Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Guy Vandenbranden

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Guy Vandenbranden (Elsene, 14 juli 1926Antwwerpen, 3 juni 2014) is een naoorlogse Belgische kunstenaar.[1]

Vandenbranden behoort tot de tweede generatie constructivisten, die in de lijn van Piet Mondriaan en Victor Vasarely tot een volledige geometrische abstractie komt. [2] [3]

Leven en werk

Jeugd en vorming (1926-1950)

Guy Vandenbranden wordt op 14 juli 1926 geboren in Elsene, bij Brussel. Zes jaar later verhuist de familie Vandenbranden naar Mechelen. Vandenbranden volgt Grieks-Latijnse Humaniora aan het Koninklijk Atheneum Pitzemburg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezoekt Vandenbranden regelmatig tentoonstellingen bij de Brusselse galerie Breughel waar hij werk ziet van Constant Permeke, Gustaaf De Bruyne en Rudolphe Strebelle.

Na een afgebroken studie chemie studeert Vandenbranden aan een Brusselse vrije academie die vermoedelijk haar wortels heeft in ’l’Effort’. Aanvankelijk start de kunstenaar als expressionist en schildert hij landschappen en portretten in de stijl van Georges Rouault.[4]

Abstracte wegen (1951-1957)

Rond 1950 leert Vandenbranden het werk van Paul Klee kennen. Dit moment bepaalt zijn kunstenaarsleven. Onder Klee’s invloed gaat Vandenbranden steeds verder met abstraheren van zijn onderwerpen. Hij houdt vast aan de abstracte kunst gedurende een carrière van meer dan zestig jaar. In 1951 exposeert Vandenbranden bij de belangrijke galerie Saint Laurent, waar hij ’Brusselse’ kunstenaars zoals Pol Bury en Jo Delahaut ontmoet.

In 1952 krijgt Vandenbranden een solo-expo bij Galerie Iris in Antwerpen. Later volgen expo’s bij Kunstkabinet Horemans, de galerie van kunstcriticus K.L. Elno. Het zijn zijn eerste expo’s in de stad waar hij meer dan een halve eeuw woont. Eind januari 1954 leert Guy Vandenbranden het werk van Victor Vasarely kennen op een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Zijn eigen werk wordt in deze periode complexer en volledig geometrisch.

In 1956 sluit Vandenbranden zich aan bij de kunstenaarsgroep ’Art Abstrait’, in 1952 opgericht door o.a. Pol Bury, Jo Delahaut en Jan Saverys. Zijn volwassenwording als abstract kunstschilder is dan een feit. Intussen legt de nog steeds in Mechelen wonende schilder steeds meer contacten met de Antwerpse kunstscène. Hij leert Jef Verheyen, Paul Van Hoeydonck en Mark Verstockt kennen met wie hij een vriendschap van meer dan zestig jaar aangaat.[5]

Contacten met de Zero-beweging (1958-1965) Eind jaren vijftig raakt Vandenbranden gefascineerd door het zwart en komt hij tot een bijna volledige monochromie. Ondanks zijn voorliefde voor het ’zwarte vlak’ houdt hij vast aan het constructivisme door witte uitsnijdingen te plaatsen in zijn verder zwarte doeken. Hiermee bekomt Vandenbranden een bijzondere spanning. Het is tijdens deze periode dat Vandenbranden plannen maakt met de monochrome schilder Jef Verheyen om een internationale avant-gardegalerie te openen in Antwerpen. Over dit project bestaat nog steeds correspondentie tussen Yves Klein en Verheyen.

In 1958, onder meer door het kunstenaarscollectief G58, verschuift het middelpunt van de Belgische kunstscène in een ijltempo van Brussel naar Antwerpen. Vandenbranden verhuist in 1960 definitief naar Antwerpen, waar hij samen met o.a. Paul van Hoeydonck en Jef Verheyen werkt.[6]

In 1959 exposeert Vandenbranden samen met Paul Van Hoeydonck in de Galeria Pater te Milaan. Hier leert Vandenbranden internationale kunstenaars, onder wie Lucio Fontana, Piero Manzoni en Yves Klein, persoonlijk kennen.

Guy Vandenbranden is eind jaren vijftig bevriend met Nul-groepkunstenaar Jan Henderikse, die in een interview uit augustus 2015 aangeeft dat Vandenbranden zijn enige link met het G58-milieu is.[7] In 1961 verschijnt er in Nul (U.S.A. edition) No. 4 een grote bijdrage over het werk van Vandenbranden. Assemblages (1961-1966)

Vanaf 1961 wil Vandenbranden, deels als antwoord op het Nouveau réalisme, diepte in zijn werk brengen. Hij maakt constructivistische assemblages van thonet-stoelen. Vandenbranden wil de toeschouwer doen nadenken over de plasticiteit van het voorwerp. Met deze assemblages exposeert Vandenbranden op de spraakmakende Forum-tentoonstelling in Gent (1963), waar ook werk door Gunther Uecker en Tinguely te zien is.

Lakwerken (1966-1980)

Midden jaren zestig zet Vandenbranden zijn 3D-vondsten om in een picturale taal op paneel. De vervormde perspectieven worden met autolak rechtstreeks op paneel gespoten om de hardheid te accentueren. Vandenbranden is een volwaardige Hard-edge kunstenaar geworden. In deze periode geeft Vandenbranden het artistieke programma van de Antwerpse kunstenaarsvereniging V.E.C.U. mee vorm. Guy Vandenbranden is in 1972 medeoprichter van de ’Internationaler Arbeitskreis für Konstruktive Gestalltung (IAFKG)’. Leden zijn naast Vandenbranden onder andere HD Schrader, De Poortere en François Morellet. De groep houdt zes symposia van 1976 tot 1983.

In 1980 volgt opnieuw een officiële erkenning wanneer Vandenbranden wordt opgenomen in de Europalia-tentoonstelling ’België-Nederland. Knooppunten en parallellen in de kunst na 1945’. Latere jaren

In de jaren tachtig, negentig en tweeduizend volgen nog vele tentoonstellingen en retrospectieven in binnen-en buitenland. In 2002 ruilt Vandenbranden na bijna veertig jaar zijn grote atelier het Scheldeken in voor een kleiner atelier in Deurne. Hij schildert onverminderd door met acryl op kleinere doeken.

Op 4 juni 2014 overlijdt Guy Vandenbranden in Antwerpen net voor het uitkomen van zijn monografie. Hij ligt begraven op het ereperk van begraafplaats Schoonselhof.[8]

Guy Vandenbrandens archief en monografie (2014 tot heden)

Vandenbranden laat zijn archief en artistieke nalatenschap na aan de Antwerpse Callewaert-Vanlangendonck Gallery, die in november 2014 op basis van dit archief een monografie uitgeeft. Vandenbrandens archief bevat naast correspondentie, uitnodigingen en catalogi van tentoonstellingen, een rijke collectie van foto’s door onder meer Frank Philippi, Georges Thiry, Filip Tas en Raoul Van den Boom.[9][10]

Bronvermelding

rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow