Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Houtsoorten

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Meerdere (Latijnse benamingen van) houtsoorten :
1. Pinus, 2. Fagus sylvatica, 3. Acer pseudoplatanus
4. Quercus, 5. Betula, 6. Acer saccharinum
7. Microberlinia, 8. Guibourtia tessemanni, 9. Aucoumea klaineana
10. Juglans regia, 11. Dalbergia nigra, 12. Diospyros celebica.











Houtsoorten is de naam van de functionele indeling van het hout afkomstig van bomen en struiken. Een bepaalde houtsoort komt niet noodzakelijkerwijs overeen met één bepaalde boom- of struiksoort. Onder een bepaalde houtsoort kunnen verschillende, op elkaar lijkende boom- of struiksoorten vallen. De indeling in houtsoorten geschiedt op basis van gebruiksmogelijkheden en conventies in de handel. Voor de uiteindelijke eindgebruiker van het hout is de kleur veelal een doorslaggevende factor. De benaming is slechts gedeeltelijk genormeerd.

Hoofdgroepen

Meestal wordt hout in twee hoofdgroepen onderscheiden:

  • Loofhout. Loofhout is afkomstig van loofbomen (horend tot de Angiospermen, de bedektzadigen). Loofhout wordt ook wel hardhout genoemd, naar het Engelse "hardwood", wat niets zegt over de hardheid van het hout. Er zijn ook loofbomen die heel zacht hout leveren zoals linde, populier en wilg. De boomsoort is dus belangrijk voor de hardheid, maar ook het groeiklimaat. Een harde houtsoort is azobé, afkomstig uit tropische bossen in Afrika.
  • Naaldhout. Naaldhout is afkomstig van naaldbomen (horend tot de Gymnospermen, de naaktzadigen). Naalden zijn een vorm van bladeren. Naaldbomen kunnen ook schubvormige bladeren hebben of brede 'naalden'. Naaldbomen zijn vaak het hele jaar door groen en groeien voornamelijk in de gematigde streken en in de bergen op grotere hoogtes. Naaldhout wordt ook wel zachthout genoemd, naar het Engelse "softwood". Gemiddeld is naaldhout aanmerkelijk zachter dan loofhout. Net als bij loofhout is de boomsoort en het groeiklimaat bepalend voor de hardheid van het hout. De in Nederland meest gebruikte soorten naaldhout zijn vurenhout (afkomstig van Picea abies; fijnspar) en grenenhout (afkomstig van Pinus sylvestris; grove den). Larikshout (afkomstig van Larix-soorten; lork) is evenals grenen een duurzame naaldhoutsoort. Het witte Dennenhout van de naaldboom Abies komt in Nederland weinig voor.

Hout herkennen

Het onderscheid tussen verschillende houtsoorten is, anders dan op het eerste gezicht mag lijken, niet eenvoudig. Als het gaat om een beperkt aantal houtsoorten uit een klein herkomstgebied zijn de belangrijkste soorten redelijk te onderscheiden voor iedereen die daar aanleg voor heeft: bijvoorbeeld de van nature in Nederland of België voorkomende bosbomen. Maar in uitgestrekte landen als Brazilië en Indonesië, met grote bosoppervlakten (voor zover nog niet verdwenen) ligt de zaak totaal anders.

Door de grote diversiteit van tropische wouden en het naast elkaar voorkomen van tientallen soorten uit dezelfde plantengeslachten is het in de praktijk niet meer mogelijk om een onderscheid te maken op soortniveau. Denk bijvoorbeeld aan meranti, een groep handelshout waarbinnen onder andere rode, witte en gele meranti kunnen worden onderscheiden. Elk daarvan (bijv. rode meranti) omvat nog steeds enkele tientallen soorten. Vergelijk ook handelsbenamingen als gerutu, balau en lauan.

Met behulp van houtanatomie is het in veel gevallen mogelijk om deze soortengroepen, of soms zelfs wel de soort, vast te stellen. In de praktijk worden hiermee zeer veel fouten gemaakt, al dan niet expres (vanwege de soms grote commerciële belangen kan het voordelig zijn om hout een onjuiste naam te geven).

Houtanatomie kan op diverse niveaus naar hout kijken: met de loep, met de microscoop, of met een elektronenmicroscoop. De structuur van het hout kan betrouwbare gegevens opleveren voor de identificatie. Sommige aspecten van de microstructuur zijn per soort relatief erg constant, vergeleken met de macrostructuur; hout van dezelfde soort kan, afhankelijk van de groeiplaats en de weeromstandigheden zeer verschillend lijken terwijl de microstructuur weinig varieert.

De microstructuur kan soms ook direct waarneembaar zijn, zonder hulpmiddelen. Hoe kleiner de houtvaten zijn, des te 'fijner is de nerf'. De kleur van hout hangt veelal samen met kleurstoffen in bepaalde cellen. Overigens zijn die kleurstoffen er niet voor het mooi; ze zijn meestal enigszins tot uiterst giftig en dienen om vraat door 'beestjes' binnen de perken te houden. De volumieke massa (bij hout wordt het gewicht niet uitgedrukt in een soortelijk gewicht maar in volumieke massa) hangt samen met de dikte van de celwanden, hoe dikker deze zijn, hoe zwaarder het hout is. Een donkere kleur kan samengaan met een hoge volumieke massa, bijvoorbeeld bij pokhout (Guaiacum sanctum, etc), ebben (Diospyros-soorten), basralocus (Dicorynia guianensis), angelim vermelho (Dinizia excelsa), grenadille (Dalbergia melanoxylon) en vele Acacia- en Eucalyptus- soorten. Maar ook licht gekleurde houtsoorten kunnen zwaar en hard zijn, zoals palmhout (Buxus sempervirens), de vele Diospyros-soorten die geen zwart kernhout vormen, en satijnhout (Chloroxylon swietenia). De donkere soorten bezitten meer of andere kleurstoffen dan de lichtgekleurde soorten.

Verenigingen

De kort na 1930 opgerichte International Association of Wood Anatomists (IAWA) -- een vereniging van mensen die doen aan houtanatomie (in de brede zin des woords) -- bevordert de kennis van hout op microniveau. Deze wetenschappelijke vereniging geeft 4x per jaar haar IAWA Journal uit waarin thema's uit de houtanatomie worden besproken. Onder auspiciën van deze vereniging is ook een database, Inside Wood, opgezet waarmee men aan de hand van micro-kenmerken hout kan proberen te determineren. Hierbij is wel veel voorkennis vereist.

Op amateur-niveau bestaat de Nederlandse vereniging van Houtsoortenverzamelaars (NEHOSOC, opgericht 1947): deze bevordert het verzamelen van houtmonsters; ook verzorgt ze studiedagen met lezingen over en oefening in houtanatomie. Het verenigingsblad heet De houtverzamelaar. In Vlaanderen bestaat de Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs (HCTO, opgericht in 1958),: dit is een meer op de houtvakman gerichte vereniging waar men aan houtherkennen doet en vele Technische mededelingen heeft uitgegeven. In de USA bestaat de International Wood Collectors Society (IWCS, opgericht in 1947, enkele maanden na de Nederlandse vereniging): de IWCS geeft het tijdschrift World of Wood uit.

Voorbeelden van loofhout

Houtsoort Boom Wetenschappelijke naam volumieke massa kg/m3
acacia Acacia spp. 730-900
afzelia Afzelia spp. 730-900
Amerikaans hard esdoorn Suikeresdoorn Acer saccharum 530-720
appel (hout) Appelboom Malus sylvestris 540-810
azobé Lophira alata 940-1100
azijnhout Steeneik Quercus ilex 800-1100
beuken Beuk Fagus sylvatica 700
berken Berk Betula spp. 650
bilinga Bilinga Nauclea trillesii 750-850
ebben Diospyros spp. 1200
eiken Eik Quercus spp. 700
esdoorn Europese esdoorn Acer spp. 610
essen Es Fraxinus excelsior 530-830
kastanje Tamme kastanje Castanea sativa 550
kersen Amerikaanse vogelkers Prunus serotina 500-600
linden Linde Tillia spp. 540
mahonie Swietenia spp. 550-750
meranti Shorea spp. 640-860
merbau Intsia spp. 800-900
Iroko Milicia regia spp. 650-870
noten Walnoot Juglans spp. 610-770
paardenkastanje Paardenkastanje Aesculus hippocastanum 540
palmhout Buxus Buxus sempervirens 940-1050
perenhout Gewone peer Pyrus communis 700
pokhout Guaiacum spp. 1200-1500
populieren Populier Populus spp 450
robinia Robinia Robinia pseudoacacia 540-860
Sapupira sapupira Angelim da Mara 680-1000
teak Teakboom Tectona grandis 630-680
wilgen Wilg Salix spp. 450
wengé Millettia laurentii 750-1000
kersen Zoete kers Prunus avium 600

Voorbeelden van naaldhout

Houtsoort Boom Wetenschappelijke naam volumieke massa (kg/m3)
grenen Grove den Pinus silvestris 510
lariks of lorken europese lork Larix decidua en spp. 530-580
oregon pine douglasspar Pseudotsuga menziesii 530
vuren fijnspar Picea 460
hemlock hemlockspar Tsuga spp. 450
parana pine Araucaria angustifolia 480-640
pin des landes Zeeden Pinus pinaster
pitch pine den Pinus spp. 630
southern yellow pine den Pinus spp. diverse soorten

Zie ook

Externe links

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over wood op Wikimedia Commons