Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Straattaal

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Straattaal is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de officiële taal van het land waar ze wonen.

Niet alle straattaalsprekers behoren tot dezelfde groep of subcultuur. Voor straattaal geldt, net als voor jongerentaal, dan ook dat het niet toegeschreven kan worden aan een specifieke en afgebakende groep jongeren.

Straattaal versus slang

Straattaal moet niet worden verward met het begrip slang, maar gebruikt bijvoorbeeld wel veel woorden uit het Amerikaanse slang.[1]

De aanduiding straattaal wordt door Nederlandse taalkundigen in het bijzonder gebruikt voor de Nederlandse mengtaal die aan het eind van de 20e eeuw ontstond op plaatsen waar autochtone en relatief veel allochtone jongeren met elkaar samenleefden, een taalvorm die kan worden gezien als een nieuwe Nederlandse taalvariant. De taal ontstond door spontane communicatie in de omstandigheid dat met name sommige allochtone jongeren het Nederlands gebrekkig beheersten. Deze straattaal wordt licht denigrerend soms ook aangeduid als "smurfentaal".[2][3]

Straattaal versus etnolect

Straattaal is niet hetzelfde als een etnolect; terwijl een etnolect een variant is van een bepaalde taal die beïnvloed is door één andere taal, is straattaal een mengvorm van een taal met woorden en uitdrukkingen uit verschillende andere talen. Terwijl een bepaald etnolect slechts gebruikt wordt door een bepaalde groep mensen met dezelfde afkomst, wordt straattaal gehanteerd door een kleine groep (vooral jongeren) van heel diverse etnische afkomsten. Nog een belangrijk verschil tussen straattaal en etnolecten, is het opnemen van allerlei Amerikaanse slangwoorden en -uitdrukkingen in straattaal ("chillen", "dope", "click", "moven", "check it!"), wat niet gebeurt in etnolecten.

Situatie in Nederland

In Nederland is de straattaal vaak een mengsel van Nederlandse, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse woorden, gemengd met Amerikaanse slang.[4]

Amsterdam: ich-taal/ish-taal

In Amsterdam spreken een aantal jongeren de 'ish-taal',[5] een geheimtaaltje waar ouders en andere volwassenen zich vooral niet mee moeten bemoeien. Het principe is eenvoudig, maar voor het ongetrainde oor is het volstrekt onverstaanbaar. Over de ish-taal is weinig bekend. De ish-taal vindt zijn oorsprong in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam eind jaren 90. Tot op de dag van vandaag zijn er nog steeds een aantal groepen in Amsterdam die deze 'geheime' taal spreken. Het werd een begrip onder de jongeren in Amsterdam Westerpark. Het was vooral bedoeld om de autoriteit te slim af te zijn. Zo werd het vaak gebruikt in gesprekken met en tussen gedetineerden. Het gebruik van de taal is simpel, voor en tussen woorden wordt 'ish' geplaatst, zodat een Nederlandse zin compleet verandert. Fonetisch: 'iesh'-taal.

Situatie in Vlaanderen

In Vlaanderen is de Antwerpse straattaal een combinatie van het Antwerps dialect, Marokkaans, Berbers, Frans en het Amerikaanse Engels. Een opvallend verschil tussen de Nederlandse en Vlaamse straattaal, is dat de Vlaamse variant veel dichter aanleunt bij het lokale dialect. De bekendste Vlaamse straattaal is het Algemeen Cités, een straattaal die vooral in de oude mijnbouwstreken van Belgisch Limburg voorkomt, en afkomstig is uit het mengtaaltje, dat gebruikt werd door mijnwerkers. De belangrijkste invloeden van het Algemeen Cités zijn het Italiaans, het Grieks, het Spaans, het Frans en het Engels. Voorbeelden van Vlaamse straattaal zijn "scasseren" voor "onzin vertellen" (Italiaans: scassare), "wat een bordel" voor "wat een toestand" (Italiaans: bordello), "ik zweer u" voor "ik verzeker je" (Italiaans: ti giuro), "ga kakken" voor "maak dat je wegkomt" (Italiaans: va a cacare), "patat" voor iets dat heel mooi is (Italiaans: pattata) etc. Heel wat woorden uit het Algemeen Cités hebben intussen ingang gevonden in de Vlaamse jongerentaal.

Sociale identiteit

Straattaal is niet alleen een praktische manier van communiceren, het is ook een belangrijk onderdeel van het uitdrukking geven aan de sociale identiteit.

Taalkundigen discussiëren geregeld over de precieze waarde en betekenis van straattaal. Sommigen vinden het een teken van verpaupering van het taalvermogen en infantilisering van de cultuur. Anderen vinden het een natuurlijke en waardevolle ontwikkeling die bijdraagt aan de interculturele communicatie en de ontwikkeling van jongeren. Uit onderzoek van René Appel is gebleken dat het gebruik van straattaal positief gerelateerd is aan de beheersing van het Nederlands: jongeren die het Nederlands niet goed beheersen, gebruiken minder straattaal dan jongeren van wie die beheersing goed is. Toch is opmerkelijk genoeg gebleken dat juist in een sociale omgeving van lager opgeleiden meer straattaal wordt gebruikt. Zo wordt er duidelijk meer straattaal gebruikt in de achterstandsbuurten van Rotterdam, dan in meer welvarende wijken van deze stad.

Het is nooit de bedoeling geweest vaste regels te hebben in de straattaal. Vaak is het juist de bedoeling geweest dat betekenissen in plaatsen verschillen, maar ook van tijd tot tijd een grote verandering meemaken.

Straattaal komt overigens niet alleen tot uitdrukking in het gesproken taalgebruik van de jongeren, maar ook in tags (graffiti) en rapmuziek.

Zie ook

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Referenties
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow