Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Telegraaf

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De Telegraaf is het grootste Nederlandse dagblad. De krant, die landelijk zes dagen per week verschijnt, bevat onder andere binnenlands, buitenlands en sportnieuws en heeft een dagelijkse financiële sectie: 'De Financiële Telegraaf'. Overige rubrieken zijn onder meer: 'Privé', 'Wat U zegt', 'Vrouw', 'Neon' en de invloedrijke societyrubriek Stan Huygens Journaal. De Telegraaf, gevestigd te Amsterdam, is een ochtendkrant met een oplage van 695.635 exemplaren. De krant wordt uitgegeven door Uitgeversmaatschappij De Telegraaf (UMT), een dochtermaatschappij van de Telegraaf Media Groep.

Redactionele content

De Telegraaf is het enige bovenregionale boulevardblad van Nederland en telt als zodanig vele "sensatieberichten" en een groot sportkatern en is als zodanig te vergelijken met het Duitse Bild en de Engelse The Sun, zij het dat de toon gematigder is en er minder gebruik wordt gemaakt van beelden. Minstens een pagina wordt gevuld met content uit het roddelblad Privé. De financiële bijlage is daarentegen behoorlijk serieuzer van opzet. Het blad richt zich op een breed publiek, met name door gebruikmaking van een populistische stijl, waarmee specifieke doelgroepen worden aangetrokken voor de adverteerders in het blad. Voor dit doel wordt het blad daarom deels op tabloid- en deels op broadsheet-formaat uitgebracht. Politiek gezien heeft de krant een tendens naar rechts. Zo ondersteunde ze tijdens de hoogtijdagen van de LPF in commentaren de inzichten van de in 2002 vermoorde lijsttrekker Pim Fortuyn.

Geschiedenis

De Telegraaf werd opgericht door jonkheer Henry Tindal, die tegelijkertijd ook het kopblad De Courant begon. Op 1 januari 1893 verscheen het eerste nummer. De eerste hoofdredacteur was A.L.H. Obreen, maar hij nam ontslag in 1899 omdat volgens hem te veel geld van de Telegraaf verdween naar de heilloze zakelijke avonturen van Tindal om water te zuiveren met ozon (na zijn overlijden bleek Obreen gelijk te hebben). Obreen werd opgevolgd door W.F. Andriessen, neef van de beroemde kinderboekenschrijver P.J. Andriessen en telg uit een geslacht van schrijvers en doopsgezinde dominees. Samen met redactrice (medefinancier van de Telegraaf en vertrouwelinge van Tindal) Amy Grothe-Twiss waren zij verantwoordelijk voor een ware perscampagne ten gunste van Paul Kruger en zijn Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog tegen de Engelsen. De Telegraaf kreeg in het geheim zelfs het privilege om persberichten over de oorlog een dag eerder te krijgen dan andere kranten, schrijft Amy in haar memoires. Andriessen gaf voor de Telegraaf ook een kinderkrant uit die hij als 'raadselredacteur' van inhoud voorzag. Amy Grothe-Twiss gaf zich uit als de nimf Swawa Helgi en in de kinderkrant van de Telegraaf ontstond een levendige briefwisseling tussen de nimf en de raadselredacteur, waarbij ook magische voorwerpen uitgewisseld werden. De kinderkrant met de verhalen van Swawa Helgi werd zo populair dat de nieuwe directeur Holdert (na het failliet en de dood van Tindal) bang was dat Andriessen met de kinderkrant en de abonnees zou vertrekken, schrijft Amy in haar memoires. Holdert ensceneerde daarom in 1903 een conflict met Andriessen. Hij had een stok nodig om 'de kliek van Tindal' te verwijderen uit de Telegraaf. Andriessen werd door de tirannieke Holdert ontslagen en vertrok naar de Alkmaarsche Courant. Amy Grothe-Twiss ging het verhaal van Swawa Helgi presenteren als openluchttheater op haar landgoed Villa Corvin in Hilversum, waarin ze in 1903 zelf de rol van Swawa speelde. Daarmee werd zij later bekend als 'de moeder van het Nederlandse openluchttheater'. Zij was een van de rijkste vrouwen van Nederland, maar haar vermogen loste op in Tindal's Telegraaf, en zijn ozonexperimenten. Naar verluidt is zij arm gestorven, volgens krantenartikelen.

De dood van Tindal, het vertrek van Andriessen en Amy Grothe-Twiss, en de komst van Holdert markeerde niet alleen een keerpunt voor de Telegraaf, maar illustreerde ook de verandering van de tijdgeest. Tindal, Andriessen en Grothe-Twiss waren representanten van een optimistische en creatieve tijdgeest; het was de tijd van visionairen, Walden, Domela Nieuwenhuis, de Spoorwegstaking, de opkomst van het feminisme en de bekendheid met niet westerse religies. Vanaf het begin van de 20e eeuw zou dit optimisme letterlijk verpletterd worden door de gruwelen van de wereldoorlogen en de totalitaire systemen van fascisme en communisme. Holdert lijkt dan ook een representant van deze nieuwe tijdgeest door zakelijk winstbejag te koppelen aan politiek opportunisme en populisme. Zo werd de Telegraaf in 1914 (na altijd pro-Duits te zijn geweest) opeens een spreekbuis van de Fransen en de Entente. De krant vond dat Nederland niet neutraal kon zijn, en partij moest kiezen. Er zijn brieven bewaard van de Franse gezant die duidelijk aangeven wat er in de krant moet verschijnen. Het is niet meer duidelijk wat daar tegenover gestaan heeft. In de Tweede Wereldoorlog liet Holdert de NSB en de Duitse bezetter toe in de kolommen van de krant. Na de oorlog zou de Telegraaf in de Nederlandse krantenwereld zich profileren met het voeren van politieke campagnes op de redactionele pagina's, bijvoorbeeld door de verkettering van tegencultuur en nieuwe sociale bewegingen in de jaren zestig en '70 van de vorige eeuw. Na de opheffing van het katholieke dagblad De Tijd en het loslaten van het predicaat katholiek bij De Volkskrant, vond de Telegraaf ook tijdelijk een doelgroep bij conservatieve katholieken die moeite hadden met de veranderingen in hun kerk. De oorsprong van dit populisme lag in het conflict tussen Andriessen en Holdert in 1903.

Toen Tindal in 1902 overleed, nam drukker Hendrikus Marinus Cornelis Holdert met hulp van geldschieters De Telegraaf per 12 september over, samen met De Courant. Vooral dit laatste blad bleek zeer winstgevend, zodat Holdert tussen 1903 en 1923 de ene krant na de andere kon opkopen. Holdert hief al deze kranten op. De naam Amsterdamsche Courant werd de ondertitel van De Telegraaf, en de naam Het Nieuws van den Dag werd aan De Courant gekoppeld. J.C. Schröder was de hoofdredacteur van de Telegraaf, maar de directeur functioneerde in feite als hoofdredacteur en had alle touwtjes in handen. Al vóór de Eerste Wereldoorlog was Holderts concern, gemeten naar de oplage van zijn kranten, het grootste dagbladbedrijf van Nederland. Vóór de Tweede Wereldoorlog omvatte het marktaandeel ruim 20% van de totale Nederlandse dagbladpers.

Bestand:Telegraaf.jpg
Het (voormalige) Telegraafgebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal

In 1926 begon de bouw van een nieuwe drukkerij/redactieruimte aan de Nieuwezijds Voorburgwal, ontworpen door J.F. Staal en G.J. Langhout, die in 1930 in gebruik werd genomen. Het gebouw zou in 1966 door woedende bouwvakkers worden belaagd (en gedeeltelijk vernield) tijdens de zogeheten 'Telegraafrellen'.[2] Ook in 1930 kocht Holdert de laatst overgebleven mede-aandeelhouder uit. Sindsdien was hij enig eigenaar van het Telegraaf-concern en de enige echt grote 'press lord' die Nederland ooit gekend heeft.

In 1974 verhuisde De Telegraaf naar de Basisweg te Amsterdam-Sloterdijk.

Eerste Wereldoorlog

Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Nederland een neutrale positie in het conflict had ingenomen, koos De Telegraaf zeer nadrukkelijk de zijde van Engeland, Frankrijk en Rusland tégen Duitsland en Oostenrijk. Hoewel de Staat der Nederlanden in een aantal strafprocessen trachtte De Telegraaf de mond te snoeren, volgde in alle gevallen vrijspraak. De hoofdredacteur van de Telegraaf, J.C. Schröder werd gearresteerd op 4 december 1915, omdat hij te veel commentaar over de smokkelhandel bij de Duitse grens had geschreven. Op 21 december 1915 werd hij weer vrijgesproken en is kort daarna ontslagen bij de Telegraaf.

Tweede Wereldoorlog

In de loop van juni 1940 kwam Hendrik Holdert (via zijn zoon Henri 'Hakkie' Holdert jr.) in contact met ir. C.J. Huygen, die in september 1940 door ir. A.A.. Mussert (leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) werd benoemd tot secretaris-generaal van deze beweging. Via Huygen verwierf Hendrik Holdert de steun van Mussert in zijn streven niet in Duitse handen te vallen. Hiervoor betaalde Hendrik Holdert f 25.000 (omgerekend naar de waarde in 2005 is dit: € 170.000) waarmee de NSB WA-uniformen kon laten maken. Ook betaalde Holdert aan Huygen diens maandelijkse toelage van f 1.000 (2005: € 6.900), later f 1.500 (2005: € 9.000). Hiermee gaf Holdert substantiële financiële steun aan de NSB.

Medio 1942 werd de hoofdredacteur van De Telegraaf, J.M. Goedemans, ontslagen op last van prof. dr. T. Goedewaagen, op dat moment secretaris-generaal van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Goedemans had, in een artikel over de Tachtigjarige Oorlog een vergelijking getrokken tussen het toenmalige verzet tegen de bezettende Spaanse overheid en het actuele verzet tegen de Duitse bezetter. Goedewaagen was van mening dat Goedemans een zekere sympathie tentoonspreidde voor verzet tegen een bezettende overheid. Vandaar zijn gedwongen vertrek, na een dienstverband van bijna 35 jaar. Goedemans' artikel was echter slechts de aanleiding. De afwijzende houding van De Telegraaf ten aanzien van de staatkundige situatie in Nederland in de eerste oorlogsjaren, was de Duitse bezetter al langer een doorn in het oog. De Telegraaf werd gestraft met een (later weer herroepen) boete van f 10.000 (2005: € 69.000). Goedemans werd opgevolgd door J.C. Fraenkel, die - niet naar genoegen van de Duitse bezetter - in eerste instantie het beleid van Goedemans in grote trekken continueerde. Onder zware druk van het Reichskommissariat moest Fraenkel uiteindelijk instemmen met het plaatsen van artikelen die hem (en dus ook De Telegraaf) na de oorlog zijn aangerekend: anti-joodse artikelen en SS-frontreportages. Na het overlijden van Hendrik Holdert in juli 1944 en het aftreden van Fraenkel in oktober 1944 kwam De Telegraaf geheel in handen van Henri 'Hakkie' Holdert jr.[3] en diens SS-trawanten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog drukte de drukkerij van De Telegraaf pro-Duitse bladen, waaronder de Deutsche Zeitung in den Niederlanden. Hiermee vertoonde De Telegraaf hetzelfde gedrag als het genazificeerde concern van drukkerij/uitgeverij De Arbeiderspers, die de vervaardiging van veel nationaalsocialistisch drukwerk (onder meer Storm, Groot Nederland en De Waag) ter hand nam tijdens de Tweede Wereldoorlog.[4]

1945-1949: Verschijningsverbod

De Commissie voor de Perszuivering heeft geoordeeld dat Holdert het behoud van zijn kranten heeft bewerkstelligd door uit pure baatzucht en welbewust met de vijand te heulen, financiële steun te verlenen aan diens handlangers en verraderlijke en vijandelijke propaganda te voeren. Het oordeel van de Commissie betekende voor de krant een verschijningsverbod voor dertig jaar. Dat verbod werd in 1949 opgeheven. In die periode werden op de persen van De Telegraaf de dagbladen Trouw en Het Parool gedrukt, beide voortgekomen uit het verzet.

Het oordeel van de Commissie voor de Perszuivering heeft er mede toe bijgedragen dat De Telegraaf de exponent bij uitstek werd van de collaborerende pers. Dat beeld wordt echter in de dissertatie van René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting, gemotiveerd genuanceerd.

Hoewel De Telegraaf weinig reden heeft met trots terug te zien op de bezettingsjaren, moet niettemin worden vastgesteld dat het redactionele beleid van Goedemans en in mindere mate ook dat van Fraenkel, met rugdekking van Holdert, eerder wijst in de richting van een streven kwalijke invloeden zoveel en zolang mogelijk tegen te gaan dan op capitulatie en dienstbaarheid, zoals door zovelen met grote stelligheid is beweerd of zelfs bewezen geacht.[5] Als dagbladuitgever heeft Holdert zich niet wezenlijk anders gedragen dan zijn collega's en zelfs indien hij zich - sterker dan zij - heeft laten leiden door baatzucht dan heeft dat streven in ieder geval niet geleid tot een grote toename van het aantal abonnees en daarmee van de inkomsten, zoals bij nagenoeg alle andere dagbladen wel het geval is geweest. Het aantal abonnees van De Telegraaf bleef in de jaren 1940-1945 beduidend beneden dat van de jaren dertig en De Courant-Het Nieuws van den Dag boekte slechts een bescheiden abonneewinst.

Van een aantal leden van de Commissie voor de Perszuivering is aantoonbaar dat zij op enigerlei wijze verbonden waren aan voormalige illegale bladen die zich scherp hadden uitgelaten tegen een terugkeer van De Telegraaf of zelfs rechtstreeks partij waren in de gelijktijdig plaatsgrijpende politieke en zakelijke strijd om de beschikking over de bedrijfsinstallaties van De Telegraaf. En ook in die strijd hebben vetes van persoonlijke en zakelijke aard onmiskenbaar een rol gespeeld.[6]

Van de affaire van 1945/1949 is de stellige indruk overgebleven dat De Telegraaf de exponent bij uitstek van de collaborerende pers tijdens de Duitse bezetting was. Die notie treft men nog zeer nadrukkelijk aan in (pers)publicaties uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Meer dan bij enig ander persorgaan het geval is, wordt het zicht op het doen en laten van De Telegraaf tijdens de Duitse bezetting vertroebeld en vertekend door het beeld dat men er zich van heeft gevormd, ten dele onder invloed van wat men meende dat zich vóór 1940 al had afgespeeld, maar vooral door de verwikkelingen in de jaren 1945­-1949. Die vertekening kan voor een groot deel worden gecorrigeerd met behulp van het bewijsmateriaal dat in het kader van de Perszuivering en de Bijzondere rechtspleging over De Telegraaf is verzameld.[7]

Verdere activiteiten

Na de opheffing van het verschijningsverbod groeide De Telegraaf opnieuw uit tot het grootste dagblad van Nederland. In 1998 werd het kopblad De Courant/Nieuws van de Dag opgeheven.

Vanaf 21 maart 2004 verscheen De Telegraaf ook op zondag, en wel op tabloid-formaat, in tegenstelling tot de reguliere doordeweekse edities, die in broadsheet verschijnen. Vanwege tegenvallende advertentie- en abonnementeninkomsten verscheen de zondagkrant echter op 20 december 2009 voor het laatst [8][9].

Externe links

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 226-249. ISBN 90-218-3752-8.

  1. º Oplage NRC Daalt Fors. NOS.nl (12 mei 2009).
  2. º De bouwvakkers waren verontwaardigd over een eerder bericht van De Telegraaf waarin stond dat hun collega Jan Weggelaar, die de dag daarvoor op straat was overleden, niet door politiegeweld zou zijn omgekomen maar als gevolg van een hartaanval. Hoewel dat laatste medisch is vastgesteld, is de woede van zijn collega-bouwvakkers begrijpelijk, daar Weggelaar ten tijde van de acties het slachtoffer was van politiegeweld. (Zie hierover het VPRO-programma 'Andere Tijden': VPRO-uitzending over de Telegraafrellen)
  3. º Op 27 november 1946 vermeldt de Rotterdamsche Courant: Hakkie Holdert gearresteerd. De 40-jarige Henri 'Hakkie' Holdert die tijdens de bezetting door de Duitsers tot directeur van De Telegraaf werd uitgeroepen, doch die tot op heden steeds onvindbaar was in ons land, is door de Alkmaarse P.R.A. gearresteerd op een zeewaardige tweemaster die onder Monnikendam gemeerd lag. Hij viel door de mand, toen een litteken onder zijn arm zichtbaar werd. Het was afkomstig van het operatief verwijderde bloedgroep teken van de SS. Als lid van de Waffen-SS was Holdert jr. in Duitse krijgsdienst naar het oostfront geweest.
  4. º Frank van de Bogaard, Een stoottroep in de letteren: 'Groot Nederland', de SS en de Nederlandse literatuur (1942-1944). Stichting Bibliographia Neerlandica, 's-Gravenhage, 1987, p. 45-47. ISBN 90-71313-07-7.
  5. º René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 248.
  6. º René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 232.
  7. º René Vos, Niet voor publicatie, de legale Nederlandse pers tijdens de Duitse bezetting. Sijthoff, Amsterdam, 1988, p. 232-233.
  8. º De Telegraaf stopt met zondagkrant. De Telegraaf (9 oktober 2009).
  9. º Telegraaf stopt met zondagskrant. NRC Handelsblad (9 oktober 2009).
rel=nofollow
rel=nofollow