Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Metaphysical poets

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Metaphysical poets (metafysische dichters) is de benaming voor een heterogene groep van Britse lyrische dichters uit de eerste helft van de 17e eeuw, die dezelfde interesse deelden in de grote metafysische vragen en deze op dezelfde manier behandelden. Hun nauwgezet opgebouwde en energieke gedichten doen een krachtig appel aan het intellect van de lezer in plaats van aan diens emoties. Zij verwerpen intuïtie of mystiek ten gunste van een rationeel discours.

De stijl van de metafysische dichters, inventief en doorwrocht, wordt gekenmerkt door de aanwending van 'metaphysical conceits', sterk uitgewerkte en originele metaforen die in het gedicht dingen met elkaar in verband brengen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. De kracht van de paradox is een kunstgreep waar deze dichters vaak beroep op doen om de lezer op een been te zetten. Een voorbeeld van zulke 'conceit' vindt men in John Donnes gedicht To his mistress going to bed, waarin hij het lichaam van zijn geliefde met een te ontginnen land (Amerika) vergelijkt, of Andrew Marvells metafoor van de ziel die hij als een dauwdruppel beschrijft.

De dichters van deze beweging werden voor het eerst in 1744 "metaphysical poets" genoemd door Samuel Johnson, in zijn The Lives of the Poets. In deze groep bracht hij onder de naam "School van Donne" dichters samen als George Herbert, Andrew Marvell, Thomas Traherne, Richard Crashaw en Henry Vaughan. John Donne erkende hij hiermee als de centrale persoonlijkheid die door de diversiteit en reikwijdte van zijn poëzie de periode domineerde.

Het was echter de dichter en literair criticus John Dryden die bijna 50 jaar eerder het metafysische karakter van John Donnes poëzie had opgemerkt. Zowel Dryden als Johnson keken nogal afkeurend neer op deze stijl van poëzie, die ze abstractie en een te buitensporig gebruik van beelden verweten.

De metaphysical poets werden in de 18e en 19e eeuw in de schaduw gezet door de romantische en victoriaanse dichters, maar 20e-eeuwse lezers en onderzoekers tonen opnieuw belangstelling voor hen. Met name T. S. Eliot die in zijn essay The Metaphysical Poets uit 1921 de zeer anti-romantische en intellectuele kwaliteiten van hun gedichten prees, was degene die hun poëzie weer in de gunst van de lezers bracht.


Belangrijkste metafysische dichters

De volgende dichters worden soms ook tot deze groep gerekend:

 
rel=nofollow