Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Snouck van Loosenpark

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
52° 42' N 5° 17' O

Het Snouck van Loosenpark in Enkhuizen is één van de eerste sociale woningbouwprojecten van Nederland. Het op 5 juli 1897 geopende park bestaat uit 50 'arbeiderswoningen' en 1 'opzichterswoning'.

Voorgeschiedenis

De aanbouw van het Snouck van Loosenpark is betaald door het Snouck van Loosenfonds, beheerder van de erfenis van Margaretha Maria Snouck van Loosen (23 juli 1807 - 30 oktober 1885), de laatst levende van zes (kinderloze) dochters van Cornelia Petronella van Loosen en Samuel Snoeck.
In haar testament was o.a. vermeld dat zij de wil had tot het bouwen en onderhouden van arbeiderswoningen 'als de stad gronden wil afstaan'. "Elke woning van behoorlijke grootte en ruimte met drie slaapplaatsen en voldoende regenwaterbak en voor lage prijzen te verhuren aan gezinnen, die door duurzame arbeidzaamheid en goed gedrag boven anderen uitmunten", staat in het testament van Margaretha Maria. Ofwel, je behoort dan wel niet tot de rijkere laag van de bevolking, maar je gedragingen in het dagelijkse leven waren wel van belang om in aanmerking te komen voor een huurwoning in het Snouck van Loosenpark.

In 1893 deed het Snouck van Loosenfonds een verzoek aan de gemeenteraad van Enkhuizen voor de aanschaf van twee en een halve hectare grond voor de bouw van 51 woningen. Het stuk grond dat de stichting op het oog heeft is de gedempte 'Nieuwe Haven'. De heer Lakenman, beheerder van het fonds is tevens gemeenteraadslid en is van mening dat er een behoefte is aan goede, betaalbare huurwoningen. Met tien tegen één stemmen gaat de raad akkoord.

Bouw

Architecten Christiaan Posthumus Meyjes sr. (huizen) en Hendrik Copijn (landschap) ontwerpen het project. Het grondwerk van het park begint op 16 maart 1894. Een jaar later, op 19 april 1895, wordt de aanbesteding van het project gedaan. De laagste aanbieder is de 'Nederlandse Aannemingsmaatschappij' uit Gouda. Het bedrag van de aanbesteding is ƒ 293.443,-. Enkele bijzondere voorwaarden (voor die tijd) van de aanbesteding waren o.a. het aanwezig zijn van goed drinkwater, 'reine privaten' en verbandkist op de bouwput. Tevens was iedere bouwvakker verzekerd tegen ongevallen en de betaling van 14-16 cent per uur was hoog voor die tijd. Op 19 mei 1895 start het heiwerk en de eerste-steen-legging vindt plaats op 18 juni van dat jaar, door de dochter van de beheerder van het Snouck van Loosenfonds, Theodora Lakenman. Twee jaar later vindt de opening plaats.

Woningen en indeling

De woningen in het Snouck van Loosenpark weken sterk af, voor die tijd, van de 'normale' sociale woningbouw. Waarschijnlijk is architect Posthumus Meyjes geïnspireerd door het Agnetapark in Delft, maar zeker is dat niet. De huizen waren, door ruime aanwezigheid van financiële middelen, zeer ruim van opzet. De woningen hadden een inhoud van 410-450 m³, en een vrije voor- en achtertuin. Riolering, afwatering en aanwezigheid van een kelder en binnentoilet, waren voor die tijd ook vooruitstrevend. Het toilet van de woningen was voorzien van een 'ton' om de behoefte in te doen. Omdat het verwisselen van die ton een vies karweitje was en het niet gewenst was om deze door het huis te vervoeren, werden er bij de toiletten aan de buitenkant van de woningen een luik aangebracht om het verwisselen van de tonnen te vergemakkelijken. In 1937 zijn de 'tonnen' vervangen door volwaardige toiletten zoals wij die nu ook kennen. Het enige wat er in die tijd nog niet aanwezig was, was een douche- of badkamer. Voor een 'grote wasbeurt' (een kleine wastafel was wel aanwezig in de grootste slaapkamer) was men aangewezen op de aanwezige waterput bij de woning. Personeelsleden van de Snouck van Loosenstichting die woonachtig waren in het park, mochten gebruikmaken van de badkamer van de Snouck van Loosenstichting op De Dijk te Enkhuizen. Deze is ongeveer 500 meter verwijderd van het Snouck van Loosenpark.

Het leven in het park

Het park heeft drie, door de Snouck van Loosenstichting betaalde, opzichters gekend. De heer J.C. de Groot van 1893 tot 1907, de heer U.J. van der Meulen van 1907 tot 1933 en de heer D.J. Fledderus van 1933 tot 1974. De opzichters woonden tijdens hun dienstverband op nr. 1, de grootste woning van het park. Zij hadden van elke woning een sleutel om controles uit te kunnen voeren of mensen zich wel aan de regels hielden van het huurcontract.
In het begin van het park moet het leven niet helemaal 'rozengeur en maneschijn' geweest zijn, omdat tot 1905 direct naast het park de gemeentelijke 'mestvaalt' lag. De woonregels waren streng voor het park. Zelf behangen bijvoorbeeld was uit den boze. Dit gebeurde elk jaar (elk jaar een andere ruimte in het huis) door het fonds. Huisdieren houden was verboden, en openbare dronkenschap had directe verwijdering tot gevolg.

Accommodaties in en om het park

Behalve de 51 woningen heeft het park meer te bieden (gehad). Tot aan de dertiger jaren was er een speeltuin, die vervangen werd voor een volière. Naast de aanwezige vogels werden er ook apen getoond in de volière. Aan de westkant van het park was een kweektuin, waar alle in het park geplaatste gewassen werden 'voorgekweekt'. Tevens was hier de opslag van grind, zand en grond, nodig voor de opvulling van de gronden en grindpaden van het park.

Verkoop

Het Snouck van Loosenfonds kwam in de zeventiger jaren in de problemen vanwege het park. Het was niet of nauwelijks meer in staat om de hoge kosten van onderhoud te betalen. Het bedrag uit het testament van Margaretha Maria Snouck van Loosen stond vast voor het leven tegen een laag percentage van 2,5%, en met een oplopende inflatie betekende dat dat het fonds steeds minder geld had. Daarom werd overwogen om de huizen op de vrije markt te koop aan te bieden. De gemeente vond dat geen goed plan, omdat hiermee het sociale karakter van het park zou verdwijnen. Op 24 juni 1977 krijgt de gemeente een positief bericht van toenmalig staatssecretaris van Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Jan Schaefer.
Een rijksbijdrage van twee miljoen gulden (twee derde van het aankoopbedrag) voor de aankoop van het park zal worden toegekend, onder de voorwaarden dat Enkhuizen zorgdraagt voor het behoud van het sociale karakter van het park, ze het niet mogen doorverkopen (behoudens aan een 'woningbouwvereniging'), er een volledige renovatie zal plaatsvinden en dat zij de onderhouds- en overdrachtskosten voor haar rekening zal nemen. De gemeente gaat, na deze rijksbijdrage, op 28 juni 1977 akkoord met de aankoop van het park. Na ook het nodige akkoord van de provincie gehad te hebben, vindt op 15 september 1977 de betaling aan het fonds plaats.

Renovatie

Na de overdracht is lange tijd gepraat over de renovatie van het Snouck van Loosenpark. Omdat het park nog geen officieel 'rijksmonument' was (waardoor substantiële financiële steun van Monumentenzorg mogelijk was) is deze status aangevraagd en verkregen in 1981. Door de hoge kosten van de renovatie (ƒ 135.000,- per woning) zou de huurverhoging komen op ƒ 350,-, voor de gemeente onaanvaardbaar i.v.m. het sociale karakter van het park. Het ministerie ging later akkoord met het voorstel van de gemeente om de huurverhoging te berekenen over 'slechts' ƒ 80.000,- van het renovatiebedrag per woning, waardoor de totale huurkosten na de renovatie ƒ 320,- zouden bedragen.
De renovatie startte medio januari 1983. Grootste verandering binnen de woning was het aanbrengen van een badkamer en centrale verwarming. Voor de daken werden de karakteristieke dakpannen, inmiddels niet meer leverbaar, speciaal opnieuw in productie genomen. Aan de buitenkant werden de waterputten gedempt, en bij de woningen werden bergingen (zoveel mogelijk uit het zicht om het aanzicht van het park niet te schaden) gebouwd. In de zomer van 1983 werd de eerste gerenoveerde woning opgeleverd, maar pas op 20 november 1984 werd de laatste gerenoveerde woning opgeleverd en werd het park officieel heropend. De kosten van aanschaf en renovatie van het park bleken 12 miljoen gulden te zijn.

Feesten

Indien er iets te vieren valt, pakt het park op een bijzondere manier uit: dan worden in het park duizenden 'vetpotjes' aangestoken en langs de paden neergezet, wat een feeëriek beeld geeft. De eerste keer dat dat gebeurde was in 1898 ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Andere keren waren o.a. het 25-jarig jubileum van Wilhelmina en het 600-jarig bestaan van Enkhuizen in 1955. Natuurlijk werden de vetpotjes ook weer aangestoken bij het 100-jarig bestaan van het Snouck van Loosenpark in 1997. Sinds het 100-jarig bestaan is er ook jaarlijks een grote rommelmarkt in het park met meer dan 100 kramen verdeeld over het hele park.

Heden ten dage

Het park valt nog steeds onder 'sociale woningbouw'. De dure renovatie en de hoge onderhoudskosten van het park hebben de gemeente wel genoopt de woningen van het park te verkopen. Woningbouwcorporatie Vestia uit Nieuwerkerk aan den IJssel is nu de eigenaar en verhuurder van de woningen. De grond van het park blijft eigendom van de gemeente, welke ook verantwoordelijk blijft voor het onderhoud van de perken en paden in het Snouck van Loosenpark.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow

Fragmenten, Snouck van Loosenpark 1897-1997, Jan de jager & Joke Barends, 1997, ISBN 90-9010-694-4

rel=nofollow