Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

John Cockcroft

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Sir John Douglas Cockcroft (Todmorden, 27 mei 1897Cambridge, 18 september 1967) was een Brits natuurkundige. Hij won de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor zijn werk aan de kernsplitsing en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van kernenergie.

Jeugd

Cockcroft werd in 1897 als zoon van een katoenfabrikant geboren in Todmorden. Al op jonge leeftijd toonde hij zijn interesse in scheikunde en was hij veel bezig met de scheikundedoos. Van zijn 12e tot zijn 17e ging hij aan de Todmorden Grammar School naar school, tot hij aan het begin van de Eerste Wereldoorlog begon aan een studie wiskunde in Manchester. Toen Cockcroft een jaar later op 18-jarige leeftijd oud genoeg was om het leger in te gaan, gaf hij zich op voor de Royal Artillery, waar hij zou dienen tot het eind van de oorlog.

Op 21-jarige leeftijd werd hij, aan het eind van de oorlog, ontslagen uit het leger, en behaalde hij een graad als elektrotechnisch ingenieur aan Manchester College of Technology als leerling-werknemer bij Metropolitan Vickers. Op advies van zijn docent Miles Walker studeerde Cockcroft verder in Cambridge onder professor Ernest Rutherford die daar sinds 1919 een positie bekleedde.

In 1925 trouwde Cockcroft Eunice Elizabeth Crabtree. Ze zouden vier dochters en een zoon krijgen.

Wetenschappelijke carrière

Cockcroft studeerde in Cambridge wiskunde, de studie Mathematical Tripos, en na twee jaar had hij de gewenste graad. Hij werd vervolgens aangesteld door Rutherford in zijn laboratorium voor wetenschappelijk onderzoek. Cockcroft zou eerst met Pjotr Kapitsa samenwerken om te komen tot sterke magneetvelden en lage temperaturen.

Rutherford was tot de schokkende ontdekking gekomen dat kernen van atomen kunnen worden gesplitst. Hij had namelijk ontdekt dat alfadeeltjes, heliumkernen, uitgezonden door radium botsen tegen het stikstof uit de lucht, wat vervolgens wordt omgezet in zuurstof en waterstofkernen, protonen. Rutherford gaf nu aan Cockcroft en de Ier Ernest Walton de opdracht om een methode te vinden om atomen te splitsen zonder natuurlijke radioactiviteit.

Walton en Cockcroft bedachten dat de protonen hiervoor het best te gebruiken waren. Dit omdat deze lichter zijn, en daarom ook makkelijker te versnellen zijn. Omdat de protonen zeer veel versneld moesten worden, wel tot een miljoen volt, moesten Walton en Cockcroft met de beperkte middelen een superversneller bouwen. In 1933 slaagden ze erin om lithiumkernen te splitsen, maar kwamen wel tot de conclusie dat dit met zeer lage efficiëntie gepaard ging, ongeveer een tienmiljoenste van de waterstofkernen deed het verlangde, een lithiumkern splitsen. Maar desalniettemin hadden ze hier een primeur mee. In 1952 zouden ze hiervoor de nobelprijs in de natuurkunde ontvangen. In 1929 werd Cockcroft gekozen als lid van het St. John's College en in 1939 werd hij benoemd tot "Jacksonian Professor" in de natuurfilosofie. In 1955 ontving hij de Faraday Medal.

Nadat Hitler in 1939 Praag was binnengevallen, werd Cockcroft samen met veel collega-wetenschappers opgeroepen voor militaire dienst. Ze werden belast met het verder ontwikkelen van het radarsysteem dat de kust van Groot-Brittannië moest beschermen tegen overkomende Duitse vliegtuigen. Toen in 1941 bleek dat Cockcroft een talent bezat om leiding te geven werd hem de leiding toevertrouwd van het onderzoeksinstituut dat zich bezighield met de verbetering en ontwikkeling van radarapparatuur voor het Britse leger. In deze functie heeft hij veel betekend voor deze ontwikkeling.

Vlak voor de oorlog, in 1938, was ontdekt dat het soms ook energie oplevert als atomen gesplitst worden. Dit concept vormde de basis van de atoombom, waarvan men bang was dat nazi-Duitsland deze aan het ontwikkelen was, en werd het onderzoek naar atoomenergie en de atoombom opgevoerd. In 1944 werd Cockcroft dan ook benoemd, als expert op gebied van atoomsplitsing, tot directeur een Canadees onderzoek naar atoomenergie, en werd hij directeur van de Chalk River Laboratories te Montréal.

In 1946, toen de oorlog was afgelopen, werd Cockcroft gevraagd door de overheid om het atoomenergie-onderzoeksinstituur (AERE) te leiden in het Verenigd Koninkrijk, in Harwell. Van 1954 tot 1959 was Cockcroft wetenschappelijk lid van de Britse atoomenergie-autoriteit, een functie die hij daarna part-time zou blijven vervullen. Mede dankzij de werkzaamheden van Cockcroft kon Groot-Brittannië in 1956 de eerste kerncentrale openen. Als directeur van de AERE stond Cockcroft erop dat de beveiliging, koeling en filters van de kerncentrales werden verbeterd, tegen zeer hoge kosten omdat ze al gebouwd waren. Toen een van de reactoren in Sellafield in 1957 vlamvatte bewees deze ijver echter zijn nut, en werd een gigantische ramp beperkt gehouden.

Erkenning

In 1944 werd Cockcroft al benoemd tot Commandeur in de Orde van het Britse Rijk, in 1948 werd hij geridderd en in 1953 benoemd tot Ridder Commandeur in de Orde van het Bad.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

rel=nofollow
rel=nofollow

Albert Andrée Wiltens · Hendrikus Dirk Jan Beernink · Cornelis de Boer · Abraham du Bois · Jim de Booy · Iman Jacob van den Bosch · Lodewijk Bosch van Rosenthal · Martinus Bouman · Omar Bradley · Sieuwert Bruins Slot · Jean Michel Caubo · Rudolph Pabus Cleveringa · John Cockcroft · Henry Dale · Bebe Daniels · Henk Dienske · Marlene Dietrich · Jimmy Doolittle · Klaas van Dorsten · Willem Drees · Harald Dudok van Heel · John Foster Dulles · Geoffrey Dummer · Jan Willem Duyff · Joop van Elsen · Joke Folmer · Jacob van der Gaag · John Kenneth Galbraith · Casper ter Galestin · Gradus Gerritsen · Adrianus van Gestel · Tonny Gielens · Frans Goedhart · Walraven van Hall · Jules Haeck · Eugene van der Heijden · John Eric von Hemert · Christian Herter · Archibald Hill · Hendrik Hoekstra · Georges Holvoet · Jan van Hoof · Johannes ter Horst · Wiel Houwen · Willem Hupkes · Mimi van den Hurk · Peter van den Hurk · Jacobus Jans · Reinier Jessurun · Roel de Jong · Andrée de Jongh · Gerrit Kars · Petrus Albertus Kasteel · Joseph Kentgens · Harm Ketelaar · Maurits Kiek · Hebe Charlotte Kohlbrugge · Jan de Landgraaf · Eugène II de Ligne · Carole Lombard · Bernardus Manders · Marilyn Monroe · Jan van de Mortel · Tiny Mulder · Lambertus Neher · Jacobus Oranje · Adriaan Paulen · Wilder Penfield · Jan Mathijs Peters · Johannes Post · Henk van Randwijk · Hannie Schaft · Wim Schuijt · Gerrit Slagman · Gerben Sonderman · Wim Speelman · Simon Spoor · John Steinbeck · Marianne Tellegen · Trix Terwindt · Jan Thijssen · Gerrit van der Veen · Roelof Vermeulen · Jan Verschure · Jos van Wijlen · Jo Wüthrich

·

1901: Röntgen · 1902: Lorentz, Zeeman · 1903: Becquerel, P.Curie, M.Curie · 1904: Rayleigh · 1905: Lenard · 1906: Thomson · 1907: Michelson · 1908: Lippmann · 1909: Marconi, Braun · 1910: van der Waals · 1911: Wien · 1912: Dalén · 1913: Kamerlingh Onnes · 1914: von Laue · 1915: W.L.Bragg, W.H.Bragg · 1917: Barkla · 1918: Planck · 1919: Stark · 1920: Guillaume · 1921: Einstein · 1922: N.Bohr · 1923: Millikan · 1924: Siegbahn · 1925: Franck, Hertz . 1926: Perrin · 1927: Compton, Wilson · 1928: Richardson · 1929: de Broglie · 1930: Raman · 1932: Heisenberg · 1933: Schrödinger, Dirac · 1935: Chadwick · 1936: Hess, Anderson · 1937: Davisson, Thomson · 1938: Fermi · 1939: Lawrence · 1943: Stern · 1944: Rabi · 1945: Pauli · 1946: Bridgman · 1947: Appleton · 1948: Blackett · 1949: Yukawa · 1950: Powell . 1951: Cockcroft, Walton · 1952: Bloch, Purcell · 1953: Zernike · 1954: Born, Bothe · 1955: Lamb, Kusch · 1956: Shockley, Bardeen, Brattain · 1957: Yang, T. D. Lee · 1958: Tsjerenkov, Frank, Tamm · 1959: Segrè, Chamberlain · 1960: Glaser · 1961: Hofstadter, Mössbauer · 1962: Landau · 1963: ;Wigner, Goeppert-Mayer, Jensen · 1964: Townes, Basov, Prokhorov · 1965: Tomonaga, Schwinger, Feynman · 1966: Kastler · 1967: Bethe · 1968: Alvarez · 1969: Gell-Mann · 1970: Alfvén, Néel · 1971: Gabor · 1972: Bardeen, Cooper, Schrieffer · 1973: Esaki, Giaever, Josephson · 1974: Ryle, Hewish · 1975: A. Bohr, Mottelson, Rainwater . 1976: Richter, Ketterle, Ting · 1977: Anderson, Mott, van Vleck · 1978: Kapitsa, Penzias, R. W. Wilson · 1979: Glashow, Salam, Weinberg · 1980: Cronin, Fitch · 1981: Bloembergen, Schawlow, Siegbahn · 1982: K. G. Wilson · 1983: Chandrasekhar, Fowler · 1984: Rubbia, van der Meer · 1985: von Klitzing · 1986: Ruska, Binnig, Rohrer · 1987: Bednorz, Müller · 1988: Lederman, Schwartz, Steinberger · 1989: Ramsey, Dehmelt, Paul · 1990: Friedman, Kendall, R. Taylor · 1991: de Gennes · 1992: Charpak · 1993: Hulse, J. Taylor · 1994: Brockhouse, Shull · 1995: PerlReines · 1996: D. Lee, Osheroff, Richardson · 1997: Chu, Cohen-Tannoudji, Phillips · 1998: Laughlin, Störmer, Tsui · 1999: 't Hooft, Veltman · 2000: Alferov, Kroemer, Kilby . 2001: Cornell, Ketterle, Wieman · 2002: Davis, Koshiba, Giacconi · 2003: Abrikosov, Ginzburg, Leggett · 2004: Gross, Politzer, Wilczek · 2005: Glauber, Hall, Hänsch · 2006: Mather, Smoot · 2007: Fert, Grünberg · 2008: Nambu, Kobayashi, Maskawa· 2009: Kao, Boyle, Smith· 2010: Geim, Novoselov ·

2011: Perlmutter, Schmidt, Riess