Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kees Rijnboutt: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kees_Rijnboutt&oldid=48493134 28 jan 2017)
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Kees_Rijnboutt&diff=cur&oldid=48502797 95.97.14.234 30 jan 2017)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox architect
{{Infobox architect
| naam                  = Kees Rijnboutt
| naam                  = Kees Rijnboutt
Regel 16: Regel 15:
}}
}}


'''Kees Rijnboutt''' ([[Rotterdam]], [[1939]]) is een [[Nederland]]se [[architect]] en [[stedenbouwkundige]]. Van 1986 tot 1990 was hij  [[hoogleraar]] bij de [[Technische Universiteit Delft|Technische Universiteit]] van Delft. Van 1989 tot 1995 was hij [[Rijksbouwmeester]]. In de periode 1995 tot 1998 was hij Stadsstedenbouwer in [[Den Haag]].  
Op 1 december 2016 trad Kees Rijnboutt terug uit Rijnboutt bv. Hiermee kwam een einde aan een getrapt proces, dat met de oprichting van Rijnboutt Van der Vossen Rijnboutt in 2005 een nieuw begin inluidde van de periode na de architectengroep. In 2009, parallel aan de fusie met CH & Partners en de naamsverandering in Rijnboutt, werd het eigendomsdeel van de persoon Rijnboutt overgedragen aan de partners, wat ook voor het merendeel van de projecten gold waar Rijnboutt aan was verbonden.
 
Op 26 november 2015 vond de boekpresentatie plaats van ‘Kees Rijnboutt – architect / ‘What shall we do with all this useless beauty?’, een monografie met werken uit het architectonische oeuvre, uitgegeven door THOTH, Bussum (ISBN 978-90-6868-693-7).
 
Wie het oeuvre van Kees Rijnboutt in ogenschouw neemt, ziet onwillekeurig een parallel met de geschiedenis van de Nederlandse bouwproductie in de laatste vijftig jaar en de veranderende rol van de architect. Begonnen in de laat-modernistische Bijlmermeer halverwege de jaren zestig, markeert het oeuvre de ommezwaai naar de op de menselijke schaal toegesneden uitbreidingsgebieden als Almere en Purmerend en de stadsvernieuwing in de grote steden halverwege en eind jaren zeventig, het hergebruik van overleefde (industriële) artefacten in het stedelijk weefsel halverwege de jaren tachtig en last but not least, de intrede van de markt, halverwege de jaren negentig. In al die perioden neemt Rijnboutt significante posities in, niet alleen als architect, maar ook vanuit zijn hoedanigheid van de hem toegekende functies als Rijksbouwmeester, stadsstedenbouwer (Den Haag) of supervisor.
 
Vanaf 1 december 2016 werkt Kees Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken.


== Biografie ==
== Biografie ==
Regel 127: Regel 132:


{{Commonscat|Kees Rijnboutt}}
{{Commonscat|Kees Rijnboutt}}
{{authority control|TYPE=p|Wikidata=Q2048366 }}
{{OTRS|2017012610009516}}
{{DEFAULTSORT:Rijnboutt, Kees}}
{{DEFAULTSORT:Rijnboutt, Kees}}
[[Categorie:Nederlands architect]]
[[Categorie:Nederlands architect]]
[[Categorie:Nederlands stedenbouwkundige]]
[[Categorie:Nederlands stedenbouwkundige]]

Versie van 17 feb 2017 23:18

rel=nofollow

Op 1 december 2016 trad Kees Rijnboutt terug uit Rijnboutt bv. Hiermee kwam een einde aan een getrapt proces, dat met de oprichting van Rijnboutt Van der Vossen Rijnboutt in 2005 een nieuw begin inluidde van de periode na de architectengroep. In 2009, parallel aan de fusie met CH & Partners en de naamsverandering in Rijnboutt, werd het eigendomsdeel van de persoon Rijnboutt overgedragen aan de partners, wat ook voor het merendeel van de projecten gold waar Rijnboutt aan was verbonden.

Op 26 november 2015 vond de boekpresentatie plaats van ‘Kees Rijnboutt – architect / ‘What shall we do with all this useless beauty?’, een monografie met werken uit het architectonische oeuvre, uitgegeven door THOTH, Bussum (ISBN 978-90-6868-693-7).

Wie het oeuvre van Kees Rijnboutt in ogenschouw neemt, ziet onwillekeurig een parallel met de geschiedenis van de Nederlandse bouwproductie in de laatste vijftig jaar en de veranderende rol van de architect. Begonnen in de laat-modernistische Bijlmermeer halverwege de jaren zestig, markeert het oeuvre de ommezwaai naar de op de menselijke schaal toegesneden uitbreidingsgebieden als Almere en Purmerend en de stadsvernieuwing in de grote steden halverwege en eind jaren zeventig, het hergebruik van overleefde (industriële) artefacten in het stedelijk weefsel halverwege de jaren tachtig en last but not least, de intrede van de markt, halverwege de jaren negentig. In al die perioden neemt Rijnboutt significante posities in, niet alleen als architect, maar ook vanuit zijn hoedanigheid van de hem toegekende functies als Rijksbouwmeester, stadsstedenbouwer (Den Haag) of supervisor.

Vanaf 1 december 2016 werkt Kees Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken.

Biografie

1956 - 1964

Kees Rijnboutt begon in 1956 aan een studie Bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, waar hij assistent werd van prof. J.H. van den Broek. In 1964 studeerde hij met lof af als architect bij prof. C. van Eesteren en prof. H. Brouwer. Rijnboutt maakte een structuralistisch ontwerp voor het instituut ‘Kerk en Wereld’ dat onderwijsfaciliteiten, een kapel, restaurant en huisvesting voor studenten bevatte.

1964 - 1975

Bestand:Kees Rijnboutt (1971).jpg
Kees Rijnboutt in 1971

Rijnboutt ging aan de slag bij de Woningdienst (later de gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting) in Amsterdam. Hij werkte aan stadsuitbreidingsplannen waaronder het ensemble van drie flatgebouwen voor de Banne Buiksloot (een voorstudie voor de Bijlmer), een complex van bejaardenwoningen in Osdorp en ten slotte ook het eerste deel (deel H) van de Bijlmer in Amsterdam Zuidoost, acht oost-west gesitueerde blokken in strokenbouw (1964-1968). Bij de Dienst Volkshuisvesting maakte Rijnboutt de ommekeer mee die kwam met de buurtgerichte stadsvernieuwing vanaf 1968. Het was de tijd van de medezeggenschap over de eigen woonomgeving, het resultaat van bewonersprotest tegen gemeentelijke saneringsplannen voor de negentiende eeuwse stadsgebieden. Na een intensieve pilot in de Spaarndammerbuurt volgden stadvernieuwingsprojecten in de Kinkerbuurt, Oosterparkbuurt en de Dapperbuurt.

Parallel hieraan begon Rijnboutt met Dirk Frieling aan de reorganisatie van de gemeentelijke dienst. Het leidde tot een nieuwe intergemeentelijke projectorganisatie, die verantwoordelijk werd voor het opstellen van kwaliteitseisen voor woningbouw en het toezicht op de naleving daarvan. Na diens vertrek nam Rijnboutt de plaats in van Frieling als adjunct-directeur van de Dienst Volkshuisvesting Amsterdam.

In 1970 trad Rijnboutt toe tot het bestuur van Architectura et Amicitia. Van 1972-1975 maakte hij daar deel uit van de redactie van het architectuurblad Forum. Met Geert Bekaert als hoofdredacteur richtte Forum zich op de maatschappelijke urgentie met thema’s als ‘de straat als belevingswereld’, ‘zelfhulp en bewonersparticipatie’ en ‘stadsvernieuwing in de Spaarndammerbuurt’ en met nummers gewijd aan eigentijdse architecten als Giancarlo de Carlo en Emile Aillaud.

In 1975 verliet Rijnboutt de Dienst Volkshuisvesting, naar eigen zeggen om actief deel te nemen aan het vormgeversvak.

1975 - 1985

Vanaf 1975 maakte Rijnboutt deel uit van de Architectengroep VDL (Verster, Dijkstra, Loerakker). Daar begon hij aan de woningbouwopgave Hoptille (1975-1985 i.s.m. Sjoerd Soeters), een ‘amendement’ op de Bijlmer-hoogbouw. Hij werkte ook aan andere projecten waaronder De Gors (Purmerend, 1975-1978), Redemark (Almere-Haven, 1977-1979), het Ensemble Gerdesiaweg (Rotterdam, 1977-1982) en het latere Wibenaheerd (Beijum, Groningen, 1981-1984).

Rijnboutt werkte naast woningbouw ook aan andersoortige projecten, onder meer het kantorencomplex Leaseplan met toepassing van energiebesparende koude-warmteopslag (Almere-Stad, 1980-1990), de herbestemming van de voormalige drukkerij Wolters Noordhoff (Groningen, 1985-1988) en verscheidene distributiecentra voor de posterijen (PTT, diverse locaties, 1983-1986).

In de periode 1980-85 gaf Rijnboutt college aan universiteiten in Europa en in de VS.

1985 - 1995

In de periode 1985-1995 veranderde het accent van de werkzaamheden van Rijnboutt van architect en stedenbouwer naar supervisor en regisseur.

Bij de architectengroep, nu onder de naam ‘loerakker rijnboutt ruijssenaars hendriks bv’ werkte Rijnboutt aan verschillende projecten: woningbouw aan de Johan Huizingalaan (Amsterdam, 1986-1988), het Ensemble Bankrasmeer (Amstelveen, 1992-1996, met Renée Liefting) en Stadserf (Schiedam, 1992-1997), en de verbouwing en nieuwbouw van de Arrondissementsrechtbank in Zutphen (1991-1997, met Richard Koek).

Met Dirk Frieling, Moshé Zwarts en Rob van Engelsdorp Gastelaars richtte Rijnboutt in 1984 de Stichting Nederland Nu Als Ontwerp (NNAO) op, die de toekomst van Nederland agendeerde aan de hand van een diversiteit aan ontwerpscenario’s. De Stichting bestond tot 1990.

In 1986 aanvaardde Rijnboutt een hoogleraarschap op de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft, een functie die hij bekleedde van 1986-1990.

In 1985-1995 deed de markt zijn intrede als factor in het proces van stadsontwikkeling. De kwaliteitsbewaking van dit proces was aan de supervisor, een functie die Rijnboutt werd toebedeeld in zijn hoedanigheid als rijksbouwmeester (1989-1995).

Daarbij werkte Rijnboutt aan projecten als De Resident (met o.a. Rob Krier, Cesar Pelli, Michael Graves, Adolfo Natalini, Sjoerd Soeters) en Grotiusplaats in Den Haag (met Joan Busquets) en Kop van Zuid in Rotterdam (met Riek Bakker), naast 18 rechtbanken en evenzoveel gevangenissen.

Voor zijn optreden als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur werd Rijnboutt in 2002 onderscheiden met de BNA-kubus.

1995 - 2005

Nadat hij zijn rijksbouwmeesterschap had neergelegd werd Rijnboutt gevraagd om als stadsstedenbouwer voor Den Haag te worden (1995-1998).

Zijn positie verschoof gaandeweg naar een meer op stedenbouwkundige supervisie en ruimtelijke regie gerichte praktijk (o.a. Amsterdam, voorzitter Kwaliteitsteam IJburg, 1998-2010 en Amsterdam, supervisor Zuidelijke IJ-oever, Amsterdam, 1999-2017), al bleef hij actief als architect en stedenbouwer.

In deze periode realiseerde Rijnboutt onder meer de woningbouwprojecten Karperkuil (Hoorn, 1995-1999) en Vette Knol residenties (Enkhuizen, 1997-2002), Robijnplantsoen (Almere-Buiten, 1996-1999), Veranda Van Gogh gebouw (Rotterdam, 1996-2000) en Ensemble Havenkwartier (Scheveningen, 1998-2004), naast de gebiedsontwikkeling voor o.a. Beukenhorst Oost-Oost (2003-2006, met Bart van der Vossen) en retailprojecten voor onder meer de Bijenkorf en Vroom & Dreesman (Dordrecht, Enschede, Maastricht, Amsterdam, 1997-2005).

Bijzondere vermelding verdient het woningproject Prinsenhof (Den Haag, 1999-2006, met Bart van der Vossen), drie woontorens als deel van het Masterplan Beatrixwkwartier van Joan Busquets, waarvan het ontwerp terugverwijst naar een woningbouwopgave uit Rijnboutt’s studietijd aan de TH in Delft van dertig jaar daarvoor, waarin werd geëxperimenteerd met nieuwe typologieën voor stedelijk wonen.

2005 - 2017

Met Bart van der Vossen, Mattijs Rijnboutt en Renée Liefting vormde Rijnboutt in 2005 ‘Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt bv’, met even later ook Frederik Vermeesch als mede-eigenaar.

In 2009 fuseerde dit bedrijf met CH & Partners en trad Richard Koek toe als mede-eigenaar. Het nieuwe bureau kreeg de naam ‘Rijnboutt’. Projecten uit deze periode zijn onder meer herbestemmings- en renovatieopgaven als The Bank (Amsterdam, 2006-2010) en Concertgebouwplein (Amsterdam, 2012-2013), beide met Frederik Vermeesch), en De Bijenkorf / La Vie (Utrecht, vanaf 2006) en het winkelgebied Aalmarkt (Leiden, vanaf 2009), beide met Mattijs Rijnboutt.

Vanaf 1 december 2016 werkt Rijnboutt in de luwte van het bureau en blijft hij bij een beperkt aantal projecten betrokken.

Prijzen

  • In 1989 ontving hij de Nationale prijs voor kwaliteit in wonen en werken, Visie ‘89’ voor het Wolters Noordhoff project te Groningen.
  • In 2001 ontving hij de BNA-kubus, voor zijn werk als architectonisch en stedenbouwkundig regisseur.
  • In 2003 ontving hij de Nederlandse Raad van Winkelcentra jaarprijs. Dit is een opdrachtgeverprijs voor het Statenplein en omgeving te Dordrecht.

Boeken

  • (en) Rijnboutt, Kees; Frederik Vermeesch, Nina Rickert, Ingrid Ostermann, Fragments and counterparts : Rijnboutt van der Vossen Rijnboutt : architecture, urban planning, strategy, Architectura & Natura, Amsterdam , 2007. ISBN 978-90-7686-347-4.
  • (en) Van Grunsven, Jan; Kees Rijnboutt, Kees Hummel, Mark Speer, Kees Rijnboutt architect : what shall we do with all this useless beauty?, Thoth Publishers, Bussum , 2015.

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Kees Rijnboutt op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow
De toestemming voor het vrije gebruik van dit werk is geverifieerd en gearchiveerd op OTRS. De mailuitwisseling is er in te zien door gebruikers met een OTRS-account. Voor bevestiging van deze toestemming kunt u contact opnemen met een van de OTRS-vrijwilligers. Link naar het ticket: ID=2017012610009516