Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Blauwvoeterij

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Blauwvoeterij was een romantische Vlaamsgezinde beweging, die rond 1875 ontstond in het Klein Seminarie van Roeselare.

Ontstaan

De naam komt uit een van de Kerelsliederen, gecomponeerd door Albrecht Rodenbach: De Blauwvoet, geïnspireerd door de De Kerels van Vlaanderen, de roman van Hendrik Conscience uit 1870.

De beweging viel de Franse taaldwang in het onderwijs aan en verspreidde de Vlaamse gedachte. Rodenbach en zijn medeleerlingen waren in hun strijd geïnspireerd door de ideeën van hun leraars Hugo Verriest, Alfons Van Hee en Emiel Demonie en van hun leermeester, Guido Gezelle, de voormalige leerkracht van het seminarie in Roeselare. Ze propageerden een romantische strijd voor het Vlaams volk, met een mengeling van Vlaams, religieus en sociaal engagement.

De Groote Stooringhe

Toen na het Lied der Vlaamsche Zoonen op het schoolfeest in het Klein Seminarie van Roeselare nog een tweede Vlaams lied werd gezongen, hoewel de superior beslist had dat één Vlaams en één Frans lied mocht worden gezongen, leidde dit tot een conflict met de schooldirectie. Dit bleef in herinnering als de Groote Stooringe, een kleine leerlingenopstand naar aanleiding van het jaarlijks feest ter ere van de superior.

De strijdleuze ’Vliegt de Blauwvoet, storm op zee’ werd voortaan de algemeen verspreide kreet onder Vlaamsgezinden in de katholieke Vlaamse scholen.

De Vlaamsche Vlagge

De Vlaamse beweging verspreidde zich hierna over de Vlaamse scholen, mee door het tijdschrift De Vlaamsche Vlagge, dat vanaf 1875 door Amaat Vyncke en Zeger Malfait in Brugge werd gedrukt en ruim werd verspreid. De Vlaamsche Vlagge wordt als het belangrijkste medium van de Blauwvoeterij in die tijd beschouwd.

Toen Rodenbach in 1876 aan de Katholieke Universiteit Leuven rechten studeerde, in het Frans, nam hij ook daar stelling voor Nederlandstalig onderwijs. In Leuven verspreidde hij met Pol De Mont en Flor Heuvelmans het blad Het Pennoen onder de studenten. Hij richtte ook een Vlaemsche Studentenbond op. Blad en bond kenden slechts een kort bestaan maar kregen opvolgers.

Bestendigheid van de symboliek

Latere voorvechters van de ideeën werden onder meer Frans Van Cauwelaert, Lodewijk Dosfel en Cyriel Verschaeve.[1]

De Blauwvoeterij bleef in wezen een West-Vlaams verschijnsel, met haar cultus van de gewesttaal, de kritiek op het gezag en de klassieke opvoeding, het geringe vertrouwen in de overheid. Rodenbach gaf aan de blauwvoetsymboliek met zijn gedichten en liederen een blijvende mobiliserende kracht, die hem lang zou overleven en ook in de andere Vlaamse provincies ingang zou vinden. Deze symboliek geraakte volledig ingeburgerd bij de studentenverenigingen in de eerste jaren van de twintigste eeuw en kende zijn hoogtepunt tijdens het interbellum.

Erfgenamen

Verschillende studentenbewegingen vonden hun oorsprong bij de Blauwvoeterij of beriepen zich later op een verwantschap, soms door het aannemen van de naam. De directe erfgenamen behoorden uiteraard tot de katholieke zuil.

Dit geldt voor onder meer

Gedeeltelijke erfgenamen

Sommige organisaties, vaak klein en door inwendige strijd geplaagd, behoorden duidelijk tot het Vlaams-nationalisme, zowel voor als vooral na de Tweede wereldoorlog, en groepeerden hoofdzakelijk jongeren van wie de ouders in de collaboratie waren terecht gekomen. Ze beriepen zich nog op de Blauwvoeterij en op het symbool van de Blauwvoet, maar behoorden dan toch tot een andere gedachtegang dan die van Rodenbach en zijn erfgenamen, zoals:

  • Algemeen Katholiek Dietsch Studentenverbond (AKDS) (1935–1937)
  • Vlaamsche Wachten (1928– )
  • Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond (1934–1941), jeugdbeweging van het VNV.
  • Jeugdverbond der Lage Landen, Vlaams-nationalistische jeugdvereniging (1949– )
  • De Blauwvoetvendels of Algemeen Diets Jeugdverbond (ADJV) (1949–1957)
  • Het Blauwvoetjeugdverbond, Vlaams-nationalistische jeugdvereniging (1957–1961) in opvolging van het Algemeen Diets Jeugdverbond.
  • De Blauwvoetfederatie (1963– ), overkoepelend orgaan van Vlaams-nationalistische jeugdbewegingen
  • Vlaams Nationaal Jeugdverbond
  • Algemeen Vlaams Nationaal Jeugdverbond (1969–1986)

Literatuur

Bronvermelding

rel=nofollow
rel=nofollow