Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:O/Burgemeester Tobbenstraat te Swalmen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Burgemeester Tobbenstraat te Swalmen

Deze straat kreeg haar naam bij raadsbesluit van 17 mei 1972. Toen Lambert Tobben, geboren te Neer op 30 januari 1810, in 1848 zijn zwager Jan Hendrik Janssen als burgemeester opvolgde, woedde de „Boschstrijd" in alle hevigheid. Regelmatig trokken bendes Swalmenaren naar het omstreden gebied om er vernielingen aan te richten, vooral op de aan baron von Diergardt verkochte percelen. Er werden bloedige gevechten geleverd met Pruisische commiezen en politie. Aan weerszijden van de grens werden militairen gestationeerd. Tevergeefs werden pogingen gedaan om tot een vergelijk te komen. Diverse Swalmenaren werden gearresteerd en gevankelijk weggevoerd. Ontevreden burgers verstoorden de vergadering van de gemeenteraad. „De gemeenteraad verkeert in het voornemen om zijn gezamentlijk ontslag eerbiediglijk te verzoeken, met innig verlangen dat het bestuur der gemeente zaken aan andere handen worden toevertrouwd" (uit de brief d.d. 27 juli 1850 van burgemeester Tobben aan Gedeputeerde Staten van het Hertogdom Limburg). Door daartoe vanwege de beide regeringen aangewezen commissarissen werd een ontwerpregeling opgesteld die uiteindelijk leidde tot de overeenkomst van 5 november 1850, waarin Swalmen afstand deed van zijn gebruiksrechten op de vroegere „gemeynte" en een gedeelte daarvan in volle eigendom verkreeg. In het begin van de zestiger jaren had het gemeentebestuur enige bemoeienis met de aanleg van de spoorweg Roermond - Venlo. In maart 1862 zond de burgemeester een verzoek van de gemeenteraad aan Gedeputeerde Staten om hun invloed aan te wenden, dat ook Swalmen een station zou krijgen. Hierbij werd gewezen op de goede verbindingen met Duitsland en met de naburige „gemeente Beesel met haar aanzienlijk getal fabrieken", op de noodzaak van bevordering van de landbouw en van uitbreiding van handel en nijverheid. Deze motieven werden blijkbaar geaccepteerd want de „statie" is er gekomen. Burgemeester Tobben was voor zich zelf niet veeleisend. In september 1867 gaven Gedeputeerde Staten aan de gemeenteraad in overweging het burgemeesterssalaris te verhogen. De raad besloot „de wedde te laten zoo die vroeger is vastgesteld op f 100,—, daarbij in aanmerking genomen hebbende dat de burgemeester met zijn jaarwedde tevreden is". In maart 1871 stelde de gemeente twee jaarmarkten in voor hoornvee, schapen en varkens, de voorjaarsmarkt op dinsdag na 17 maart (daags na die te Neer) en de najaarsmarkt op woensdag na 6 november (daags na die te Horn). Men meende dat „Swalmen op eene daarvoor voordeelige plaats was gelegen, zooals aan den Kiezelweg van Swalmen naar Pruissen, aan den Rijksweg en aan den Staatsspoorweg". Tot hoelang deze markten gehouden zijn is niet bekend maar bij raadsbesluit van februari 1936 werden ze afgeschaft „aangezien ze slechts in naam bestonden doch reeds jaren niet meer worden gehouden". In de zeventiger jaren van de vorige eeuw had Swalmen zijn „schoolkwestie". Er werd nog steeds en uitsluitend school gedaan in de in 1830 daartoe verbouwde „Tiendschuur", gelegen op de westhoek Rijksweg Zuid-Schoolstraat. Deze school was intussen veel te klein geworden en bouwvallig. „Gezien, dat door die te min plaatsruimte de gezondheidstoestand der schoolbezoekers werkelijk te lijden heeft door die verpestende en verstikkende uitazeming van een zoo groot aantal schoolkinderen...." Dit was een van de overwegingen die het gemeentebestuur in april 1875 deed besluiten een nieuwe school te bouwen. Ook van hogerhand werd herhaaldelijk aangedrongen om aan de onhoudbare toestand een eind te maken. In september 1875 trok de raad zijn besluit van april 1875 in omdat „de gemeente niet bij machte is om de daartoe benoodigde kosten te dekken". Gekozen werd toen voor een minder dure oplossing: „gedeeltelijke vergroting van het thans bestaande schoollokaal". Aan de Hoofdingenieur van de Waterstaat worden het plan met bestek en begroting voor deze uitbreiding toegezonden „om berigt, consideratiën en advies."Diens voordeel is vernietigend: „Verlichting, verwarming en ventilatie zijn onvoldoende, het dak laat regenwater door . . . . eene speelplaats ontbreekt, de privaten verspreiden meer dan gewoonlijk schadelijke gassen; het gebouw schijnt eerder geschikt tot schuur of stalling van vee dan tot schoollokaal....; het geld daaraan besteed is weggeworpen...." Intussen is het juli 1876. De Schoolopziener van het 5e district (Ch. Strens) is van oordeel dat er nu lang genoeg getalmd is en ziet zich „verpligt, hoe ongaarne ook", de school te sluiten met aanzegging aan de hoofdonderwijzer — onder bedreiging met straf — dat daarin geen onderwijs meer gegeven mag worden. Burgemeester en Wethouders doen een beroep op Gedeputeerde Staten om de sluiting zo spoedig mogelijk ongedaan te maken, doch deze geven de gemeente in overweging zo gauw mogelijk een nieuwe school te bouwen. Ondanks her- haalde verzoeken aan Gedeputeerde Staten en aan de School- opziener, (Er worden hierover clagten ingediend .... De ouders verlan- gen het uitdrukkelijk .... De gevolgen zijn van ernstigen aard .... ) blijft de school dicht. Begin september 1876 besluit de raad tot nieuwbouw. Op 19 december 1876 heeft de aanbesteding plaats van het bouwen van een school aan de (thans) Schoolstraat en op 2 november 1877 nodigde burgemeester Tobben de Schoolopziener „beleefdelijk" uit de opening van het nieuwe schoolgebouw op maandag 5 november te willen bijwonen. In augustus 1879 zag de gemeenteraad zich genoodzaakt de hondenbelasting te verhogen van f 1,— naar f 2,— om „te keer te gaan eene al te groote toeneming van het getal nutteloze honden, vooral bij de behoeftige volksklasse". In juli 1880 verleende de gemeente aan Petrus Hendrickx vergunning „tot het oprigten eener mouterij en bierbrouwerij in zijn woonhuis" (Huize 't Veld). Lambert Tobben bekleedde zijn ambt van 1848 tot 1881, de op één na langste ambtsperiode van een Swalmense burgemeester. Burgemeester Charles Strens stond vier jaar langer aan het hoofd van de gemeente n.l. van 1924 tot 1961.