van 4 dec 2017 17:25
== Deelonderwerp[
http://www.example.com koppelingstekst
'''Voer hier de niet op te maken tekst in''''''''Vetgedrukte tekst''[[[Onderwerp]]]'''] ==
Deelonderwerp ==
Deze pagina gebruik ik om nieuwe artikelen even op te bergen en te bewerken, vóórdat ik ze als bijdrage op Wikisage zet. Ook kan ik hier enkele geheugensteuntjes kwijt.
Franciscus 4 feb 2009 14:55 (UTC)
De stad Montfort-L'Amaury in eerbetoon aan Maurice Ravel die in dit huis van 1921 tot 1937 woonde Ravel se fixa à Montfort-l'Amaury en 1921. Sa maison, le Belvédère, conservée en l'état selon la volonté de son frère, abrite un musée depuis 1971 et fait l’objet d’une inscription auprès des monuments historiques depuis 199459.
Français : Maison dite du Belvédère de Maurice Ravel à Montfort-l'Amaury (Yvelines, France)
Date 20 November 2006
Source Cliché personnel, own work
Author ℍenry Salomé (Jaser !) 08:17, 21 November 2006 (UTC)
Object location
48° 46′ 34.28″ N, 1° 48′ 19.4″ E Kartographer map based on OpenStreetMap. View this and other nearby images on: OpenStreetMap - Google Earth info
Licensing[edit]
The copyright holder of this work, hereby publish it under the following licenses:
GNU head Permission is granted to copy, distribute and/or modify this document under the terms of the GNU Free Documentation License, Version 1.2 or any later version published by the Free Software Foundation; with no Invariant Sections, no Front-Cover Texts, and no Back-Cover Texts. A copy of the license is included in the section entitled GNU Free Documentation License.
Arvo Pärt (Paide, 11 september 1935)
Arvo Pärt
Arvo Pärt | ||
Arvo Pärt omstreeks 19.. | ||
Arvo Pärt omstreeks 19.. | ||
Algemene informatie | ||
Geboren | 11 september 1935 | |
Werk | ||
Genre(s) | Klassiek|Moderne muziek | |
Beroep | Componist |
Arvo Pärt (Paide ( Estland ), 11 september 1935) is een Estse componist. Hij is een van de belangrijkste hedendaagse componisten van sacrale muziek.
Arvo Pärt is een van die componisten wiens werk ons begrip van muziek sterk heeft veranderd.Pärt is vooral bekend om zijn originele tintinnabulistijl1). Deze nieuwe techniek paste hij voor het eerst toe in de werken Für Alina (1976) en Spiegel im Spiegel (1978).
Zijn moderne werken uit de eerdere periode van de schepping zijn minder bekend bij het grote publiek, maar hebben toch de reikwijdte van het begrip muziek verbreed.
Jeugd
Arvo Pärt werd geboren in Paide, een stad ongeveer 90 km ten zuidoosten van de hoofdstad Tallinn. Zijn ouders scheidden toen hij nog maar drie jaar oud was. Zijn moeder nam hem mee naar haar nieuwe partner in Rakvere, in het noordoosten van Estland. Daar, tussen de leeftijd van zeven en acht, volgde hij de eerste muzieklessen na schooltijd en leerde hij de beginselen van piano en de muziektheorie.
Thuis stond alleen een oude piano, waarvan de buitenste registers nog te bespelen waren. Dat dreef hem ertoe,om te experimenteren en zijn eigen werken te verzinnen.
Als tiener luisterde hij op de radio naar allerlei soorten muziek, maar hij was toch vooral geïnteresseerd in symfonische muziek.
Hoewel de piano zijn favoriete instrument was en hij soms als begeleider optrad, speelde hij ook hobo in het schoolorkest, percussie in een dansgroep en zong hij in het schoolkoor.
Gaandeweg zette hij zijn improvisaties op de piano over het naar meer formele composities die hij begon te noteren rond zijn veertiende of vijftiende jaar.
Toen hij 17 was, presenteerde hij Meloodia, een stuk voor piano dat hij componeerde voor een wedstrijd van jonge kunstenaars. Zijn spel viel op, maar won geen prijs. Waarschijnlijk doordat het Estse karakter erin ontbrak. Het was meer in de stijl van Serge Rachmaninov geschreven, en was nog niet persoonlijk.
Opleiding
In 1954 ging Arvo Pärt naar de Tallinna Muusikakeskkool ( Tallinn High School of Music ), waar hij muziektheorie, compositie, piano, muziekliteratuur studeerde en populaire muziek. Deze studie werd na korte tijd onderbroken wegens de verplichte militaire dienst, waarin hij in de fanfare klarinet en hobo speelde. Deze twee jaar werden door hem als lijden ervaren, waarbij hij ook nog een nierziekte opliep die zijn gezondheid gedurende meer dan tien jaar in gevaar bracht.
Hij keerde terug naar de Tallinna Muusikakeskkool voor het afstudeerjaar 1956-1957 en nam gemakkelijk alles op, met inbegrip van het serialisme. Hij toonde al snel een voor de hand liggend en natuurlijk talent voor het componeren.
Hij ging naar het conservatorium van Tallinn Eesti Muusikaakadeemia Estonian Academy of Music and Theatre in het najaar van 1957, waar hij studeerde bij Heino Eller. Verplichte programma's omvatten ook de politieke economie, de geschiedenis van de Communistische Partij en de "wetenschap van het atheïsme".
Tegelijkertijd vond hij een baan als geluidstechnicus bij de Estse radio; een positie die hij bekleedde van 1958 tot 1967.
In 1962 maakte één van zijn composities geschreven voor kinderkoor en orkest Our Garden 1959) hem bekend in de hele Sovjet-Unie, waardoor hij de gelegenheid mee te dingen naar de eerste prijs voor jonge componisten.In die periode was hij ook enige tijd muzikaal leider van het Tallinn Pioneer Theatre en componeerde hij muziek voor het theater, met name toneelstukken voor kinderen en marionetten.(Four Easy Piano Dances).
Hij ontving ook veel opdrachten voor filmmuziek. Toen hij in 1963 afstudeerde aan het Conservatorium van Tallinn, was zijn professionele carrière als componist al goed op gang gekomen.
Eerste successen
Toen Arvo Pärt begon, gebruikte hij moderne technieken als dodecafonie en collage ook wel sampling 2) genoemd. In de jaren zestig verschoof zijn productie naar Gregoriaanse en oude muziek. Vervolgens engageerde hij zich vooral voor sacrale muziek. Hij creëerde zijn eigen stijl, gebaseerd op oude componeerwerkwijzen om een nieuw wezenlijkheid te bereiken, waarbij de stem de hoofdrol speelt. Verwijzend naar het geluid van klokken, definieert hij zelf zijn stijl met de term "tintinnabuli".
Per Alina, Tabula rasa, Fratres, Cantus in memoriam Benjamin Britten leverde hem internationaal succes op aan het einde van de jaren zeventig. Hij componeerde voornamelijk sacrale muziek, zoals:
- Passio Domini nostri Jesu Christi secundum Joannem (1981-82)
- Magnificat (1989)
- Berliner Messe (1991)
- Litanie: gebeden van St. Jan Chrysostom (1994)
- Como anhela una cierva (1998) ( Zoals een hinde hunkert )
- Orient & Occident (voor strijkorkest, (2000)
- La Sindone (voor orkest en percussie, (2006)( De lijkwade )
Eredoctoraat
Hij ontving het eredoctoraat (Doctoratus honoris) van het Pauselijk Instituut voor Sacrale Muziek, en nam hij in 2011 deel aan de tentoonstelling "Lo splendore della verità - La bellezza della carità",( De pracht van de waarheid - De schoonheid van de nastenliefde ).Speciaal voor deze gelegenheid componeerde en speelde hij Padre Nostro ( Onze Vader ), in aanwezigheid van de paus.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- 1)Tintinnabuli (meervoudsvorm van het Latijnse woord tintinnabulum, dat 'bel' of 'klokje' betekent) is een muzikale componeertechniek of stijl die Arvo Pärt heeft geïntroduceerd.
- 2)In de context van digitale muziekinstrumenten betekent het woord "sample" een fragment gedigitaliseerde muziek.
- Pacific 231 van Arthur Honneger op YouTube
De ouders van Arthur Honneger waren Zwitsers, die zich in Le Havre vestigden, waar zijn vader importeur van koffie was.
Arthur leerde vioolspelen en begon al op jonge leeftijd te componeren - aanvankelijk alleen op gevoel – de sonates van Beethoven als voorbeeld nemend.
In 1909 ging Honneger viool en muziektheorie studeren aan het conservatorium van Zürich. In 1911 ging hij terug naar Frankrijk om zijn studie in Parijs aan het befaamde Conservatoire national supérieur de musique te vervolgen bij onder meer Charles–Marie Widor en Vincent d'Indy. De oorlog riep hem als Zwitser terug naar zijn land, waar hij in militaire dienst moest, tot hij in 1915 verlof kreeg weer in Parijs te gaan studeren. In 1918 was hij klaar met zijn studie af en schreef kort daarop het ballet Le dit des jeux du monde, dat beschouwd wordt als zijn eerste karakteristieke werk.
Eerste composities
In 1920 werd de Groupe des Six - een groep van zes componisten in Parijs - opgericht.
De kern van deze groep werd gevormd door Arthur Honneger en Darius Milhaud. Verder bestond deze groep uit Germaine Tailleferre, Louis Durey, Francis Poulenc en George Auric. Zij lieten elkaar vrij in hun opvattingen, maar verzetten zich vooral tegen het impressionisme en het romanticisme in de muziek. Hun grote inspirator was de schrijver, dichter en toneelschrijver Jean Cocteau.
Op zijn achtentwintigste verbaasde Honneger de wereld met het muziekstuk Le Roi David, waarvoor hij een opdracht kreeg en waarvoor binnen twee maanden muziek de muziek geschreven moest zijn.
|
Honegger componeerde het stuk bij een lyrisch toneelstuk van zijn landgenoot René Morax. Het stuk volgt het leven van Koning David uit het Oude Testament aan de hand van een twintigtal schilderijen. Later werd de muziek tot oratorium omgevormd.
Het stuk wordt een oratorium genoemd, maar dan wel één van een bijzondere soort. Er is namelijk een verteller van het verhaal en tijdens dat verhaal zijn er steeds muziekgedeelten.
De muziek van Le Roi David is verdeeld in drieën. Het zijn gedeeltes uit het bijbelse verhaal over koning David, dat zich afspeelt rond 1050-970 v. Chr. Het land Israël is in oorlog met de Filistijnen, een volk dat toen in de Gazastrook woonde. De herdersjongen David ziet kans de onoverwinnelijke Goliath te verslaan met een eenvoudig wapen, namelijk een katapult.
Het oratorium bestaat uit drie gedeelten met een introductie en een slotstuk
- Introduction
- Cantique du berger David: L’Eternel est mon berger ( Lied van de herder David: De Heer is mijn herder)
- Psaume: Loué soit le Seigneur: Fanfare et entrée de Goliath ( Psalm: Prijs de Heer: Fanfare en binnenkomst van Goliath)
- Chant de Victoire: Vive David ( Lied van de overwinning:: Lang Leve David )
- Cortège ( Optocht )
Het oratorium werd door critici ontvangen als een innoverend muziekstuk. Het blies niet alleen nieuw leven in dit genre, maar was ook een inspiratiebron voor de opkomst van de atonale muziek en het serialisme.
In 1923 schreef Honneger het muziekstuk Mouvement Symphonique, wat later de naam Pacific 231 1) kreeg. De populaire interpretatie van het stuk is dat het het langzaam op gang komen van een stoomlocomotief weergeeft; een interpretatie die wordt ondersteund door de titel van het stuk. Honegger stond er echter op, dat hij het had geschreven als een oefening in het opbouwen van stuwkracht, waarbij het tempo van het stuk zich beweegt als een langzaam optrekkende stoomlocomotief. Het muziekstuk is dus geen imitatie van een locomotief - maar een abstracte symfonische studie.
Jeanne d'Arc au bûcher
In de jaren tussen 1920 en 1940 was Honegger zeer productief. Hij schreef onder meer negen balletten en drie opera's. Het dramatisch oratorium Jeanne d'Arc au bûcher (1938) wordt gezien als één van zijn beste werken.
- Als jong meisje van eenvoudige afkomst speelde Jeanne d'Arc een belangrijke rol in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Op negentienjarige leeftijd werd ze door een partijdige kerkelijke rechtbank veroordeeld en stierf ze op de brandstapel in Rouen.
- Vijfentwintig jaar na haar dood liet paus Calixtus III het proces herzien, en werd Jeanne d'Arc onschuldig bevonden. Zij kreeg bij de plechtige uitspraak van het proces op 7 juli 1456 de titel van martelares.
|
In het oratorium Jeanne d'Arc au bûcher wordt de heldin slachtoffer van machtswellust en willekeur. Honegger verklankt dit met scherpe contrasten tussen lyriek en dramatiek.
Het oratorium was een onmiddellijk succes toen het werk op 12 mei 1938 in première ging in de muziekzaal van Stadtcasino Basel. In 1942 werd aan het werk nog een proloog toegevoegd, daarbij inhakend op de toen aanwezige oorlogssituatie. In het oratorium herbeleeft Jeanne d’Arc in elf taferelen op de brandstapel de voornaamste gebeurtenissen uit haar leven, zoals in:
- Les voix du ciel ( De stem uit de hemel)
- Le livre ( Het boek )
- Les voix de la terre ( De stemmen van de aarde )
- La cloche noire et la cloche blanche ( De zwarte klok en de witte klok )
De geestelijke vader van het stuk was de katholieke schrijver van het libretto, de dichter en diplomaat Paul Claudel. Met zijn tekst creëerde hij een wervelend spektakel van satire en volksmennerij. Van dat wilde spektakel vormt de titelheldin het serene middelpunt. Honegger illustreerde dit gegeven met zangers, sprekers, jazz uit de jaren dertig en saxofoons.
Het dramatisch oratorium Jeanne d'Arc au bûcher (1938) wordt gezien als één van zijn beste werken, dat vooral wordt geprezen voor de perfecte samenhang tussen tekst en muziek.
Persoonlijk leven
Honneger trouwde in 1926 met een studiegenote - de pianiste Andrée Vaurabourg - die later ook bekend werd als docente aan het Parijse conservatorium. Ze woonden vrijwel hun gehele huwelijksleven - tot een jaar voor Honeggers overlijden - ieder in een eigen appartement, omdat hij rust en ruimte nodig had om te componeren. Hun dochter Pascale werd geboren in 1932.
|
Honneger bleef steeds - hoewel hij bijna altijd in Frankrijk heeft gewoond - de Zwitserse nationaliteit behouden, en heeft altijd contact gehouden met Zwitserland.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de nazi's Frankrijk binnenvielen, kon hij Parijs niet verlaten. Hij zette zijn werk voort, maar men vermoed, dat hij depressief raakte door de oorlog. Toch schreef hij tussen 1940 en zijn dood enkele symfonieën, die nog vrij veel worden uitgevoerd.
Arthur Honegger leefde al een tijd met een eerder opgelopen angina pectoris en overleed in Parijs op 27 november 1955 aan een hartaanval. Hij werd begraven op het Cimetière Saint-Vincent in de Parijse wijk Montmartre. Later - in 1980 - is zijn vrouw Andrée Vaurabourg in het gemeenschappelijke graf bijgezet.
|
span>
- Ook in de bioscoop werden antifascistische acties uitgevoerd
|}
Enkele breuken hebben een eigen naam:
- √12
≈12 1 1 = 1
- 2 0 12 = 1
- 2 1 12 = 1,059463094
- 2 2 12 = 1,122462048
|
|
|
|
Op een gegeven moment stelt hij vast,
dat het een verloren zaak is. |
---|
|
- Het schrijven van de Magister Ludi aan de Pedagogische Dienst
|}
|
|
{{Overline| (12)}}
om ergens een lijntje boven te trekken{{Overline|24}}
12
24
12
--
24
Breuken
a b⁄c: a b/c (geheel getal, teller en noemer) a⁄b: a/b (teller en noemer) 1⁄a: 1/a (alleen noemer)
12
--
24
{{Overline|24}}
12
24
44
sin α = sin 32 0 + 18 + [ ( 44 ) / 60 ) / 60 ] = sin 32,3122 0 = 0,5345 24
Schrijfwijze
Het hoofdtelwoord geeft de teller van een breuk weer, het rangtelwoord de noemer.
- 1 5 een vijfde, 7 10 zeven tiende, 1 2 6 een twee zesde.
- 11 1 5 elf en een vijfde, elf een vijfde, of elf gehelen en een vijfde.
Enkele breuken hebben een eigen naam:
Een derde lijkt een eigen naam te hebben. Het is als breuk een "gewone" combinatie (derde is het rangtelwoord van drie):
- 1 3 een derde (dus niet eenderde)
- 2 3 twee derde.
sina cosa
- 30-10 5
60 24/60
sin α = sin 32 0 + 18 + [ ( 44 ) / 60 ) / 60 ] = 0 = 0,5345 24
sin a = sin 32 + 18 + 44 60/60 = sin 32,3122
Het eerste voorbeeld is ook als volgt toe te lichten: als men twee taarten elk in vier even grote stukken snijdt, resulteert dat in acht stukken. Ook het delen van breuken is zo te beschrijven: als men anderhalve (1 1⁄2 = 3⁄2) euro uitgeeft aan artikelen die een halve euro per stuk kosten, krijgt men drie van die artikelen, want 3 2 : 1 2 = 3 2 × 2 1 = 3 × 2 2 × 1 = 3.
Groter
Op een gegeven moment meent hij, dat hij de zin van het Spel dicht is genaderd, maar denkt toch dat hij dit niet tot zijn beroep moet maken. |
128 4/ 7 0
achtenveertig achtenveertig
- P = U • I • cos φ
- P = 3U f • I f • cos φ
waarbij:
- U f = U fase en I f = I fase
- P = 3 U fase• I fase • cos φ
- Moon River, Goodnight Moon, Moon Cloud, Dark of the Moon
haiku (senryu, tanka, waka) en poëzie (met name haikus) waarin wordt gestreefd op impressionistische wijze de ware essentie te vangen.
Over de eindigheid van driehoeken
Inleiding
- Δ BCD ~ Δ ABC
Franciscus 7 feb 2015 12:31 (CET)