Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Eerste expeditie naar Bali: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Eerste_expeditie_naar_Bali&oldid=15582562 12 feb 2009 Gw7441 3 apr 2007)
 
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Eerste_expeditie_naar_Bali&oldid=42503475 17 nov 2014 Menke)
Regel 1: Regel 1:
De [[Nederland]]se '''Expeditie naar Bali''' in [[1846]] was gericht tegen de [[Radja (titel)|Radja]] van [[Buleleng (rijk)|Buleleng]] (in het noorden van [[Bali (eiland)|Bali]]) om de verdragen van de Nederlandse overheid af te dwingen. Commandant van deze expeditie was de viceadmiraal [[Engelbertus Batavus van den Bosch|E.B. van den Bosch]]. De [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|KNIL]]-expeditiemacht stond onder leiding van luitenant-kolonel [[G. Bakker]].
{{Infobox militair conflict
| conflict=Expeditie naar het [[vorstendom]] [[Bali (eiland)|Bali]] in [[1846]]
| partof=de veldslagen van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger#Expedities van het KNIL in de negentiende eeuw|Nederlands-Indisch leger]]
| afbeelding=Het zevende bataljon tot de aanval oprukkend.jpg
| onderschrift = Het zevende bataljon tot de aanval oprukkend
| date=[[1846]]
| place=[[vorstendom]] [[Bali (eiland)|Bali]]
| casus=Opstanden tegen het Nederlandse gouvernement
| territory=
| result=Nederlandse overwinning
| combatant1=[[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|border|25px|Vlag van Nederland]] [[Nederland]]
| combatant2=[[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|border|25px|Vlag van Nederland]] [[vorstendom]] [[Bali (eiland)|Bali]], kolonie van Nederland
| commander1=[[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|border|26px|Vlag van Nederland]] [[viceadmiraal]] [[Engelbertus Batavus van den Bosch|Van den Bosch]] (zeemacht), [[luitenant-kolonel]] [[Gerhardus Bakker|Bakker]] (landmacht)
| commander2=[[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|border|25px|Vlag van Nederland]] Deel van de bevolking
| strength1=
| strength2=
| casualties1=
| casualties2=
| notes=Inlandse vorsten hielden zich niet aan de verdragen die met het Nederlandse gouvernement waren gesloten en er dreigden opstanden.
| portaal = KNIL
}}
De '''eerste expeditie naar Bali''' was een [[strafexpeditie]] van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger|Nederlands-Indische leger]] naar het [[vorstendom]] [[Bali (eiland)|Bali]] in [[1846]]


Een legermacht van 1.800 man, voorzien van drie batterijen artillerie en ondersteund door 30 marineschepen nam tijdens de expeditie de woonplaats van de radja, Buleleng, in, terwijl de naburige handelsplaats [[Singaraja]] werd platgebrand. Het expeditieleger slaagde er echter niet in de Balinese vesting [[Jagaraga]] die ten zuiden van Buleleng op een heuvel aan de weg naar het binnenland van Bali lag, te veroveren. 8.000 Balinezen, bewapend met handvuurwapens en lansen, verdedigden de sterke en van 60 kanonnen voorziene vesting hardnekkig en wisten de Nederlandse troepen te verdrijven. De radja en zijn medestrijder, de prins van [[Karangasem (rijk)|Karangasem]], werden desondanks gedwongen tot overgave en tekenden een overeenkomst met de Nederlanders.  
==Inleiding==
Bali is een van de [[Soenda-eilanden]] ten oosten van [[Java (eiland)|Java]]. [[Cornelis de Houtman]] bezocht het eiland gedurende de [[Eerste Schipvaart]] en werd er goed ontvangen. In de loop der jaren was de verstandhouding met de Nederlanders minder goed geworden. Bali was verdeeld in acht kleine staten, die door inlandse [[Vorst (heerser)|vorsten]] of Hoofden werden bestuurd. De voornaamsten van hen waren de [[Radja (titel)|radjas]] van [[Buleleng (regentschap)|Buleleng]] en [[Karangasem (regentschap)|Karangasem]]. Tot aan het jaar 1841 hadden de [[Balinezen]] hun onafhankelheid weten te bewaren. Toen de in 1841 en 1843 gesloten verdragen tussen inlandse vorsten en het Nederlandse [[Gouvernement (Nederlands-Indië)|gouvernement]] niet werden nagekomen en de Balinezen een vijandige houding begonnen aan te nemen en vooral de radja van Buleleng herhaalde malen alle regels in de wind sloeg en de Nederlandse vlag beledigde was de maat vol. Toen de radja verantwoording moest afleggen nam hij een aanmatigende houding aan, die het gouvernement niet over zijn kant kon laten gaan omdat andere gebieden dan ook in opstand zouden kunnen komen.


==Eerste expeditie naar Bali in 1846==
In 1846 werd een expeditie uitgezonden, bestaande uit het [[7e Bataljon Infanterie (KNIL)|zevende bataljon Infanterie]] en drie [[compagnie (bataljon)|compagnie]]ën van het veertiende [[bataljon]] infanterie, een berg[[Batterij (militair)|batterij]], een detachement [[Genie (legereenheid)|genietroepen]] en 500 man hulptroepen, onder bevel van [[luitenant-kolonel]] [[Gerhardus Bakker|Bakker]]. Het expeditie[[legerkorps|korps]] werd overgebracht en begeleid door 23 [[oorlogsschip|oorlogsschepen]] en 17 andere vaartuigen. De [[Marine (strijdmacht)|zeemacht]] stond onder bevel van [[schout-bij-nacht]] [[Engelbertus Batavus van den Bosch|Van den Bosch]]. De vloot telde 1280 man en was bewapend met 115 vuurmonden. Op 20 juni 1846 verscheen zij op de rede van Besuki en een week later op de rede van Buleleng. Aan boord van de schepen bevond zich de expeditiemacht, 1700 man sterk, waarvan 400 Europeanen onder bevel van Bakker. Men had de radja een ultimatum van drie maal 24 uur gesteld, dat op de 17de juni, de dag waarop de expeditie voor Buleleng verscheen, juist verstreken was. De volgende dag ontscheepten de troepen onder leiding van zeeofficier [[Abraham Johannes de Smit van den Broecke|De Smit van den Broecke]] en onder bescherming van het scheeps[[geschut]].


[[Categorie:Nederlands-Indië]]
Het eiland Bali telde toen omstreeks 700.000 inwoners en indien zij zouden samenwerken met Buleleng was er een krachtige tegenstand te verwachten. Er waren niet minder dan 10.000 Balinezen verenigd om de landing te beletten en Buleleng werd aan de zeezijde beschermd door een [[Vesting (verdedigingswerk)|versterking]], waarvan de dekkingswallen ruim 6 meter hoog waren, en twee batterijen. Er werd door de Nederlandse troepen stelling genomen in de [[rijst|sawahs]] rondom de versterkte [[Kampong (nederzettingstype)|kampong]]. In drie [[Colonne (slagorde)|colonnes]] werd tegen de vijandelijke positie opgerukt, onder aanvoering van de [[majoor]]s [[Cornelis Albert de Brauw (1809-1862)|De Brauw]], Boers en [[Kapitein (rang)|kapitein]] Lomon, De Brauw zou de eigenlijke aanval ondernemen. Terwijl het [[scheepsgeschut]] de kampong onder vuur nam veroverden de troepen, ondanks het hevige geschut van de Balinezen, de sterke stellingen. Nadat de nacht op het terrein was doorgebracht en enige aanvallen van de vijand waren afgeslagen, werd de volgende morgen de hoofdplaats [[Singaraja|Singaradja]] ingenomen.
[[Categorie:Oorlog van Nederland]]
 
[[Categorie:Geschiedenis van Bali]]
===De militaire verrichtingen===
[[Bestand:De artillerie voor Djaga Raga.jpg|400px|thumb|left|Artillerie voor Djaga Raga]]
Op 28 juni vond de landing in alle orde plaats in drie linies van vaartuigen. De eerste linie was samengesteld uit 12 [[Kruisboot|kruisprauw]]en, elk van een stuk geschut voorzien, onder bevel van [[luitenant-ter-zee]] tweede klasse J.A. van Ommeren. Deze had de tweede colonne der landingstroepen aan boord. De tweede linie bestond uit de [[Barkas (schip)|barkassen]], onder bevel van luitenant-ter-zee tweede klasse [[Joan Frederik Sandifort|J.F. Sandifort]] en bevatte de eerste colonne der troepen. Deze barkassen waren bestemd om tussen de eerste linie door te varen en onder bescherming van het geschut het eerst aan land te gaan. Achter deze linie volgde de [[artillerie]] met toebehoren op vlotten en daarna de derde linie, samen gesteld uit alle beschikbare [[sloep]]en van de vaartuigen, onder bevel van luitenant-ter-zee tweede klasse W.C.A.B.P. Arrieüs. Deze linie moest de derde colonne der troepen aan land zetten. Aan wal gekomen schaarden de troepen zich in slagorde, onder bescherming van het geschut der schepen. Een massa vijanden vertoonde zich plotseling aan de rechterflank, waardoor een verandering van het front rechts nodig werd geacht.
[[Bestand:Aanval op de kampong Boenkoelan.jpg|400px|thumb|Aanval op kampong Boenkoelan]]
 
Men verdeelde zich toen in drie colonnes en rukte met moeite door de rijstvelden voorwaarts. De eerste colonne, onder aanvoering van [[majoor]] De Brauw, kreeg last om de aanval op Buleleng te beginnen terwijl de derde en tweede colonnes, onder bevel van respectievelijk kapitein J.T. Loman en majoor [[Laurens Adriaan Boers|L.A. Boers]] de linkervleugel en de achterhoede zouden dekken. De eerste colonne rukte in stormmars op het dorp aan en had reeds de grote weg bereikt toen plotseling een moorddadig vuur geopend werd uit een vijandelijke [[Batterij (militair)|batterij]], waarvan de aanwezigheid niet eerder opgemerkt was. Een hevige aanval van meest met pieken bewapende Balinezen noodzaakten de troepen op de derde colonne terug te trekken, die meer zuidwaarts van Buleleng had postgevat. [[Eerste luitenant]] [[Everhard Christiaan Frederik Happé|Happé]] dekte deze achterwaartse beweging door een goed onderhouden fusillade. Kapitein F. van Hautburg kreeg drie [[Lans (wapen)|lanssteken]] en zijn redding was alleen te danken had aan de moed van [[tweede luitenant]] van Weerden en zijn [[flankeur]] Stevens. Toen men de zuidkant van het dorp naderde vond men daar de derde colonne, onder bevel van kapitein [[Willem Karel Hendrik Feuilletau de Bruyn (1815-1857)|Feuilletau de Bruyn]], die het met veel moeite en inspanning gelukt was om zich door een diep [[kloof|ravijn]] een weg te banen en een voordelige stelling in te nemen; het goed gerichte vuur van zijn artillerie bracht de vijand tot staan.
 
Ondertussen hadden de schepelingen een landing beproefd om de landmacht ter hulp te komen. Een grote groep vijanden viel deze zeemacht aan, waardoor die een groot verlies leed en zich genoodzaakt zag terug te trekken. Luitenant-ter-zee eerste klasse L.F. van Hoogehuizen, commandant van Zr. Ms. schoener ''Kameleon'' werd bij deze aanval dodelijk gewond en luitenant-ter-zee tweede klasse C.A. Vreede, commandant van het landingsdetachement, en ook enkele schepelingen licht gewond. Ondertussen behaalde de tweede colonne op de linkerflank grote voordelen, joeg de vijand uit zijn zuidelijke stellingen, rukte verder voorwaarts en was op het punt om het dorp, dat voor de [[Kraton (paleis)|Kraton]] lag, te overvallen, toen zij order kreeg om tot hulp van de eerste colonne terug te trekken. De Nederlandse troepen herhaalden toen een aanval op Buleleng; het [[Kanon (geschut)|kanonvuur]] dreef de Balinezen uit hun [[Borstwering (verdedigingswerk)|borstweringen]] en de [[Granaat (munitie)|granaten]] van de schepen staken het dorp in brand. De vijand vluchtte nu naar alle kanten, de Nederlandse troepen trokken Buleleng binnen en bivakkeerden 's nachts op het [[slagveld]].
 
===Resultaat===
De vorsten van Karangasem en van Buleleng voelden zich gedwongen hun onderwerping aan te bieden en de bevolking ging naar huis. Toen [[gouverneur-generaal]] [[Jan Jacob Rochussen|Rochussen]] op Bali aankwam was de strijd gestreden. Met de vorsten van Karangasem en Buleleng werden nieuwe traktaten gesloten, die hun verplichtingen tegenover de Nederlandse koloniale macht nader regelden. Die vredesvoorwaarden, de 12de juli getekend, zouden door de Balinezen met voeten getreden worden. De Nederlanders bouwden te Buleleng een [[Fort (vesting)|fort]] dat door 200 man bezet werd om de bevolking in bedwang te houden en de naleving van de gemaakte overeenkomst af te dwingen. Het kon echter niet voorkomen dat de oorlog spoedig opnieuw ontbrandde.
 
{{Zie ook|Zie ook [[tweede expeditie naar Bali]] in 1848 voor het vervolg op de eerste expeditie naar Bali}}
{{Zie ook|Zie ook [[derde expeditie naar Bali]] in 1849 voor het vervolg op de [[tweede expeditie naar Bali]]}}
 
==Deelnemers aan de eerste expeditie==
[[Bestand:Schimpff, CP, 1812-1886.jpg|150px|thumb|chef van de staf [[Charles Pierre Schimpf|Schimpf]]]]
Deelnemers aan de eerste expeditie naar Bali waren onder meer:
* [[Joost Peter van Aerssen Beijeren van Voshol]] (1817-1857), kapitein
* [[Jean François Backerus]] (1819-1880), sergeant-majoor
* [[Gerhardus Bakker]] (1801-1869), commandant der expeditie
* [[Laurens Adriaan Boers]] (1804-1862), majoor, commandant der helft van het veertiende bataljon
* [[Engelbertus Batavus van den Bosch]] (1789-1851), commandant der Marine
* [[Cornelis Albert de Brauw (1809-1862)|Cornelis Albert de Brauw]] (1809-1862), majoor
* [[Willem Lodewijk Buchel]] (1819-1901), gewoon soldaat
* [[James Enslie]] (1795-1877), zeeofficier
* [[Willem Karel Hendrik Feuilletau de Bruyn (1815-1857)]], commandant expeditionaire artillerie
* [[Constantijn George van Hoogenhouck Tulleken]], luitenant-ter-zee
* [[Everhard Christiaan Frederik Happé]] (1817-1872), eerste luitenant, zevende bataljon
* [[Johannes Coenrades Leijfeldt]] (1813-1872), kapitein bij het veertiende bataljon
* [[Willem de Constant Rebecque]] (1807-1862), bij de Marine
* [[Gerhardus Fabius]] (1806-1888), bij de Marine
* [[Charles Pierre Schimpf]] (1813-1886), chef van de staf van de expeditie
* [[Abraham Johannes de Smit van den Broecke]] (1801-1875), marine-officier
* [[Carel August Frederik Willem Wollweber]] (1814-1850), eerste luitenant bij het zevende bataljon
* [[Hendrik Wipff]] (1804-1866), luitenant-ter-zee eerste klasse
* [[Johan Georg Slieker]] (1820 - 1899), officier van gezondheid 3e kl., a/b Z.M. schoener Argo.
 
{{Appendix|2=
* 1846. ''Nederlandse koloniën.'' [[Algemeen Handelsblad]]. (06-10-1846)
* 1876. A.J.A. Gerlach. ''Nederlandse heldenfeiten in Oost Indë.'' Drie delen. Gebroeders Belinfante, Den Haag.
* 1900. W.A. Terwogt. ''Het land van Jan Pieterszoon Coen. Geschiedenis van de Nederlanders in oost-Indië.'' P. Geerts. Hoorn
* 1900. G. Kepper. ''Wapenfeiten van het Nederlands Indische Leger''; 1816-1900. M.M. Cuvee, Den Haag.
{{Wikidata|Q2555741}} }}
{{Navigatie KNIL-acties}}
<!--Artikel lijkt uitsluitend gebaseerd op 19e-eeuwse bronnen en geeft mogelijk een eenzijdig beeld van de aanleiding tot deze acties (die sowieso veel te summier wordt beschreven). Zie Margaret J. Wiener ([https://books.google.nl/books?id=GE1uc1UNXNYC&pg=PA172]) en [[Henk Schulte Nordholt (Indonesiëkundige)|Henk Schulte Nordholt]] ([https://books.google.nl/books?id=ZUVlAAAAQBAJ&pg=PA162]). Ook als er geen sprake was van misleiding van de Balinezen, kan hen kennelijk moeilijk kwalijk worden genomen dat zij aan de verdragen weinig waarde hechtten. Het beeld dat hier wordt geschetst van trouweloze en arrogante onderdanen, lijkt niet houdbaar. -->
{{DEFAULTSORT:Bali, Expeditie naar 1}}
[[Categorie:Geschiedenis van Bali|Expeditie naar Bali, 1]]
[[Categorie:Oorlog in de 19e eeuw]]
[[Categorie:Oorlog in Nederlands-Indië]]

Versie van 20 jun 2016 01:28

rel=nofollow

De eerste expeditie naar Bali was een strafexpeditie van het Nederlands-Indische leger naar het vorstendom Bali in 1846

Inleiding

Bali is een van de Soenda-eilanden ten oosten van Java. Cornelis de Houtman bezocht het eiland gedurende de Eerste Schipvaart en werd er goed ontvangen. In de loop der jaren was de verstandhouding met de Nederlanders minder goed geworden. Bali was verdeeld in acht kleine staten, die door inlandse vorsten of Hoofden werden bestuurd. De voornaamsten van hen waren de radjas van Buleleng en Karangasem. Tot aan het jaar 1841 hadden de Balinezen hun onafhankelheid weten te bewaren. Toen de in 1841 en 1843 gesloten verdragen tussen inlandse vorsten en het Nederlandse gouvernement niet werden nagekomen en de Balinezen een vijandige houding begonnen aan te nemen en vooral de radja van Buleleng herhaalde malen alle regels in de wind sloeg en de Nederlandse vlag beledigde was de maat vol. Toen de radja verantwoording moest afleggen nam hij een aanmatigende houding aan, die het gouvernement niet over zijn kant kon laten gaan omdat andere gebieden dan ook in opstand zouden kunnen komen.

Eerste expeditie naar Bali in 1846

In 1846 werd een expeditie uitgezonden, bestaande uit het zevende bataljon Infanterie en drie compagnieën van het veertiende bataljon infanterie, een bergbatterij, een detachement genietroepen en 500 man hulptroepen, onder bevel van luitenant-kolonel Bakker. Het expeditiekorps werd overgebracht en begeleid door 23 oorlogsschepen en 17 andere vaartuigen. De zeemacht stond onder bevel van schout-bij-nacht Van den Bosch. De vloot telde 1280 man en was bewapend met 115 vuurmonden. Op 20 juni 1846 verscheen zij op de rede van Besuki en een week later op de rede van Buleleng. Aan boord van de schepen bevond zich de expeditiemacht, 1700 man sterk, waarvan 400 Europeanen onder bevel van Bakker. Men had de radja een ultimatum van drie maal 24 uur gesteld, dat op de 17de juni, de dag waarop de expeditie voor Buleleng verscheen, juist verstreken was. De volgende dag ontscheepten de troepen onder leiding van zeeofficier De Smit van den Broecke en onder bescherming van het scheepsgeschut.

Het eiland Bali telde toen omstreeks 700.000 inwoners en indien zij zouden samenwerken met Buleleng was er een krachtige tegenstand te verwachten. Er waren niet minder dan 10.000 Balinezen verenigd om de landing te beletten en Buleleng werd aan de zeezijde beschermd door een versterking, waarvan de dekkingswallen ruim 6 meter hoog waren, en twee batterijen. Er werd door de Nederlandse troepen stelling genomen in de sawahs rondom de versterkte kampong. In drie colonnes werd tegen de vijandelijke positie opgerukt, onder aanvoering van de majoors De Brauw, Boers en kapitein Lomon, De Brauw zou de eigenlijke aanval ondernemen. Terwijl het scheepsgeschut de kampong onder vuur nam veroverden de troepen, ondanks het hevige geschut van de Balinezen, de sterke stellingen. Nadat de nacht op het terrein was doorgebracht en enige aanvallen van de vijand waren afgeslagen, werd de volgende morgen de hoofdplaats Singaradja ingenomen.

De militaire verrichtingen

Bestand:De artillerie voor Djaga Raga.jpg
Artillerie voor Djaga Raga

Op 28 juni vond de landing in alle orde plaats in drie linies van vaartuigen. De eerste linie was samengesteld uit 12 kruisprauwen, elk van een stuk geschut voorzien, onder bevel van luitenant-ter-zee tweede klasse J.A. van Ommeren. Deze had de tweede colonne der landingstroepen aan boord. De tweede linie bestond uit de barkassen, onder bevel van luitenant-ter-zee tweede klasse J.F. Sandifort en bevatte de eerste colonne der troepen. Deze barkassen waren bestemd om tussen de eerste linie door te varen en onder bescherming van het geschut het eerst aan land te gaan. Achter deze linie volgde de artillerie met toebehoren op vlotten en daarna de derde linie, samen gesteld uit alle beschikbare sloepen van de vaartuigen, onder bevel van luitenant-ter-zee tweede klasse W.C.A.B.P. Arrieüs. Deze linie moest de derde colonne der troepen aan land zetten. Aan wal gekomen schaarden de troepen zich in slagorde, onder bescherming van het geschut der schepen. Een massa vijanden vertoonde zich plotseling aan de rechterflank, waardoor een verandering van het front rechts nodig werd geacht.

Bestand:Aanval op de kampong Boenkoelan.jpg
Aanval op kampong Boenkoelan

Men verdeelde zich toen in drie colonnes en rukte met moeite door de rijstvelden voorwaarts. De eerste colonne, onder aanvoering van majoor De Brauw, kreeg last om de aanval op Buleleng te beginnen terwijl de derde en tweede colonnes, onder bevel van respectievelijk kapitein J.T. Loman en majoor L.A. Boers de linkervleugel en de achterhoede zouden dekken. De eerste colonne rukte in stormmars op het dorp aan en had reeds de grote weg bereikt toen plotseling een moorddadig vuur geopend werd uit een vijandelijke batterij, waarvan de aanwezigheid niet eerder opgemerkt was. Een hevige aanval van meest met pieken bewapende Balinezen noodzaakten de troepen op de derde colonne terug te trekken, die meer zuidwaarts van Buleleng had postgevat. Eerste luitenant Happé dekte deze achterwaartse beweging door een goed onderhouden fusillade. Kapitein F. van Hautburg kreeg drie lanssteken en zijn redding was alleen te danken had aan de moed van tweede luitenant van Weerden en zijn flankeur Stevens. Toen men de zuidkant van het dorp naderde vond men daar de derde colonne, onder bevel van kapitein Feuilletau de Bruyn, die het met veel moeite en inspanning gelukt was om zich door een diep ravijn een weg te banen en een voordelige stelling in te nemen; het goed gerichte vuur van zijn artillerie bracht de vijand tot staan.

Ondertussen hadden de schepelingen een landing beproefd om de landmacht ter hulp te komen. Een grote groep vijanden viel deze zeemacht aan, waardoor die een groot verlies leed en zich genoodzaakt zag terug te trekken. Luitenant-ter-zee eerste klasse L.F. van Hoogehuizen, commandant van Zr. Ms. schoener Kameleon werd bij deze aanval dodelijk gewond en luitenant-ter-zee tweede klasse C.A. Vreede, commandant van het landingsdetachement, en ook enkele schepelingen licht gewond. Ondertussen behaalde de tweede colonne op de linkerflank grote voordelen, joeg de vijand uit zijn zuidelijke stellingen, rukte verder voorwaarts en was op het punt om het dorp, dat voor de Kraton lag, te overvallen, toen zij order kreeg om tot hulp van de eerste colonne terug te trekken. De Nederlandse troepen herhaalden toen een aanval op Buleleng; het kanonvuur dreef de Balinezen uit hun borstweringen en de granaten van de schepen staken het dorp in brand. De vijand vluchtte nu naar alle kanten, de Nederlandse troepen trokken Buleleng binnen en bivakkeerden 's nachts op het slagveld.

Resultaat

De vorsten van Karangasem en van Buleleng voelden zich gedwongen hun onderwerping aan te bieden en de bevolking ging naar huis. Toen gouverneur-generaal Rochussen op Bali aankwam was de strijd gestreden. Met de vorsten van Karangasem en Buleleng werden nieuwe traktaten gesloten, die hun verplichtingen tegenover de Nederlandse koloniale macht nader regelden. Die vredesvoorwaarden, de 12de juli getekend, zouden door de Balinezen met voeten getreden worden. De Nederlanders bouwden te Buleleng een fort dat door 200 man bezet werd om de bevolking in bedwang te houden en de naleving van de gemaakte overeenkomst af te dwingen. Het kon echter niet voorkomen dat de oorlog spoedig opnieuw ontbrandde.

Zie ook tweede expeditie naar Bali in 1848 voor het vervolg op de eerste expeditie naar Bali
Zie ook derde expeditie naar Bali in 1849 voor het vervolg op de tweede expeditie naar Bali

Deelnemers aan de eerste expeditie

Bestand:Schimpff, CP, 1812-1886.jpg
chef van de staf Schimpf

Deelnemers aan de eerste expeditie naar Bali waren onder meer:

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1846. Nederlandse koloniën. Algemeen Handelsblad. (06-10-1846)
  • 1876. A.J.A. Gerlach. Nederlandse heldenfeiten in Oost Indë. Drie delen. Gebroeders Belinfante, Den Haag.
  • 1900. W.A. Terwogt. Het land van Jan Pieterszoon Coen. Geschiedenis van de Nederlanders in oost-Indië. P. Geerts. Hoorn
  • 1900. G. Kepper. Wapenfeiten van het Nederlands Indische Leger; 1816-1900. M.M. Cuvee, Den Haag.

Q2555741 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow