Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Waarom vertrok Bodhidharma naar het Oosten? (film)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Boeddha in de lotushouding met de handen in een mudra

Waarom vertrok Bodhidharma naar het Oosten? of Why Has Bodhi-Dharma Left for the East? (달마가 동쪽으로 간 까닭은? – Dalmaga dongjjok-euro gan ggadakeun?) is een genomineerde Zuid-Koreaanse film. Bae Yong-Kyun, een professor aan de Dongguk Universiteit in Seoul, was de schrijver, de producer en de regisseur.

De film werd vertoond in het onderdeel Un Certain Regard op het filmfestival van Cannes in 1989.[1]

Synopsis

In een klein, vervallen en afgelegen boeddhistisch klooster, verscholen in het hart van de bergen in Zuid-Korea, leeft de oude zenmeester Hyegok teruggetrokken in ultieme ascese met zijn volgelingen Yong Nan een jonge, onzekere monnik en Haejin, een door de meester geadopteerde weesjongen die door zijn familie was achtergelaten. De jonge monnik Yong Nan ontvluchtte de stad en liet zijn familie achter om verlichting te zoeken. Hij wordt door de oude monnik Kibong genoemd.
De zenmeester is naar het oude klooster heengegaan om de ijdelheid van kennis te doorgronden. Hij kent ook het geheim van de eeuwige vrede.
Drie mensen in de uitgestrekte, dichtbeboste bergen van Zuid-Korea: een oude meester in het zenboeddhisme, zijn nog onzekere leerling en een weesjongen.
Deze drie personages zijn het symbool van mensen die lijden onder de onmacht hun problemen niet te kunnen oplossen. Ze zijn omringd door de allesoverheersende natuurelementen:

Water, Vuur, Aarde, Wind

De drie figuren symboliseren ook drie leeftijden, of stadia van een mensenleven op weg naar het ware zijn, naar vervulde harmonie, naar innerlijke vrijheid.

Film

Het boven beschreven, eenvoudige kader is voor de Koreaanse regisseur Yong-Kyun Bae voldoende om het leven als een innerlijk en gemeenschappelijk avontuur voelbaar te maken.

Waarom hebben we een heel leven nodig om de zin van het leven te ontdekken, en
levensproblemen op te lossen?

Met deze vraag blijft Bae bij zijn eigen cultuur om een beeld van universele geldigheid te creëren. De spirituele en beeldende kracht van zijn film bewerkstelligt met sprekende stiltes een grote innerlijke betrokkenheid, ook bij de toeschouwers die onbekend zijn met de Koreaanse, door het boeddhisme bepaalde, levenshouding.
Bae's film is ook overtuigend in een ander opzicht: de film wordt gekenmerkt door een sociaal-maatschappelijk engagement. Niet alleen vanwege de in het boeddhisme wortelende betrokkenheid, maar ook door de geestelijke oriëntatie die hij tegenover de schijnwaarden van de moderne westerse wereld zet en die hij ter discussie stelt.
Young-Kyun Bae, die voornamelijk bekend staat als een schilder, werkte zeven jaren aan zijn internationaal als meesterwerk erkende film. Behalve voor de regie, was hij ook ook verantwoordelijk voor het scenario, de dialogen, voor belichting, camera, geluid, decors, montage en productie. Hij maakte voor de opnamen gebruik van slechts één camera, en bewerkte de film manueel.[2]
Deze ruim twee uur durende Zuid-Koreaanse film werd voltooid in 1989 en gespeeld door Myeong-deok Choi, Hae-Jin Huang en Hui-Yeong.

Ontwikkelingen

Geplaagd door kwalen, veroorzaakt door blootstelling aan koude en vocht, probeert de oude monnik Hyegok ook anderen tot inzicht te laten komen; een besef dat alleen wordt bereikt door vurige toewijding, en niet alleen door kennis of meditatie. De oude meester probeert dit vooral door zijn manier van communiceren door het gebruik van koans zoals:

Wat is je oorspronkelijk gezicht voordat je ouders elkaar ontmoetten?

Koans zijn zenraadsels zonder absolute antwoorden. Het is een uitspraak of onoplosbaar raadsel dat in het zenboeddhisme tot doel heeft de student te verwarren, door het denken met een zodanige paradox te confronteren, dat het op de achtergrond treedt ten opzichte van de directe waarneming. Het gaat bij een koan dus niet zozeer om het oplossen van het raadsel, maar om het inzicht. Dit inzicht is geen abstract inzicht.
De zo te bereiken continue, directe waarneming, zonder (voor)oordelen, wordt in het boeddhisme Verlichting genoemd.

Op een dag gooit Haejin een steen naar vogel, die gewond raakt en na een paar dagen sterft. Hierdoor wordt een vogelpaar wreed gescheiden. De vogel die alleen achterblijft volgt hem op de voet en krijst voortdurend naar Haejin die bang wordt en die leert het fundamentele leed van het leven te begrijpen:

De dood en het vluchtige van het leven, de verbondenheid en de passies, de zonde en de angst

Intussen breekt midden in de nacht een os los uit de stal en zoekt zijn heil in het bos en langs het water.
De os kan worden gezien als het verlangen van Kibong om te ontsnappen aan zijn eigen, blinde hartstochten. De os – net als de jonge man – ontsnapt aan zijn gevangenschap, maar is niet echt vrij en is in feite nog steeds onderworpen aan zijn eigen verlangens.

Verandering

Kibong, de jonge monnik daalt op een dag af naar de stad om geneesmiddelen te kopen voor Hyegok, die ziek is en geholpen moet worden. Vóórdat Kibong vertrekt, krijgt hij van de oude monnik een koan voorgelegd die hij moet overwegen en moet zien op te lossen:

Wanneer de maan in het hart opduikt, waar gaat dan de Meester van mijn wezen heen?

De maan kan hier worden gezien als Dood of Verlichting.
De oude monnik geeft hem bij de koan nog volgende raadgevingen mee:

Kibong, ik geef je deze koan. Je moet vol ijver en volharding zijn om hem te begrijpen en hem dan mij laten zien.
Als je dag en nacht aan deze koan denkt, al je je geest concentreert om te mediteren, zal je begrijpen en tot Verlichting komen.
Met de koan kun je de oceaan der hartstochten en illusies oversteken en de wortel van je wezen ontdekken.

Kibong neemt afscheid van de oude monnik en gaat naar de stad, waar hij het geld voor de medicijnen bij elkaar bedelt. Hij bezoekt ook nog het huis van zijn oude, blinde moeder, maar spreekt niet met haar.
Als Kibong terugkeert naar het klooster is hij gedesillusioneerd en verbijsterd over zijn eigen zelfzucht, die hem verhindert zich aan zijn blinde moeder en de familie te wijden.
Hij deelt de oude monnik zijn verlangen mee om terug te keren naar de wereld, om hierdoor de mensheid te omarmen in de onrust van het dagelijks bestaan. Hij wordt ernstig berispt door de monnik, maar die legt hem verder niets in de weg. Kibong verlaat dan het klooster om terug te keren naar zijn oude leven, maar wordt onderweg overvallen door een plotselinge overstroming en verdrinkt bijna. Hij wordt door Haejin gevonden, liggend op een rots temidden van een stroomversnelling en wordt vervolgend gered door zijn Meester. Wanneer de jonge monnik weer tot zichzelf komt, wordt hij ingelicht door de jongen dat zijn meester ernstig ziek is.

Voorbereidingen

Kibong realiseert zich plotseling, dat de Meester zijn eigen leven in de waagschaal heeft gezet om hem te redden. Diep bewogen bezoekt hij de oude meester, die hem opdracht geeft na zijn sterven de laatste riten uit te voeren. Zijn wens is, dat zijn lichaam in een houten kist wordt gelegd en wordt verbrand op de top van de heuvel, zodat hij kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke plaats. Kibong moet de crematieceremonie 's nachts alléén uitvoeren, in de bergen. Hij mag ook de pas ná de verbranding het klooster in de stad berichten.

Plechtigheden

Bij de naderende volle maan herinnert Kibong zich, dat er een plechtigheid in het klooster beneden in de stad zal plaatsvinden en wil die graag bijwonen met de jongen.
Hyegok, die zich op dat moment nog goed voelt, geeft toestemming, met de vermaning goed op te passen bij terugkeer in het donker.
Bij deze plechtigheid kijken Kibong en Heijin naar een betoverende dans, waarbij het lijkt alsof de oude monnik een afscheidsdans uitvoert en langzaam oplost in de nevelen van de nacht.
In het klooster is Hyegok intussen rustig bezig met de voorbereidingen op zijn sterven.
Bij volle maan keren Heijin en Kibong 's nachts terug naar het oude klooster. Bij thuiskomst ontdekken ze al snel, dat de oude man gestorven is.

Ceremonie

<<<<<<<<< Dood hout >>>>>> Transparante schildering van Ria Boogaers

Trouw aan zijn belofte, en doordrongen van de ware betekenis en de zinloosheid van de dood, het bezit, verlangen en ijdelheid gaat Kibong over tot de ceremonie.
Hij legt het dode lichaam in de houten kist en langzaam begint dan een moeilijke tocht de heuvel op. Hij draagt de kist op precies dezelfde wijze als het juk waarmee hij een in stukken gezaagde dorre takken en stronken als brandhout naar het klooster droeg.

Het dode hout met zijn dorre takken symboliseert de dood, waarbij geldt, dat in de dood, het lichaam niets anders dan brandhout is.
Een soortgelijke gedachtengang kwam al eerder naar naar voren, toen de oude man het jongetje aangaf, dat zijn getrokken melktand – gescheiden van zijn lichaam – geen deel meer van hem is en er dus geen verschil is tussen die tand en de keien op de weg.

Tegen de avond bereikt Kibong de top van de heuvel. Hij probeert de brandstapel te ontsteken, maar er is een lichte motregen waardoor het steeds mislukt. Hij gaat terug naar het klooster en pakt een fles petroleum, waarna hij terugkeert naar de begraafplaats en de brandstapel aansteekt. Hij brengt de nacht door naast het brandende lichaam, gekweld door zijn gevoelens nu hij de volledige werkelijkheid van de dood onder ogen ziet.
De vlammen flakkeren de hele nacht op en vernietigen de muur tussen leven en dood, tussen goed en kwaad en verdrijven tijdelijk het leven in de bergen. Dit geeft Kibong een ervaring die woorden overstijgt.

Inzicht

In de buurt van het brandende lichaam loopt de os. Ook de jonge jongen is vlakbij. Beiden zijn min of meer gehypnotiseerd door de brand.
In de ochtend, als de brandstapel is gedoofd, zien we de Kibong knielen en zijn vingers de as zeven.
Op dat moment beseft Kibong in zijn volledig omvang de daadwerkelijke realisatie van de dood. Hij lijkt op zoek naar iets in de as, en vindt de laatste paar overgebleven beenderen van de oude monnik. Ze zijn alles nog wat is overgebleven van zijn vroegere meester. De jonge monnik verzamelt deze botten en maalt ze tot poeder met een steen. Hij loopt vervolgens door het bos, en verstrooit de tot poeder gemalen botten over het water, de aarde, de bomen en de planten, en geeft hiermee alles terug aan de natuur.

Als hij dit doet, keert de oude man terug naar zijn oorspronkelijke plaats. De oorspronkelijke plaats van de oude man is nu overal, net als zijn oorspronkelijke gezicht nu overal is.

Door deze handeling doorgrondt de jonge monnik eindelijk de koans en bereikt hij de onwankelbare vrede waar de oude man over gesproken had.

Temmen en terugvoeren van de Os

Kibong keert terug naar het klooster en zoekt naar Heijin. Hij vertrouwt hem de weinig overgebleven bezittingen van de Meester toe, zegt dat hij verlof zal nemen en het klooster beneden zal inlichten.
Eerst leidt hij nog de verdwaalde os – die al die tijd in de schaduw verbleef en zijn verlangens, stemmingen, angsten en herinneringen volgde -langs de rivier. Ook de os heeft eindelijk rust gevonden.

Het temmen en terugvoeren van de weggelopen en verdwaalde os geldt als een symbool van de zenweg en wordt hier als een werkelijke vrijheid ervaren, in dit geval de vrijheid van Kibong.

Vrijheid

In een prachtige slotscéne zien we de jongen op zijn manier handelingen doen ter nagedachtenis van de oude man door het verbranden van de enkele persoonlijke bezittingen. De jongen doet dan in het klein wat de Kibong de avond tevoren had gedaan.
Heijin herinnert zich hierdoor wat de oude man hem heeft geleerd en krijgt inzicht in de aard van de vergankelijkheid. Als hij de volgende dag wakker wordt, gaat hij naar de beek om water te halen. Zoals gebruikelijk krijst de vogel om hem af te leiden, maar deze keer stoort het de jongen niet meer. Hij heeft nu inzicht in de vergankelijkheid, en zijn opleiding is voltooid. Hij neemt intrek in de kamer van de meester en wacht verder af wie er van het klooster naar boven zal komen.

Een oude meester is overleden en een nieuwe meester maakt zijn begin.

De vogel vliegt bevrijd weg. Even later is in de verte alleen nog de schaduw van de eenzame vogel te zien.

Gisteren waren zijn vleugels nog verlamd door gebondenheid, vandaag vliegt hij weg over de bergen.

Bodhidharma

Bodhidharma eerste patriarch van China en 28 e patriarch na Boeddha

Wie was Bodhidharma?
Bodhidharma ( 482-539 ) was de eerste patriarch van China en de 28 e patriarch na Boeddha, en die in de 6 e eeuw na Chr. van India naar China trok.
Bodhidharma was zoon van een Indische koning, en is ook bekend als Daruma Daishi in het Japans en Pu Tai Ta Mo in het Chinees. Bodhidharma wordt gezien als de grondlegger van het zenboeddhisme.
Bodhidharma zette koers naar het Oosten om er het levend zaad van het boeddhisme te planten. Dit ging niet zo eenvoudig.
Negen jaar lang waren zijn pogingen vruchteloos, en mediteerde hij met zijn gezicht naar de rotsen gekeerd. Pas na die tijd kreeg hij leerlingen en lukte het Bodhidharma door te dringen, en het boeddhisme verder te verspreiden.
De naam Bodhidarma is een samenstelling van Bodhi = verlichting en van Dharma; een basisbegrip in het boeddhisme met verschillende betekenissen waarvan de ruimste is: Verschijnsel.
Alle verschijnselen zijn volgens het boeddhisme onderworpen aan de wet van oorzaak en gevolg, en deze fundamentele waarheid bevat de kern van Boeddha's leer.
Dharma betekent ook:

Wet, Opperste Waarheid, Doctrines van het boeddhisme.

Reis van het boeddhisme

Met de reis van Bodhidharma van India naar China, kwam het boeddhisme naar het Oosten. Weer 600 jaar later in de 12 e eeuw reist de leer verder oostwaarts naar Japan, en nu ruim 600 jaar verder neemt het boeddhisme een zeer grote stap verder oostwaarts, en komt in het Westen terecht.
De vraag:

Waarom vertrok Bodhidharma naar het Oosten?

is een klassieke vraag uit het zenboeddhisme. Het is geen vraag in de directe zin, maar ook weer een koan.
Het antwoord op deze koan, zou kunnen kunnen luiden:

Zie je die drie cypressen daar?

Mudra

Een mudra – zoals op de eerste afbeelding te zien valt – is een bepaalde houding van de handen tijdens een meditatie.
Er wordt van uitgegaan, dat de concentratie tijdens zo’n meditatie beter kan worden vastgehouden.

Externe links

 Why has Boddhidharma left for the East? in de Internet Movie Database (en)