Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Schip (transportmiddel)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een schip is een vervoermiddel voor vervoer over wateroppervlakten.

Een transportschip voor auto's.

De doorgaans holle of bolle romp van een schip blijft door de opwaartse kracht van het water drijven, volgens de Wet van Archimedes. Schepen kunnen zijn gemaakt van hout, riet, metaal, kunststof (met name polyester) of zelfs beton. In de 19e eeuw is ook papier gebruikt als materiaal voor boten.
Als schip worden alle vaartuigen beschouwd die ten minste 25 registerton (1 registerton ≈ 2,83 m³) meten en die gewoonlijk op zee gebruikt worden voor het vervoer van personen of goederen, voor de visvangst, voor de sleepdienst of voor elk ander zeevaartbedrijf.

Voortstuwing

Zie scheepsvoortstuwing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Schepen worden op verschillende manieren aangedreven:

Verschil tussen schip en boot

Tussen schip en boot bestaat een subtiel verschil dat echter niet duidelijk af te bakenen is. Het is een kwestie van taal en conventie.

Over het algemeen wordt met een schip iets groters bedoeld dan met een boot. Een roeischip bestaat niet, een schip is te groot om te roeien. Men spreekt dus van een roeiboot.

Een schip waarmee een lijndienst wordt onderhouden, wordt vaak boot genoemd, ongeacht de grootte. Men spreekt bijvoorbeeld van de boot naar Engeland.

Merkwaardig is dat de NBG-vertaling het woord schip gebruikt voor de vissersboten van Petrus en zijn makkers, terwijl dit zeker geen grote vaartuigen waren: Zij trokken hun schepen op het strand.

Geschiedenis

Zie Maritieme geschiedenis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De eerste vaartuigen zoals vlotten van hout, gras, riet, takken of bladeren, boomstamkano's, kano's en kajaks, werden aangedreven door spierkracht of door stroming van het water. De Egyptenaren waren de eersten die grotere schepen bouwden. De uitvinding van het zeil leidde tot het zeilschip waardoor langere reizen mogelijk werden. De oude culturen uit het Midden-Oosten vervoerden goederen met handelsschepen over rivieren zeeën. Vooral de Feniciërs stonden als een zeevarend volk bekend. De scheepvaart werd vooral in de buurt van kusten bedreven omdat de navigatiemogelijkheden nog zeer beperkt waren.

Op de Middellandse Zee was in de antieke tijd de politieke dominantie vaak met de heerschappij op zee verbonden. Belangrijke oorlogsschepen waren de galeien zoals de trireme, die met behulp van riemen werden aangedreven. Het Vikingschip was in de vroege Middeleeuwen het snelste verkeersmiddel van de wereld. Zo konden de Vikingen steden vaak verrassen wanneer ze die overvielen.

In de Hanzetijd was de kogge het belangrijkste schip voor overzeese handel. In dezelfde tijd ontwikkelde China onder admiraal Zheng He extreem grote zeilschepen, waarmee mogelijk een reis om de wereld is gemaakt.

Ook de eerste Europese ontdekkers (Ferdinand Magellaan, Columbus, Vasco da Gama) gebruikten zeilschepen als het karveel en de kraak.

Doordat de takels werden verbeterd, en door de verspreiding van het bezaanzeil, alsook het feit dat de scheepswerven als een industrie werden opgezet, ontstonden grote zeemachten (Spanje, Portugal, De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland), die naast elkaar en achtereenvolgens de macht- en handelspolitiek tot in de in 19e eeuw bepaalden. Meer dan 100 jaar lang vonden er geen wezenlijke verbeteringen plaats aan de grote schepen die de wereldzeeën bevoeren.

Door de uitvinding van de stoommachine konden de eerste mechanisch aangedreven schepen ontworpen worden (zie ook SS Great Britain). Doordat de ontwikkeling van schepen en takelwerk steeds wetenschappelijker werd, kwamen als laatste succesvolle zeilschepen de klipper en de windjammer op het toneel. De klipper was een snel schip met drie dwars getuigde masten. De windjammer was een veel groter en zeer efficiënt transportschip met tot wel vijf masten waarvan de achterste meestal langsgetuigd was. Klippers en windjammers transporteerden in harde concurrentie met elkaar in een zo hoog mogelijk tempo thee, wol of guano naar Europa en Noord-Amerika tot het begin van de twintigste eeuw.

De eerste stoomschepen waren uitgerust met een scheprad. Dit werd opgevolgd door de efficiëntere schroef. En de bouw van oorlogsschepen leidde ook bij civiele schepen tot het gebruik van stalen rompen.

Het eerste dieselmotorschip was gelijk het eerste dieselelektrische schip, de riviertanker Vandal uit 1903. De Nederlandse tanker Vulcanus uit 1910 was het eerste zeegaande motorschip.[1] In de decennia daarna zou de dieselmotor steeds grotere vermogens produceren met een grotere efficiëntie dan de stoomturbine, waardoor rond 1960 de meeste schepen met een dieselmotor werden gebouwd. Hoewel het tot de oliecrisis van 1973 zou duren voordat er afgestapt werd van het gebruik van stoomturbines op grote schaal, was dit het begin van het einde van het stoomtijdperk. Tegenwoordig maakt 99% van de schepen gebruik van dieselmotoren voor de voortstuwing. De stoomturbine wordt tegenwoordig alleen nog gebruikt bij schepen met atoomvoortstuwing.

Veel marineschepen worden voortgestuwd door een gasturbine vanwege het lage gewicht ten opzichte van het vermogen en vanwege de snelle acceleratie die hiermee mogelijk is. Door Egidius Elling werd in 1903 de eerste gasturbine gebouwd die meer vermogen produceerde dan deze nodig had. Het eerste schip dat hiermee werd uitgerust was een omgebouwde Motor Gun Boat MGB 2009 van de Royal Navy in 1947.

Schepen tegenwoordig

Tegenwoordig maakt men voor aandrijving vooral gebruik van dieselmotoren en turbines. Schepen worden op een werf gebouwd (zie scheepsbouw en schepenlift). Wanneer de romp klaar is laat men deze van stapel lopen, waarna het schip wordt afgebouwd. Reparaties aan schepen gebeuren meestal in een dok, dit is dan hoofdzakelijk voor het gedeelte dat zich onder water bevindt tijdens de vaart, maar kleine reparaties en tijdelijke noodreparaties worden ook door duikers uitgevoerd.

Het vliegverkeer heeft de grote oceaanschepen verdrongen voor het intercontinentale passagiersvervoer. Maar schepen zijn uit kostenoverwegingen het belangrijkste vervoermiddel gebleven voor massagoederen en stukgoed. Dit gebeurt tegenwoordig vooral in containers. De grootste schepen zijn de mammoettankers die meer dan 300.000 ton olie kunnen vervoeren. De moderne vrachtschepen hebben een dienstsnelheid van rond de 20 (37 km/uur) tot 25 knopen (46 km/uur).

Voor bepaalde veerdiensten, zoals tussen Griekenland en Italië of Noorwegen en Duitsland, zijn er supersnelle schepen van het type Roll-on Roll-off gebouwd. Deze schepen kunnen een maximum snelheid van 30 knopen of 55 km/uur halen. Om gewicht bij deze schepen te sparen is het bovendek van aluminium gemaakt. Dit materiaal wordt overigens ook gebruikt voor complete scheepsconstructies, met name snelle patrouillevaartuigen en de draagvleugelboot, en andere vaartuigen waarbij het totale gewicht tot een minimum gereduceerd moet worden om met zo min mogelijk voortstuwingsvermogen een zo groot mogelijke snelheid te halen, worden in toenemende mate volledig uit aluminium vervaardigd.

Moderne schepen zijn vaak uitgerust met een bulbsteven die de golfweerstand moet verminderen. Onder andere cruiseschepen zijn voorzien van stabilisatoren, waardoor het schip minder slingert als het vaart maakt.

Scheepstypen

Boten Historische scheepstypen Moderne Scheepstypen Moderne Scheepssoorten

Kano

Roeiboten

Boten voor de roeisport

Watersport: Zeilboten

Watersport: Motorboten

Roeischepen

Zeilschepen

Zeilende oorlogsschepen

Motorschepen

Oorlogsschepen

Vrachtschepen voor de zeevaart

Passagiersschepen voor de zeevaart

Vrachtschepen voor de binnenvaart

Passagiersschepen voor de binnenvaart

Veerponten

Baggerschepen

Reddingschepen

Vissersschepen

Speciale schepen

Juridische betekenis

Het grappige van deze juridische uitleg is dus dat badspeeltjes welke nog niet (in het bad of ander water) hebben gedreven, geen schepen zijn maar dat indien de badspeeltjes wel (in het bad of ander water) hebben gedreven, WEL schepen zijn! (In januari 1992 sloegen tijdens een storm 29.000 gele eendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers overboord van een schip op weg van China naar de VS; aldus bij moment van aanraking met het water waren dit allemaal schepen geworden [2]) Andere voorbeelden van schepen zijn bijvoorbeeld: boei, ponton, waterkering en een wrak!

In het Burgerlijk Wetboek (Boek 8, Art. 1) wordt onder schepen verstaan: "Alle zaken, geen luchtvaartuig zijnde, die blijkens hun (menselijke) constructie bestemd zijn om te drijven en drijven OF hebben gedreven." Let op, een schip in aanbouw wordt hier ook onder verstaan.

In de parlementaire geschiedenis is deze bepaling als volgt toegelicht: T.o.v. het begrip "drijven" stelt het ontwerp aan de te beoordelen zaak twee eisen: (i) het moet blijkens zijn constructie bestemd zijn om te drijven en (ii) het moet drijven of hebben gedreven. (i) Door het eerste vereiste zijn, in overeenstemming met het spraakgebruik, allerlei in het water drijvende zaken buiten het begrip "schip" gebracht: levende wezens, boomstammen (zolang niet tot een vlot verenigd), wrakhout, afval, enz. Daar echter moet worden aangenomen, dat een secundaire bestemming tot drijven voldoende is, zullen ook zaken, die gemeenlijk niet als zodanig worden aangeduid, als "schip" gelden. (...) (ii) Naast "blijkens zijn constructie tot drijven bestemd zijn" stelt het ontwerp als vereiste voor het zijn van "schip", dat de zaak moet drijven of hebben gedreven. Blijkens dit "hebben gedreven" verhindert tijdelijk vastzitten of droog gezet zijn van een zaak niet, dat het als schip wordt beschouwd. Zou het dit wel doen, dan zou het karakter van een zaak zich van ogenblik tot ogenblik kunnen wijzigen. Een booreiland b.v. blijft een schip, ook al staat het tijdelijk op de zeebodem. Wanneer de zaak echter tijdens vastzitten zijn bestemming tot drijven verliest, hetgeen ook mogelijk is, doordat er door wijziging van constructie een geheel andere bestemming aan wordt gegeven (...), dan houdt deze op "schip" te zijn. Een booreiland dat blijvend op de zeebodem wordt bevestigd, verliest dus zijn kwaliteit van schip. (Kamerstukken II 1975/76, 14 049, nrs. 3-4, blz. 7-8) (Zie uitspraak van de Hoge Raad op 28/05/2004 LJN AP0226, nr. 38.958).

Zeeschepen, zeevissersschepen en binnenschepen

In de artikelen 2 en 3 van Boek 8 wordt een onderscheid gemaakt naar zeeschepen, zeevissersschepen en binnenschepen.

  • Zeeschepen: schepen welke blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor drijven IN ZEE (in tegenstelling tot binnenwater) zijn bestemd.
  • Zeevissersschepen: zeeschepen die blijkens hun constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor de bedrijfsmatige visvangst zijn bestemd.
  • Binnenschepen: schepen welke blijkens hun constructie noch uitsluitend noch in hoofdzaak voor drijven in zee zijn bestemd.

Trivia

  • Zeeschepen hebben ook een eigen nationaliteit die geregeld is met een zeebrief.
  • Schepen hebben een roer om de vaarrichting te bepalen, en kan aan het schip bevestigd zijn met een zorglijn.
  • Het tijdelijk buiten gebruik stellen van een schip heet opleggen. Veelal gaat dit samen met allerlei technische maatregelen voor het behoud, waardoor een opgelegd schip niet direct vaarklaar is, maar wel snel vaarklaar gemaakt kan worden.

Zie ook

WikiWoordenboek
WikiWoordenboek
Zoek schip

Externe links

Referenties

rel=nofollow

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Ships op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow