Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Sinterklaasfeest

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Het sinterklaasfeest is een jaarlijks volksfeest rond de folkloristische figuren van Sinterklaas en Zwarte Piet, dat op 5 december in Nederland en de Duitse grensregio en op 6 december in België wordt gevierd. De sinterklaastijd vangt half november aan met de intocht van Sinterklaas op de eerste zaterdag na 11 november Sint-Maarten , gevolgd door een periode van de schoen zetten tot aan het feest zelf. De huidige viering van het sinterklaasfeest komt voort uit het prentenboekje Sint Nikolaas en zijn knecht uit 1850. Het volksfeest heeft een veel oudere oorsprong die zeker teruggaat tot de middeleeuwen vanuit de in veel Europese landen gevierde Sint-Nicolaasdag.

Intocht

Zie Intocht van Sinterklaas voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bestand:Sinterklaas Groningen 2015.jpg
Sinterklaas onderweg van de boot naar het gemeentehuis in Groningen, waar hij wordt ontvangen door de burgemeester in 2015

De intocht van Sinterklaas met zijn gevolg is het officiële sein voor kinderen dat ze vanaf dat moment hun schoen mogen klaarzetten. Een intocht kan worden voorafgegaan door een aankomst waarbij Sinterklaas per boot arriveert uit Spanje, maar ook andere vervoermiddelen zijn niet ongewoon. De intocht zelf vindt plaats op de schimmel van Sinterklaas of lopend.

De allereerste intocht van Sinterklaas vond plaats in 1888, in Venray. Dit gebeurde op 6 december, de datum waarop tegenwoordig het sinterklaasfeest eindigt.[1] In Amsterdam wordt sinds 1934 een centraal georganiseerde jaarlijkse intocht van Sinterklaas gehouden.

Op de nationale televisie wordt de landelijke intocht van Sinterklaas uitgezonden. In België komen Sinterklaas en zijn hele gevolg komen elk jaar aan in Antwerpen, wat rechtstreeks wordt uitgezonden op Eén of Ketnet onder de naam Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint. In 2003 had de intocht per uitzondering plaats in Oostende.

In Nederland en België vindt de intocht plaats half november op de eerste zaterdag na Sint-Maarten (11 november). De plaatselijke intochten zijn meestal dezelfde middag als de landelijke intocht, maar in het zuiden van Nederland en in België vaak ook de zondag daaropvolgend.

In sommige plaatsen in Nederland wordt sinds begin 21e eeuw ook een uittocht van Sinterklaas gehouden op 6 december. Dit is onder andere het geval in Scheveningen, Hoek van Holland en Wormer.

Schoen zetten

Zie Schoen zetten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bestand:Jan Steen – Het Sint-Nicolaasfeest.jpg
Er bestaan twee versies van Het Sint-Nicolaasfeest. Dit is de bekendste, nu in bezit van het Rijksmuseum Amsterdam. Het schilderij is gemaakt voor een katholiek. Het meisje krijgt een pop in de vorm van een heilige en snoepgoed, de jongen links heeft minder reden om blij te zijn. Rechts wijst iemand in de schoorsteen, waar de geschenken zouden zijn vandaan gekomen. (Jan Steen, circa 1663)

Kinderen zetten 's avonds hun schoen klaar vanaf de dag dat de Sint in het land is aangekomen. De volgende dag vinden de kinderen dan wat lekkers of een ander klein cadeau in hun schoen.

Traditioneel wordt de schoen bij de haard gezet, vanuit de gedachte dat Zwarte Piet vanaf het dak door de schoorsteen naar binnen komt. Het wordt op prijs gesteld als de kinderen iets terugdoen. Daarom leggen ze vaak een tekening voor Sinterklaas en de Pieten in de schoen, of een wortel, hooi of suikerklontjes voor de schimmel van Sinterklaas. Ook zingen zij een of meerdere sinterklaasliedjes bij de schoen om Sinterklaas te verwelkomen.

Sinterklaasvieringen

Bestand:Zwolle Sint Nicolaas op school bij vierling Kliffers, Bestanddeelnr 905-4438.jpg
Sint Nicolaas op schoolbezoek in Zwolle in 1952

Op scholen, grotere bedrijven en volksbonden wordt vaak een sinterklaasfeest georganiseerd voor de kinderen van de ouders. Hierbij brengt Sinterklaas en Zwarte Piet een bezoek aan zaal met kinderen waarbij Sinterklaas en Zwarte Piet op een podium enkele kinderen ontvangen. Er wordt ervoor gezorgd dat ieder kind van Sinterklaas een cadeau ontvangt. Ook komt het voor dat er lootjes worden getrokken en de kinderen surprises moeten maken die dan tijdens het sinterklaasfeest worden uitgepakt. Ten tijde van armoede was dit een moment waarbij ook arme kinderen een geschenk van Sinterklaas konden ontvangen.

Pakjesavond

Bestand:Sinterklaas C&O (2091363176).jpg
Gedicht wordt voorgelezen op pakjesavond

Pakjesavond (ook Sinterklaasavond) wordt gehouden op of rond de avond voor Sint-Nicolaasdag en wordt vaak gevierd met de familie. Pakjesavond is vooral typisch voor de Nederlandse versie van het sinterklaasfeest. Op pakjesavond worden veelal sinterklaasliedjes gedraaid of gezongen. Sinterklaas bezoekt de kinderen met zijn Zwarte Pieten thuis met een zak vol cadeautjes.

Pakjesavond was vóór de Tweede Wereldoorlog geen algemeen verschijnsel. Oorspronkelijk was het de avond waarop Sinterklaas in de nacht de cadeautjes brengt waarbij de kinderen op de zesde december ze in de ochtend aantreffen. Liedjes worden hierbij gezongen op de avond dat kinderen hun schoentje zetten. In België is een dergelijke viering gebruikelijk. De schoen zetten op pakjesavond was in veel gezinnen vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk. Dit ceremonieel was aanvankelijk omgeven door een sfeer van geheimzinnigheid.

Door de toenemende welvaart na de oorlog kwam echter meer ruimte voor een geefcultuur. Ouders gaven hun kinderen in eerste instantie zelfgemaakte cadeaus en tegenwoordig gekochte cadeautjes. Ook volwassenen geven elkaar sindsdien, meestal anoniem, vaak geschenken met pakjesavond, al dan niet voorzien van een sinterklaasgedicht of verpakt als 'surprise'. Vaak wordt door middel van lootjes trekken anoniem bepaald voor wie men een cadeautje moet kopen. Een bijzondere variant is het sinterklaasdobbelen.


Bestand:Prent-historietjes voor kleine kinderen - PPN 040888959 - Image 4.jpeg
Zweep, geweer en hobbelpaard, trom, trompet, chacot en zwaard.
Poppen en soldaten,
boek met mooie platen.
Geeft de grote kindervriend
Sint Niklaas aan 't zoete kind
Prent-historietjes voor kleine kinderen, 1857


Sinterklaasliedjes

Zie Sinterklaaslied voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bestand:Meisje zingt sinterklaasliedje met klomp voor de kachel - Dutch girl singing song for Saint Nicholas (6437678111).jpg
Meisje zingt sinterklaasliedje met klomp voor de kachel, Nationaal Archief, 1959

Sinterklaasliedjes worden gedurende de hele sinterklaastijd gezongen, met name tijdens de aankomst en de intocht van Sinterklaas, bij het zetten van de schoen, tijdens een bezoek van sint en Piet, en aan het begin van pakjesavond. Het zingen voor Sinterklaas is een van de belangrijkste gewoonten die met dit folkloristische feest verbonden zijn.

De oudste heiligenliederen over Sint-Nicolaas stammen uit de zestiende en zeventiende eeuw. In de zeventiende en achttiende eeuw waren liedjes over de sint als huwelijksmaker wijdverbreid. In de negentiende eeuw werden er een aantal bestaande volksliedjes over Sinterklaas opgetekend, zoals 'Sinterklaas goed heiligman', 'Sinterklaas kapoentje' en 'Sinterklaasje bonne bonne bonne'. De huidige traditionele sinterklaasliedjes stammen vrijwel geheel uit de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Het gaat om liedjes van tekstdichters als J.P. Heije ('Zie, de maan schijnt door de bomen'), Jan Schenkman ('Zie, ginds komt de stoomboot / Uit Spanje weer aan') en Katharina Leopold ('O, kom er eens kijken / Wat ik in mijn schoentje vind').

Lekkernijen

Bestand:Jongelui leren banketbakkersvak-509062.ogv
Sinterklaasfiguren in suikergoed, speculaas, poppen van marsepijn, pepernoten, borstplaat en banketletters, 1 november 1972
Bestand:MCC-38792 Koekplank met voorstelling van Sint-Nicolaas te paard (2).tiff
Koekplank voor het maken van een speculaaspop van Sinterklaas, 18e eeuw
De Sint was ook een ‘hylicksman’; niet zozeer een goedheiligman als wel een huwelijksmakelaar (jonge mensen gaven hun geliefde met Sint-Nicolaas een speculaaspop, als deze werd aangenomen was de liefde wederzijds)

Sinterklaas is een feest met veel zoetigheden. Speciaal voor het feest is strooigoed dat op straat wordt uitgedeeld of binnen wordt gestrooid door zwarte pieten. Naast kruidnoten zijn dat taaitaai, pepernoten, schuimpjes (in België ook in de vorm van mariabeeldjes) en karolientjes.

Daarnaast geeft Sinterklaas snoepgoed weg als cadeau in de schoen of als pakje. Hieronder suikergoed, speculaaspoppen, chocolademunten, chocoladesigaretten, chocolademuizen en chocoladekikkers, chocoladeletters, marsepein, banketletters (ook: amandelletter of boterletter, zie ook banket), borstplaat, buikman, krol of anijskrol, borsthoning en grittibänz. Bij Sinterklaas wordt soms Bisschopswijn gedronken.

Geschiedenis

Viering in de middeleeuwen

Het volkse Sint-Nicolaasfeest raakte in West-Europa in zwang vanaf de 13e eeuw. Op Duitse en Noord-Franse kloosterscholen werd het feest gevierd. Tijdens een mirakelspel verscheen de heilige voor de kinderen, en hij beloonde ijverige leerlingen en vermaande luie leerlingen.[2] De Sint-Nicolaasviering viel tevens samen met het kinderbisschopsspel (ca. 1300 - ca. 1600). Op 6 december werd in die tijd ook een kinderbisschop met aanhang gekozen. Zij werden tot 28 december (Onnozele Kinderen) van voedsel en geschenken voorzien.

Andere kinderen kregen geld en een vrije dag om op 6 december feest te kunnen vieren. De waarschijnlijk oudste vermelding daarover komt van een rekening uit Dordrecht, 1360: "op St. her Nyclaes dach I L. gr. aen die schoelers voer het oerlof".[noten 1][3] In 1363 gaf de heer van Gouda, Jan van Blois, te Dordrecht "den scoelnaers tot hoere hoechtijt van St. Nyclaes en horen bisscop 5 L. 4 S."[noten 2] In 1403 is er sprake van het uitdelen van "honic, claescoeck en taert aen die kynders, op hunne patroen St. Nyclaes".[noten 3][4][5] Kinderen gingen in die tijd verkleed in een optocht door de straten en kregen bisschopsgeld van voorbijgangers (soortgelijke tradities komen nog voor in andere landen, zoals het Chlausjagen). In de Utrechtse Nicolaaskerk werd vanaf 1427 geld in kinderschoenen gedaan.

Sint-Nicolaasmarkten

In de late middeleeuwen ontstonden de Sint-Nicolaasmarkten en -kermissen met name bij kerken gewijd aan Sint-Nicolaas. Na het kerkbezoek kocht men op de markt de geschenken voor het Sint-Nicolaasfeest. De speculaasvrijer was een karakteristiek geschenk. Het was een speculaaspop die een jongen schonk aan een meisje. Als zij de klaaskoek aannam was dat een goed teken voor een relatie.

De gewoonte gaat mogelijk terug op de functie van Sint-Nicolaas als "hijlickmaker" (hijlick: huwelijk), in de legende waarin hij drie meisjes hun bruidsschat geeft. Het sinterklaasfeest werd in grotere steden een woelig volksfeest dat soms tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde.

Protestantse bezwaren

Bestand:Delft, Gemeente, Keurboek.jpg
Bladzijde uit het Keurboek van Delft (1600) met het verbod op de Sinterklaasmarkt

Het sinterklaasfeest stuitte in Nederland na de Reformatie op protestantse bezwaren tegen de katholieke heiligenverering. Protestantse predikanten probeerden het feest af te schaffen, omdat zij het als een katholiek bijgeloof veroordeelden. Ook zou het consumptiedrang maar in hand werken. Rond 1600 werd het bijvoorbeeld in Delft verboden om deze feestdag te vieren[6] Sommige steden vaardigden een verbod af op het schoenen zetten, of de openbare verkoop van sinterklaaslekkernijen. Wie dit toch deed, kon een boete krijgen. Men vond het binnen protestantse kringen niet gepast dat heiligen, mensen en dieren in snoepgoed werden afgebeeld. In 1661 werden de sinterklaasmarktkramen massaal omgegooid. Ook in delen van Duitsland en Engeland die protestants waren geworden werd het sinterklaasfeest in deze periode in de ban gedaan, en soms helemaal vervangen door Kerstmis als de gelegenheid om elkaar geschenken te geven.[7]

Ook de kerkhervormer Maarten Luther was een tegenstander van het sinterklaasfeest. Hij vond dat het geven van geschenken meer paste bij het kerstfeest.[8] Onder invloed van deze weerstand veranderde het sinterklaasfeest in Nederland van een religieus feest naar een volksfeest. In België bleef het religieuze karakter langer behouden.[9] Het feest was echter zo populair dat het niet uitdoofde, zelfs niet bij het strengst protestantse volksdeel. Het feest verdween weliswaar voor een deel uit de straat, maar in huiselijke kring bleef het bestaan. Wellicht heeft de grote opvoedkundige waarde die men aan de figuur van Sinterklaas toekende hieraan in belangrijke mate bijgedragen.[10]

Nog in 1895 sprak de burgemeester van Sluis zich uit tegen de viering op openbare scholen, maar in de 20e eeuw kreeg het feest steeds meer de wind in de zeilen.

Ontwikkeling tot modern kinderfeest

In de late 18e eeuw keerde men zich tegen het straatfeest en de leegloperij en ook tegen het beeld van de boeman. Het feest moest gebruikt worden om kinderen op een positieve manier gehoorzaamheid en ijver bij te brengen. Het sinterklaasfeest werd nu een onderdeel van de opvoeding en kreeg een volwaardige plaats in het onderwijs en het gezin. Nu de boeman was afgedaan, werd de traditionele bisschop teruggehaald.

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw begon Sinterklaas in levende lijve zijn opwachting te maken in de maatschappij. Tot dan toe was hij slechts een mythisch persoon geweest, wiens sporen weliswaar in de schoentjes op 6 december van zijn aanwezigheid getuigden, maar die verder niet zichtbaar was. Toch zijn er in de 20e eeuw nog sporen van de boeman die met kettingen rinkelde en zijn zwarte knecht die kinderen in een zak stopt.[11] Voorheen heette het dat de zak van Sinterklaas diende om kinderen mee te nemen naar Spanje (zie ook man met de zak). Dit verhaal vindt wellicht zijn oorsprong in de marskramers die vanaf de late middeleeuwen met hun manden vol koopwaar van stad naar stad trokken.[12] Nu dient deze zak uitsluitend om de geschenken in te vervoeren.

Aan het begin van de 20e eeuw bestonden nog veel verschillen tussen de stedelijke viering en de viering op het platteland. Het nu nog incidenteel voorkomende Sunderklaas, Sinterklaaslopen of andere lokale varianten waren op het platteland nog gebruikelijk, maar in steden was het feest al georganiseerd rond pakjesavond en de intocht van Sinterklaas.

Onder invloed van het onderwijs en later de commercialisering en de massamedia waaronder kindermuziek en -televisie ontstond een standaardisatie van het feest, dat hierdoor gaandeweg zijn huidige vorm kreeg.[2] De surpriseavond, de uitwisseling van geschenken in vermakelijke verpakkingen begeleid door belerende of gekscherende Sinterklaasgedichten, is een relatief nieuw fenomeen binnen de traditie. Volgens een enquête in 1943 van het Meertens Instituut werd het op dat moment nog maar sporadisch gedaan.[13]

Introductie van Zwarte Piet

Zie Zwarte Piet voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bestand:Kath. Illustratie 1869-1870 nr 15 p.116 gravure St. Nicolaas.jpg
Gravure straatfeest/intocht St.-Nicolaas in de Katholieke Illustratie, jaargang 3, 1869-70

Sinterklaas had in Nederland – in tegenstelling tot wat in Duitsland het geval was – tot de 19e eeuw waarschijnlijk geen helper.[14] Wel werd hij geregeld afgebeeld met zwarte duivels die hem begeleidden; een veel aangehangen theorie is dat de oorsprong van Zwarte Piet hierin gezocht moet worden.[15] Sinds Schenkmans boekje Sint Nikolaas en zijn knecht hebben drie zaken een vaste plaats gekregen in de sinterklaasfolklore: een donkere knecht van Sinterklaas, de intocht en de stoomboot. De knecht had in Schenkmans boekje nog geen naam. Het was een gekleurde jongeman, gekleed als een page. Namen als Pieter met de Pooten (1749), Pietermansknecht (1833) en Pieter-me-Knecht (1850) waren echter al langer in zwang. Andere, meest regionale namen bleven nog een tijdlang in gebruik; zo heette hij bijvoorbeeld Jan de Knecht, Trappadoeli, Nicodemus, Assiepan, Sabbas, Hans Moef, Pikkie, Robbert, Krik-krak, Micheltje, Hansje van Vese (of Hansje van Kese), Jacques Jour (of Sjaak Sjoor).[13] In 1895 was de naam Zwarte Piet echter al gangbaar.[noten 4]

Het bleef niet bij één Zwarte Piet; in 1880 traden al twee knechten op.[noten 5] Na de Tweede Wereldoorlog organiseerden Canadese militairen in Nederland een sinterklaasviering met een massa Zwarte Pieten.[16] Sindsdien wordt Sinterklaas vergezeld door vele Pieten, vaak met voor ieder een eigen taak, onder leiding van een Hoofdpiet. Terwijl Sinterklaas altijd statig en gedistingeerd is gebleven, gedragen de Pieten zich veelal als acrobaten en grappenmakers die vaak kwajongensstreken uithalen.

Met name vanaf 2011 rezen er bezwaren over het zwarte en stereotiepe uiterlijk van Zwarte Piet. Naar aanleiding van het hieruit volgende zwartepietendebat kwam het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed met een alternatief, waarin enkele kenmerken waren aangepast. Zo zag Zwarte Piet er niet meer uit als een Moor, maar had hij zwarte vegen in zijn gezicht als van roet.[17] In de daaropvolgende jaren is met name in de grote steden het uiterlijk van Zwarte Piet aangepast.

Erfgoedlijst

In november 2007 stelde het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (VIE), tegenwoordig bekend als het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, voor om van 5 december een nationale feestdag te maken, met als argument dat het sinterklaasfeest het meest populaire volksfeest van Nederland was. In 2013 werd het Nederlandse sinterklaasfeest ingediend bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed. Dit centrum moest het feest goedkeuren, zodat het geplaatst kon worden op de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. Het sinterklaasfeest was al eerder op de Belgische nationale inventaris geplaatst.[18] Op 15 januari 2015 plaatste het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed het sinterklaasfeest, met de figuren Sinterklaas en Zwarte Piet, op de inventarisatielijst. Zij deden dit op voordracht van Stichting Sint en Pietengilde.[19]

Regionale varianten

Het sinterklaasfeest wordt in vrijwel geheel België en Nederland gevierd. In de Nedersaksische dialecten van Noordoost-Nederland wordt Sinterklaas Sunterklaos, Sunderklaos of Sunneklaos genoemd, zoals in het aangrenzende Noord-Duitsland. In het Limburgs heet hij Sinterklaos.

Bestand:Het Sint-Nicolaasfeest, door Matthijs Naiveu.jpg
Het Sint Nicolaasfeest, Matthijs Naiveu, 1703

In Grouw (Grou) in Friesland viert men op 21 februari Sint Piter. De broers Joost Hiddes Halbertsma en Eeltje Halbertsma (bekende volksschrijvers uit de 19e eeuw) beschrijven het feest, waarbij Sint Piter een zijden doek om het gezicht draagt en krakelingen uit Hamburg, koek, speelgoed en appels aan de kleding genaaid heeft. Hij vraagt of er stoute kinderen zijn, die meegenomen worden in de zak (zie ook man met de zak) en strooit met pepernoten als hij vertrekt. E. Halbertsma vermeldt dat in zijn jeugd tijdens Sint Pieter snoep werd uitgedeeld aan jongeren die met rommelende kettingen (of iets anders) lawaai maakten bij de deuren van huizen.[20]

In Deventer was het tot en met 2010 traditie dat de intocht van Sinterklaas op 5 december plaatsvond. Sint-Maarten wordt soms bijgestaan door een Zwarte Piet, zoals in Venlo[21] en in de streek rond Veurne en Ieper, zie ook overlapping met sinterklaasfeest

In het noorden van Italië wordt in sommige streken het Luciafeest gevierd met raakvlakken met het sinterklaasfeest.

Waddengebied

Op de Waddeneilanden wordt het sinterklaasfeest vanouds op een andere manier gevierd. Hier kent men rond 5 december Sunterklaas of Sunneklaas. In de straten lopen de mannen gemaskerd en verkleed als 'Sunneklazen', 'Klaasomes', 'Sunderums' of 'Sunterklazen' rond. Vrouwen en kinderen moeten binnenshuis blijven. Wie buiten komt krijgt 'slaag'. De uitdaging is, om toch buiten te lopen en de mannen te ontwijken. Op Ameland zijn de baanvegers, Oude Sinterklazen en omes bekend. Op Terschelling vegen de streetfegers de straten leeg voordat de Sunderums (Sintheer-omes) de huizen bezoeken. Op Schiermonnikoog wordt Klozum (Klaasoom) gevierd, hier doen ook vrouwen mee aan de maskerade. Op Texel wordt, precies een week na het sinterklaasfeest, het feest Ouwe Sunderklaas gehouden. Verkleed en gemaskerd voeren de dorpsbewoners op straat toneelstukjes op, waarin gebeurtenissen van het achterliggende jaar op de hak worden genomen. Volgens achterhaalde theorieën uit de 19e en 20e eeuw ging het om een heidens feest, bedoeld om de boze geesten te verjagen. Het gebruik stamt waarschijnlijk eerder uit de 17e en 18e eeuw, toen een groot deel van de mannelijke bevolking van het vroege voorjaar tot laat in de herfst werkzaam was op de Hollandse vloot of als walvisvaarders. Het sinterklaasfeest markeert hun thuiskomst.[bron?] Het feest was tevens bekend in Zoutkamp, vermoedelijk ook in Harlingen en op de Duitse Waddeneilanden.

In het door Nederlandse emigranten gestichte stadje Friedrichstadt in Sleeswijk-Holstein werd het feest tot in de 19e eeuw gevierd. Typerend was het verloten van speculaas, dat ook uit de Zaanstreek en Oost-Friesland bekend is.

Op de Duitse Waddeneilanden kende men tot in de 19e eeuw gemaskerde gestalten zoals op de Nederlandse Wadden, bijvoorbeeld de Klaasohmsop Borkum en soortgelijke gebruiken op Helgoland. In Noord-Friesland kende men het Hulken op het eiland Amrum en het Rummelpottlaufen, zich verkleden en maskers dragen op Sylt en Föhr, maar dan in de tijd rond kerst en Nieuwjaar. Op Wangerooge was Sunnerklaus een verklede en gemaskerde persoon, die kleine kinderen op kerstavond schrik aanjoeg; in het nabijgelegen Jeverland werd hij - kennelijk naar Hoogduits voorbeeld - Knecht Ruprecht genoemd, in Dithmarschen Pulterklas, in Nedersaksen Bullerklas, in Mecklenburg Rauklas of Aschenklas, in Westfalen Klas Bur.[bron?]

Duitse grensstreek

In de grensgebieden wordt op sommige plekken ook het sinterklaasfeest gevierd. In de Duitse stad Bremen, die vanwege het gereformeerd protestantisme oude banden met Nederland heeft, vieren de kinderen op 6 december het feest van Sünnerklaas. Een Zwarte Piet of Sinterklaas is hier echter niet bij. De kinderen lopen van winkel tot winkel, waarbij ze liedjes zingen en rijmpjes opzeggen. Daarvoor krijgen ze cadeautjes. Vroeger waren deze liedjes in het Nederduits, maar sinds de jaren zestig van de 20e eeuw verdween deze traditie en zongen ze voortaan in het Hoogduits.

Ook in de gereformeerd-protestantse delen van Oost-Friesland wordt het kinderfeest gevierd; in Emden en Greetsiel komen de Sint en zijn Pieten per boot aan. In het aan Nederland grenzende Rheiderland richten de bakkers speciale etalages met snoepgoed in, een gebruik dat aan Nederlandse kant van de grens is verdwenen. In het vanouds Friestalige en katholieke Saterland wordt de Sint vergezeld door engelen. Vroeger werd het sinterklaasfeest ook gevierd in het lutherse Jeverland, in Butjadingen en op Helgoland, en verder in de katholieke districten Vechta en Cloppenburg.[22]

In de Duitse gemeente Blomberg is Sinterklaas sinds 1965 een begrip. Deze zogenaamde Blombergse Sinterklaas is overgewaaid uit Nederland.

Buitenland

Hoewel in de loop der eeuwen veel Nederlanders naar Zuid-Afrika zijn geëmigreerd, is het sinterklaasfeest er niet in de cultuur ingebed geraakt. Incidenteel wordt het wel gevierd, maar voor een duiding van het feest wordt naar de Nederlandse traditie gewezen.

Varia

  • Bij wijze van grap heeft het Nederlands Normalisatie-instituut een norm gemaakt waarin op humoristische wijze is vastgelegd hoe Sinterklaas gevierd dient te worden, NEN 0512 genaamd.
  • Een vroege optekening van het sinterklaasfeest in zijn huidige vorm is te lezen in Eline Vere, de debuutroman van Louis Couperus uit 1889.
  • Het koekvergulden voor Sinterklaas wordt door Hildebrand omstandig omschreven in zijn Camera Obscura (de familie Kegge) uit 1839.
  • Dick Maas bracht in 2010 de horrorfilm Sint uit, waarin hij voor het sinterklaasfeest een geheel nieuwe herkomst verzint.

Externe links

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • Faber, Paul (red.), Sinterklaas overzee. Avonturen van een reislustige heilige. Amsterdam, KIT Publishers, 2006, ISBN 90 6832 490X.
  • Ghesquiere, Rita, Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas: de kracht van een verhaal, Amersfoort, Acco, 1989.
  • Groot, A.D. de, Sint Nicolaas, patroon van liefde. Een psychologische studie over de Nicolaus-figuur en zijn verering in vroeger eeuwen en nu. Amsterdam, Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1949.
  • Helsloot, John en Eugenie Boer, Het Sinterklaasboek. Zwolle, Waanders, 2009.
  • Janssen, Louis, Nicolaas, de duivel en de doden. Opstellen over volkscultuur. Baarn, Ambo, 1993, ISBN 90 263 1275X.
  • Rosseels, C, Natuurrituelen 2004, ISBN 90 5240 805 X
  • Schenkman, Jan, Sint Nikolaas en zijn Knecht. Amsterdam, G. Theod. Bom, 1850.
  • Trigt, Peter van, 1000 jaar Sinterklaas... en nu het ware verhaal van St. Nicolaas en zijn knecht, 2016 ISBN 978 94 6022 432 4
  • Verwijs, Eelco, De Christelijke Feesten. I. Sinterklaas. Den Haag, Martinus Nijhoff, 1863.
  • Infoblad Sint Nicolaas Utrecht, Museum Catharijneconvent, 2009

Noten

  1. º Scholieren kregen 1 pond groten (geld) voor hun vrijaf
  2. º Scholieren krijgen voor het feest van St. Nicolaas en hun bisschop (Sinterklaas) 5 pond en 4 schelling
  3. º honing, sinterklaaskoek en taart voor de kinderen, ter ere van hun patroon St. Nicolaas
  4. º Anoniem, (1895) Stadsnieuws: Vandaag had het al flink gewaaid. Het nieuws van den dag Amsterdam: kleine courant, 6 december, dag, p. 6: "Maar gelukkig, Sinterklaas kan alles, ook met storm over de daken rijden en zijn paard ook en Zwarte Piet ook en we hebben daarom alle hoop ..."
  5. º Arnhemsche Courant 9 december 1880: "Bisschop Nikolaas reed in vol ornaat met zijne twee knechts met een vierspan rond" Het krantenartikel noemt knechten, maar onduidelijk is of het hier om Zwarte Pieten gaat.
rel=nofollow

Referenties

  1. º Eerste intocht Sinterklaas in Venray(Dode link), nieuwsarchief weekblad Peel en Maas, 8 december 1888
  2. 2,0 2,1 Sinterklaas Meertens Instituut. Url bezocht op 20 februari 2012
  3. º Rosseels, p. 73
  4. º Dossier Sinterklaas Koninklijke Bibliotheek
  5. º Verwijs, Eelco, De christelijke feesten, Den Haag: Martinus Nijhoff, 1863, p. 26-27
  6. º Zie het Keurboek van Delft
  7. º Rosseels, p. 77
  8. º "Maarten Luther verzette zich tegen Sinterklaasfeest", CIP.nl, 17 november 2010
  9. º Ghesquiere, Rita (1989) Van Nicolaas van Myra tot Sinterklaas. Leuven: Davidsfonds
  10. º Van Trigt, p. 103
  11. º Geen boeman verhaaltjes
  12. º Van Trigt, p. 105
  13. 13,0 13,1 J.I.A., Helsloot, 'De opkomst van Sinterklaas als nationaal feest in Nederland. Een schets op grond van twee volkskundevragenlijsten van het Meertens Instituut', in: Faszination Nikolaus. Kult, Brauch, Kommerz, 2001, p. 104-139.
  14. º Meertens Instituut: Piet en Sint - veelgestelde vragen (geraadpleegd 26 november 2014); E. Boer-Dirks, 'Nieuw licht op Zwarte Piet', in: Volkskundig Bulletin 19 (1993), p. 1-35.
  15. º Van Trigt, p. 105
  16. º Sijs, Nicoline van der (2009), Cookies, Coleslaw, and Stoops, Amsterdam: Amsterdam University Press, p. 254
  17. º Sint moet groter gevolg en roetpiet krijgen, elsevier.nl, 31 augustus 2014
  18. º Meertens instituut
  19. º Sinterklaas (en Zwarte Piet) Immaterieel Erfgoed. Volkskrant, 15 januari 2015
  20. º Sint Pietersdei
  21. º https://www.beleven.org/feest/sint_maarten
  22. º Peter Friedrich Ludwig Strackerjan, Aberglaube und Sagen aus dem Herzogtum Oldenburg, Oldenburg 1867, dl. 2, p. 289.
rel=nofollow
rel=nofollow