Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hebreeuwse mythologie (Bronstijd)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Onder de oudste vorm van Hebreeuwse mythologie verstaat men de mythologie van de Hebreeërs, die historisch voor de Israëlieten in de Bronstijd worden gesignaleerd vanaf ca. 2150 tot 1440 voor onze jaartelling. Zij bewogen zich tussen Mesopotamië en het Oude Egypte, en langs de steden van het Oude Kanaän. Als scheppergod wordt El, maar ook Eloah of Elohim aangegeven.

Oorsprong en ontwikkeling

De oorspronkelijke Hebreeuwse mythologie komt voort uit die van de oude religie van de Semitische stammen waartoe de Hebreeërs behoorden. Als rondtrekkende veehoeders en herders droegen zij veel elementen van de oude Mesopotamische cultuur mee, maar werden gaandeweg beïnvloed door de opvattingen van Indo-Europese stammen zoals de Hettieten. De Hebreeuwse mythologie is nauw verbonden met de mythologie van volkeren waarmee de stammen in aanraking zijn gekomen: de mythologie van Mesopotamië en in het bijzonder Babylonië, met elementen afkomstig van onder andere de Sumeriërs, Akkadiërs en Amorieten, van de (veelal verindoeuropeaniseerde) afstammelingen van neolithische landbouwers uit Anatolië, van Kanaän, van het Oude Egypte, en van zeevolkeren uit Europa.

Volgens een theorie die oorspronkelijk werd verspreid door de amateur-assyrioloog George A. Smith (1840 – 1876) bevat de Hebreeuwse mythologie nog restanten van oude mythen over de schepping van de mens en over bijvoorbeeld de zondvloed, afkomstig uit de Sumerische mythologie, zoals deze is overgeleverd in de Enoema Elisj, het Atrahasis en het Gilgamesj-epos.[1] In Megiddo werd een fragment van het Gilgamesj-epos opgegraven, dat uit ca. 1400 v.Chr. stamde. Ook de kosmogonie met hemelse en aardse sferen en daarin categorieën van hemelse (Cherubim en Serafim) en andere etherische wezens zouden uit deze mythologie afkomstig zijn. Het verhaal van Noach zou eveneens aan de overlevering uit de Mesopotamische mythologie gerelateerd zijn.[2]

Volgens deze theorie werden deze mythen, maar ook nieuwe versies ervan, in de Bijbel opgenomen. Het verhaal van Adam en Eva wordt voorgesteld als een modernere versie, waarvan de Levieten de auteurs zouden zijn geweest.[3] Zij zouden zich gebaseerd hebben op een bruikbare selectie van gegevens uit de oudere mythologie.

De cultus van de oude Hebreeuwse mythologie zou nog gehuldigd zijn tot na de tijd van Salomo, toen deze in de verdrukking raakte. In het zich afsplitsende rijk Juda hield de polytheïstische cultus nog een tijd stand, vooral onder impuls van koningin Maäcah, (wier echtgenoot Rechabeam was). Maar aanhoudende acties onder impuls van de profeten ten gunste van de monotheïstische God JHWH, zorgden dat de oude cultus, die vanuit hun standpunt 'afgoderij' genoemd werd, zou moeten onderduiken of verdwijnen.

Onderzoek

Onderzoek naar de Hebreeuwse mythologie vormt een belangrijk element in de studie van de ontwikkeling, en meer bepaald de overgang, van het Semitisch polytheïsme naar het hedendaags begrip van Abrahamitisch monotheïsme middels de god El, een benaming voor de god van het judaïsme met Allah als naamgenoot in de islam.

In 1902 gaf Friedrich Delitzsch een lezing in zijn Bibel und Babel-reeks, in het bijzijn van de Duitse keizer Wilhelm II, waarin hij stelde dat de Babylonische bronnen meer details gaven dan de Bijbelverslagen en bijgevolg oorspronkelijker waren.

Onderzoekers (onder wie Mircea Eliade) stellen dat de overgang van polytheïsme naar monotheïsme eerder een vorm van theologische suprematie is geweest, waardoor de theologie van een opperwezen, de „Ene God”, op natuurlijke wijze voortgroeide uit de suprematie van een bepaalde cultuur, die bij dit concept belang bleek te hebben. Door uitbreiding van volk en cultuur raakte het monotheïstisch geloof en de specifieke godheid verspreid. (Zie ook henotheïsme.

Moderne kritische geleerden zijn van mening dat de Hebreeuwse Bijbel uit een verscheidenheid van teksten bestaat die samengebundeld zijn vanuit diverse wereldbeschouwingen. Als voorbeelden voor dit opsplitsen in verschillende bronnen wijst men op verschillen in titels of namen van God, in politieke voorkeuren, en dubbele verklaringen van eenzelfde fenomeen zoals scheppingsverhalen van Genesis 1 en 2. Deze documentaire hypothese, vooral bekend van Julius Wellhausen, stipuleerde in dit kader vijf bronnen voor de Tenach, en de redacteur als zesde bron. Bronnen kunnen in dit geval ook groepen schrijvers zijn. Hoewel deze hypothesen reeds uit de negentiende eeuw stammen, is dit onderzoeksgebied nog steeds in ontwikkeling.

De godenwereld

Proto-Semitisch pantheon

Dit zijn mogelijk Proto-Semitische godheden:

(Ac. Accadisch-Babylonisch; Ug. Ugaritische mythologie; F. Fenicië; Hb. Hebreeuws; Ar. Arabisch; OZA Oud Zuid-Arabisch; Et. Ethiopisch)

  • *ʔIlu "god" (Bovengod: Ac. Ilu, Ug. il, F. ʔl/Ēlos, Hb. Ēl/Elohim, OZA ʔl).
  • *ʔAṯiratu (Ilu's vrouw: Ug. aṯrt, Hb. Ašērāh, OZA ʔṯrt). De betekenis van de naam is onbekend.
    • Zij wordt ook genoemd *ʔIlatu "godin" (Ac. Ilat, F. ʔlt, Ar. Allāt).
  • *ʕAṯtaru (God van vruchtbaarheid: Ug. ʕṯtr, OZA ʕṯtr, Et. ʕAstar hemelgod).
    • ʕAṯtartu (Godin van vruchtbaarheid: Ac. Ištar, Ug. ʕṯtrt, F. ʕštrt / Astarte, Hb. ʕAštoreṯ). De betekenis van de naam is onbekend en niet verwant aan ʔAṯiratu.
  • *Haddu/*Hadadu (Stormgod: Ac. Adad, Ug. hd, F. Adodos). De betekenis van de naam is waarschijnlijk “donderaar”.
    • Deze god is ook bekend als *Baʕlu "echtgenoot, heer" (Ac. Bel, Ug. bʕl, F. bʕl/Belos, Hb. Baʕal).
  • *Śamšu "zon" (Zonnegodin: Ug. špš, OZA: šmš, maar Ac. Šamaš is een mannelijke god).
  • *Wariḫu "maan" (Maangod: Ug. yrḫ, Hb. Yārēaḥ, OZA wrḫ).

Hebreeuwse goden

De hoofdgod die door de Semitische Hebreeërs werd aanbeden was Jamm of Jah, die onder dezelfde naam bekend stond van de Egyptische grens tot in Babylonië. Ook de naam voor de Maan is er van afgeleid in het Egyptisch.

Later, toen de Hebreeërs zich bevonden in het gebied dat door de Hettieten gedomineerd werd, won de Hurritische en Hettitische stormgod Tesjoeb aan belang onder de naam Jaw (mogelijk een vervorming van Jah).

In de Sumerische mythologie, die verwant zou zijn aan de bijbelse sagen,[4] werd oppergod El beschouwd als schepper en als vader van alle goden. Asherah stond als gemalin aan zijn zijde. In de latere ontwikkelingsfase van de mythologie verloor dit ouderkoppel aan belang ten gunste van de Baäl en zijn maagdelijke zuster Anath, godin van de liefde, maar ook van de oorlog. Uit andere mythen blijkt dat Baäl ook wel als afstammeling van Dagan (Hadad) werd gezien. Deze laatste was eerder de grote Semitische stormgod geweest. Vooral in het noordelijker gelegen Mari werd hij beschouwd als de brenger van regen en van vruchtbaarheid, en tegelijk als oorlogsgod.

In de tijd van de kleitabletten die in Mari gevonden zijn was Astarte (Isjtar) als zwakker tegendeel van Anath al geringer in aanzien. Maar zij werd nog steeds vereerd onder de naam Athtirat. In Kanaän, waar de Hebreeërs zich na hun vertrek uit Egypte definitief vestigden, onthullen archeologische berichten en kunstvoorwerpen dat de cultus van de godin onder de naam Asjtoret, Astarte, Asjera (vooral in Tyrus en Sidon), Anath, Elat of Baälat in vele van de grote steden bloeide.[5] Dat kan men onder meer aantonen in Eilat, waar in Tell ed-Duweir (huidige Lachisj) op de basislaag van het Midden-Brons een heiligdom werd opgegraven dat aan de gelijknamige godin was gewijd. In dit heiligdom werd ook een vaas gevonden met een opdracht aan Elat (de vrouwelijke El) in Kanaänitisch schrift.[6]

De mannelijke goden vochten voor de koningstitel en om het paleis te mogen bezetten. Volgens een mythe had Baäl de god van de zee en de vruchtbaarheid, Yam, overwonnen. Baäl daalde daarna telkens in zeven jaarlijkse cyclussen af naar de onderwereld, waar zijn vijand of tegenstrever Motu heerste. Die was verantwoordelijk voor de droogte en onvruchtbaarheid in de zeven magere jaren die dan volgden, waarna Baäl bij zijn terugkeer boven de grond opnieuw voor zeven vettere jaren zorgde door het herstellen van vruchtbaarheid en voorspoed.[6]

Invloed op de Abrahamitische religies

Van veel verhalen uit de Tenach[7], Bijbel en Koran wordt aangenomen dat ze gebaseerd zijn op het legendarisch mythologisch verleden van het Nabije Oosten, of erdoor zijn beïnvloed, aangezien de Semitische godsdienst, die in het Judaïsme zijn hoogtepunt vindt, van hetzelfde religieuze stelsel (proto-Semitisch theïsme) is afgeleid. Vooral de overeenkomsten tussen de Enoema Elisj en het scheppingsverhaal uit Genesis werden onderzocht. Het verhaal van Esther werd gedetailleerd nagetrokken op Babylonische wortels.

El Eljon komt ook voor in het verhaal van Bileam in Numeri en in Mozes’ hymne in Deuteronomium 32:8. De Mozaïsche tekst luidt:

Toen de Allerhoogste (‘Eljōn) de naties hun erfenis toebedeelde, onderscheidde hij de zonen van de mens (Ādām); hij stelde de grenzen van de volken volgens het aantal zonen van Israël.

De Septuaginta stelt een andere lezing hiervan voor. Eerder dan „zonen van Israël” worden hier gezegd dat God de „grenzen der natiën stelde naar het aantal van Gods engelen”[8] κατὰ ἀριθμὸν ἀγγέλων θεοῦ; enkele versies gebruiken zelfs huioi theou ’de zonen van God’. De versie hiervan op de Dode Zeerollen laat verstaan dat er in feite zeventig engelen (een ’magisch’ getal) van de Allerhoogste God uitgezonden waren om over zeventig naties van de aarde te heersen. De idee van de zeventig wereldnaties, die elk onder het bestuur staan van een van de [ben] Elohim (zonen van God) vindt men ook terug in Ugaritische teksten. De Aslan Tash-inscriptie stelt dat elk van de zeventig zonen van El Eljon met een verbond aan zijn volk was gebonden. Naar de vertaling van Crossan:

„De Eeuwige Ene (‘Olam) is met ons een plechtig verbond aangegaan,
Asherah heeft met ons (een pact) aangegaan.
En alle zonen van El,
En de grote raad van al de Heiligen (Qedesh).
Met eden van de Hemel en de Oude Aarde.”

Verschillen met het jodendom

W. Baumgartner onderscheidde drie hoofdpunten waarin de vóór-Israëlitische godsdiensten verschillen van het jodendom:[9][10]

In de Israëlitische godsdienst ontbreekt het seksuele facet.

Terwijl in de Fenicische wereld godinnen en goden naast elkaar voorkomen, en van El gezegd wordt dat hij twee godinnen verleidt, is zoiets in Israël ondenkbaar. In de Fenicische godsdiensten kwamen ook tempelprostituees voor, iets wat in Israël verfoeilijk is.

Magische riten die voor vruchtbaarheid moeten zorgen, worden afgewezen.

Het verzet tegen toverij en hoererij is doorheen de hele Bijbel te vinden. Beide elementen vindt men samen in de beschuldigingen tegen koningin Izebel. 2Koningen 9 22

De Israëlitische religie kan niet veel beginnen met de gedachte van het cyclisch sterven en opstaan van een godheid

De Israëlitische wereldbeschouwing wordt niet beheerst door de jaarcyclus, maar door de heilsgeschiedenis: door God geleide gebeurtenissen in de geschiedenis.

Verwijzingen

  1. º Magnussen, M., Graven in Bijbelse Bodem – Archeologie van de landen van de Bijbel, 1978. p. 21, 23
  2. º The Epic of Gilgamesh, p. 108-13
  3. º Stone M., p. 216 e.v.
  4. º Magnussen, M., Graven in Bijbelse Bodem – Archeologie van de landen van de Bijbel, 1978. p. 21
  5. º Stone, Merlin, Eens was God als Vrouw belichaamd, p. 185
  6. 6,0 6,1 Moorey, P. R. S., Biblical Lands – The Making of the Past, Elsevier-Phaidon, London, 1975, p. 55
  7. º Jewish Encyclopedia 1906  (en) Assyria, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: Vertaal via Google translate)
    The official and to some extent the popular religion of Judah was greatly affected by Assyrian influence, especially under Ahaz and Manasseh.
  8. º Sir Lancelot Brenton gaf de Septuaginta-tekst in het Engels weer als: „When the Most High divided the nations, when he separated the sons of Adam, he set the bounds of the nations according to the number of the angels of God.”
  9. º Walter Baumgartner, Ugaritische Probleme und ihre Tragweite für das Alte Testament, in: Th. Zeitschrift, Basel, Uitgeverij: Verlag Friedrich Reinhardt, 1947, p. 46.
  10. º Verwijzing in Henri Rosenberg, Syllabus joods recht, Radboud Universiteit Nijmegen, vijfde druk, Antwerpen, 2005, p. 51-52. http://www.henrirosenberg.com/Syllabus2005.pdf
rel=nofollow

Literatuur

  • Bommel Jan Pieter, Simson in tweevoud, een onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van Richteren 13 – 16, de Vrije Universiteit van Amsterdam, december 2004.
  • Cotterell A. (redactie), Encyclopedie van de Wereldmythologie, Parragon, Bath, UK, 2004. ISBN 1 40542107 X
  • Donald A. Mackenzie, Myths of Babylonia and Assyria, 1915.
  • Finkelkraut I. en Silberman N. A., De Bijbel als Mythe, Synthese, 2006. ISBN 90 6271 951 1
  • Gray, J., Near Eastern Mythology, London, Hamlyn, 1969.
  • Ions V., Mythology, Bounty Books, London, 2005. ISBN 0 7537 1133 8 ISBN13 9780753711330 p. 15-16
  • Jirku Anton, De Wereld van de Bijbel. Reeks Grote Culturen der Oudheid. 1959.
  • Magnussen, M. Graven in Bijbelse Bodem – Archeologie van de landen van de Bijbel, Westland, Schoten, 1978. ISBN 90-246-7020-9
  • Moorey, P. R. S., Biblical Lands – The Making of the Past, Elsevier-Phaidon, London, 1975.
  • Moscatti, Sabatino, The World of the Phoenicians, Phoenix Giant, 1968.
  • Patai, Raphael, The Hebrew Goddess, Wayne State University Press, 1967; derde editie: 1990. ISBN 0-8143-2271-9
  • Rappoport Angelo S., Ancient Israël. Myths and Legends (twee delen) Senate, 1995. ISBN 185958 170 6
  • Raver, Miki, Listen to her voice – Women of the Hebrew Bible, Chronicle Books, San Francisco, 1998. ISBN 0-8118-1895-0 (hc)
  • Ribichini, Sergio Beliefs and Religious Life in Maoscati Sabatino (1997), "The Phoenicians" (Rissoli)
  • Robertson Smith, Religion of the Semites, 1894.
  • Sandars N. K. (vertaler) The Epic of Gilgamesh, NY: Penguin, 1960.
  • Sizbert-Hommes J. (redactie), De Vrouw van de Nacht, Meinema, 1998. ISBN 90 211 3701 1
  • Stone M., Eens was God als Vrouw belichaamd – De onderdrukking van de riten van de vrouw, Katwijk, 1979. ISBN 90-6077-582-1
  • Thophilus G. Pinches, The Religion of Babylonia and Assyria, The World Wide School, Seattle, 2000. Table of Contents
rel=nofollow