Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hep-hep-rellen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De hep-hep-rellen in Frankfurt. Twee boerinnen vallen een jood aan met een hooivork en een bezem. Een man met bril, rokkostuum en een vest met zes knopen, „misschien een apotheker of een schoolmeester”,[1] houdt een jood bij de keel en staat op het punt hem met een stok te slaan.
Gravure: Johann Michael Voltz, 1819

De hep-hep-rellen waren pogroms tegen Duitse joden van augustus tot oktober 1819. Het antisemitisch geweld begon in augustus 1819 in Würzburg, koninkrijk Beieren, en bereikte spoedig afgelegen streken van de Duitse Bond. Voor het eerst sinds honderd jaar werden joden niet enkel plaatselijk, maar ook in grote gebieden en maandenlang aangevallen. Vele joden werden vermoord en veel eigendom van joden werd vernietigd.

Overzicht

De achtergrond van de rellen vormde de joodse emancipatie. In een aantal staten die waren aangesloten aan de Duitse Bond kregen als gevolg van de Franse revolutie ook joden als religieuze minderheid dezelfde rechten als de christelijke burgers. In 1815 eisten joodse afgevaardigden op het Congres van Wenen gelijkberechtiging. Duitse academici en politici traden hiertegen in de oppositie. Het werd zo voorgesteld dat de joden probeerden de controle over Europa te grijpen, zeker van de financiële sector. Ambachtslieden, dikwijls leden van christelijke gilden, kooplieden en burgers voelden zich geprikkeld wegens het mogelijke verlies van oude privileges. Aangewakkerd door het misnoegen wegens de hongersnood van 1816, waardoor velen zware schulden opliepen bij joodse bankiers en geldschieters, brak op 22 augustus 1819 geweld uit in Würzburg. Van daaruit verspreidden de rellen zich spoedig over de hele Duitse Bond.

Achtergrond

In de zeventiende eeuw waren alle joden uit het vorstendom Würzburg verdreven en was het hen verboden om daar te komen wonen. In 1802 eindigde de bijna 1000 jaar durende heerschappij van de bisschoppen over de stad en het jaar daarop kreeg de familie van de bankier Moses Hirsch als eerste opnieuw toelating om in Würzburg te komen wonen. De Beierse landsregering gaf joden in 1813 gelijke rechten. Het jaar daarop werd Würzburg een deel van het koninkrijk Beieren, waardoor Würzburg zijn status als vorstendom en provinciehoofdstad verloor. In 1816 trad het Beierse edict over de joden ook in Würzburg in werking. Tegen 1819 groeide de joodse gemeente te Würzburg tot ongeveer vierhonderd personen.

Vele oude inwoners van Würzburg bezagen deze ontwikkelingen met wantrouwen en veronderstelden een samenhang tussen het einde van de uit de middeleeuwen stammende kerkelijke heerschappij en het opstijgen van de joden. Zij veronderstelden dat de welvaart van de joden te wijten was aan woeker en bedrog, niet door eigen hard werk. De bankier Hirsch, die zaken verrichte in opdracht van het Beierse hof, irriteerde hen in het bijzonder: hij had in 1903 het „Ebracher Hof” gekocht, dat tot dan toe de woning was geweest van de abten van het klooster Ebrach. Zijn zoon, Jacob Hirsch, kocht op een veiling juwelen die afkomstig waren van voormalige kerkelijke eigendommen. Vrome katholieken vonden dit een schande. Een anti-joods pamflet uit 1813 beweerde dat joden zich bij de veiling als bisschoppen hadden verkleed om de spot te drijven met de christenen.

De rellen beginnen

Op 2 augustus 1819 wachtte een groep studenten en burgers op de politicus professor Wilhelm Joseph Behr, om hem te vieren wegens zijn inzet tegen het edict waarmee de joden gelijke rechten kregen. Plotseling bemerkte men onder de aanwezigheid ook professor Sebald Brendel, een bekend aanhanger van de joodse emancipatie. Dit veroorzaakte tumult. Het gerucht bestond dat Brendel door joden was omgekocht. De onrust werd aangewakkerd door handelaars die geïrriteerd waren omdat joodse handelaars de koffie wat goedkoper verkochten, en door diegenen die iets hadden tegen tot de adel verheven kapitalist Hirsch. De woedende menigte begon de joodse winkels te vernielen en de waren op straat te gooien. Als de winkeleigenaars zich probeerden te beschermen door met stenen terug te gooien, werden de aanvallers nog woedender. Een veertigtal burgers was actief betrokken bij de rel tegen de joden.[2]

Uitbreiding

In Würzburg werd het leger ingezet om de rellen stop te zetten. De joden ontvluchtten de stad en woonden verscheidene dagen in tenten in de streek rond de stad. Van daaruit verspreidden de aanvallen zich over andere steden en dorpen in Beieren, en daarna over de hele Duitse Bond, naar Bamberg, Bayreuth, Darmstadt, Karlsruhe, Mannheim, Frankfurt, Koblenz, Keulen en andere steden langs de Rijn, tot in oostelijke steden als Leipzig en Dresden, en noordelijke steden als Bremen, Hamburg en Lübeck. Het geweld bereikte Denemarken en Polen.

In sommige steden was de politie te laat om in te grijpen, of stond deze aan de kant terwijl de meute door de straten raasde. Op plaatsen waar de militie prompt reageerde, werden de rellen relatief snel gestopt. Vele omstaanders durfden niet ingrijpen om het geweld te stoppen. In Heidelberg kwam de politie laat, maar twee professoren en hun studenten grepen in en voorkwamen verder bloedvergieten, waarbij ze ook vechtersbazen tegenhielden en arresteerden.

Na drie dagen van rellen in Karlsruhe, werd de infanterie er bij gehaald en werden op straat kanonnen ingezet. De groothertog van Baden toonde zijn solidariteit met de joden in zijn hoofdstad door zijn intrek te nemen bij een belangrijke jood. Daarna kwam de situatie weer tot rust.[3]

„Hep”

De rellen kregen hun naam van de tijdens de rellen veelgebruikte oproep „Hep!” of „Hepp!”, waarmee de daders zich bijeen riepen en de joden aanvielen. De oorsprong van de kreet „Hep! Hep!” is onduidelijk, en werd reeds in 1819 op verschillende manieren uitgelegd. Sommigen leggen deze uitroep uit als een acroniem van de Latijnse zin „Hierosolyma est perdita”, Jeruzalem is verloren, wat een leuze van de kruisvaarders zou zijn geweest, of als acroniem van de grootste vijanden van de joden in de geschiedenis: Haman, Esau, Pharao. Het kan ook een opjuttende kreet zijn om het vee aan te sporen om verder te lopen.[4]

Anderen menen dat het een uitroep was die door herders werd gebruikt. In elk geval werd de uitroep op grote schaal gebruikt met de rellen in 1819.

Weblinks en bronnen

  • (en) David Shyovitz, Hep Hep Riots (vertaal via: Vertaal via Google translate), Jewish Virtual Library

Jewish Encyclopedia 1906  (en) HEP! HEP!, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Q542289 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
Verwijzingen
  1. º Amos Elon, The Pity of It All: A History of the Jews in Germany, 1743-1933. Metropolitan Books, 2002. ISBN 0805059644. p. 103
  2. º Heinrich Graetz, Geschichte des Judenthums, Deel 11, 2e oplage, 1900, p. 334
  3. º Amos Elon, The Pity of It All: A History of the Jews in Germany, 1743-1933. Metropolitan Books. 2000. ISBN 0805059644
  4. º (de) Die Hepp-Hepp Unruhen 1819: Die Schattenseite der Judenemanzipation, Digitales Archiv Marburg