Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pond sterling

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Pondteken)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow
£

Het pond sterling (ook: Britse pond, of kortweg pond) is de munteenheid van het Verenigd Koninkrijk. Hoewel Schotland en Noord-Ierland eigen biljetten hanteren, uitgegeven door commerciële banken, kan men er zolang er pound sterling op staat in theorie in heel het Verenigd Koninkrijk mee betalen. De officiële ISO-code is GBP en het valutateken is £. In dat symbool is de letter L te herkennen, de eerste letter van het Latijnse woord libra, dat pond betekent. Het pond wordt verdeeld in 100 pence, enkelvoud penny. Het symbool voor de penny is p.

Oorsprong

Als valuta komt het pond van de gewichtseenheid Troy Pound. De Sterling werd in 1158 door Hendrik II van Engeland geïntroduceerd. Het woord komt van het oud Franse woord esterlin en betekent 'sterk' of 'standvastig'. (Sommige bronnen beweren dat het woord afkomstig is van pound oesterling : een munt uit Oostenrijk/Duitsland). Het was de naam van een zilveren penny van 1/240 pond. De waarde van de penny van toen is naar koopkracht vergelijkbaar met die van één pond nu.

Als munt van een van de machtigste (handels)landen ter wereld, het Britse Rijk, heeft het pond sterling gedurende de achttiende en negentiende eeuw als sleutelvaluta in de wereld gegolden, tot aan grofweg het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Amerikaanse Dollar heeft sinds circa het einde van de Tweede Wereldoorlog deze positie overgenomen; sinds 1999 concurreert de euro met de dollar om deze positie.

Tot 1971

Tot de overgang naar het decimale stelsel in 1971 werd het pond onderverdeeld in 20 shillings en een shilling in 12 pence. Prijzen werden weergegeven als L/s/d (librae, solidi, denarii: zoveel pond, zoveel shilling en zoveel pence), wat het omrekenen voor toeristen zeer ingewikkeld maakte. Een bedrag onder een pond, bijvoorbeeld 3/6, werd uitgesproken als 'three and six'.

De "s" van shilling stond in principe niet voor het woord zelf, maar voor het Latijnse "solidus". Het symbool voor de penny was tot de overgang een "d", van het Latijnse denarius.

Naast het pond, de shilling en de penny, bestonden er in het LSD-systeem nog andere munten, die geen rekeneenheid waren, maar wel waren ingeburgerd.

  • De farthing: van het Oud-Engelse feorthding hetgeen vierde betekent. Het was een kwart van een penny en er gingen dus 960 farthing in een pond. De laatste farthing werd in 1957 geslagen.
  • De groat: een 'groot', vier pence. Deze munten werden voornamelijk ter gelegenheid van jubilea of kroningen geslagen en waren niet voor de circulatie bedoeld.
  • De florin: halverwege de negentiende eeuw voor het eerst geslagen als eerste aanzet tot decimalisering van het pond. De florin was een tiende pond waard, oftewel 2 shilling. Florin betekent hetzelfde als florijn, een andere naam voor de gulden. Het toeval wilde dat een florin lange tijd ook ongeveer evenveel waard was als een Nederlandse gulden.
  • De crown: de kroon was 5 shilling waard, dus een kwart pond. Er waren munten van een hele en een halve kroon. De half-crown (2/6) was tot 1971 in omloop en de hele kroon werd in de twintigste eeuw voor jubileumuitgaves gereserveerd.
  • De guinea: een guinea is 21 shilling waard, in decimaal geld £ 1,05. De guinea was ingevoerd wegens een belasting van 5%. Deze eenheid wordt soms nog door bookmakers gebruikt; men betaalt dan in guineas en er wordt uitgekeerd in ponden, zodat het lijkt alsof men een gunstigere uitbetaling krijgt. Ook worden jockeys vaak nog in guineas uitbetaald.

Vanaf 1971

Na de decimalisering werd enige jaren de term "new penny" gebruikt. Tot 1982 stond deze term in de vorm "new pence" ook op de munten vermeld. Tot 1984 was ook de halve new penny nog in circulatie, maar die waarde, £ 0,005 was door de inflatie achterhaald. Enkele munten, die goed in het decimale systeem pasten, de sixpence (£ 0,025), de shilling (£ 0,05), de florin (£ 0,10) en de half crown (£ 0,125) bleven nog enkele jaren wettig betaalmiddel. In 1994 werden de shilling en de florin als laatste uit de circulatie gehaald; de munt was namelijk voor de decimale tegenhangers (5 en 10 pence) overgegaan op een kleiner formaat, zodat zij niet langer qua formaat en gewicht identiek waren aan de oude munten.

De nog verkrijgbare muntstukken zijn 1 penny, 2 pence, 5 pence, 10 pence, 20 pence, 50 pence, £ 1 en £ 2. Bankbiljetten zijn er in 5 pond, 10 pond, 20 pond en 50 pond.

Externe Links

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Money of the United Kingdom op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
rel=nofollow