Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Wetenschap

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Wetenschappelijk)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Met wetenschap wordt zowel de menselijke kennis aangeduid als de organisatie om deze kennis te vergaren.

De wetenschappelijke wereld is dat deel van de maatschappij dat zich uitdrukkelijk ten doel heeft gesteld systematisch kennis te verwerven. De wetenschap heeft een eigen karakter dat blijkt uit haar methoden en conventies. De aldus ontwikkelde wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid en is opgebouwd met behulp van bepaalde wetenschappelijke methodes.

Wetenschap en technologie zijn structuurelementen van de geïndustrialiseerde samenleving en daarom beïnvloeden maatschappij, techniek en wetenschap elkaar sterk.

Algemeen

Betekenissen

Er bestaan vele verschillende betekenissen en interpretaties van wetenschap. In het dagelijks leven wordt wetenschap veelal gezien als een vorm van kennis of weten. De Van Dale (2005) stelt, dat we de volgende vijf betekenissen onderkennen :

  1. het weten omtrent, de kennis en de bekendheid met iets.
  2. wat men omtrent iets moet weten.
  3. het systematisch geordende geheel van het weten en van de regels, wetmatigheden, theorieën, hypotheses en systemen waarmee verdere kennis verkregen kan worden.
  4. het weten op een speciaal vakgebied.
  5. de beoefenaars van de wetenschap.

Vier van deze betekenissen gaan over weten. Pas op de laatste plaats wordt er gedacht aan de wetenschapsbeoefening. Nu zien we het begrip "wetenschap" in bepaalde samenhang ook als synoniem van denkvermogen, bewustzijn, medeweten, toestemming, mededeling, kennisgeving en rechterlijke aanzetting. Dit maakt het begrip wetenschap veelomvattend. In het dagelijks spraakgebruik gaat het meestal om betekenis 3.

Beroepspraktijk

In de wetenschappelijke beroepspraktijk ziet men de wetenschap als een onderdeel van de maatschappij, dat zich ten doel heeft gesteld kennis te vergaren. Dit onderdeel heeft een heel eigen karakter, en de beoefening ervan is onderworpen aan eigen wetten, methoden en conventies. In deze praktijk worden met het begrip wetenschap echter weer meer dingen aangeduid. Ad Bergsma & Korina van Petersen (2004) onderscheiden hier:

  • Het instituut der wetenschap: de universiteiten, de hoogleraren, de organisatie, enz. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapbedrijf.
  • De wetenschappelijke activiteit; zij houdt zich bezig met meten, registreren, waarnemen, en experimenteren, ordenen en interpreteren, begripsvorming en verwoording, afleiding en voorspellen, hypothesevorming en -toetsing, evaluatie en planning. Wetenschap in deze zin heet ook wel wetenschapsbeoefening.
  • De wetenschappelijke producten van deze activiteit, de wetenschappelijke kennis. De wetenschappelijke kennis vormt een reconstructie van een deel van de werkelijkheid, opgebouwd met een bepaalde methodiek. Deze reconstructie is systematisch in de zin dat men steeds tracht series gelijkvormige vragen te beantwoorden en lacunes in de kennis op te vullen.

Eigenschappen

Het begrip wetenschap is dus in de wetenschappelijke praktijk de benaming van zowel het instituut, als het werk en het product van het wetenschapsbedrijf. Hiernaast is in de wetenschappelijke theorie al eeuwen een discussie gaande over de vraag: Wat zou wetenschap moeten inhouden?. Deze discussie wordt gevoerd door natuurwetenschappers, filosofen, geschiedkundigen en andere belanghebbenden over de aard van de wetenschap. Volgens David C. Lindberg (1995) zijn hierbij diverse opvattingen over de wetenschap naar voren gekomen:

  • Wetenschap wordt beschouwd als gedragspatroon waarmee de mens zich controle over zijn omgeving verschaft.
  • Wetenschap wordt gezien als zowel theoretische kennis en technologie als de toepassing van theoretische kennis bij het oplossen van praktische problemen.
  • Wetenschap wordt gekenmerkt door de vorm van haar beweringen - universele wetmatige beweringen, bij voorkeur in wiskundige taal gesteld.
  • Wetenschap kan worden gedefinieerd aan de hand van haar methodenleer: experimentele procedures, die tot doel hebben de geheimen van de natuur te onderzoeken en theorieën over haar gedragingen te bevestigen of te ontkennen.
  • Wetenschap kan men herkennen aan haar epistemologische status, ofwel de zekerheden die haar stellingen geacht worden te geven.
  • Op grond van haar inhoud is wetenschap een specifieke reeks overtuigingen over de natuur - min of meer wat de hedendaagse natuurkunde, scheikunde, biologie, geologie en dergelijke leren.
  • Wetenschap en wetenschappelijk worden toegepast op iedere werkwijze en overtuiging, die gekenmerkt wordt door geldigheid, precisie en objectiviteit. Sherlock Holmes gebruikte aldus, bij het bestuderen van misdaden een wetenschappelijke methode.

Deze opvattingen hebben enerzijds betrekking op het wetenschappelijk werk en anderzijds op het wetenschappelijk product. In de verdere bespreking zal blijken dat de studie naar deze zaken op vele punten is verdiept. Wetenschap heeft zo allerlei specifieke betekenissen. In de praktijk ten slotte worden "wetenschap" en "wetenschappelijk" ook vaak gewoonweg gebruikt als algemene termen van goedkeuring - als benamingen die wij verbinden aan alles wat we willen aanprijzen.

Geschiedenis

Bij wetenschap gaat het om opzettelijk en doelgericht onderzoek en verwerving van kennis op een bepaald terrein of vakgebied of vakwetenschap. Deze vorm heeft sinds Plato en de middeleeuwen een geïnstitutionaliseerde vorm gekregen in academies, universiteiten, instituten, laboratoria.

Eerste beschavingen

Zie Wetenschapsgeschiedenis in vroege culturen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wetenschap in vroege culturen vond plaats van Mesopotamië, India, het Oude Egypte, Perzië, China tot bij de Maya's in Mexico. De oudste overleveringen uit het Nabije Oosten stammen uit Soemer, het huidige Irak. Rond 3500 v.Chr. begonnen de Mesopotamische volkeren, die in contact stonden met de Indusbeschaving, waarnemingen van de wereld vast te leggen met kwantitatieve en getalsmatige gegevens. Hun waarnemingen en metingen werden om andere dan wetenschappelijke redenen gedaan. Een concreet voorbeeld van de stelling van Pythagoras werd in de 18e eeuw v.Chr. vastgelegd: het Mesopotamisch kleitablet met spijkerschrift Plimpton 232 legt een aantal Pythagorese drietallen (3,4,5) (5,12,13). Dit kleitablet, gedateerd 1900 v.Chr., bevatte echter geen abstracte formulering van de stelling.

Klassieke oudheid

Zie Wetenschap in de Klassieke Oudheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wetenschap in de Klassieke Oudheid richtte zich primair op het verklaren van de werking van de kosmos. Aldus ontstond de natuurfilosofie en vervolgens de klassieke filosofie. Meer praktisch gericht waren de geneeskunde, de astronomie voor het opstellen van kalenders, en astrologie om de toekomst te voorspellen. De geleerden uit de Oudheid zullen zichzelf niet als zodanig hebben gezien, eerder zullen ze zich als natuurfilosofen, vaklieden (artsen of onderwijzers) of priesters (astrologen of geneeskundigen) hebben beschouwd.

Zo was ook de Griekse natuurwetenschap eigenlijk vooral natuurfilosofie. Er werd vooral nagedacht over hoe de natuur in elkaar zou moeten steken, en er werden veelal natuurfilosofische discussies gehouden. Er werden weinig experimenten uitgevoerd om te controleren of de gevonden beweringen op waarheid berustten, in tegenstelling tot later in de West-Europese ontwikkeling van de wetenschap, waar dit testen aan de werkelijkheid standaard zou worden.

Middeleeuwen

Zie Wetenschap in de Middeleeuwen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wetenschap in de Middeleeuwen is in het Latijnse deel van het Romeinse Rijk geen sterk punt, vergeleken met haar Grieks/Hellenistische tegenhanger. Met het einde van de Romeinse beschaving kwam West-Europa met grote moeilijkheden die de intellectuele productie aantastten in de Middeleeuwen terecht. De meeste klassieke wetenschappelijke verhandelingen gingen hier verloren. Pas met de Renaissance van de 12e eeuw is de interesse in het onderzoek naar de natuur hernieuwd. In deze periode ontwikkelde zich met name de Scholastische filosofie, die zich op de logica richtte en het empirisme bepleitte: men wilde de natuur als een coherent systeem van wetten zien die in het licht van de rede verklaard konden worden. Met deze blik gingen de middeleeuwse wetenschappers op zoek naar verklaringen voor fenomenen in het heelal en bereikten belangrijke vooruitgang in gebieden als de wetenschappelijke methode en fysica.

Renaissance

Een voorbeeld van de samenkomst van kunst en wetenschap.]]

De renaissance was in de Europese geschiedenis een periode van opbloei van kunst, wetenschap en letteren die haar grondslag had in de "wedergeboorte" van de verworvenheden van de Klassieke Oudheid. De Wetenschap in de Renaissance is in een stroomversnelling gekomen door de herontdekking van klassieke wetenschappelijke teksten door de val van Constantinopel in 1453 en de uitvinding van de boekdrukkunst rond dezelfde tijd. Dit laatste was goed voor de democratisering van het onderwijs en de snellere verspreiding van ideeën. Echter, met name de beginperiode wordt door historici wel gezien als een periode van wetenschappelijke teruggang. Humanisten hadden vooral interesse in sociale onderwerpen als de politiek en geschiedenis, ten koste van de natuurwetenschap en toegepaste wiskunde.

Wetenschappelijke revolutie

Zie Wetenschappelijke revolutie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De wetenschappelijke revolutie kan grofweg gedateerd worden beginnend in het jaar 1543. Dit is het jaar, waarin Nicolaus Copernicus zijn De revolutionibus orbium coelestium (Over de Revolutie der Hemelse sferen) publiceerde, en Andreas Vesalius het eerste complete boek over de menselijke anatomie, De humani corporis fabrica libri septem deed verschijnen. In de daarop volgende periode wordt een fundamentele transformatie zichtbaar van wetenschappelijk gedachtegoed in natuurkunde, astronomie en de biologie, in de instituten die het wetenschappelijk onderzoek ondersteunen, en meer algemeen in het gangbare wereldbeeld. Mede hierdoor wordt deze periode gezien als de fundering van de moderne wetenschap.

Huidige wetenschap

Bestand:Newtons cradle animation book.gif
De derde wet van Newton in de praktijk.

De basis voor de moderne wetenschap is in de 17e eeuw gegroeid uit besef bij wetenschappers, dat eigen observatie en experiment de sleutel is tot kennis. Volgens Dijksterhuis (1950) leidde dit modernisme tot een mechanisering van het wereldbeeld, die zijn hoogtepunt beleefde in de klassieke mechanica van Newton.

De wetenschapsontwikkeling heeft vanaf de 18e eeuw door een differentiatie in de traditionele terreinen van de natuurwetenschap en wiskunde geleid tot de opkomst van een hele verzameling sociale wetenschappen. De wetenschap leidde in de 19e eeuw verder tot professionalisering en institutionalisering en tot steeds verder gaande specialisatie begin 20e eeuw. De 20e eeuw toonde verder een groeiende rol van de wetenschap in de maatschappij met steeds meer producten, productie, management en bestuur, geïnspireerd door wetenschappelijke beginselen.

Onderwerpen

Classificatie

Zie Classificatie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het begrip "classificatie van de wetenschap", "wetenschapsclassificatie" of "wetenschappelijke classificatie" heeft twee verschillende betekenissen:

  • De indeling van de afzonderlijke wetenschappelijke disciplines in een classificatiesysteem
  • De indeling van het kenobject van een wetenschap in een classificatiesysteem, wat ook wel taxonomie genoemd.

De classificatie der wetenschappen is een speciaal aspect van de meer omvattende vraag naar de wederzijdse betrekkingen, die tussen de wetenschapsgebieden bestaan. Volgens Evert W. Beth (1959) kunnen we in dit verband drie tendensen onderscheiden:

  • Ten eerste bestaat er een streven, tussen de verschillende wetenschappen een hiërarchische rangorde tot stand te brengen;
  • Hiertegenover staat de leer van de autonomie der afzonderlijke wetenschappen;
  • Volgens een derde opvatting zijn de afzonderlijke wetenschappen niet als onderscheidbare eenheden aan te merken, doch veeleer als delen van één samenhangend geheel.

De aanvaarding van één der gezichtspunten zal uiteraard van grote invloed zijn op de classificatie van de wetenschap.

De geschiedenis van het classificeren van de wetenschap gaat terug naar de klassieke oudheid. Elke classificatie heeft sindsdien echter slechts gedurende een bepaalde culturele periode stand gehouden. In elk cultureel tijdvak is kennis voorgesteld in uniforme structuren uitgedrukt in classificaties. Maar nieuwe culturele periodes brachten nieuwe samenhang en nieuwe classificaties.

Experiment

Zie Experiment voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een experiment, ook wel proef genoemd, is een zorgvuldig opgezette en nauwkeurige nabootsing van een stukje werkelijkheid dat kan worden uitgevoerd om een wetenschappelijke hypothese te testen. Ingewikkelde experimenten met nauwkeurig meetgereedschap wordt meestal in speciale laboratoria uitgevoerd. Sommige hypothesen, bijvoorbeeld dat de zwaartekracht alles naar beneden trekt, kunnen eenvoudig, zonder speciale apparatuur of voorzieningen, getest worden. Zulke experimenten vergroten het inzicht en begrip van natuurwetten.

Paradigma

Zie Paradigma (wetenschapsfilosofie) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn beschreef de voortschrijdende ontwikkeling van wetenschappelijke kennis in de vorm van paradigma's. Bij het toepassen van de wetenschappelijke methode, komen steeds opnieuw waarnemingen naar boven die niet in de bestaande modellen of paradigma's passen. Kuhn noemde deze anomalieën.

Een sprekend voorbeeld van een paradigmaverschuiving is de Copernicaanse wending in het wereldbeeld vanaf de 16e eeuw onder invloed van het werk van astronomen als Nicolaus Copernicus, Tycho Brahe, Johannes Kepler, Galileo Galilei en Newton: hun keuze voor de empirie boven religieuze opvattingen doorbrak het eerdere op autoriteit berustende wereldbeeld.

Theorie

Zie Theorie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Een theorie is een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie (werkelijkheid). Het doel van een theorie is daarbij de onderlinge samenhang van de waarnemingen te kunnen beschrijven en te verklaren.

Over betekenis en functie van de theorievorming zijn nog steeds diepgaande discussies gaande, m.n. naar aanleiding van de aanval van Karl R. Popper op de verificatietheorie, de nog steeds het meest aanvaarde en laatstelijk nog door Rudolf Carnap empirisch gefundeerde theorie, waartegenover Popper op scherpzinnige wijze telkens opnieuw z’n falsificatietheorie stelt.

De juistheid van een theorie kan althans volgens Popper (1935) nooit geverifieerd worden (1935), Logik der Forschung, Wenen. Dit komt doordat ongeacht het aantal bevestigende waarnemingen dat wordt gedaan, er nimmer kan worden uitgesloten dat de volgende waarneming een andere uitkomst zal geven. Als meerdere onafhankelijke waarnemers dezelfde waarneming doen, kan er overeenstemming worden bereikt over de juistheid van een dergelijke waarneming. Inductivisten meenden uit een eindig aantal van dergelijke waarnemingen universeel geldige uitspraken over de werkelijkheid te kunnen doen.

Vormen

Zie Vakwetenschap voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Men kan een onderscheid maken tussen fundamentele wetenschap gepaard gaand met fundamenteel onderzoek en toegepaste wetenschap waaraan toegepast onderzoek is gekoppeld. Wanneer wetenschappers hun kennis ter beschikking stellen aan de maatschappij in het algemeen, of aan het bedrijfsleven in het bijzonder, noemt men dit valorisatie.

Ook wordt wetenschap wel onderverdeeld in geesteswetenschappen, natuurwetenschappen, sociale wetenschappen en formele wetenschap.

  • Geesteswetenschappen, ook wel alfawetenschappen genoemd, zijn wetenschappen die zich bezig houden met producten van de menselijke geest, zoals geschiedenis, letteren en filosofie.
  • Natuurwetenschappen, ook exacte wetenschappen, bètawetenschappen of positieve wetenschappen genoemd, zijn gebaseerd op natuurwetten en theorieën, die falsifieerbaar zijn door experimentele toetsing, de wetenschappelijke methode. Voorbeelden zijn biologie, natuurkunde, technische wetenschappen en vaak ook de formele wetenschappen.
  • Sociale wetenschappen, ook gammawetenschappen genoemd, zijn maatschappij- en gedragswetenschappen zoals sociologie, economie en rechtsgeleerdheid.
  • Formele wetenschappen zijn de wetenschappen over grondvormen van kennisopbouw en kennisverwerving. Hiertoe rekent men de logica, wiskunde, methodologie en systeemtheorie. Meestal echter worden formele wetenschappen als onderdeel van de natuurwetenschappen beschouwd.

Wetenschappelijke kennis

Zie Kennis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wetenschap is geordende kennis van de werkelijkheid. Haar ideaal is objectiviteit en algemene geldigheid. Er is een voortdurend streven om meningen en hypothesen door toetsing tot wetenschap te verheffen.

In de wetenschappen wordt gestreefd naar het opbouwen van een bestand van kennis, een zgn. "body of knowledge". Wetenschap heeft de opdracht om nieuwe kennis te produceren, en in het bijzonder fundamentele kennis. Behalve de taak om nieuwe samenhangen in de wereld te ontdekken en te ontwikkelen in de zogenoemde context of discovery, moet de wetenschap ook aantonen dat men werkelijk op zo’n fundament kan bouwen. Beweringen waarin die samenhangen worden weergegeven, moeten worden gerechtvaardigd in de context of justification: gelegitimeerd als "wetenschappelijk waar", en dus geschikt voor opname in het desbetreffende kennisbestand.

Wetenschappelijke methode

Zie Wetenschappelijke methode voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Elke wetenschap ontwikkelt haar eigen theorieën en methoden en technieken. Met de wetenschappelijke methode wordt de algemene werkwijze in de wetenschap aangeduid. Deze methode is m.a.w. de wetenschappelijk verantwoorde weg om kennis te verwerven. Er wordt wel beweerd dat er één wetenschappelijke methode bestaat, die is gebaseerd op waarneming, meting, voorspelling, experiment, verificatie en falsificatie. Deze methode wordt voorgesteld als een "empirische cyclus", ofwel een cyclische interactie van het opstellen van hypothesen, het doen van voorspellingen, het toetsen door waarneming en het evalueren van hypothese en resultaten.

In de wetenschapsfilosofie wordt echter al sinds de Klassieke oudheid nagedacht over de kennisverwerving, en talloze filosofen hebben allerlei methodes voorgesteld. Zo beschreef Plato de Socratische methode om via een schijnweten en onderzoek en weerlegging eerst te komen tot een erkenning van het niet weten, om vervolgens door heropname van de vraag over te gaan tot een zoeken naar de waarheid. Aristoteles beschreef de deductie en inductie. René Descartes kwam met een analytische methode en leidde het rationalisme in. Filosofen als Berkeley, Locke en Hume predikten hier tegenover het empirisme, Kant een criticisme, Hegel de dialectiek, Comte het positivisme, Popper de empirische cyclus, Bertalanffy het systeemdenken en Thomas Kuhn de structuur van wetenschappelijke revoluties.

Wetenschappelijk resultaat

Wetenschap en technologie kennen een breed scala aan directe en indirecte opbrengsten. Vele daarvan worden pas na geruime tijd zichtbaar. De omvang, gebruikswaarde en effectiviteit van die resultaten zijn bovendien vaak niet of nauwelijks op systematische wijze te kwantificeren. Dit geldt echter niet voor tastbare kennisdragers in de vorm van publicaties zoals wetenschappelijke artikelen en octrooien. Deze omvangrijke bron van algemeen toegankelijke informatie biedt, via de zogeheten ‘bibliometrische’ methode, de mogelijkheid tot een internationaal vergelijkbare meting van bijvoorbeeld Nederlandse kennisproductie. Daarvoor wordt een tweetal typen internationale bibliografische informatiebronnen aangeboord.

  • Internationale technische en wetenschappelijk tijdschriften waarin uitkomsten van kwalitatief hoogwaardig fundamenteel en toepassingsgericht wetenschappelijk onderzoek doorgaans worden gedocumenteerd
  • Octrooien, waarmee commercieel en strategisch belangrijke technologische innovaties worden geregistreerd en beschermd.

Hoewel het streven steeds gericht is op definitieve resultaten, blijkt desondanks wetenschap volgens Kuyper (1977) nooit een definitieve vorm of inhoud aan te nemen, maar steeds vatbaar te zijn voor verbreding, uitbreiding, verdieping, correctie, ja zelfs voor radicale keerpunten en revoluties. De wijze van onderzoek en de controle der resultaten alsook de vorm die aan de resultaten wordt gegeven dragen een methodisch karakter, zozeer dat wetenschap in de grond van de zaak sinds de Grieken als een kwestie van methoden (inductieve, deductieve en experimentele methode) wordt beschouwd en eventueel van theoretisch verantwoorde technieken, zoals statistiek en tests, maar ook van redenering en bewijsvorm.

Studie

Logica

Zie Logica (wetenschap) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De logica is van origine de wetenschap, die zich bezig houdt met de studie van het correct redeneren. Reeds in de Oudheid werd opgemerkt dat menselijk redeneren systematisch valt te ontleden in combinaties van vaste patronen, zogenaamde gevolgtrekkingen. De centrale vraag van de formele logica luidt: onder welke voorwaarde een gegeven bewering als gevolgtrekking (oordeel) uit een zekere andere bewering (premissen) worden aangemerkt? Een volledige behandeling van deze vraag veronderstelt.

  • de classificatie van de bestanddelen van de bewering: de termen of begrippen.
  • de betekenis van de bewering en haar bestanddelen.
  • de definitie van de termen
  • de waarheid van de beweringen.

In de logica wordt verondersteld, dat de formele logica (logica minor) de grondslag kan vormen van de wetenschapsleer (logica major), die onderzoekt, op welke wijze in de verschillende wetenschappen gevolgtrekkingen worden gemaakt. Men onderscheidt hierbij de algemene en bijzondere wetenschapsleer. In ruime zin rekent men tot de logica de kennistheorie, die de oorsprong, kenniskritiek, en realiteitswaarde van de kennis onderzoekt; en soms ook nog de metafysica der rede, die zich bezig houdt met het onderzoek van de rede als determinerende factor in het wereldgebeuren.

Methodologie

Zie Methodologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De methodologie is de studie van de wetenschappelijke methoden, de procedures en werkwijzen, die moeten worden gebruikt om kennis te verwerven en om de wetenschap vooruit te helpen. Elke vakdiscipline heeft eigen methoden en technieken en vaak ook een specifieke organisatie met onderzoekers, leerstoelen en vakliteratuur, waar deze specifieke methodologie wordt bestudeerd.

Het begrip "Methodologie" wordt vaak geassocieerd met het maken van een onderzoeksopzet. Door de semantische verwarring rond dit begrip worden noties van "methodologie", "methode" en "methodiek" vaak door elkaar gebruikt. Als vakgebied heeft de methodologie te maken met het structureren van het handelen om op grond daarvan zoekgedrag te verantwoorden. Methodologie wordt hierbij opgevat als handelingsleer. Belangrijke vormen van methodologie in de wetenschap zijn de onderzoeksmethodologie en de ontwerpmethodologie.

Wetenschapsfilosofie

In de Atheense school van Rafaël (1509) debatteren Plato en Aristoteles over de bron van alle kennis. Plato verwijst hierbij omhoog naar de hemelse sferen, en Aristoteles omlaag naar de aardse bestaan, als de bron van alle kennis.
Zie Wetenschapsfilosofie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de wetenschapsfilosofie wordt volgens Herman Koningsveld (1987) eigenlijk eenvoudig de vraag gesteld "wat wetenschap is?" Volgens Koningsveld zijn verschillende benaderingen op het verschijnselen wetenschap mogelijk.

  • Cultuurhistorische benadering: binnen deze benadering wordt wetenschap onderzocht als een cultureel verschijnsel dat de vrucht is van een historisch proces.
  • Economische benadering: van een "wetenschapseconomie", waarin het verschijnsel wetenschap door de bril van de econoom wordt bekeken, kan men nauwelijks spreken.
  • Psychologische benadering: wetenschap kan vanuit psychologisch gezichtspunt worden onderzocht door de aandacht te richten op het proces van wetenschappelijke begripsvorming.
  • Sociologische benadering: wetenschap wordt in de wetenschapssociologie onderzocht als een activiteit van een groep mensen. Welke normen en waarden constitueren de "wetenschappelijke" groep? Welke instituties treffen we aan? Welke statussymbolen.
  • Wetenschapshistorisch benadering: hier betreft het de geschiedschrijving van de wetenschap zelf.

De "filosofische benadering" van het verschijnsel wetenschap bestaat volgens Herman Koningsveld (1987) zowel uit een analyse als uit een waardering van dit verschijnsel, zowel in de zin van onderzoek als in de zin van theorie. In de wetenschapsfilosofische analyse wordt getracht de veronderstellingen van wetenschap als activiteit bloot te leggen en opheldering te krijgen over de weg waarlangs dat onderzoek verloopt, over de methodes dus en over de logica achter dat onderzoek. Tevens is de wetenschapsfilosofie erop uit om de vragen over structuur, status en waarheidspretentie van theorieën te beantwoorden. Bij de waardering staat de vraag naar de rechtvaardiging centraal: Hoe kunnen de veronderstellingen, de methodes van onderzoek en de waarheidsaanspraken van theorieën worden gerechtvaardigd?.

Wetenschapsgeschiedenis

Zie Wetenschapsgeschiedenis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wetenschapsgeschiedenis is het vakgebied van de geschiedenis van de wetenschap, dat uiteenvalt in deelgebieden. Zo bestaan bijvoorbeeld geschiedenis van de filosofie en idem van de natuurkunde. Elke wetenschap kan het eigen verleden onderzoeken, maar wetenschapsgeschiedenis als geheel maakt als specialisme deel uit van de historische wetenschap. Het is verwant aan de wetenschapsfilosofie.

Wetenschapsgeschiedenis is meer dan een opsomming van historische feiten. Elke wetenschapsgeschiedenis bevat volgens Horsten (2007) onvermijdelijk een interpretatie van de historische feiten, die ze beschrijft. Dit volgt uit de theoriegeladenheid van observatie. Alleen al het selecteren van de relevante historische feiten gebeurt op basis van interpretatieve criteria, die niet zelf als wetenschapshistorische feiten gegeven zijn.

Wetenschapssociologie

Zie Wetenschapssociologie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De wetenschapssociologie, een onderdeel van de sociologie, bestudeert de maatschappelijke processen waarin wetenschappelijke informatie wordt geproduceerd, als geldig wordt erkend door de wetenschappelijke gemeenschap, en ten slotte aan het groter geheel van de samenleving wordt doorgegeven.

In de sociologie is er sinds 1945 een groeiend inzicht in het complex "wetenschap en techniek" als onderdeel van het maatschappelijk proces. De wederzijdse beïnvloeding tussen wetenschap en maatschappij, valt in de 19de eeuw reeds te onderkennen. Maar vooral sinds 1945 is het proces versneld en in omvang en betekenis toegenomen. Dit is karakteristiek voor iedere samenleving met een hoge of stijgende graad van industrialisatie. De vraag laat zich dan ook stellen, of de ontwikkeling van wetenschap en technologie als onderdeel van het maatschappelijk proces, zich als een actueel verschijnsel laat beschrijven? Een belangrijk sociologisch discussiepunt is de waardenvrije wetenschap. Wetenschap is waardenvrij als de kennis die wetenschap oplevert niet wordt beïnvloed door persoonlijke voorkeur of belangen.

Wiskunde

Zie Wiskunde voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Wiskunde is geen studie van de wetenschap, maar wel nauw verwant aan de logica en methodologie en essentieel voor bijna alle wetenschappen, inclusief de sociale wetenschappen. Binnen de wiskunde hebben veel subdisciplines hun toepassingen, zelfs de zuivere takken als getaltheorie en topologie. De wiskunde vervult drie belangrijke rollen. In de eerste plaats verschaft het een soort abstracte taal met symbolen, algebraïsche relaties, vergelijkingen en wetenschappelijke modellen. In de tweede plaats kan mede hierdoor onderzoek betere worden vorm gegeven. Het maken van hypothesen en het bedenken van experimenten en andere waarnemingen wordt systematischer. Tenslotte kan men met behulp van statistiek een hoog niveau van betrouwbaarheid in de bewijsvoering bij uiteenlopende experimenten proberen te bereiken.

Of de wiskunde zelf als een wetenschap geclassificeerd kan worden, is met name in de Angelsaksische landen nogal een twistpunt. Sommigen zien wiskundigen als wetenschapsmensen, en beschouwen het wetenschappelijk bewijs als conditio sine qua non voor de natuurwetenschappelijke experimenten. Anderen zien wiskunde slechts als een hulpwetenschap, daar het zelf geen gebruik maakt van experimenten om theorie en hypothesen te testen. (Nu moet hierbij ook vermeld worden dat het Angelsaksische begrip "science" doorgaans de betekenis heeft van het continentale begrip "natuurwetenschap". Sociale wetenschap en geesteswetenschap worden veelal aangeduid als "humanities".) Wiskundige stellingen en formules worden verkregen met wiskundige logica of uit afleidingen van axioma's. Om dezelfde reden classificeert men wiskunde als formele wetenschap, natuurkunde en sociale wetenschap als empirische wetenschap.

Organisatie

De organisatie van de wetenschap is uitgestrekt van universiteit, laboratoria, onderzoeksinstituten en academies tot wetenschappelijke uitgeverijen en bibliotheken:

Academie
Zie Academie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een academie is, in de ruimste zin, een instelling voor hoger onderwijs, een universiteit of hogeschool, 'ter beoefening van wetenschappen, letteren of kunst'. Iemand die een academische opleiding heeft afgerond, mag een academische titel gebruiken.
Onderzoeksinstituut
Zie Onderzoeksinstituut voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een onderzoeksinstituut is een organisatie gericht op de ontwikkeling van wetenschap en of de uitvoering van toegepast onderzoek. Zo'n organisatie wordt ook wel aangeduid als centrum, expertisecentrum, kenniscentrum, kennisinstituut, onderzoekscentrum, instituut, research instelling en alle mogelijke Engelstalige varianten. Een onderzoeksinstituut is in de regel een organisatie van wetenschappers, wetenschappelijke medewerkers en administratief personeel. De grootte van zo'n instituut kan verschillen van enkele tot honderden medewerkers. Het onderzoeksgebied met de doelen, wegen en middelen wordt vastgelegd in het beleid van het instituut. Sommige instituten zijn opgezet rond een onderzoeksprogramma.
Universiteit
Zie Universiteit voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een universiteit is een instelling voor hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening. Universiteiten zijn in de regel onderverdeeld in een aantal faculteiten of departementen, voorzien van een wetenschappelijke bibliotheek en meerdere gerelateerde onderzoeksinstituten. Faculteiten en verschillende universiteiten werken tegenwoordig samen in gespecialiseerde onderzoeksscholen.
Vereniging van wetenschappers
Vereniging van wetenschappers zijn er in allerlei soorten. Bekende verenigingen zijn:
Wetenschappelijke bibliotheek
Zie Universiteitsbibliotheek voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Aan elke universiteit of ander hoger opleidingsinstituut is een wetenschappelijke bibliotheek of universiteitsbibliotheek met specialistische vakliteratuur verbonden. De producten en diensten van een universiteitsbibliotheek staan ter beschikking van de staf en de studenten van de universiteit. Zij ondersteunen daarmee onderwijs en onderzoek. Vaak fungeert een universiteitsbibliotheek als een koepelorganisatie voor de aan de universiteit verbonden faculteitsbibliotheken. In tegenstelling tot een openbare bibliotheek heeft een universiteitsbibliotheek een bewaarfunctie: wat eenmaal is aangeschaft verlaat in beginsel de collectie niet weer.
Wetenschappelijke gemeenschap
Zie Wetenschappelijke gemeenschap voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Met de wetenschappelijke gemeenschap worden alle wetenschappers op de wereld en hun onderlinge relaties en interacties bedoeld. De gemeenschap is onder te verdelen in vakgebieden, die als subgemeenschappen fungeren. In de wetenschap wordt objectiviteit van wetenschappelijk onderzoek bereikt door de wetenschappelijke methode te gebruiken. Via peer review tijdens debatten, conferenties, symposia en bij publicaties in wetenschappelijke tijdschriften helpt de wetenschappelijke gemeenschap bij het bereiken van die objectiviteit waardoor de kwaliteit van de wetenschappelijke methode en de interpretatie van resultaten gewaarborgd wordt.
Wetenschappelijk genootschap
Zie Wetenschappelijk genootschap voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een wetenschappelijk genootschap is een organisatie dat als doel heeft een wetenschappelijke discipline te promoten en de kennis erover te verspreiden en populariseren. Lidmaatschap van dergelijke genootschappen kan in sommige gevallen open voor iedereen zijn, maar meestal is een bepaalde academische graad nodig of worden nieuwe leden gevraagd lid te worden na een interne verkiezing. Dit laatste is vooral het geval met de oudste wetenschappelijke genootschappen, lidmaatschap wordt dan als een eer gezien die slechts gereputeerde geleerden ten deel valt.
Wetenschappelijke literatuur
Zie Wetenschappelijke literatuur voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De wetenschappelijke literatuur is het geheel van serieuze publicaties die over empirisch en theoretisch werk in de wetenschap rapporteren of hebben gerapporteerd, in zowel alfa-, beta- als gammawetenschappen. Vaak wordt er kortweg gesproken over "de literatuur".
Wetenschappelijke symposia
Zie Symposium (wetenschap) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een wetenschappelijke symposium, ook wel congres of conferentie, is een bijeenkomst voor onderzoekers en belangstellenden voor de presentatie en discussie van hun werk. Samen met wetenschappelijke tijdschriften voorzien symposia in een belangrijk kanaal om ideeën en informatie uit te wisselen tussen wetenschappers.
Wetenschappelijk tijdschrift
Zie Wetenschappelijk tijdschrift voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een wetenschappelijk tijdschrift is een tijdschrift waarin wetenschappers hun bevindingen publiceren. Acceptatie voor een publicatie vindt meestal plaats op basis van peer review: een inzending wordt beoordeeld door collega-wetenschappers en op basis daarvan geaccepteerd of geweigerd door de redacteur.
Wetenschapper
Zie Wetenschapper voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Een wetenschapper of ook wel geleerde is iemand die veelal gestudeerd heeft aan een universiteit of andere instelling voor hoger wetenschappelijk onderwijs. Door middel van onderzoek of daarmee verwante activiteiten draagt de wetenschapper bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis of toepassingen daarvan. Wetenschappers presenteren hun nieuwe inzichten doorgaans eerst voor vakgenoten via lezingen, discussies en publicaties, maar in toenemende mate ook meteen voor opdrachtgevers zoals de industrie.

Zie ook

rel=nofollow
 
rel=nofollow