Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De praktische en rituele dimensie: het offer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het ritueel binnen de praktische en rituele dimensie wordt gedefinieerd als een opeenvolging van handelingen in een bepaalde volgorde en op een bepaalde plaats. Praktisch elke religie kent wel bepaalde rituelen. Het offer is er hier één van. Het offerritueel wordt voornamelijk beschreven als een ritueel waarin er een geschenk wordt gegeven, meestal aan een godheid, maar ook andere machten zoals een fetisj of de doden.

Doel van offeren

Het doel is over het algemeen om te bedanken, goede gezondheid te krijgen, reiniging, hulp en vergiffenis vragen. Een religieus offerritueel houdt echter veel meer in. Rituelen zijn zeer complex en divers en om dat te belichten, hebben wij ervoor gekozen drie verschillende aspecten te beschrijven, namelijk: de uitvoering van het ritueel zelf, het verhaal achter het ritueel en de effecten. Effecten zijn hier op verschillende manieren bekeken: de ervarende manier bij het Soma­-ritueel[1], de effecten als directe gevolgen van de offers bij de Azteken[2] en het offerritueel tijdens de Thesmophoria ter verering van de Griekse godin Demeter.[3]

Mensen- en dierenoffers

Bij offeren wordt vaak gedacht aan offeren in de vorm van menselijk bloed, of dieren aan de goden. Het mensenoffer van de Azteken is een bekend voorbeeld en extreem bloederig.[4] Vaak wordt er dan ook gedacht dat de offerceremonieën van tegenwoordig over het algemeen minder bloederig zijn dan vroeger. Dit is niet altijd zo. Voorbeelden daarvan zijn het hindoeïstische Thaipusam[5] en het sjiitische Asjoera-ritueel, allebei offerrituelen die gebruik maken van zelfkastijding.[6] Ze worden vandaag de dag nog uitgevoerd.

Verdwenen uit de religie

Zowel het offer uit het [jodendom?],[7] waarbij bloed van een schaap geofferd wordt, als het Soma­ritueel van de vroege Vedische religies waaraan helemaal geen bloed te pas komt,[8] zijn rituelen die niet meer (zoals in het jodendom) of bijna niet meer worden uitgevoerd.

In de oude sjamanistische religie van Tibet voor de opkomst van het boeddhisme waren dierenoffers gebruikelijk. Deze zouden door Shenrab Miwoche zijn vervangen door symbolische offers in de yungdrung bön-religie.

Motieven/eindconclusie

De Azteken offerden mensen omdat zij dachten dat zij hun goden moesten voeden met menselijk bloed omdat de zon anders niet meer op zou komen. Ook bij Thaipusam staat het gunstig stemmen van de goden om hun wensen uit te laten komen centraal.[9] In het Asjoera-offer wordt geen god aanbeden, maar wordt er gerouwd om de profeet Hussain.[10] Het Soma-ritueel heeft meerdere motieven, waarvan de belangrijkste is om dichterbij de goden te komen, deze te aanbidden maar ze ook gunstig te stemmen voor welvaart van de gemeenschap.[11] In het jodendom[12] staan het aanbidden en dankstemmen van God centraal. In de religie van de Oude Grieken waren er zo veel verschillende godheden dat het moeilijk is om hier een duidelijke conclusie uit te trekken. Het is zelfs zo dat dezelfde goden op verschillende manieren worden aanbeden, afhankelijk van de soort god en van de plek in Griekenland. Het offerritueel voor de godin Demeter was om haar gunstig te stemmen en succesvolle oogst te garanderen.[13]

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Smith, F.M. (2000), Indra Goes West: Report on a Vedic Soma Sacrifice in London in July 1996 in History of Religions, Vol. 39, No. 3, pp. 247-267
  2. º Hicks, F. (1979). American Ethnologist
  3. º Johnston, Sarah Iles. Demeter, Myths, and the Polyvalence of Festivals. History of Religions 52.4 (2013): 370-401.
  4. º Isaac, B.L. (1983). Journal of Anthropological Research
  5. º Ward, C. (1984). Thaipusam in Malaysia: A Psycho-Anthropological Analysis of Ritual Trance, Ceremonial Possession and Self-Mortification Practices. Ethos (12:4).
  6. º Clark, M. (2014). Islam voor dummies. Amersfoort: BBNC uitgevers. (blz. 223)
  7. º J Klawans, J. (2006). Purity, sacrifice, and the temple. Symbolism and supersessionism in the study of ancient Judaism. Oxford University Press.
  8. º Wasson, R.G. (1971). The Soma of the Rig Veda, What was it? In: Journal of the American Oriental Society, Vol. 91, No. 2, pp. 169-187
  9. º Ishak, H. & Shuhaimi, M. (2010). Cultural and Religious Festivals: The Malaysian Experience. Journal of Southeast Asian Studies (15) (1). pp. 97-110
  10. º Ruquaiyyah Maqsood (1994). Wereldreligies leren kennen en begrijpen, De Islam. Aartselaar: Zuidnederlandse Uitgeverij N.V. (blz. 84-85)
  11. º Heesterman, J.C. (1962). Vratya and Sacrifice. In: Indo-Iranian Journal, Volume 6, Issue 1, pp. 1-37
  12. º Goldhill, S. (2005). The Temple of Jerusalem. Cambridge, Massachusetts 2005. Harvard University Press. p. 69
  13. º Versnel, H. Coping with the gods: wayward readings in Greek theology. Vol. 173. Brill, 2011.
rel=nofollow
Zoek op Wikidata
rel=nofollow
rel=nofollow